ZATERDAGS BIJVOEGSEL We hebben veel aan Marshall te danken' Party, munt en bezoek Clinton 'Waar een premier zó woont is ons geld goed besteed' VRIJDAG 16 ME11997 WANT IN MSgfER, ws ef> tnt II §£NÉN §f*AW De provincie Zuid-Holland laat dezer dagen een boom planten in de tuin van George Marshalls huis in Virginia. Dat is de magere bijdrage die Nederland levert aan de restauratie van de woning van deze markante man. Marshall (1880-1959) staat momenteel weer volop in de belangstelling, omdat een halve eeuw geleden het economisch herstelprogramma voor Europa naar deze Amerikaanse minister van buitenlandse zaken werd genoemd. Van alle zestien deelnemende landen in Europa ontving Nederland per hoofd van de bevolking het hoogste bedrag. Vijftig jaar later worden er allerlei jubileumfestiviteiten georgan iseerd, maar een Hollandse bijdrage aan de restauratie van het huis van Marshall kon er niet af. Terwijl we zoveel aan die man te danken hebben. De breedbandwalserij van Hoogovens werd in 1953 in gebruik genomen. FOTO ARCHIEF oorkomen dat Europa econo- misch, sociaal en politiek ver- der afglijdt.' Dat was voor de rikanen het voornaamste argument om 947 een hulpprogramma te lanceren. Eu- was berooid uit de Tweede Wereldoor- jekomen en na een paar jaar werd duide- dat het economisch herstel niet wilde ten. George Marshall, de Amerikaanse lister van buitenlandse zaken, presenteer- laarom een plan om het continent er bovenop te helpen. De VS stelden mil- en dollars beschikbaar in de vorm van ïnkingen en leningen. Het initiatief bleek :esvol: de economie in de landen van I-Europa herstelde zich. In Nederland I de Marshall-hulp de basis van de orlogse industrialisatie en de eveneens de Amerikanen afgedwongen Europese enwerking begon voorzichtig gestalte te ;en. et laatste was een belangrijke voorwaar de deelnemende Europese landen moes- liet plan met elkaar uitvoeren. Een eerste ferentie mislukte, doordat de Sovjetunie maar poging nummer twee (de iferentie van Parijs) slaagde op 12 juli wel. De zestien Europese landen die amen - de Oost-Europese staten had- inmiddels afgehaakt - kregen in de perio- 1948-1952 in totaal 12.800.000.000 dollar m van schenkingen en leningen, ld werd besteed aan uit Amerika ge- iirteerde grondstoffen, voedingsmiddelen nacliines. Deze werden door de deelne- idc regeringen op de markt gebracht, ma uit de opbrengsten de aanleg van in- Inicturele projecten als dammen, wegen, en spoorlijnen werd betaald, oewel jubeltonen over het hulpprogram- erlieersen - zowel vijftig jaar geleden - lieten critici zich niet onbetuigd. Het ui niet primair zijn ingegeven door on- i/uchtige motieven, maar de Amerikanen 11 ilen het vooral gebruiken om hun econo mic, politieke en culturele invloed te ver en. De Marshall-hulp moest voorkomen het communisme in het verpauperde Eu- tvortel zou schieten en de Amerikaanse istrie zou niet zonder haar Europese af- rkt kunnen. Het herdenkingsprogram- hesteedt hier (bescheiden) aandacht aan een debat onder de titel 'Van Marshall McDonalds', waarin de amerikanisering' van Nederland als ge- van het hulpprogramma kritisch tegen licht wordt gehouden. Onsterfelijk ifficiële naam voor het Marshall-plan was 'Europees Herstelprogramma', maar de erikaanse president Truman zorgde er- dat het onder de naam van zijn minister buitenlandse zaken in de geschiedenis ken kwam. Truman had daarvoor zowel listische als praktische motieven. In de 'e plaats gunde hij de bescheiden gene- Marshall de onsterfelijkheid die het plan zou brengen. Marshall was tijdens de lede Wereldoorlog een van de architecten de Amerikaanse invasie in Europa ge- >t> maar zijn aandeel was altijd wat op de ergrond gebleven. Verder moest het plan een voornamelijk uit Democraten sa- 'gestelde regering worden aanvaard door in meerderheid Republikeinse congres. ians dat een 'Plan Truman' het in een ngsjaar zou halen was klein, waar keuze op de naam van de partijloze 1 viel. „Het Marshall-plan klonk ver- 'd veel beter in het Congres," zo vatte De 'Stichting Viering 50 jaar Marshall Plan' coördineert een aantal activi teiten ter gelegenheid van het jubileum. Op het programma staan onder meer nog een 'thank you party' die de Ameri kaanse zakelijke gemeenschap op 20 mei in Amsterdam krijgt aangeboden en de onthulling van een monument in Rotterdam. Premier Kok slaat verder op 26 mei het eerste exemplaar van een speciale tien gulden-munt. De Ameri kaanse president Clinton en premier Kok zijn de belangrijkste sprekers tij dens de herdenking op 28 mei in de Ridderzaal. Het programma van de Stichting vermeld als laatste activiteit op 7 juni een herdenkingsbijeenkomst in de Leidse Pieterskerk, maar deze is geschrapt wegens het uitblijven van subsidie. Truman het in zijn memoires kernachtig sa men. Om hun programma goed te verkopen eis ten de Amerikanen dat de Nederlandse rege ring haar onderdanen in een grootschalig voorlichtingsprogramma zou doordringen van het belang ervan. De Persdienst van het Ministerie van Economische Zaken bewerkte bedrijven, vakverenigingen, pers en publiek onder meer met de brochure 'Het Marshall plan en u.' Van de door Jo Spier geïllustreer de werkjes (zie linksboven) werden honderd duizenden exemplaren gedistribueerd. De gebiedende teksten van het recentelijk her uitgegeven boekje doen nu misschien wat gedateerd aan, maar indertijd bleek de bood schap over te komen: 'Zonder Marshall-hulp kunnen de schoorstenen niet meer roken en u ook niet', luidde bijvoorbeeld een tekst. 'Aanpakken en nog eens aanpakken. Als we tenminste in 1952 weer het oude land tussen Dollard en Schelde willen worden en niet het land tussen dollar en schulden willen blijven. Want in 1952 moeten we weer op eigen be nen staan...In 1952 houdt de Marshall-hulp op. Het is op den duur niet prettig om de handen uit andermans mouwen te moeten steken. (U weet toch dat uw pak gedeeltelijk door Amerika betaald is?).' Uiteindelijk bleek meer dan 90 procent van de Nederlanders op de hoogte van het plan. Het doel van de campagne werd samengevat in de slogan 'Hoed af voor Marshall, maar jas uit om te werken.' Dankbaarheid was op zijn plaats, maar het vaderland moest wel aan de slag. Dat gebeurde ook, al zijn veel bedrijven die ervan profiteerden inmiddels verdwenen, vooral in de Leidse regio. Noodzaak Nederland had de hulp in 1948 hard nodig, want de bodem van de staatskas was in zicht. Weliswaar was de ergste oorlogsschade her steld, maar het geld onthrak om de groot schalige industrialisatie te bekostigen die no dig was om de snelgroeiende bevolking aan het werk te houden. Kabinet en volksverte genwoordiging waren snel van de noodzaak van deelname aan het Marshall-plan over tuigd, waarna het internationale gevecht be gon om zoveel mogelijk dollars binnen te ha len. Onder leiding van onderhandelaar Hirsch- feld lukte dat prima: Nederland ontving tus sen 1948 en 1952 1127 miljoen dollar, groten deels in de vorm van leningen. Per hoofd van de bevolking was dat het hoogste bedrag van alle zestien deelnemende landen. Tegen de toenmalige dollarkoers was het hulpbedrag bijna vier miljard gulden waard en naar hui dige maatstaven zou het 22 miljard zijn. Het geld kwam beschikbaar via een zoge noemde remboursprocedure, die er in het kort op neer kwam dat de Nederlandse bank dollars voorschoot, waarna ze die van de Amerikanen terugkreeg als alle papieren in orde waren. Het eerste schip met hulpgoederen meerde op 26 april 1948 in de Rotterdamse haven aan. Het was grotendeels gevuld met voedsel, want aanvankelijk werden de dollars vooral in de landbouw gestoken: import van brood, veevoer, kunstmest en landbouwmachines B. de Jonge. FOTO DICK VADER President Truman ondertekent het hulpprogramma. FOTO ARCHIEF genoot in die fase voorrang. Daarna kwam de geldstroom naar het bedrijfsleven op gang. Een handvol grotere ondernemingen als KLM, Nederlandse Spoorwegen, Shell en Ko ninklijke Hoogovens profiteerde, maar ook het midden- en kleinbedrijf ontving steun. In totaal konden meer dan 4100 bedrijven hun hoognodige importen met dollars betalen. Naast materiële steun voorzag de Marshall hulp ook in 'technical assistance'. Meer dan 1200 technici en arbeiders uit landbouw en industrie gingen naar Verenigde Staten om daar kennis te maken met de nieuwste'pro- ductiemethoden- en technieken. Hoogovens De gelden van het Marshall-plan werden niet alleen voor herstel, maar ook voor uitbrei ding van de industrie aangewend. Het groot ste project werd uitgevoerd bij het staalbe drijf Hoogovens in IJmuiden, dat in juni 1950 96 miljoen gulden kon investeren in het 'Breedband project'. Hoogovens wilde de in ternationale markt op met zogenoemde 'platte producten', dunne staalplaat voor de productie van consumentengoederen als au to's en koelkasten. Daar was echter een in vestering voor nodig, die zelfs met steun van de Nederlandse staat niet op te brengen zou zijn. Om het project te realiseren werd de nieu we onderneming Breedband N.V. opgericht, waarin de Nederlandse staat een meerder heidsbelang nam, maar waarvan het mana gement door Hoogovens werd gevoerd. Voor die constructie werd gekozen om een feitelij ke nationalisatie te vermijden. De Ameri kaanse Economie Cooperation Administra tion (de verantwoordelijke instantie die het Marshall-geld verdeelde) keurde het project eind 1949 goed, waarna de formele oprich ting volgde op 19 juni 1950. Drie jaar later opende Koningin Juliana het complex. In de jaren zestig zou Breedband geheel opgaan in Hoogovens, zoals al bij de oprichting was voorzien. In het binnenkort te verschijnen boek 'Hped af voor Marshall. De Marshall-hulp in Nederland 1948-1952' constateert auteur Pien van der Hoeven dat de dreiging van overheidsingrijpen en protectionisme in Eu ropa voor de Amerikanen een belangrijke drijfveer is geweest om het kostbare project te steunen. Een sterke Nederlandse staalin dustrie zou zorgen voor gezonde concurren tie op de Europese markt, zo redeneerden de Amerikanen. Ir. B. de Jonge noemt het Breedband-pro- ject 'van enorm belang' voor de ontwikkeling van Hoogovens. De Jonge werkte 38 jaar bij het staalbedrijf, waar hij ten tijde van de Marshall-hulp bedrijfsleider van Breedband was. Later werd hij lid van de directie van het staalbestuur, tot zijn pensionering in 1975. „Je kunt niet zeggen dat Hoogovens het zon der die steun niet had gered, maar het was veel moeizamer gegaan. Het project zou in elk geval veel later zijn uitgevoerd en het is de vraag of de gunstige markt uit het begin van de jaren vijftig er dan nog geweest zou zijn." Het Breedband-project werd sneller een succes dan vele direct betrokkenen venvacht- ten. „We hebben steeds heel zuinig geïnves teerd, want eventuele verliezen van Breed band mochten niet ten koste van Hoogovens gaan," vertelt De Jonge. „Dat Breedband vanaf het begin winst ging maken was voor ons allemaal een complete verrassing. We hebben de hele installatie steeds zo ge bouwd, dat we de capaciteit konden uitbrei den als de markt daar om vroeg. Ik herinner me dat we wel eens tegen elkaar hebben ge zegd: moeten we wel weer groter worden? Op een gegeven moment was de ijzer- en staal- productie namelijk keurig in balans." Omschakeling Breedband betekende ook voor het personeel een enorme omschakeling, al betwijfelt De Jonge of iedereen doordrongen was van de invloed van het hulpprogramma. „Als de kis ten met apparatuur werden afgeleverd, waar op het embleem van de Marshall-hulp stond, kwam het wel weer even boven, maar ik vraag me af of veel mensen daar steeds be wust mee bezig waren. Duidelijk was wel dat het werk enorm veranderde, want de installa tie was gloednieuw. Vroeger liep bijvoorbeeld de smeerder met zijn vetspuit rond, terwijl George c. Marshall. FOTO ARCHIEF nu automatische vetpompen dat werk deden. Je was meer inspecteur geworden dan arbei der. Die gigantische omslag in het werk van mensen die veelal niet meer hadden dan la gere school en wat cursussen, is geruisloos gegaan en daar ben ik nog altijd stil van. Ik word dan ook altijd erg boos als gezegd wordt dat oudere mensen zich niet kunnen aanpassen." Hoewel hij Marshall nooit persoonlijk heeft ontmoet, heeft De Jonge grote bewondering voor de Amerikaanse staatsman. „Daarom vind ik het ook een beetje verdrietig dat Ne derland nipt wil meebetalen aan de restaura tie van zijn huis in de Verenigde Staten. We hebben zo verschrikkelijk veel te danken aan die man." Het bijzondere bezoek van de Ameri kaanse diplomaten Harriman en Hoffman aan Den Haag heeft een grote rol gespeeld bij het binnenslepen van de Marshall-gel den. Hoogleraar Van der Beugel beschrijft in zijn memoires hoe hij als jonge Neder landse ambtenaar de contacten tussen de Amerikanen en de toenmalige premier Willem Drees moest onderhouden. Harriman en Hoffman reisden in 1947 door Europa om met West-Europese rege ringen te overleggen. Overal werden ze groots onthaald, behalve in Nederland. Het bezoek aan Den Haag zou aanvankelijk op een zaterdag zijn, in die tijd een gewone werkdag. Hun verblijf in Rome liep echter uit, waarop Van der Beugel Drees vroeg of een bezoek op zondag ook goed was. „Ja," antwoordde Drees, „maar dan moeten ze bij mij thuis komen." Dat huis was een bescheiden woning aan de Beeklaan in Den Haag. In de huis kamer stonden ongemakkelijke rieten stoeltjes en er was geen centrale verwar ming. Dat leek Van der Beugel geen pas sende entourage om de hoge gasten te ont vangen. Hij zag al voor zich hoe mevrouw Drees de heren koffie met een Mariakaakje aanbood. Tevergeefs probeerde hij Drees op andere gedachten te brengen. ..Is dat niet vreselijk lastig voor uw vrouw als ze op zondagochtend komen?"Drees hield echter voet bij stuk. De twee Amerikanen arriveerden in een grote wagen, die maar net de Beeklaan in kon draaien. Van der Beugel wachtte tij dens het twee uur lange bezoek in de auto naast de chauffeur. Op het moment dat beide heren weer instapten kon hij opge lucht ademhalen. Van der Beugel hoorde toen Hoffman tegen Harriman zeggen: „In een land waar de premier zó woont, is ons geld heel goed besteed."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 31