'Ik heb nu alles al eens een keer gezien' 'Gans is de beste politieagent' Een zomers sfeertje in de Leidse buitenbaden rli <Mens entief Geduld Leiden Regio Kees Star gastspreker Leidse Start TT Onduidelijkheid roept bij een weggebruiker wel eens de nodige vraagtekens op. De overtuiging van het eigen gelijk kan nog zo groot zijn, je weet maar nooit of de ander er net zo over denkt. En waar de concentratie toeneemt, neemt de snelheid vaak af. Al leen al de illusie van gevaar komt dan de veiligheid ten goede. Het kruispunt Zoeter- woudse Singel-Witte Singel-Doezastraat- Herenstraat is zo'n stichter van verwarring. Met als gevolg dat mens én dier elkaar ge duldig laten begaan. „Er heeft zelden een ongeluk plaats", zegt politiewoordvoerder K. de Vries, „want er wordt bijzonder zacht gereden." Zo kan het dus ook. De overgang tussen de beide Singels is, met uitzondering van de Herenstraat, een gelijk waardige kruising. Verkeer van rechts heeft dus gewoon voorrang, maar dat is niet voor iedereen even duidelijk. Zo denken auto mobilisten op de Zoeterwoudse Singel al gauw dat zezomaar rechtdoor de Witte Sin gel kujinen oprijden, maar ze lijken het niet helemaal zeker te weten. Op de Doezastraat wachten ze daarom eerst nog even op de afloop. Geregeld zijn in de daaropvolgende impasse de bekende handgebaren te zien. 'Gaat u voor'. 'Nee hoor, dankuwel, na u'. Wie vanaf de Witte Singel komt, heeft meer redenen om even ongerust te zijn. Aan de rechterzijde is de Herenstraat gemarkeerd met een uitritconstructie, maar vanaf de singel is dat nauwelijks te zien. Hier geldt 'veiligheid voor alles'. Zo kan het gebeuren dat op een 'vol' kruispunt enkele seconden niemand in beweging komt. En omdat een brutaal mens de halve wereld heeft, is de eerste die zijn 'neus' iets naar voren zet spekkoper. Niet zelden is het notabene de bestuurder op de Herenstraat die er vervol gens met het been vandoor gaat. „Voor de verkeersdeelnemer is de uitrit van de Herenstraat niet helemaal duidelijk", vindt De Vries. Het heeft niettemin een ver laagde stoeprand aan de straatzijde en de bestrating ervan is gelijk aan het trottoir. Ju ridisch klopt het, maar toch valt het niet echt op. „De voorrang voor het van links komend verkeer zou wel beter geaccentu eerd kunnen worden", meent de verkeers- specialist. Dat zou dus met name prettig zijn voor weggebruikers op de Witte Singel, die in de huidige situatie vaak onnodig moeten stop pen. En ze hebben het al zo moeilijk. „Ja, de ganzen hè", zucht De Vries. Naast de mis verstanden omtrent het kruispunt is het ge regeld dè oorzaak van het voorzichtige rij gedrag. Want niet alleen willen ze nog wel eens uit wandelen gaan, veel haast hebben ze daarbij ook niet. De Vries: „Het lijkt wel of ze altijd maar er gens blijven zitten. En als ze massaal genie ten van het wegdek ontstaan er nog wel eens problemen." Zoals vorig jaar, toen een bestelbusje een flink aantal ganzen de dood injoeg. „Maar dat was 's nachts, als men sen de neiging hebben om net iets harder te gaan rijden", zegt De Vries. Zolang het bij een uitzondering blijft, ziet hij de beesten echter liever komen dan gaan. „Het maakt het knooppunt veiliger, omdat ze de snel heid van de automobilist remmen. Een gans is echt de beste politieagent die je je kunt wensen." Een tijdje geleden kreeg de redactie een brief van een lezer die schreef dat er nog niets met zijn tip was gedaan. Het Leidsch Dagblad had immers een oproep geplaatst waarin lezers werd gevraagd knelpunten in het verkeer te melden. Deze lezer kan gerust zijn: te zijner tijd wordt zijn suggestie ge bruikt voor een aflevering van Knoop punt. Net als die tientallen andere suggesties, er belandt niets in de prul lenbak. Maar alle tips kunnen nu een maal niet tegelijkertijd worden be handeld. KNOOPPUNT ANDAG 5 MEI 1997 ,oms oogt een jrkeersplein zo :haotisch, dat er wel ^gelukken van aioeten komen. ;joch hoeft een eioverzichtelij 'e situatie niet per definitie Inveilig te zijn. 'Vant wanneer a een ®itomobilist de w bui al ziet riingen, neemt lij liever geen j risico's. Voorrang crijgen is niet Vn probleem, ij voorrang lemen al een ia stuk ^gevaarlijker. De toegang tot de Herenstraat gezien vanuit de Doezastraat met links de Zoeter- woudsesingel en rechts de Witte Singel. Dit kruispunt is zo onoverzich telijk dat ieder een elkaar laat begaan en er zelden een on geluk gebeurt. foto mark la- mers 11 CHEF HANS JACOBS. 071-5356414, PLV -CHEF RUDOLF KLEUN, 071-5356436 LEIDEN Kees Star, directeur-eigenaar van het droogbloemenbedrijf Star Dried Flowers is dinsdag gastspreker bij de eerste ronde van de ondernemerswedstrijd De Leidse Start. Hij verzorgt dan een inleiding over zijn erva ringen als ondernemer. De jury van de Leidse Start heeft inmiddels uit de inzendin gen drie beginnende onderne mers geselecteerd voor deelna me aan de eerste ronde. Het gaat om Leidenaar Marco Buyn die een automatiseringsbedrijf heeft, Zoeterwoudenaar Bert Huisman die zich met zijn re clamebureau richt op de farma ceutische industrie en Marijke Brouwer uit Leiden die een bu reau voor loopbaanbegeleiding heeft. De drie deelnemers strijden dinsdagavond in Holiday Inn Leiden om een prijs van 3.000 gulden. De winnaar van deze ronde, gaat bovendien door naar de finale van de Leidse Start, in december in de Leidse Schouwburg. Dan strijden de winnaars van de vijf voorrondes tegen elkaar met als inzet een prijs van 10.000 gulden. Lezers van het Leidsch Dag blad kunnen de eerste ronde van de Leidse Start bijwonen. Zij kunnen zich aanmelden bij Wilma Steverink, 071-5356206. De Leidse Start is een initia tief van de ABN Amro, advoca tenkantoor De Clercq, Van Win en Wols, Axenthals Chaudron accountants en belastingadvi seurs, de Kamer van Koophan del Rijnland, het Leidsch Dag blad, de Van Caem Klerks Group en de gemeente Leiden. LEIDEN «MARIJN KRAMP Een teen voelt aan het water. „Allemachtig, wat is het koud", is de reactie van de eigenaresse van de teen. „Moet ik er echt in", vraagt ze wanhopig aan haar dochtertje die al in het zwembad spartelt. „Ja, joh mam", is het enthousiaste ant woord. „Het is hartstikke lek ker." De moeder zucht en daalt heel langzaam het trapje af van zwembad De Zijl. Ze mompelt dat pappa de volgende keer maar mee moet gaan. Pappa heeft daar nog tot 31 augustus de tijd voor, tot die dag zijn Leidse buitenbaden open. Afgelopen zaterdag werd het seizoen geopend. Het weer zat mee, de zon scheen en de reclamevliegtuigjes boven de kust versterkten het zomerse sfeertje. Toch was het niet echt druk in de buitenbaden. „Het duurt altijd even een tijdje voordat de mensen weer weten dat we open zijn", verklaart Wim Kooien van zwembad De Vliet de rust. „Daarbij is zaterdag al tijd een rustige dag voor ons. De mensen doen boodschappen of gaan op visite bij familie." Een frise duik in zwembad De Vliet. Beter weer bij de opening van het seizoen hadden de zwemmers zich niet kunnen wensen. foto mark lamers Zes weken zijn de medewer kers van De Vliet bezig geweest om het bad op orde te krijgen. „Als je hier in de lente binnen komt weet je niet wat je ziet. Het lijkt dan wel een jungle, on kruid staat meters hoog en overal liggen bladeren en tak ken. Eer dat je dat weer netjes hebt ben je een paar dagen ver der." Het zwembad heeft in die tijd ook een face-lift gekregen. De duikplanken en de startblok ken zijn geverfd en de muurtjes van de kleedkamers gezand straald. „Het is weer een fris badje", concludeert Kooien te vreden. „Om te zien dan hé", haast hij zich te zeggen. Het wa ter, vindt hij, heeft een aange name temperatuur, bijna 25 graden. et is niet over dreven om te stellen dat dit luw, aan de Mariënpoel- uft, m'n tweede huis is ge- zegt hij. Dat gevoel t extra sterk zijn geweest in ,iren dat zijn drie kinderen, ^jongens en een meisje, ook /Jona' zaten. „We hebben er i wel over gediscussieerd of was, maar noe- eWaardige problemen heeft looit opgeleverd." leij gaat pleijten", luidt het Bje boven een in landelijke ^ten afgedrukte oproep, ge- tiij aan bekenden, vrienden, gtga's en leerlingen uit het ■"fn en het verleden. Hen "|t verzocht hun mooiste Miering aan 'de illustere gblleider' aan het papier toe tttrouwen. Het beoogde re- at is een gedenkboek, fllicht komt daarin ook iets aan over de gymnastiekle- Pleij. Voor een universitaire |ie lichamelijke opvoeding st hij naar het Belgische :en want in Nederland kon ich niet academisch laten Hoewel hij terugkeerde Pleij werd hij door menig ga als lid van 'het spierpro- iaat' beschouwd. „Toen ik Ir werd, werd neergekeken iranastiek. Uiteraard had ik I heel andere opvattingen maar die droeg ik nooit zo ds je je zelf heel erg verde in krijg je al snel iets van een ïeuwende marktkoopman. iie moet schreeuwen om nhandël kwijt te raken, dan t hij het blijkbaar niet van "waüteit van zijn waar heb- •ewel het Bonaventura Col- het Bonaventura College meer is, Pleij geen les meer !n, en ook geen rector meer in de beleving van leraren eerlingen 'Bona' nog ge- i Bona en Pleij hun leider, f is het al weer vier jaar ge- i dat Bona in het samen- Alverna is op- samen met onder an- |t 'de buren' van het Agnes. Bonaventura College, met i 1800 leerlingen de groo'- uit de regio, werd na e» fusie in tweeën geknipt, aan de Burg- gravenlaan werd zelfstandig en de vestiging Mariënpoelstraat werd met 'het Agnes' één ge heel, het Aquino College. Pleij leidt al vier jaar niet meer de school, maar de reorganisaties. Hij kreeg als het ware de op dracht zijn eigen 'imperium' af te breken. In zijn eigen woor den: „De integratie van Bona Mariënpoelstraat en het Agnes College is voltooid. Het Aquino College staat er nu als nieuwe school." Wat hem op de dag van het afscheid, in juni, staat te wach ten, weet Pleij niet. De nuchtere Zoeterwoudenaar moet in staat worden geacht zijn emoties de baas te blijven. Hoewel hij gees telijk noch fysiek aan het eind van zijn Latijn is, heeft Pleij er volledig vrede mee dat hij zijn tweede huis definitief gaat ver laten. Hij zegt te kunnen begrijpen dat hij voor 'jonge mensen in afnemende mate een identifica tiepunt in het onderwijs is'. Niet dat hij daar dagelijks op wordt gewezen maar Pleij wil zélf voorkomen dat hij met zijn niet geringe relativeringsvermogen het enthousiasme van 'vooruit strevende jonge mensen' de nek omdraait. „In het onderwijs ben ik in die veertig jaar nauwelijks wetmatigheden tegengekomen maar des te meer golfbewegin gen. Daardoor bekruipt mij steeds vaker het gevoel dat ik al- les al eens een keer heb gezien." Dezer dagen werkt Pleij aan zijn afscheidsrede. Die zal als onderwerp het belang van de schoolcultuur hebben. Het is zijn stellige overtuiging dat voor een school 'de dingen erom heen' van levensbelang zijn. Geen of onvoldoende aandacht voor de schoolcultuur kan de ondergang betekenen, waar schuwt hij. Met zijn katholieke grondslag en goed onderwijs alléén, stelt Pleij, is het Aquino College on voldoende opgewassen tegen de deconfessionalisering van het onderwijs. „Bij de schoolkeuze staat de grondslag van een school niet langer vooior,. Uit onderzoek blijkt dat die voor ouders pas het vijfde of zesde criterium is. Voorheen leverden katholieke Zijn vrouw zegt dat hij van avontuur houdt, mits hij zeker weet dat de afloop goed is. Een karaktereigenschap die wellicht bepalend is geweest voor de loopbaan van de bijna 61-jarige Thom Pleij. Volgende maand neemt hij afscheid van het Bonaventura College, waaraan hij vijfjaar als leerling verbonden is geweest en veertig jaar als leraar lichamelijke opvoeding, conrector, rector en - de laatste drie jaar - als bestuursadviseur. „Het had van meer zucht naar avontuur getuigd als ik een paar keer van school was veranderd, maar leerlingen zijn leerlingen, zeg ik altijd maar." lagere scholen leerlingen aan bestaan niet meer. Ouders ver- slagen met elkaar, alvorens ze marktsituatie terechtgekomen, katholieke middelbare scholen, gelijken vier, vijf of zes scholen, een keuze maken. moeten met elkaar concurreren. Deze vaste leerlingenstromen met zeer uiteenlopende grond- „Scholen zijn daardoor in een Schoolleiders worden aange sproken op hun zakelijk instinct maar schoolleiders zijn geen za kenmensen. Ik heb zelf eens het voortouw genomen bij het op stellen van een convenant waarin afspraken moesten ko men te staan over regels bij werving van leerlingen. Een soort kartelvorming in het on derwijs om te voorkomen dat scholen elkaar afmaken en ver zekerd zouden zijn van con stante leerlingenaantallen. Er is niets van terechtgekomen. Dat was voor mij het eerste bewijs dat onderwijsmensen geen za kenmensen zijn. De schoolcultuur wordt vol gens Pleij nóg belangrijker bij de aanstaande digitale revolu tie. „In theorie kan de digitale snelweg voor een belangrijk deel plaatsvervanger worden van een school. Wat er ook ge beurt, vaststaat dat binnen tien jaar het onderwijs geweldig zal veranderen door de nieuwe me dia en de digitale revolutie. Nu al haalt een substantieel deel van de leerlingen zijn informa tie voor werkstukken bij Inter net vandaan en wordt onze schoolbibliotheek in één net werk ondergebracht met de openbcue bibliotheek. Het wordt zaak voor de Bona in het algemeen en voor de schoolleiding in het bijzonder, zegt Pleij, om de school van een eigen, herkenbaar profiel te voorzien. „Er kan veel met In ternet en cd-rom maar een 'schoollevengevoel' kunnen ze onmogelijk teweegbrengen. Le raren en leerlingen moeten er van overtuigd blijven dat ze sa men de school maken. Hoe? Door het werken in de les en in de school maar ook daarbuiten. In het verleden deden we dat bijvoorbeeld met The Bona Stars, de uit de school ontstane basketbalclub die op het hoog ste niveau speelde. De laatste jaren heeft de Bona een reputa tie opgebouwd op het gebied van musicals." Het beste voorbeeld van een herkenbare schoolcultuur, be leefde Pleij tussen 1972 en 1978. In die periode was hij conrector van een dependance op het Schuttersveld. „M'n leukste tijd, absoluut. Er stonden twintig slechte noodlokalen. Behalve leerlingen en leraren liepen er ook konijnen en kippen rond. Er kon heel veel. Door die kam- peerachtige omstandigheden was er ook een wat verlaat ja ren-zestig-sfeertje. Bij de ingang zaten leerlingen gitaar te spe len." Pleij verbijt zich even als hem wordt gevraagd of na de fusie tussen de katholieke giganten van het Leidse voortgezet on derwijs niet eerder een leerlin- genfabriek dan een schoolle vengevoel ontstaat. „De gefu- seerdè scholen blijven zelfstEm- dig opereren", is hij plots wat kortaf. Als bij toverslag neemt de ondeugende grijns zijn posi tie in zijn gezicht weer in. Veel uitgebreider gaat hij ver volgens in op de vraag of de Bo na nu nog wel aan zijn katholie ke grondslag moet vasthouden als klaarblijkelijk heel andere zaken er méér toe doen en het op de school wemelt van de niet-katholieke leraren en leer lingen. „Ik denk dat confessio neel onderwijs op deze wijze nog minstens vijf regeringspe rioden blijft bestaan, paarse co alities of niet", voorspelt Pleij, zelf overigens een aanhanger van D66. „Ik zou Bona een open katho lieke school willen noemen. Dat betekent dat we heel tolerant met elkaar moeten omgaan maar het betekent voor het niet-katholieke deel van de schoolbevolking ook dat de ca- techelessen blijvend verplicht zijn en dat de vieringen worden gehandhaafd." En wat betekende het katholi cisme voor rector Pleij? „Wat het voor mijn persoonlijke leven betekent, houd ik voor mezelf. Hier op Bona staat het voor een nestgeur. Humor hoort daar bij. Als er goed mee wordt omge sprongen, kan het katholicisme op deze school ertoe bijdragen dat mensen goed in hun vel zit ten. En dat dit een leerlingvrien- delijke school is. Met regels maar ook met vergevingsge zindheid. Ik heb hier dikwijls een sfeer aangetroffen die veel weg heeft van een Brabantse gemoedelijkheid en dat mag van mij zo blijven." Oud-rector Thom Pleij neemt na 40 jaar afscheid van 'Bona

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 11