PLANTSOEN
BEZOEK
KAN LEIDEN
TOT LENTE IN
DE BOL.
Havo economie 'een eitje'
T
Ik geloof vast
dat Clinton op
bezoek komf
ALEXANDRIUMHE
Leiden Regio
SATERDAG 17 MEI 1997
(eer draagt er
bij dat een
jantal van hen
jat oververhit is.
scholieren
len naar het
terras van An-
in rue's Verjaardag,
drinken op het
feit dat ze de eer
ste week hebben overleefd, en
liefst zo snel mogelijk.
Marlous zit te puffen en met
.oogrode konen vertelt ze:
gisteren had ik tot half vijf
cheikunde. Dat is een zwaar
3 eervak. 's Avonds nog zitten
Hokken voor vandaag. Vanoch
tend om negen uur begonnen
*ietNederlands. Dat duurde tot
raalf uur. Toen weer zitten le-
in voor economie en met dat
amen ben ik nu net klaar. Ik
ben gewoon dood- en doodop.
Ik vind dit niet normaal meer.
Carolien is het met haar eens.
,,Ze gaan er van uit dat wij al
het leerwerk in de vakantie
afronden, maar zo werkt het in
de praktijk niet. Je gaat toch
door tot het einde." Ze is, on
danks dat het een zware dag
Kom langs en u heeft meteen de lente in de bol. Dankzij de
schitterende voorjaarscollecties van ruim
vijftig woonspeciahteiten onder een dak.
WOONMALL"
DE GROOTSTE WOONBELEVENIS VAN NEDERLAND.
was, wel te spreken over de in
houd van het economie exa
men. „Het was makkelijk", zegt
ze en ze checkt wat
'feitenvraagjes' bij haar klasge
noten. „Hoe wordt het afstoten
van overheidstaken naar de
marktsector genoemd?"
„Privatiseren", is het antwoord
van de meerderheid en dat
stemt haar tevreden. „En hoe
heten die goederen die alleen
door de overheid geleverd kun
nen worden? Collectieve toch?"
Ook op dit punt volgt bijval.
Danny, die het examen 'een
eitje' vond, wil graag weten wat
de rest als belastbaar inkomen
bij opgave vijf had. „Daar klopte
volgens mij iets niet. Ik denk dat
ze vergeten waren cijfers langs
de y-as van de grafiek te zet
ten." Dat gevoel had de rest ook
al. „Maar dat zal wel aan ons
liggen", verzucht Maarten. Hij
krijgt gelijk van zijn docenf T.
Commeren die het examen heel
goed te doen vond. „Als ze beter
hadden gelezen hadden ze ge
zien dat die informatie in een
tabel stond. Die stond dan
weliswaar bij een andere vraag
uit opgave vijf, maar dat is ge
bruikelijk bij een havo-examen.
Met die belastingschijventabel
en wat rekensommetjes was de
uitkomst zó gevonden.
CHEF HANS JACOBS. 071-5356414. PLV -CHEF RUDOLF KLEUN, 071 -5356436
Waarin deze week: CDA'er Huib Kruijt een
voorspelbare maar gevaarlijke zet doet en
het Bee El Pee de Ijsvogels in het En En Em oppoetst.
Oei, oei, oei! Daar
werd me weer een
fijne rotstreek uitge
haald in het debat dat de Leidse
gemeenteraad deze week wijd
de aan het politiek verscheiden
van wethouder Aart van Bocho-
ve. De frisse, jonge, nieuwe en
natuurlijk betere wethouder
voor het CDA, Huib Kruijt,
kreeg al voor zijn aantreden
twee moties van wantrouwen
aan zijn broek.
Én het ergste is dat Huib er
maar naar moet raden wie de
twee lafbakken waren, die in de
geheime stemming over zijn
kandidatuur de voorkeur gaven
aan zijn fractievoorzitter Paul
Kluck. De man die helemaal
geen kandidaat was en in een
onnavolgbaar betoog de ge
meenteraad ervan probeerde te
overtuigen dat hij dat ook nooit
had willen worden.
Een kwartiertje plussen en min
nen na de ongemeen boeiende
voorstelling in het stadhuis leid
de tot de pijnlijke conclusie, dat
die twee vermaledijde Kluck-
stemmers zich zeer waarschijn
lijk schuil houden in Huibs ei
genste CDA-fractie. Erger kan
bijna niet.
WD en SP stemden blanco. De
immer originele Margje Vlas
veld van Leiden Weer Gezellig-
De Groenen vulde de naam
van het vriendelijke CDA-raads-
lid Marjan de Jonge in op haar
biljet. PvdA, D66 en GroenLinks
houden bij hoog en laag vol, dat
zij allen braaf op Kruijt hebben
gestemd.
Blijft over: de CDA-fractie. Die
telde na het vertrek van Van
Bochove - die kwam, zag, sprak,
en verdween voordat het op
stemmen aankwam - nog maar
vier leden. Kruijt stemde na
tuurlijk blanco. Want op jezelf
stemmen, dat is not-donevoor
iemand die de gesteven on
kreukbaarheid zelve is. En dat
Kluck op zichzelf gestemd zou
hebben is te gek voor woorden,
dus die mogelijkheid mogen we
buiten beschouwing laten.
Zo leiden combinatie en deduc
tie tot de welhaast onontkoom
bare slotsom, dat de CDA'ers
Herrrman Kucklerrr en Marjan
de Jonge hun fractiegenoot
Kruijt in zijn zware nieuwe baan
niet steunen. Had de nieuwe
wethouder dat gegeven rustig
kunnen overdenken, dan had
hij zeker voor de eer bedankt.
Maar hij mocht er geen nachtje
over slapen, en alle ogen waren
op hem gericht toen de burge
meester vroeg of Kruijt zijn be
noeming aanvaardde. Hij kon
weinig anders doen dan wat er
van hem werd verwacht: »ja'
zeggen! Maar hij voelde wel
nattigheid. En daarom zei hij
dat ene woordje natuurlijk met
zo'n luide stem en schijnbaar
bol van zelfvertrouwen: ja!
pensten moeten er
komen. Busladingen
vol. Voor de Amerika
nen hebben we de Pilgrim
Fathers. Voor de Japanners een
collectie opgezette Japanse Ijs
vogels in het Nederlands Na
tuurhistorisch Museum. En dan
hebben we het nog niet eens
over het handjevol Hollandse
meesters dat ooit door Leidse
straten kuierde. Wist u wel dat
Jan Steen een kroeg had aan de
Langebrug?
History isfiin, staat er in het in
moderne zakenmannentaal ge
schreven businessplan van het
Bureau Leiden Promotie. Het
Bureau, dat zich deze week met
veel bombarie aan de buiten
wacht presenteerde, vindt dat u
pas deel uitmaakt van de high
interest group als u uit uw pan
gaat van Hollandse meesters,
trapgeveltjes en Ijsvogels.
Voor u en mij is trouwens een
sleutelrol weggelegd in de plan
nen. De Leidenaar is de beste
ambassadeur van zijn stad, luidt
het adagium. Als wij Leienaren
nou eens allemaal tegelijk heel
hard roepen hoe mooi onze
stad is, kunnen ze het in Japan
misschien wel horen.
Het Bureau - Bee El Pee voor
vrienden - wil Leiden eerst eens
flink opjutten. Er komen boe
ken, stropdassen en t-shirts met
het Leidse logo. Op Drie Okto
ber moet de stad volhangen
met fier wapperende Leidse
vlaggen. En Drie Oktober moet
weer met hoofdletters worden
geschreven.
Het Leidse imago dient verder
naar omhoog gebogen te wor
den, schrijft het Bureau in kreu
pel Nederlands. De Leidenaar
dient positief over zijn stad te
denken. Eén onvertogen woord,
en de Bureau-bonzen komen je
subiet de poort uit meppen.
Maar het Bureau heeft nog veel
meer in petto. Zo komt er een
speciale Leiden Card, die de Lei
denaar voorrang geeft boven
die klaplopers uit buurgemeen
ten. Die het al jaren bestaan om
onze zwaar gesubsidieerde
schouwburg te bezoeken zon
der daar verder een cent aan bij
te dragen.
De gevolgen van de Card laten
zich raden. Als Marco Borsato
speelt krijgen Leienaren de bes
te plaatsen. Japanners zitten
tweede rang, dagjesmensen uit
de rest van het land mogen ach
ter in de zaal staan. Als u het
ongemak heeft dat uw huis in
Voorschoten, Oegstgeest of Lei
derdorp staat kunt u beter thuis
blijven. Want wie geen Leiden
Card heeft en geen toerist is,
valt in de ogen van het Bureau
zelfs niet in de allerlaagste inte
rest gröup.
Dezelfde narigheid treft de toe
rist, die na een dagje Leiden-
zoals-het-was op het onzalige
idee komt een hotelletje te pak
ken in Noord- of Katwijk. Het
Bureau, dat drie piek subsidie
krijgt voor elke toerist die in Lei
den blijft slapen, wijst geen en-
Arm CDA. Voor de verkiezingen van 1994 schreef een campagneleider,
in de fractiekamer van de partij in Het Gulden Vlies, de vondsten van
een brainstorm-sessie op een groot wit bord. De onnozelaar deed dat
met onuitwisbare stift. En toen na de verkiezingen de christen-demo
craten hun fractiekamer moesten afstaan aan de VVD vergaten zij dat
bord mee te nemen.
En zo kan de WD bij tijd en wijle wat zout in de CDA-wonden wrijven.
Simpelweg door met dat bord op stap te gaan. Dinsdagavond stond
het in de raadszaal achter het spreekgestoelte. 'Blijf positief denken',
luidt een van de laatste zinnen. 'Slechter dan het nu gaat met het CDA
kan niet'. Helaas voor de christen-democraten is dat een onwaarheid
als een koe. Het kan altijd nog erger. foto hielco kuipers
kele toerist de weg naar een bed
buiten de poorten. Wie het
waagt Leiden te verlaten stuit
op wegversperringen.
Leiden is schitterend. Niets Lijkt
Op Leiden. En het Bureau moet
en zal het product Leiden slijten.
Als het niet goedschiks kan, dan
maar kwaadschiks. Het city
marketing-plan ligt klaar, com
pleet met een markt-penetratie
plan en een analyse van de
strenghts, weaknesses, opportu
nities and threats van Leiden.
'Leiden is klaar voor... het BU-
n MAARTEN KEULEMANS
Jo Vinkestijn en zijn vrouw Anna Overdijk zitten
genoeglijk samen op een bankje in het Plantsoen.
Hij is 74 en was arbeider, stukadoor. Zij is 78 en
bracht zes kinderen groot. Ze wonen aan de 4e
Binnenvestgracht en komen al hun hele leven in -
het park. De bomen die het echtpaar tegen de felle
lentezon beschermen, zijn twee keer zo oud. Als Jo
en Anna op 'hun' bankje neerstrijken, borrelen de
herinneringen aan vroeger vanzelf omhoog. In
flarden, dat wel, want er is zo veel gebeurd en ze
zijn al zo veel vergeten.
„Nu ligt iedereen lekker in het gras te luieren, maar
vroeger mocht dat absoluut niet. Stonden er om
elk gazon hekjes. Drie tuinmannen liepen de hele
dag rond. 'Pinkelplank' was de naarste, die stuurde
ons altijd weg. Alles veranderde toen de veemarkt
een jubileum vierde in het Plantsoen. Er werd in
grote tenten gefeest dat het een lieve lust was. Na
afloop was al het gras vertrapt. Daar waren de
buurtbewoners heel boos over. Want zij hadden
nooit een sprietje mogen aanraken. En vanaf dat
moment was het over met het strenge toezicht, ie
dereen mocht op het gras wandelen en zitten."
„Dit is mijn bankje", vervolgt Anna: „Het is goud
waard voor me. Samen met de buurvrouwen zayk
hier te wachten tot de kinderen uit school kwa-
men. Ja, toen wemelde het van de kinderen hier.
Aan de overkant langs de singel had je een speel
tuin. 's Winters kon je hier heerlijk schaatsen. In de
muziektent die er niet meer is speelde elke week
een ander korps. En hier recht tegenover spoot een
prachtige fontein. De mensen vonden toen hun
vertier in het park. Ze haclden het niet breed, een
verre vakantiereis maken was ondenkbaar."
„Wij van de 4e Binnenvestgracht waren de arbei
ders. In de huizen aan het Plantsoen woonden de
rijkelui. Er wonen nog wel rijke mensen, maai' ze
vormen volgens mij de minderheid. Het is ook veel
student dat je ziet. Nou, het komt die huizen niet
ten goede, het ziet er allemaal verwaarloosd uit.
Welke notabelen hier woonden? Nou, de familie
Herfst van de verffabiek, Bijtenburg van de sigaren
en mevrouw Zaalberg van de wol- en dekenfa-
briek. Die woonde in het grote huis waar nu nota
ris Karstens zit. Een kast van een huis met 24 ka
mers en 14 haarden. Mijn vader was smid en die
moest daar de haarden nakijken. Mevrouw Zaal
berg was een echte dame hoor, ze liet zich rondrij
den in een open auto. Dan had ze zo'n hoedje op,
we vonden haar net Koningin Emma. Vier dagen
voor de oorlog uitbrak stierf ze. De Duitsers pikten
meteen de woning in en maakten er tijdelijk een
'Ortskommandantur'van.'
Dat van die Duitse bezetting weet notaris Jan Kar
stens ook nog. Hoewel hij pas in 1978 zijn intrek
nam in Villa Jacoba, het patriciërshuis dat de fami
lie Zaalberg in 1886 liet bouwen. Karstens weet ook
wie er na de oorlog hebben gewoond. „Eerst was
dat juffrouw Lans, een vroedvrouw. Vervolgens
kwam hier volksuniversiteit K&O en daarna is het
verkocht aan ziekenfonds Boerhaave, de voorloper
van Zorg en Zekerheid."
„De verhuizing naar het Plantsoen was destijds
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omge
ving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar
ook over grote of kleine problemen. Vandaag het Plantsoen in Leiden.
Het Plantsoen in Leiden. Nu ligt iedereen lekker in het gras te luieren, maar vroeger mocht dat absoluut niet. Stonden er om elk gazon hekjes. foto loekzuyderduin
een grote stap voor de familie Karstens. Het kan
toor had meer dan honderd jaar aan de Apothe-
kersdijk gezeten. Dat was een vertrouwde plek
voor de Leidenaars. Ik heb lang getwijfeld: zou liet
hier niet te deftig of te statig zijn. We wilden toen
juist de drempel wat lager hebben. Maar ik heb er
nooit spijt van gehad, het kantoor heeft de juiste
uitstraling. Wat dat betreft is het ook mooi dat het
pand in oude staat is gebleven."
„Grappig is dat bij de bouw van dit huis meer dan
honderd jaar geleden een heel modern stofzuigsys-
teem werd geïnstalleerd. In alle kamers zat op
vloerhoogte een rooster dat was aangesloten op
een grote machine in de keuken. Als je die machi
ne aanzette, werden tegelijkertijd alle kamers ge
stofzuigd."
Het Plantsoen in Leiden. Met op de ene kop de
Wilhelminaboom die volgend jaar een eeuw groeit
en op de andere kop het herdenkingsmonument
voor Leidens Ontzet. Waarop in steen de koppen
van de beroemde Leidenaars Louis de Boisot, Jan
van der Does en Jan van Hout, maar ook die van
Willem van Oranje zijn uitgehouwd. In een straat
van zo'n hoog koninklijk gehalte kun je rustig hoog
bezoek verwelkomen. En dat zit er binnenkort aan
te komen, weet Iskar Aribo. Anders kan de 89-jari-
ge conqertpianist, fervent vertolker van Chopin en
Debussy, niet verklaren waarom het Plantsoen zo
schoon is. „Ik heb die straatveegmachine de afge
lopen dagen vijf, zes keer voorbij zien gaan. Je leest
er niets over, maar ze houden bewust geheim dat
president Clinton op bezoek komt. Ik geloof het
vast."
Een innemende man. Hij laat zijn handen zien.
Eerst de ruggen, gerimpeld en verschrompeld door
de ouderdom. Maar dan die palmen, wit als ivoor.
Ze voelen nog zo zacht en glad als de huid van een
baby. Zijn ranke vingers houdt hij bewegingsloos
omhoog. Speelt hij nog steeds piano? „Dat spreekt
Natuurlijk liggen de hoogtijdagen uit zijn carrière
ver achter hem. Iskar Aribo speelde in de jaren vijf
tig en zestig regelmatig voor een volle Stadsge
hoorzaal. Hij dirigeerde jarenlang de Stem des
Volks, het Kralings Vrouwenkoor en het Leidse
Toonkunstkoor. Maar ook nu hij met pensioen is,
beheerst de vleugel zijn leven. „Momenteel geef ik
alleen les. Ik heb leerlingen die al bij me komen
vanaf 1940. Toch wil ik straks weer gaan compone
ren, als ik de rust heb gevonden. U moet weten dat
ik boven een lekkage heb gehad, ik ben al meer
dan een jaar bezig met troep ruimen. Mijn vingers
zijn er stijf van geworden en vochtig. Dat moet
eerst over zijn."
Aan inspiratie ontbreekt het in ieder geval niet.
Daar zorgt zijn mooie 'voortuin' voor. Iskar Aribo
woont al vanaf het einde van de oorlog aan het
Plantsoen. Zodra het even kan, zoekt hij de bomen
op. „Die ene vlak bij het bruggetje is mijn favoriet.
Die noem ik mijn kapel. Ik heb hier altijd verrukke
lijk gewoond. Vroeger oefende ik wel tot tien uur 's
avond om grote werken in te studeren. Dat was
geen probleem, de buren kwamen zelfs zeggen dat
ze het op prijs stelden dat ik vrijuit kon spelen."
De gemeente Leiden liet in 1836 het park aanleg
gen op de voormalige stadswallen. Naar ontwerp
van de beroemde tuinarchitect Jan David Zocher
(onder andere aanlegger van de parken voor paleis
Soestdijk en kasteel Duivenvoorden). Een fontein,
een kunstmatige heuvel, een volière, een Chinees
paviljoen met eendenkooi, een muziektent en een
buitengebouw van de herensociëteit behoorden
tot de inrichting. Om het geheel een nog fraaier
aanzien te geven, trok de gemeente langs de rand
van het Plantsoen tussen 1881 en 1885 een rij stati
ge herenhuizen op. Een heuse faqade, want de ar
beiders uit de wevershuisjes aan de 4e Binnenvest
gracht verloren hun zicht op het groen.
Die scheiding tussen rijk en arm is zo goed als ver
dwenen. In de Haver en Gortwijk achter het Plant
soen maken de arbeiders de groenten niet meer
schoon op straat. De krotten van toen zijn lang ge
leden gesloopt. Tegenwoordig maken 'yuppen' de
dienst uit in de smalle straatjes. En de kleine we
vershuisjes zijn al meer dan twee ton waard, dus
dat zegt genoeg.
Het Plantsoen zelf heeft in de loop der jaren aan
deftigheid moeten inleveren. Hoewel het aantal
hoogleraren dat in de herenhuizen woont, nog
aanzienlijk is, nemen steeds meer 'gewone' men
sen hun intrek in de monumentale woningen. En
studenten. In het gedeelte tussen Rijnstraat en
Kraaierstraat krioelt het van de Minervanen. De
buurt heeft er vrede mee, ondanks dat het af en toe
wat luidruchtig is. „Waar ik me aan stoor is de ver
loedering van de huizen. Een van die studenten
panden was vroeger een sjiek hotel. Nu is het een
grote rotzooi. Deze huizen zijn weliswaar monu
ment, maar er bestaat niet zoiets als onderhouds
plicht."
Hans Suurmond. onlangs nog geëerd met de Leid
se erenpenning voor haar archeologische werk,
woont al 35 jaar aan het Plantsoen. „Mijn man
werd benoemd tot lector van de universiteit. Dan
was je op een groot huis aangewezen. We waren
meteen gewonnen voor dit huis. In de singel bloei
den de waterlelies en het bruggetje had nog van
die houten knuppelleuningen. Wij genieten nog el
ke dag van het park. Sinds kort hebben we een gro
te bonte specht. En de nijlgans heeft jongen. Ik heb
gehoord dat ze het park gaan opknappen en daar
ben ik heel blij mee. Het ligt er momenteel erg ver
wilderd bij, natuurlijk beheer noemen ze dat geloof
ik. Maar ze zullen het niet meer Zo kunnen onder
houden als vroeger, toen de opzichter elke dag
kwam kijken, de grasrandjes keurig werden afge
knipt en de perken vol bloemen stonden. Dat is ge
woon te duur. Het heeft ook geen zin om bloemen
te planten in een perk. Ze staan er nog niet in of ze
zijn er al weer uit gepikt."
Gappen deden ze eind jaren tachtig ook uit de vo
lière. Het Leidsch Dagblad berichtte daar met gro
te regelmaat over: 'Uit de volière aan het Plantsoen
zijn de afgelopen nacht wederom vogels verdwenen.
De zwarte sprekende beo, die als attractie van de
volière geldt, is gestolen. In cle nacht van zondag op
maandag verdwenen al zestien papegaaienEen
wanhopige gemeente dreigde de stadskooi weg te
bezuinigen. Onder druk van buurtvereniging LIo-
gewoerd bleef de volière gehandhaafd. Het vogel
bestand werd wel aangepast. Geen dure papegaai
en, kaketoes en beo's meer, maar goedkope
'zaadeters' zoals sijsjes, vinken en kwartels.