De leeuw komt steeds meer in het nauw Grote grazers doen het hier prima Verzekering pizzacoureurs en andere brokkenpiloten Binnenland VRIJDAG 9 MEI 1997ff Dierentuinen en Bakkers voeren actie voor onderzoek 3e leeuw, de koning der dieren, lijkt bijna ongemerkt uit e sterven. Om hierover duidelijkheid te krijgen laat de viederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) onder deken hoe Afrika's grootste roofdier er precies aan toe s. Het onderzoek wordt gefinancierd met een inzame- jngsactie die de komende tijd speelt onder het motto Help een Welp': de bijna duizend Echte Bakkers in Ne- ierland verkopen vanaf dit weekeinde leeuwenbroodjes, ie dierentuinen delen leeuwenplaatjes uit voor op het T- ihirt. Deze acties moeten anderhalve ton onderzoeksgeld opleveren. AMSTERDAM THEO HAERKENS ,,Als we niet oppassen wordt de leeuw het slachtoffer van zijn eigen succes", waarschuwt bioloog F. Princée van de NVD die kantoor houdt boven de gorilla's in het hartje van Artis. Leeuwen planten zich gemakkelijk voort in gevangenschap - de meeste zijn zelfs aan de pil - en er was tot voor kort dan ook geen enkele aanleiding om daar verder bij stil te staan. Princée deed dat wel. Hij was voor de Nederlandse dierentuinen op zoek naar een mannetje om verder mee te fokken en ontdekte dat de dierentuinleeuw wordt bedreigd door degeneratie als gevolg van inteelt. Die uit zich net als bij grote honden onder meer in heupproblemen. „De enige mannetjesleeuw die nu nog geschikt is voor de voortplanting zit in de dierentuin in Antwerpen", klinkt het veelbetekenend. „De rest van de leeuwen in de Nederlandse en Europese tuinen is al aan elkaar verwant". Toen Princée naar het Afrikaanse Oeganda reisde op zoek naar vers bloed in de vorm van verweesde jongen, ontdekte hij dat het met de leeuwenstand belabberd is gesteld. De leefgebieden van de dieren versnipperen doordat de landbouw steeds meer ruimte nodig heeft en snelwegen de reservaten doorsnijden. Daardoor is inteelt zelfs in het onmetelijk grote Afrika een probleem aan het worden. De dieren krijgen minder welpen dan voorheen en jonge dieren sneuvelen vaker dan nor maal. De beesten lijken ook steeds kwetsbaarder te worden voor ziektes. Onlangs nog bezweken er in de Serengeti in Oost-Afrika ten minste duizend aan een hondenziekte, iets wat in het verleden ondenkbaar was. Verder worden er nogal wat leeuwen vergiftigd door de steeds verder oprukkende bevolking op het Afrikaanse platteland. Om aan te geven hoe de leeuw aan de aandacht van wetenschap en natuurbeschermers ontsnapt is, vertelt Princée dat „we absoluut geen idee hebben hoeveel er nog zijn. Hun aantal wordt gemakshalve geschat op dertig tot honderdduizend. Hoe ruim deze marge ook is, het is in elk geval heel weinig voor zo'n continent, vooral als je weet dat ze ook nog over een groot aantal geïsoleerde reservaten zijn verdeeld". Een eeuw geleden was de leeuw nog een betrekkelijk normale verschijning in Egypte en het westen van Afri ka, maar daar is er nauwelijks nog één te vinden. De Berberleeuw - een aparte soort - die in Marokko voor kwam, is uitgestorven. In Zuid-Afrika worden het er al lengs minder. Alleen in Kenia en Tanzania heb je nog gerede kans in savannen een leeuw tegen het lijf te lo pen. Dure kostgangers Al met al is er voldoende reden goed uit te zoeken hoe het er met dit grote roofdier voor staat. De Nederlandse Vereniging van Dierentuinen wil het onderzoek doen in nauwe samenwerking met de universiteit van Oeganda. Het onderzoek, dat een jaar gaat duren, zal plaats vin den in het Queen Elizabeth National Park, met een op pervlakte van tweeduizend vierkante kilometer, aan de grens met Zaïre. Hier placht de voormalige dictator Idi Amin met zijn vrinden te gaan jagen. De dierentuinen hopen meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden om de leefgebieden van de leeuw te be heren. „We willen een methode ontwikkelen die ook el ders bruikbaar is. Misschien moeten er wel corridors komen die de verschillende leefgebieden met elkaar verbinden". Princée wijst erop dat veel Afrikanen zelf nog nooit een leeuw hebben gezien, omdat dierentuinen er nau welijks bestaan. Leeuwen zijn bovendien dure kostgan gers. Het vlees dat ze eten moet daar voor gewone marktprijzen worden gekocht. Afgekeurd vlees, dat in Nederland voor kwartjes per kilo beschikbaar is, bestaat er niet. Alles wordt immers door de bevolking zelf gege ten. Daarnaast moet het onderzoek aanknopingspunten bieden voor de fokkerij in de dierenparken overal in de wereld. Hij gaat ervan uit dat het beste met raszuivere leeuwen gewerkt kan worden. „Op dit moment be schikken de dierentuinen alleen over mengvormen van verschillende rassen. In het verleden werd daar niet op gelet, een leeuw was een leeuw", stelt Princée vast. „De huidige inzichten over het bijhouden van de afstam ming van wilde dieren, dateren uit de jaren tachtig en zijn dus nog betrekkelijk nieuw". Zo'n stamboek is niet vergelijkbaar met een runder- of paardenstamboek om dat landbouwhuisdieren worden geselecteerd op eigen schappen die voor de mens aantrekkelijk zijn. Van wil de dieren weten we te weinig wat voor- of nadelig voor ze is, legt hij uit. De bioloog vindt het hoog tijd om nu aan de bel te trekken. „Misschien komt er wel uit dat het allemaal dik in orde is met de leeuw, maar evengoed moeten we se rieus actie ondernemen en dan kun je dat beter doen als er nog honderdduizend leeuwen zijn, dan wanneer er nog maar drieduizend zijn, want dan is het mis schien te laat". Leeuwenwelpjes in de dierentuinen ma ken het goed maar de soort gaat achteruit. foto cpd Opluchting over uitblijven massale sterfte bij Oostvaardersplassen Iets hogere premie bij Terminus ELYSTAD THEO HAERKENS ipaar jonge hengsten in het urgebied de Oostvaarders- >en in Zuidelijk Flevoland ;n hun krachten. Steigerend riesend happen ze naar el- Met de achterpoten delen en paar flinke tikken uit, r meestal ontwijken de rivalen elkaar behendig it letsel uitblijft. de rest van de kudde ko- aarden maakt dit puberaal ag geen indruk. De merries i te suffen, zogen de eerste ens of knabbelen wat aan corte gras. De oudere heng- houden hun 'harem' van ot tien merries scherp in de n. Jonge hengsten die te t in de buurt komen wordt hun plaats gewezen. Even ren in de nek, wat briesen en paar driftige stappen in richting volstaat om ze snel ten afdruipen. vale dieren verkeren in goede conditie, al zijn ze af- pen winter hun vet kwijt ge- t. Van de hengst die voor- tig toenadering zoekt tot merrie, zijn kop hoog in de t steekt en de bovenlip om- t, zijn de ribben te tellen, r hij heeft het voorjaar in de en maakt allerminst een ?zonde indruk. I Dat vindt ook J. Snoep van de gezondheidsdienst voor Die- pn. Hij is een van de mensen lie precies in de gaten houdt joe het de ongeveer duizend pote grazers in het uitgestrekte jiatuurgebied vergaat. Staats bosbeheer houdt hier sinds het login van de jaren tachtig ko- pikpaarden (300), heckrunderen (400) die er met hun zware booms bepaald vervaarlijk uit een, en ranke edelherten (250). |^De kuddes moeten voorko pen dat het gebied, gelegen op pisschien wel de meest vrucht bare grond van Europa, dicht- |toeit. Dat mag niet omdat het Bmeuze reservaat, waar tiental- en met uitsterven bedreigde (Dgels nestelen, dan niet aan lokkelijk meer is voor zeldzame •oorten als lepelaar, kwak, roer- Jomp, purperreiger en tal van bof- en zangvogels. Deze kudde wilde paarden heeft de wintermaanden goed door staan en doet zich nu te goed aan het frisse lentegras. foto cpd phil nijhuis Staatsbosbeheer wil dat de gra zers op eigen kracht overleven, alleen in het uiterste geval wordt ingegrepen. Daarom is gekozen voor winterharde soor ten die geen verzorging behoe ven. Er komt geen veearts bij als ze bij schermutselingen gewond raken. Ook niet als er veulens of kalveren worden geboren. Evenmin wordt er 's winters bij gevoerd. In de zomer vormen de dieren een flinke laag vet die ze van november tot mei ver branden. Ze kunnen een kwart van hun lichaamsgewicht ver liezen en toch kerngezond het voorjaar in stappen. Dode die ren worden niet afgevoerd, maar dienen als voedsel voor vossen en vogels en allerlei klein grut. Wel worden de kada vers onderzocht. Zo gaat het in de echte natuur en zo moet het ook bij de Oost vaardersplassen. „We willen een echte leefgemeenschap", ver klaart V. Wigbeis, stafmedewer ker van Staatsbosbeheer. Niet uitgesloten is dat hier ooit nog elanden worden uitgezet. De boeren in de omringende Flevo- polder vinden het - onder meer uit angst voor ziektes - maai- zo zo. Aangevoerd door P. Kostelijk stellen zij dat Staatsbewheer de beesten mishandelt en verwaar loost. Die instantie vindt dat niet plezierig en laat graag zien dat de kuddes ondanks de barre wintermaanden in blakende welstand verkeren. Deze winter sneuvelden zelfs minder grazers dan wetenschappers van het Ri- za hadden voorzien: zes runde ren, drie paarden en net zoveel edelherten. Er was op rekening mee gehouden dat er vijftig de lente niet zouden halen. Direc teur M. Brabers toont zich op gelucht en spreekt van „heuge lijk nieuws". Geboortegolf Een veulen van enkele dagen oud wankelt op wiebelige poten naar zijn moeder om wat te drinken. Even verderop koestert zijn maatje zich languit in de voorjaarszon. De gure voor jaarswind lijkt de vijftien pasge borenen niet te deren. Pas over enkele weken komt de echte ge boortegolf van nog eens vijftig veulens. Het hele jaar door wer den tot nu toe veulens en kalve ren geboren, die zelfs bij strenge vorst gedijden. De geboortepiek valt echter meer en meer in april en mei als er meer voedsel komt. De kuddes groeien rap. Ge middeld verdubbelt het aantal paarden en runderen zich elke vier tot vijf jaar. De edelherten doen dat in drie jaar. Het aantal reeën dat zich in het uitgestrek te natuurgebied van 1200 hecta re ophoudt, is afgenomen en lijkt zich te stabiliseren op vijf tig- Vellen De biologen willen geen heng sten uit de kudde verwijderen. Het is hier immers geen exten sief veeteeltbedrijf. De verhou ding van één op één tussen mannelijke en vrouwelijke die ren is een natuurlijk gegeven. Jaarlinghengsten vormen kleine groepjes die onderling de krachten meten en als ze vol wassen zijn een eigen harem vormen om zich voort te plan ten. „Ze gedragen zich als Grant-zebra's in Afrika", meldt onderzoeker Th. Vulink enthou siast. In de concurrentiestrijd valt wel eens een druppel bloed, om niet te zeggen dat de vellen er soms letterlijk bijhangen. Wig- bels vindt dat geen probleem. „De slachtoffers lijkt het nauwe lijks te deren, ze gedragen zich normaal en herstellen snel. Na drie weken zie je er niets meer van." Anders gaat het bij de Heckrun deren. Als de zware stieren, die in kleine groepjes door het ter rein trekken, elkaar vanwege een tochtige koe met hun enor me hoorns bewerken, hangen de darmen er soms uit. Spon taan herstel is dan uitgesloten en bij gebrek aan wolven han teert de beheerder in zo'n geval het geweer om zinloos lijden te voorkomen. Een opdringerige hengst in casseert een tik van een luid gierende merrie die van zijn avances niet is gediend. De boodschap is duidelijk en hij voegt zich weer bij zijn baldadi ge leeftijdsgenoten om in ge strekte draf elders zijn geluk te beproeven. DEN HAAG ERIK VAN DER STRUIJS In zijn werkkamer, met uitzicht op zee, trekt directeur Ton Schroder een gezicht alsof hij zojuist een vlieg heeft ingeslikt. „Die naam ja, hüühü, vreselijk. Terminus, dan denk je toch onmiddellijk aan vreselijke dingen. Alsof we letterlijk een eindstation zijn." Vuilnisbak van verzekerden, is de Haagse onderneming weieens genoemd. Vluchtha- ven voor verkeersdeelnemers die om wat voor reden dan ook niet meer terechtkunnen bij de reguliere verzekeraars. Roeke loos rijgedrag, te veel schade, dronken achter het stuur: Ter minus ('we zoeken naarstig naar een andere naam') maalt er niet om. Sinds 1966 het jaar waarin de verplichte WA-verzekering van kracht werd is iedere ver schoppeling welkom. Slechts in hoge uitzondering wordt een cliënt geweigerd. „Maar dan alleen na intensief beraad plus een uitgebreide medische keuringzegt Schroder. De ongelukkigen zijn meestal ver slaafd aan alcohol of hard drugs. Terminus is echter geen wel- zijnsinstelling. De premies zijn hoger, fors hoger. Particulieren betalen al snel enkele honder den guldens per jaar extra pre mie plus een eigen risico van 350 gulden: zakelijke rijders (koeriersdiensten, taxi's) zijn gauw enkele duizenden gul dens kwijt. „We kunnen nu eenmaal niet onze hand op houden bij anderen", licht de directeur toe. „We zijn een commercieel bedrijf, dat zelf zijn broek moet ophouden." De boeken over vorig jaar werden afgesloten met een po sitief bedrijfsresultaat van on geveer negen ton. Na aftrek van enkele buitengewone las ten (een brand, een reorgani satie, nieuwe software) bleef netto ruim vijf ton over. De omzet stabiliseerde zich op on geveer 18,5 miljoen gulden. Het aantal verzekerden daalde naar iets onder de 10.000. Terminus merkt dat de regu liere verzekeraars weer winst maken op hun auto- en motor polissen. „Ze nemen iets meer risico", zegt Schröder. „Twijfel gevallen die vorig jaar zouden weigeren, houden ze nu bin nenboord. De concurrentie wordt heviger en dan moet je zorgen dat je marktaandeel minimaal op peil blijft." Lang niet alle brokkenma kers komen uiteindelijk in Den Haag terecht. Soms weet een tussenpersoon iemand nog bij een andere verzekeraar te brengen. Andere keren zet de automobilist zijn autoverzeke ring) op naam van zijn vrouw. Of hij vlucht in het lease-cir cuit, waar de premies door de verhuurders worden afgedra gen. Schroder: „Slechts veertig procent van de offertes die we uitbrengen wordt omgezet in een polis. De rest van de aan vragers vindt alsnog elders zijn weg." Mede om die reden probeert de Haagse maatschappij nieu we markten aan te boren. Zo verzekert Terminus sinds en kele jaren ook bloemencorso's, safari-jeeps in de Beekse Ber gen, wedstrijden tractorpulling en autovoetbal (waarbij auto's voorzien van metalen frames aan de voorkant proberen een bal in een doel te rijden). Een vaste winstmaker zijn de korte-termijn verzekeringen: groene kaarten -a raison van 175 gulden die maximaal veer tien dagen geldig zijn. Op de automarkt in Utrecht, vooral bezocht door Oost-Europea nen op zoek naar een tweede handsje, gaan ze grif van de hand. „En het aantal schade gevallen valt erg mee. Die mensen zijn heel voorzichtig met hun auto's." De directeur mag ook graag wijzen op het speciale maat werk dat Terminus levert. Zoals voor de hoogbejaarde automobilist die op elk ritje in zijn dorp een paaltje, een spie geltje of een bloemenbak mee pikte. Hij kreeg mede op eigen verzoek een polis met een ei gen risico dat net zo groot als de waarde van zijn auto: 12.000 gulden. Een andere cliënt ontving een verzekering, die alleen gel dig is van één uur na zonsop komst tot één uur voor zons ondergang. De reden: in de schemering vormt de man een gevaar op de weg, omdat hij dan slecht ziet. „Het is toch prachtig als je cliënten zoiets kan aanbieden", glundert de directeur. Minder blij is hij met de vele schadegevallen, veroorzaakt door zakelijke rijders. Vooral de pizza-koeriers maken het nog steeds erg bont. Hoewel de premies de laatste jaren zijn verhoogd naar tweeduizend gulden per brommer plus een eigen risico van minimaal dui zend gulden, blijven de polis sen zwaar verliesgevend. „Te genover elke gulden premie staat twee gulden schade." Tot het opzeggen van een verzekering is het nog niet ge komen. „Zulke bedrijven kun nen de deuren meteen sluiten en dat willen we niet." Maar zorgen indringende gesprek ken gekoppeld aan nieuwe premieverhogingen niet voor een andere mentaliteit, dan komt het plafond wel in zicht. Schroder: „Zoals het nu gaat, kan het echt niet doorgaan. Vorig jaar heeft hij al eens gewaarschuwd voor bedrijven die de premies ontduiken door de brommerverzekering op naam van de pizzakoerier te zetten. „Veroorzaakt zo'n jon gen dan een ongeluk, en de verzekering komt erachter dat hij voor een bedrijf werkte, dan zijn de rapen gaar." Dat een mentaliteitsveran dering mogelijk is, bewijzen de taxi-ondernemers. De vergoe- de schade afgezet tegen één gulden premie is de afgelopen jaren gedaald van 1,50 gulden naar 90 cent. „Nog te weinig om uit de kosten te kopen", zegt Schroder. „Maar we gaan de goede kant op." Een merrie met kalfje tussen een groep wilde paarden in het natuurge bied Oostvaardersplassen. foto gpd phil nijhuis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 11