Australische bol heeft Hollands gezicht
132
Nederlandse telers doen het goed 'down under'
op Nederland en dus is er ook sprake van een
kennisachterstand. „Voor onderzoek is hier
wel een laboratorium, maar dat is gespeciali
seerd in de aardappelenteelt. Als we iets niet
weten zullen we het in boeken op moeten
zoeken of de spullen naar Nederland moeten
sturen. Dat gebeurt overigens niet zo vaak:
eens in de zoveel jaar."
Om te voorkomen dat ziekten in de gewas
sen te grote schade aanrichten, grijpen de te
lers, evenals de collega's in Nederland, naar
chemicaliën. „De regels zijn hier niet zo strikt
als in Holland, maar er worden wel steeds
meer chemicaliën van de markt gehaald. Zo
kunnen ze bij jullie nog spullen krijgen die bij
ons verboden zijn, al geldt omgekeerd vaak
hetzelfde. De grond hier mag nog met het ge
vaarlijke metylbromide worden bewerkt. Wij
hebben tot 2005 de tijd om het gebruik ervan
tot 20 procent te reduceren. Maar ook hier
krijgen we steeds vaker te maken met extra
regels voor chemicaliëngebruik.
Volgens Van Graas wordt in Australië niet
temin nog te scheutig met de bestrijdings
middelen omgesprongen. „Er is een gebrek
aan kennis. Er zijn telers die er van uitgaan
dat als vader 5 ton gebruikte, zij maar het
dubbele moeten nemen, want dan is het
goed."
Johan Onderwater is het met hem eens.
„Ze gaan hier heel gemakkelijk met de metyl
bromide om. Ze staan in short en T-shirt,
zonder masker, te spuiten. Vroeger staken ze
er nog rustig een sigaretje bij op. Nu willen ze
dat je voor het spuiten van de gewassen niet
alleen een vergunning nodig hebt, maar ook
een diploma. Dat is goed, maar aan de ande
re kant kan iedereen de chemicaliën zo in de
winkel kopen."
Vrijbuiters
Het tekent de grote vrijheid waarin alles zich
in Australië lijkt af te spelen. Lange procedu
res om gemeentelijke toestemming voor de
verbouwing van een schuur te krijgen, zijn
niet nodig. Vaak is het benodigde papiertje al
binnen enkele dagen in huis. Afspraken tus
sen telers zijn er ook al nauwelijks. Het is
vaak ieder voor zich en God voor ons allen.
„Er zijn er maar een paar die met elkaar
overleggen, maar iedereen werkt toch voor
zichzelf. Als je een nieuwtje hebt, breng je dat
niet snel naar buiten", aldus Theo van Steijn.
Die vrijbuitersmentaliteit valt nog het
meest op bij de verkoop van de producten. In
Nederland gaat het leeuwendeel van de bol
len via in- en verkoopbureau's of de veiling-
klok in andere handen over. Tenzij er een
enorme overproductie is of de partij bollen
van slechte kwaliteit is, hoeft een gemiddelde
kweker in Holland zich niet zo druk te maken
over zijn afeet. 'Down under' ligt dat heel an
ders. „Je moet hier je eigen afzetgebied zoe
ken."
Het is dan ook met vreemd dat Jan van
Graas en Theo van Steijn een soort postor
derbedrijf hebben dat zowel aan kleine als
grote klanten levert. Samen met zijn zoons
geeft Van Graas leiding aan 65 medewerkers.
Daarnaast heeft hij nog eens 12 mensen in
dienst die zich met het verbouwen van wiüof
bezighouden. De bestelformulieren komen
niet alleen van particulieren, Van Graas doet
ook zaken met vele liefdadigheidsinstellin
gen, die veertig procent van de verkoopop
brengsten zelf mogen houden.
„Maar het meeste leveren we toch aan de
groothandel, aan tuincentra", zegt Van
Graas, wijzend op een noviteit. „We hebben
speciale houten kratten laten maken die in
compartimenten zijn onderverdeeld. De
klanten kunnen dan een zakje pakken en de
benodigde bollen uit de krat halen. Op spe
ciale cultuurnota's kunnen ze lezen hoe ze de
beste resultaten met de bollen kunnen halen.
Vroeger stopten de Australiërs de bollen di
rect in de grond, omdat ze niet beter wisten.
Nu adviseren we ze om ze pas in het najaar
te planten." Van Graas voorziet een toene
mende belangstelling voor de houten kratten.
Markt
Johan en Cuny Onderwater richten zich on
dertussen weer op een heel andere afnemers.
Zij rijden driemaal per week ongeveer 800 ki
lometer om de bloemen op de markt van
Sydney aan de man veelal eigenaren van
bloemenshops te brengen. „Sydney heeft
nu eenmaal een betere afzetmarkt dan Mel
bourne."
De levering aan bloemenzaken is niet ge
heel zonder risico, omdat de winkeliers niet
gewend zijn om bij aflevering direct voor de
goederen te betalen. „Ze halen hier eerst de
bloemen weg en over twee maanden krijg je
pas je centen. We doen daarom eerst zaken
met de goede betalers."
Het is de reden dat Van Graas tien jaar ge
leden is gestopt met de bevoorrading van
bloemisten. „Er zaten te veel slechte betalers
bij. Het risico was te groot. Bij de veiling in
Nederland weet je gewoon dat de mensen
moeten betalen. Hier heb je dat niet. Je moet
hier telen en ondertussen zelfverkopen."
In Australië is nog geen veiling. De vraag is
of de introductie ervan gunstig zou zijn voor
de telers. Daarover wordt verschillend ge
dacht. Uitgesproken voorstander is Kees van
der Hulst: „Ik heb liever de klok. Nu worden
er ook bollen van een mindere kwaliteit op
de markt gebracht. Bij een veiling weet je dat
er een kwaliteitscontrole is."
De klok kan ook de verkoop gunstig beïn
vloeden. Nu deinzen de Australiërs nog terug
voor de zeer hoge prijzen. Die hebben vooral
te maken met de tussenhandel. Voordat de
producten van de verkoper bij de koper zijn,
gaan ze door de handen van verschillende
tussenhandelaren. Die kunnen omzeild wor
den als de producten via de klok gaan, waar
door dan tevens de prijzen voor de klant la
ger kunnen uitvallen.
„Voor de gewone mens is een bosje bloe
men op dit moment niet te betalen", zegt
Onderwater. Hij past rich daarom maar aan
de markt aan en koopt goedkopere bollen in.
„Het is nu eenmaal gemakkelijker de bloe
men van een goedkopere bol kwijt te raken
dan dat je vijftig cent meer moet vragen voor
een duurdere soort. 'Rommel' goedkoop ver
kopen, gaat beter dan mooie bloemen aan de
man brengen voor veel geld."
raten van Monbulk
lorkruisen, dragen
tderlandse namen als
•sselaar en De Groot. Met
ibedrijfsborden langs de
\nt van de weg is het al
k anders. Het
istralische Monbulk, een
>ine plaats 40 kilometer
li Nederlandse enclave,
aar vormt tevens het hart
imtologisch gematigder
manie, streekgenoten als
families Van Graas, De
per, Onderwater, Van
evrachtivagens die de
jchtigeen heuvelachtige
i oosten van de
ireldstad Melbourne,
rat niet alleen bekend als
nde bollenteelt in
ctoria. Trokken vele telers
tde Bollenstreek en de
p van Noord-Holland
ren geleden naar het
voor Nederland opeens een interessante
handelspartner geworden, weet Jan van
Graas. „Vijf jaar geleden werden er jaarlijks
nog zo'n 10 tot 15 containers met bollen
hierheen geëxporteerd. Nu zijn dat er over de
200. Voor vertegenwoordigers in Nederland
was Australië vroeger niet de moeite waard,
maar nu is dat toch anders."
De minder strenge importregels missen
volgens hem het effect op de verkoop niet.
„De handel in bollen is hier met zo'n 300
procent gestegen. Dat komt vooral door de
interesse in nieuwe soorten. De verkoop in
hyacinten zat vrijwel aan de grond. Alleen
oude, bekende variëteiten zoals Jan Bos en
Lady Derby waren aanvankelijk verkrijgbaar.
Nu, met de nieuwe soorten, begint de handel
op te leven. Vergeleken met vorig jaar is de
verkoop in hyacinten met 100 procent geste
gen.^
Achterhaald
Hyacinten in Australië? Maar de teelt van die
bol is toch alleen mogelijk op de kalkrijke
geestgronden direct achter de duinen? Die
gedachte blijkt door de praktijk achterhaald.
Wat Dick de Boer betreft die zelf zo'n
twintig kilometer van Monbulk woont
kunnen de schoolboeken worden herschre
ven. ,;Dat hyacinten alleen op geestgronden
kunnen worden geteeld, is grote onzin. Er
zijn hier maar weinig hyacintentelers ik
denk vijf in totaal maar wij bewijzen dat
het hier ook kan. Ik weet niet of de hyacinten
op grijze klei kunnen worden geteeld, maar
ik denk dat het ook mogelijk is om deze bol
len op de löss in Limburg te laten groeien.
Dat is, denk ik, eenzelfde soort grond als
hier."
„Mijn vader zei altijd dat de bollen hier
groter worden dan in Nederland", betoogt
Kees van der Hulst over de gunstige klimato
logische omstandigheden van het Australi
sche land. Het zachte weer heeft echter ook
een keerzijde. „Je hebt hier sneller last van vi
russen. De grondtemperatuur is namelijk te
hoog", voegt rijn broer John er aan toe. Een
simpel nachtvorstje heeft doorgaans een
temperende werking op de ontwikkeling van
ziektekiemen. Maar temperaturen onder nul
rijn schaars in de heuvels van de Danden-
ongs. Tijdens de strengste winternacht kwam
het kwik het afgelopen jaar niet veel lager
dan -2 graden Celcius.
Met het importeren van bollen houdt geen
van de telers de ontwikkeling van virussen te
gen. „Binnen een jaar kan het toch voorko
men dat zo'n partij weer vol virus rit, want je
hebt hier ook te maken met temperaturen
van boven de 40 graden Celcius."
Achterstand
Kees, John en hun broer Peter van der Hulst
leerden alle fijne kneepjes van het vak van
hun inmiddels overleden vader. Toch blijkt
steun vanuit het buitenland soms nodig. De
teelt in Australië ligt nu eenmaal jaren achter
In een decor van schilderachtige heuvels zijn
de Hollandse bollenbedrijven gevestigd.
rijnen Van der Hulst
rroefden hun geluk in
mbulk en directe
figeving. Met succes. „In
mnd ben je jarenlang
ui hef afbetalen, hier zitje
wijf of zes jaar financieel
fideels vrij.
IBM
De vulkanische aarde op de hel
lingen kleurt de bodem oranje
rood. Na een lange periode van
ongekende hitte en droogte maken de voor
namelijk Hollandse telers in Monbulk het
land gereed voor de nieuwe aanplant. De
grond is zwaar. „Als de zon er op staat wordt-
ie keihard. Dan lijkt hij wel cement. Wil je de
grond bewerken dan moet er eerst water op",
zegt een teler, terwijl hij naar het droge land
schap wijst. De hitte die uit de bodem op
stijgt, zorgt voor een wazig beeld. Sproeiers
maken her en der dan ook overuren.
In de grote bollenschuren van oud-Lisser-
broeker Jan van Graas heerst nog een betrek
kelijke rust. Enkele vrouwen zijn bezig met
inpakwerkzaamheden, verderop worden de
machines voor het planten in gereedheid ge
bracht. Van Graas gebruikt de^stilte voor de
storm om een indruk te geven Van de teelt in
Australië. Een branche waarin het er tegen
woordig heel wat anders aan toegaat dan
vroeger.
„Het was jarenlang verboden om grote
partijen bollen het land binnen te brengen",
zo refereert hij aan de strenge importbeper
kingen van weleer. „De controles van de
Bloembollen Keurings Dienst (BKD) in Lisse
werden door de Australische autoriteiten
simpel genegeerd.
Angst voor de invoer van onbekende bac-
terieën en virussen stond acceptatie van deze
keuringen jarenlang in de weg. „Slechts
mondjesmaat mochten de bollentelers kleine
aantallen 500 tot 1000 bollen importe
ren. Plantgoed dat direct in quarantaine ging
en net zo lang onder toezicht bleef als de
Australische controledienst nodig achtte. Op
een apart stuk land, met gaas eromheen.
Niemand mocht erbij komen", zegt de Zilker
teler Dick de Boer.
Die quarantaineregels liegen er, ondanks
versoepeling, nog steeds niet om. De waar-
schüwingsborden die bij de gewassen staan,
vermelden de straffen die de teler riskeert bij
een overtreding: duizenden dollars boete of
jarenlange gevangenisstraf.
Nog steeds worden de gewassen nauwlet
tend geïnspecteerd door zogeheten 'quaran-
Bij sommige bedrijven worden de bollen nog met de hand geplant
taine-officers' „Ze kijken naar verschillende
virussen, zoals het tobacco-ratelvirus dat veel
schade aan de bonenteelt kan toebrengen. Er
groeien hier namelijk veel heren- en sperzie
bonen. Wordt een partij bollen vanwege een
virus afgekeurd dan wacht vernietiging."
Lang niet iedereen is even blij met de keurin
gen. Zo hebben Johan en Cuny Onderwater,
die op hun bedrijf voornamelijk irissen, lelies
en fresia's hebben staan, meer dan eens een
conflict met de quarantaine-dienst gehad.
„We krijgen hier wel eens een keurmeester
die twee jaar geleden nog tussen de koeien
stond. Hij kent het verschil niet tussen een
iris en een lelie. Die keuringen rijn vreselijk
vervelend. Laat ze toch een keer naar Neder
land gaan, dan weten die keurmeesters wat
voor kwaliteit ze daar leveren en dat ze er
niet over in hoeven te ritten."
De woede over de keuringen maakte zich
zelfs meester van de jonge kinderen van On
derwater. Een van hen nam het voor vader
op en verkocht een keurmeester een schop.
Soepeler
Inmiddels verloopt de invoer veel soepeler.
Met de kleine aantallen bollen die in het ver
leden geïmporteerd mochten worden, duur
de het jaren voordat er een partij van enig
formaat was. En dan moest alles nog goed
gaan. Vaak genoeg liepen de experimenten in
het eerste jaar al spaak. Een falen dat gere
geld viel terug te voeren op de behandeling
die de bollen bij binnenkomst ondergingen
en nu nog steeds ondergaan. Urenlang
verdwijnen ze in een speciale ruimte voor
een luchtbehandeling, waarbij een gas wordt
gebruikt dat er vaak voor zorgt dat de gewas-
•sen niet meer opkomen.
Sinds enkele jaren erkent Australië de in
specties van de Bloembollen Keurings Dienst
en rijn de importregels aanmerkelijk ver
ruimd. „Alleen voor de soorten die niet door
de BKD worden gecontroleerd, geldt nog een
importmaximum van 20.000 stuks." Dat die
boÜen nog steeds met gas worden behan
deld, vinden de telers spijtig. „Tegen het
voorkomen van riekten heeft het helemaal
geen nut. Ze kunnen de bollen beter een half
uur in een speciaal bad dopen", is een van de
veel gehoorde opmerkingen.
De schade in de gewassen is dan ook vrij
groot. Jan van Graas hoeft niets te zeggen als
hij in een van de kassen een partij amaryllis
sen toont. Tussen bloeiende exemplaren
staan bollen die maar niet tot wasdom willen
komen. „Zes jaar geleden verloor ik een con
tainer bollen, omdat ze 'overgast' waren.
Geen bedrijf dat je daartegen wilt verzekeren.
En dan praat je toch over een schadebedrag
van 50.000 tot 60.000 gulden", zegt Theo van
Steijn uit ervaring.
Tevredenheid
Toch overheerst tevredenheid bij de Holland
se telers in Monbulk en omgeving. „Kijk, het
bollenareaal is gewoon niet te vergelijken. Als
mijn man weer eens van een reis naar Neder
land terugkomt dan is hij ontevreden. „Wat
doe ik hier nog", zegt hij dan. Maar in Hol
land ben je jarenlang aan het afbetalen, hier
zitje na vijf of zes jaar financieel bijna vrij. Je
kan er hier beter van leven en je hoeft ook
niet de allernieuwste spullen te hebben om
bij te kunnen blijven. Het duurste is bij ons
de inkoop van bollen vanuit Nederland", zegt
Cuny Onderwater.
Met het openen van de grenzen is Australië