zonder hekken
Boswachter Piet Zegers, van surveillant tot rondleider
De Groote Peel, een ruig, bijna rauw landschap op de grens van Limburg en Noord-Brabant.
Op stap met de koddebeier
Staatsbosbeheer voert het beheer over zo'n 220.000 hectare
bos, heide, grasland, moeras, duinen, open water en recreatie
terreinen. Die zijn zo goed als allemaal vrij toegankelijk. Maar
echt aangemoedigd werd een bezoek nooit. Tot een jaar of wat
terug. Toen verschenen bij de ingangen van grote natuurge
bieden als de Schoorlse duinen, de Sallandse Heuvelrug, de
Weerribben en de Groote Peel zogenoemde bezoekerscentra.
Daarip werd door middel van exposities en dergelijke voor
lichting gegeven over de omgeving. Soms ook dienden ze als
startpunt voor rondleidingen.
Die service-verlening is de laatste tijd zo explosief gegroeid,
dat de terreinen van het in 1899 opgerichte Staatsbosbeheer
tot de belangrijkste toeristische trekpleisters van Nederland
zijn gaan behoren. Stevig gestimuleerd door de ruim 2.500 ex
cursies die per jaar worden georganiseerd. Of dat nu een wan
deling is over de Boschplaat, een fietstocht door de Oostvaar-
dersplassen, een boottocht door de Weerribben of een ritje per
paardentram over de Sallandse Heuvelrug.
Met die ontwikkeling veranderde oök de taak van de boswach
ter. Was hij vroeger voornamelijk surveillant, nu is hij veel
meer voorlichter, die bezoekers uitlegt hoe de natuur in elkaar
steekt, hoe zij zich probeert te handhaven en hoe 'de mens'
daaraan kan meehelpen. Achterliggende gedachte: de natuur
bescherm je niet door er metershoge hekken omheen te plaat
sen, maar door er kennis mee te maken. Vandaar al die in een
dikke evenementenkalender vermelde rondleidingen, vandaar
de aanleg van het Boomkroonpad in Drente en vandaar - om
nog maar iets te noemen - de natuuractiviteitencentra (met
restaurant en slaapgelegenheid) die de bezoekerscentra bin
nenkort zullen gaan vervangen. Op stap met de koddebeier;
een nieuwe trend.
Een kwartaaloverzicht van de excursies die door Staatsbosbe
heer worden georganiseerd, kan worden aangevraagd bij
Staatsbosbeheer, Afdeling Voorlichting en PR, Postbus 1300,
3970 BH Driebergen.
atuur
Een nieuwe directeur, een nieuw geluid. Maar
zo is het niet helemaal. Zegt Maarten Brabers.
„Toen ik drieënhalf jaar geleden werd aange
steld, was Staatsbosbeheer er al druk mee be
zig. Ik vind het leuk als iemand opmerkt dat
we de laatste tijd zo publieksvriendelijk zijn
geworden. En natuurlijk heb ik daaraan mee
gewerkt. Maar ik ben niet de enige. Ik sprong
op een tanker die al van koers aan het veran
deren was."
Hij is 48 nu en stapte met vast omlijnde idee-
en van het ministerie van landbouw in Den
Haag over naar de nogal saai ogende burelen
van Staatsbosbeheer in Driebergen. Basisge
dachte: 'Mensen en natuur moet je niet van
elkaar scheiden. Dat is noch voor de mens,
noch voor de natuur een goeie zaak.' Weer
stand om die overtuiging over te brengen op
het personeel ondervond Brabers nauwelijks.
Want ook in het Utrechtse deed het credo 'uit
nodigen is beter dan afhouden' al geruime tijd
opgang.
Overigens nooit een aanhanger geweest van
prikkeldraad, toegangskaarten en verbods
bordjes, dat Staatsbosbeheer. Al sinds .de
Directeur Maarten Brabers van Staatsbosbeheer: 'Mensen moetje niet van de natuur scheiden.
Dat is noch voor de mens, noch voor de natuur een goede zaak.'
dienst bij de oprichting in 1899 het beheer
kreeg over de duinen bij Schoorl (de hoogste
en de breedste van Holland), wordt bezoekers
weinig in de weg gelegd. Maar echt promoten
was er niet bij. En dat is nu precies waarmee
Staatsbosbeheer de laatste tijd zo druk bezig
is. Wie in de 'Evenementenkalender Voorjaar
1997' het aantal excursies probeert te turfen,
raakt suizebollend de tel kwijt. Maar 500 zijn
het er zeker. Stappen met de boswachter: het
tijdverdrijf wordt steeds populairder.
LICHTEN DOVEN
Dat Staatsbosbeheer nu naar de andere kant is
doorgeslagen, weigert Brabers te geloven.
Sterker nog, het gaat hem nog niet ver genoeg.
In Nationaal Park 'De Weerribben' staat sinds
enige tijd geen 'Bezoekerscentrum' meer,
maar een 'Natuuractiviteitencentrum'. 'Rem
men vast, lichten doven' denkt de veteraan
vogelaar bij het aanschouwen van dergelijke
namen waarschijnlijk, maar toevallig heeft
Brabers aan dat soort dauwtrappers geen en
kele boodschap. Hij namelijk mikt op stede
lingen die best willen leren hoe je een eend
van een kievit kunt onderscheiden, maar die
daarbij wel gezellig een hapje willen eten. En
een slokje willen drinken. Iets wat in een 'Na
tuuractiviteitencentrum' kan. Net als kano's
huren en ansichtkaarten kopen.
De nieuwe aanpak is een succes. Sinds de her
opening trok de Weerribben 25 procent meer
bezoekers. Brabers: ,,Het duurt natuurlijk nog
wel even, maar in de komende jaren willen we
alle bezoekerscentra gaan ombouwen tot na
tuuractiviteitencentra. Die krijgen ook goed
kope slaapgelegenheden, zodat we bijvoor
beeld twee- en driedaagse excursies kunnen
organiseren. Met commercie heeft dat niets te
maken, want de bedragen die we vragen dra
gen nauwelijks bij tot onze exploitatie. Het is
domweg inspelen op een sterk toenemende
GRUWELIJK
Een 'sterk toenemende' vraag die door Staats
bosbeheer zelf van harte wordt gestimuleerd.
Brabers: "Dat is juist. Maar als je de afstand
van natuur tot mens wil verkleinen dan moet
je dat niet doen door het opwerpen van ver
sperringen, maar door ze uit te nodigen te ko
men kijken. Dat lukt je onder meer door het
de bezoekers zo aantrekkelijk mogelijk te ma
ken. Wat inhoudt dat er - hoe gruwelijk som
mige natuurliefhebbers iets dergelijks mis
schien ook in de oren klinkt - onder andere
een eenvoudig restaurant dient te zijn."
Of zoiets afgrijselijks als het inmiddels fameu
ze Boomkronenpad in Drente. Brabers laco
niek: „Wij hebben bij dat project in het begin
zelf ook best wat vraagtekens gezet. Maar de
voorstanders hebben gelijk gekregen. In de
eerste drie maanden van de opening trok het
pad 70.000 bezoekers. Daarbij zaten veel men
sen die louter uit nieuwsgierigheid zijn komen
kijken en die voor het eerst met een dergelijk
stuk natuur zijn geconfronteerd. Nou, mooi
toch? Daar doen we het allemaal voor."
Totdat ze ook 'om de hoek' willen gaan kijken
en dwars door de jeneverbesstruiken het
Drouwenerveld oversteken. Of het door voor
gangers al platgetrapte Meindersveen. Of het...
Brabers snel onderbrekend: „Het grote mis
verstand is dat recreatie een sterk negatieve
invloed heeft op de natuur. Maar in werkelijk
heid - ik kan dat na een onderzoek in ohder
meer 'De Gelderse Poort' met cijfers aantonen
- is het verwaarloosbaar klein. Daarom héb
ben we ook met een gerust hart 84 procent
van onze terreinen opengesteld en streven we
naar 90 procent. De natuur bescherm je het
beste door de mensen er kennis mee te laten
maken."
Dat beeld verdwijnt waarschijnlijk nóóit meer.
Een boswachter staat voor dag en dauw op,
drukt een hoedje op zijn schedel, pakt z'n ge
weer, hangt een verrekijker op de borst, fluit
zijn hond en verlaat z'n Hans-en-Grietje-huis-
je voor een lange, lange wandeling door bos
en beemd. Een pakje bruin brood met oude
kaas in de weitas; een liter vers van de koe
getapte melk in de veldfles. De boswachter is
voor velen nog altijd een 'Einzelganger', een
zwijgende, ietwat norse man die pas blijkt te
kunnen praten als toevallige passanten hem
informatie vragen over 'wat bloeit en groeit en
altijd weer boeit'.
Piet Zegers grinnikt als hij wordt geconfron
teerd met het idyllische imago van zijn be
roep. Maar geeft onomwonden toe dat de bos
wachter vooral in 'de stad' inderdaad nog
steeds wordt gezien als de verbeten achter
stropers aanjagende koddebeier, zoals die
vóór de Tweede Wereldoorlog door J. B. Schuil
en A.M. de Jong met groot gevoel voor roman
tiek werden beschreven. Terwijl hij, Zegers,
toch zeker de helft van zijn tijd in een bureau
stoel doorbrengt. Loerend naar een computer
scherm, werkend aan een rapport of vergade
rend met een collega. Ook voor de boswachter
bleef niets zoals het was.
Zegers (48) vindt het niet erg. Hij heeft zich al
tijd al makkelijk kunnen aanpassen. Natuur
lijk, er bestaat ook voor hém nog altijd niets
mooiers dan een stevige solowandeling over
de bedauwde ochtendhei. Links gaan 'flap-
flap' een paar ganzen op de wieken, boven de
varens danst een libelle en achter hem, in het
schimmelkleurige berkenbosje, roept een tu
reluur. Maar om nu te zeggen dat de bos
wachter van Nationaal Park "De Groote Peel'
een hekel heeft aan rondleidingen, „nou nee,
niet bepaald. Ik beschouw het zelfs als één van
de meest aantrekkelijke kanten van mijn
werk".
Zijn ruige, bijna rauwe domein van veen,
moeras en hei beslaat zo'n 1.350 hectare; de
ene helft op Brabants - de andere helft op
Limburgs gebied. Het prachdand van Antoon
Coolen: „Het zomert in de Peel. Die wijde ein
deloze vlakte, die opbult en daalt. Die uitligt
en zich ombuigt over de einders. Hier en daar
staat een boske dennebomen in het groen, en,
lichter ertegenaan, schiet het wit berkehout
omhoog En verderop ligt alle licht van de
zomerzon wijd gespreid over de vlakte. Over
de rechte, kale brede zandwegen. Over de mij
ten turf, die donker en zwart te drogen staan."
(Uit: Peelwerkers).
De bijna drie uur durende wandeling met de
geen torretje en plantje ontgaande Zegers,
duurt eigenlijk veel te kort. Daar baddert (flad
derend en spattend in een zilveren waaier van
water) een geoorde fuut, waarvan - zegt de
boswachter - er in Nederland slechts 500 zijn.
En daar ook jagen in hoge, trage cirkels twee
buizerds een tussen het pijpestro schuilend
hermelijntje of martertje de stuipen op het lijf.
Een vos laat zich in het tot ver voorbij de hori
zon doorrollende coulissen-landschap helaas
niet zien. Piet Zegers: „Dan moet je vroeger
opstaan." Tot voor kort begeleidde hij hoog
stens één rondleiding per maand. Nu zijn het
er op z'n minst drie en veel vaker vier. Niet
eens een kwart overigens, van de circa 250 die
er jaarlijks in 'De Groote Peel' worden gehou
den. Scholen, plattelandsvrouwen, carnavals
verenigingen, fotoclubsDat stroomt maar
aan." Zegers heeft - om goed beslagen ten ijs
te komen - zelfs een cursus PR en Voorlichting
gevolgd. En is (vette knipoog) met lof afgestu
deerd op het onderwerp 'omgang met journa
listen'. Bovendien bekwaamde hij zich ook
nog eens in het vak 'excursie-technieken'.
Dat is onderweg goed te merken. Zegers is
educatief maar nooit saai; lardeert kale feiten
gewiekst met aardige anekdotes; voegt het ge
passioneerde, soms wat wijdlopige gejubel
van de natuurliefhebber moeiteloos samen
met de waarschuwingen van de bezorgde bio
loog. „Het moet nu eindelijk eens echt dagen
achtereen gaan regenen, want als het zo door
gaat drogen we uit. We hebben allerlei maat
regelen moeten nemen om het hier net zo
vochtig te houden als vroeger. Maar we kun
nen natuurlijk niet eeuwig dammetjes bou
wen en greppels graven."
Droogte, zure regen, overbemesting... het zijn
de grootste vijanden van de natuur in Neder
land. Maar al die rondleidingen dan? Ruim
honderd deelnemers per wandeling. Is de zon
nedauw, de snavelbies en al dat andere tere
struweel wel bestand tegen al die stappende
voeten? De belangstelling is zo groot dat Ze
gers geregeld assistentie van amateurgidsen
moet wagen. Dertig mensen per groep is - zo
heeft de ervaring geleerd - namelijk echt het
maximum.
Geen paniek echter, alles onder controle. Met
dank aan een tactiek, die 'relatiesonering' is
geheten. Zegers: „Ja, sorry, maar zo heet het
nu eenmaal. Het houdt in dat we proberen het
bezoek zoveel mogelijk te concentreren. Dat
geeft op bepaalde plekken inderdaad wat
druk. Maar die kunnen daar tegen, ze zijn er
voor uitgezocht. Hier hebben we bijvoorbeeld
een aantal gemarkeerde, niet al te lange wan
delingen uitgezet die dwars door het veen lo
pen. Soms via een lange knuppelbrug. De
meeste mensen vinden dat meer dan genoeg.
Ze klimmen op de uitkijktoren, zitten een tijd
je te genieten in de vogelhut bij het Meer-
baansblaak... Misschien dat één op de tien
nog wat verder het veen in gaat. Maar dat
geeft niet, dat kan geen kwaad. Integendeel
zelfs. Op die manier leert de mens de natuur
waarderen en daardoor respecteren. Wat pre
cies onze bedoeling is."
De hoofdingang van de Groote Peel ligt aan
de Moostdijk 28 in Ospel, niet ver van Weert.
Staatsbosbeheer heeft er een bezoekerscen
trum ingericht ('Mijl op Zeven') dat van 1
april tot 1 november dagelijks is geopend*"
van 10 tot 17 uur en de rest van het jaar op
zaterdag, zondag en in de kerstvakantie. Ver
dere informatie: telefoon 04 95 - 64 14 97.