sEsssr 'Duurzaamheid is belangrijkst' Chirac steekt zijn nek uit met verkiezingen Feiten &Meningen Loket Schiphol spot met angst Top Amsterdam is niet in gevaar De zuurpruim heeft wéér gelijk DINSDAG 22 APRIL 1997 152 OPINIE Voor de omwonenden van Schiphol zal het een hele geruststelling zijn. Vanaf vandaag is er een 'loket', waar iedereen onveilige situaties in de luchtvaart kan melden. Wie vanuit de achter tuin twee vliegtuigen bijna met elkaar ziet bot sen, kan bellen: 0900-1987. Maar ook luchtreizi gers die zich ongerust hebben gemaakt over bijvoorbeeld een loszittend schroefje aan de vleugel, rare geluiden of vermeende dranklucht bij een piloot. Met toenemend onbehagen heeft de bevol king onder de aan- en uitvliegroutes van Schip hol de laatste jaren de besluitvorming over de groei van de luchthaven gevolgd. De groei van het aantal bewegende lichtjes in de lucht liep daarmee synchroon. Tot de Bijlmerramp waren er althans rondom Schiphol geen luchtvaart slachtoffers op de grond. Tot dan toe was af en toe alleen in buitenlandse voorsteden van lucht havens een vliegtuig neergekomen. De Bijlmerramp kwam op een erg ongelegen moment voor de pleitbezorgers van de uitbrei ding van Schiphol. De onveiligheid, tot dan toe een nagenoeg veronachtzaamd aspect van de luchthaven binnen de bebouwde kom van de Randstad, werd plotseling een factor om toch even naar te kijken. In het parlementaire besluit om Schiphol uit te breiden heeft het risico-argument vervolgens hoogstens tot enige vertraging geleid. Daarna werd het risico gewoon genomen. Want gevlo gen moet en zal er worden. Bijlmer of geen Bijl mer. De factor veiligheid kon echter niet hele maal worden weggemasseerd en daarom werd in de marge van het door 'de economie' gedo mineerde luchtvaartdebat nog een nota veilig heidsbeleid toegezegd. Dus is er nu, als uitvloeisel daarvan, Het Loket dat iedereen kan bellen. De formele bedoeling daarvan zegt veel over de bril, waardoorheen de regering het risico-vraagstuk van het toenemen de aantal vliegbewegingen beschouwt. De over heid hoopt inzicht te krijgen in de veiligheids belevingvan de burgers. Het risico van het grote aantal vliegtuigen op een kluitje in de lucht bo ven onze regio wordt daarmee tot iets subjec tiefs gemaakt. Er is iets eigenaardigs aan de hand zodra de veiligheid van de luchtvaart ter discussie komt. Bij elk vliegtuig-ongeluk trekken de luchtvaart deskundigen onmiddellijk hun hangmappenla open om met statistieken aan te tonen dat vlie gen heus een veilige manier van reizen blijft. Het heeft iets van fluiten in het donker. Lucht vaartdeskundigen en in het algemeen iedereen die vaak vliegt, hebben er een psychologisch ei genbelang bij om de risico's weg te redeneren. Zonder dat mechanisme zouden zij wellicht geen vliegtuig meer in durven gaan. Ook politici is niets menselijks vreemd. Met diezelfde psychologisch noodzakelijke luchthartigheid benaderen ze het risico van vliegtuigongelukken voor omwonenden van de luchthaven. Terwijl aan de industrie steeds strengere en objectieve veiligheidseisen worden gesteld in het belang van omwonenden wordt de veiligheidsproblematiek rondom Schiphol gereduceerd tot een belevingskwestie. 'Twee vliegtuigen rakelings langs elkaar, zegt u? Ach mevrouw, waarschijnlijk was het gezichtsbedrog maar we zullen het nagaan. U hoort er nog van'. Toch ging het vorige week op een haar na mis boven Los Angeles, waar een KLM-vliegtuig en een Braziliaans toestel bijna botsten. Er zat slechts honderd meter tussen. Een van de toe stellen had de verkeerde van de twee parallelle banen gekozen. Hebben ze in LA ook zo'n loket? Straks heeft ook Schiphol in elk geval twee parallelle banen: de Zwanenburgbaan en de Vijfde Baan. Bij mogelijk reëel gevaar schakelt het loket meteen door naar de afdeling luchtvaart van de politie, heet het verder nog. Dat zal de omwo nenden van Schiphol zeker opluchten. De poli tie weet ervan en maakt onmiddellijk aan het dreigende gevaar een eind. Overigens wel alleen tijdens kantooruren. Buiten kantooruren optre dend gevaar vanuit de lucht moet even op be strijding wachten totdat de voice-mail is afge luisterd. RIEN POLDERMAN ,,De grote kracht van Jacques Chirac is dat hij zijn nek durft uit te steken", zei Charles Mil- lon, de Franse minister van de fensie. „Een andere president zou het nooit hebben gedaan." Het besluit van Chirac om giste ren de Nationale Assemblee te ontbinden en vervroegde ver kiezingen uit te schrijven, is in derdaad riskant. Dat Chiracs kompanen in de rechtse RPR en het liberale UDF op 25 mei een enorm aantal zetels zullen ver liezen, staat nu al vast. Chirac is de minst populaire president die Frankrijk ooit heeft gekend en alleen zijn premier, Alain Juppé, is nog meer gehaat. Nooit eerder in de Vijfde Repu bliek heeft een Franse president zo achteloos vervroegde verkie zingen uitgeschreven. Charles de Gaulle deed het in '62 en '68, maar beide keren om goede re denen: het land verkeerde in een politieke crisis waarover het volk zich moest uitspreken. En Francois Mitterrand deed het ook twee maal, eveneens om goede redenen. Zowel in 1981 als in 1988 zag de socialist zich als pasgekozen president ge confronteerd met een rechtse meerderheid in het parlement. Niets van dat alles gold voor Jacques Chirac. Er woedde geen koloniale oorlog in Algerije, de studenten zaten braaf achter De vervroegde Franse parlementsverkiezingen op 25 mei en 1 juni brengen de deze zomer te houden Europese topconferentie in Amsterdam niet wezenlijk in gevaar. Niettemin wordt de beslissing van president Chirac om gisteren de Assemblee te ontbinden in Brussel gezien als een nieuwe tegenslag. „Erg welkom is het niet. Het zou wéér een excuus kunnen zijn voor de legaties om niet verder te onderhandelen", zegt een diplomatieke bron. En met die onderhandelingen wil het al niet zo vlotten. In Brussel zitten de Eurocraten, diplo maten en politici al wekenlang op hun handen, in afwachting van de Britse verkiezingen begin mei. Tot die tijd kan vrijwel niets gebeuren, zo stellen de onderhandelaars steeds weer vast, omdat het duo Major/Rifkind zijn vingers niet aan Europa wil branden en schaduwpremier Blair zijn kruit nog droog wil houden. Maar nu komen daar nog eens de Franse ver kiezingen als mogelijke nieuwe vertragende factor bij. De verkiezingen vallen precies in de periode die minister Van Mierlo op het oog had voor een mogelijke extra top om de onderhan delingen weer vaart te geven. „De zaak zal nu niet accelereren", wordt wat mismoedig opge merkt BRUSSEL PAUL KOOPMAN CORRESPONDENT hun boeken en het parlement stond in grote meerderheid achter Chirac. Dat hij deson danks besloot tot vervroegde verkiezingen, kan de man niet geliefder hebben gemaakt. Franse kiezers houden er niet van om nodeloos op te draven. De krant Le Figaro, het lijfblad van Chirac, constateerde giste ren dat een meerderheid van de Fransen voor vervroegde verkie zingen was. Maar dat was voor al, zo merkte de socialistische leider Jospin fijntjes op, omdat ze de rechtse regeringsploeg weg wilden stemmen. Hoewel er in de wijde omgeving van zijn Elysée-paleis geen ba nanenschil kan liggen zonder dat hij erover uitglijdt, had Chi rac natuurlijk wel een paar goe de redenen om de goden te ver zoeken. Vervroegde verkiezin gen (over bijna vijf weken) wa ren misschien niet alles, wach ten tot maart volgend jaar is al helemaal geen droomscenario. Wil Frankrijk zich kwalificeren voor de euro, de Europese munt, dan is een nieuwe bezui nigingsronde nodig. Bij onge wijzigd beleid, zo is nu duide lijk, zou de regering het jaar 1997 afsluiten met een begro tingstekort van bijna vier pro cent,.één procent meer dan is toegestaan krachtens het Ak koord van Maastricht. Ergo: er moet andermaal worden gesne den. Nu al mort het volk. Zieken huisartsen hebben juist een vijf- weekse staking beëindigd, pilo ten van Air France staken tegen fusieplannen en bij de rest van het volk staat de barometer ook op zwaar weer. Jacques Chirac kwam aan de macht met de plechtige belofte honderddui zenden banen te scheppen, maar twee jaar later slaan de werkloosheidscijfers alle re cords. Onder zulke omstandigheden het bezuinigingsmes opnieuw hanteren, zo besefte Chirac, zou rechts weinig stemmen hebben opgeleverd bij de verkiezingen van maart 1998. En dus was het maar beter eerst naar de stem bus te gaan en vervolgens te snijden. Er was nog een andere overwe ging. Als Chirac had gewacht met de verkiezingen tot maart 1998 zouden die verkiezingen een referendum zijn geworden over de euro. In die maand na melijk moeten de landen wor den geselecteerd die meedoen aan deze Europese munt. En een referendum was niet in het belang van Chirac, voor wie het welslagen van de euro een hals zaak is. Chirac besloot dus in het proza van Charles Millon 'zijn nek uit te steken'. Of liever, het hoofd van zijn trouwe vazal, premier Alain Juppé, op het blok te leggen. Als links de ver kiezingen wint, moet Juppé zijn paleis ontruimen, niet Chirac. De president heeft nog tot 2002 te gaan. De hamvraag is uiteraard of links een kans heeft te winnen. Thans kan Chirac bogen op een steun in het parlement waarop een derde-werelddictator ja loers zou zijn. Zijn RPR en de UDF bezetten 470 van de 555 zetels. Die meerderheid raakt hij zeker kwijt, maar gelukkig voor Chirac wordt links aange voerd door een man met wie ook de oorlog niet kan worden gewonnen. Lionel Jospin is het prototype van de aloude socialist, het soort politicus dat alleen nog bij Madame Tussaud wordt aange troffen. Jospin is tegen verdere privatiseringen en wil banen scheppen door verkorting van de arbeidstijd. Maar voor die kortere werkweek moeten werk nemers dan hetzelfde salaris krijgen. Volgens de laatste opiniepeiling, die van maandag in Le Figaro, zou bijna veertig procent van de keizers dan ook nog altijd op rechts willen stemmen. Bij h Franse kiesstelsel zou dat zie vertalen in 318 zetels, nog steeds een absolute meerder heid. Er is echter één onzeker heid voor Chirac: de vijftien procent van de kiezers die he nog niet wist. PARIJS CEES VAN ZWEEDEN CORRESPONDENT ^>Tus-pe j-.' /m&epen (owners- xn pfcpwwe H&eeew icmiyewr MENSEN etY- 68,4S TEVÉÊU ikjêiELEVÊKP' EM SB2/KS IK. A[S Jy~~\S0 SUlpeU 'meX SS l( ft fc/S&IHET m M VE L 7wAftE*a> A XTT \a^oN^y f lW (H-IÈI öJflfcwBMA) WIM STEVENHAGEN Zijn vorig jaar gemaakte portret wil Wim Dui- senberg niet meer zien. „Ik zag het een keer of twee en daarna is het naar de kluis gegaan." Per 1 juli hangt ook dit schilderij van de vertrekken de president van De Nederlandsche Bank aan de muur van de vergaderzaal aan het Frederiks- plein in Amsterdam. Duisenberg vertrekt naar Frank furt, waar hij het Europees Mo netair Instituut (EMI) gaat lei den. Als geen ander is hij ge wend op kousenvoeten te lo pen. Nu hij genomineerd staat voor het presidentschap van de Europese Centrale Bank, (ECB) is hij nog voorzichtiger. Elke misstap kan hem en Nederland temidden van alle internationa le machinaties de ECB-functie kosten. Wie zitten er begin 1999 in de kopgroep van de Economische en Monetaire Unie? Italië? De bankpresident zegt onder de in druk te zijn van de prestaties van de Italianen. Maar hij houdt zich op de vlakte. „Het valt nog te bezien of het ze zal lukken, zeker op de middellange ter mijn, en dan zonder eenmalige maatregelen." Meer wil hij niet zeggen. „Ik blijf erbij geen na men te noemen." Heel diplomatiek prijst Duisen berg de regeringen om hun in zet van de laatste tijd. „Het is haast onvoorstelbaar, de gigan- tische inspanningen die alle landen van de Europese Unie zich getroosten om te voldoen aan de criteria van de euro." Hij houdt het algemeen: „Een land met in 1997 een financieringste kort van 2,9 procent en in de ja ren daarop met geraamde te korten van 4 en 5 procent, daar bij is geen sprake van deelna me." Duisenberg preciseert. Italië kwam vorig jaar met zijn tekort dicht bij de 7 procent en in 1997 nadert het de 3 procent, een van de normen om tot de EMU toe te kunnen treden. „Op zich zijn dit mutaties die bijna onge hoord zijn." Hij vergelijkt dat met de slepende tred van Ne derland, dat vijftien jaar nodig had om van een tekort van 10 procent op 2 procent te komen. Hoe beoordeelt Duisenberg de problematische ontwikkeling in Duitsland, waar het begrotings tekort boven de norm dreigt uit te komen? „Ach, hoe het precies uitkomt, over tienden van pro centen wil ik niet mieren", zegt de topbankier. „De beslissing zal niet worden gemaakt door boekhouders maar door wijze mensen met inzicht, zal ik maar zeggen." Het gaat Duisenberg om duur zaamheid. „Dat is bijna belang rijker dan het precieze cijfer. In Nederland dachten we in febru ari nog een financieringstekort te hebben van 1,9 procent. Door het plotseling opduikend tekort bij de sociale fondsen werd dat opeens 2,2 procent." De centrale-bankpresident ver wacht al eind dit jaar meer dui delijkheid. Eind april, begin mei 1998 valt tijdens een Euro-top, waarschijnlijk in Londen, de formele beslissing over de sa menstelling van de EMU-kop- groep. „Dan kennen we de fei ten over 1997, de begrotings voorstellen voor 1998 en zelfs de vooruitzichten voor de be groting van 1999." Duisenberg maakt zich breed als het over aankomende spe- Als hij op 1 juli naar Frankfurt ver trekt om de invoering van de euro onder zijn hoede te nemen, is Wim Duisenberg op de kop af vijftien jaar president geweest van De Neder landsche Bank. Verwonderlijk is het dus niet dat het jaarverslag 1996 het karakter draagt van een terugblik op vijftien jaar Wim Duisenberg. En vooral van het gelijk van de vaak als zuurpruim afgeschilderde bankpre sident. Want gelijk had hij wél met zijn schijnbaar eeuwige pleidooien voor nóg meer overheidsbezuinigingen. In zijn jaar van aantreden, 1982, stond Nederland er deplorabel voor: een begrotingstekort van tien pro cent, een inflatie van tien procent en een pijlsnel stijgende werkloos heid. Vijftien jaar later oogt de situ atie heel anders: een begrotingste kort van twee procent, een dalende staatsschuld, een gematigde inflatie en een groeiende werkgelegenheid. In die tussenliggende vijftien jaar gaf Duisenberg evenzovele keren jaarlijks een aansporing om door te gaan met het saneringsbeleid waar mee het kabinet-Lubbers in 1982 begon. En welke juichtoon het paar se kabinet ook aanslaat, reden om achterover te gaan zitten is er vol gens de bankpresident nog aller minst. De achtergrond daarvan ligt in de economische theorie die tientallen jaren het beleid bepaalde in de in dustrielanden, die van de Britse econoom Keynes. Hij toonde in de jaren dertig aan dat het in een stagnerende economie zinvol kan zijn dat de overheid geld in de eco nomie pompt om de zaak weer op gang te brengen en daarvoor rood gaat staan. Maar, voegde Keynes daar aan toe, als het dan weer beter gaat, moet de overheid via bijvoor-* beeld belastingverhoging zorgen i snel weer in de zwarte cijfers te ko men. Anders krijg je op den duur een onbeheersbare staatsschuld: hij loopt op als het slecht gaat, maar daalt vervolgens niet als het weer goed gaat. Dat tweede deel van Keynes' ver haal is uiteraard weinig populair. Hoe moeten politici aan hun kiezers verkopen dat ze na een periode van malaise spaarzaam moeten blijven om de opgebouwde extra staats schuld af te lossen? Op dat soort vervelende verhalen zitten kiezers niet te wachten en politici willen graag herkozen worden. Bovendien kunnen de gevolgen van een oplo pende staatsschuld lang worden verdoezeld. Door gaten met gaten te stoppen: nieuw geld lenen om oude leningen af te lossen. Voor de harde werkelijkheid gaan de ogen pas pas open als de wal het schip keert. Dat gebeurde toen be gin jaren tachtig de malaise toe sloeg en de werkloosheid explo deerde, met op het hoogte/diepte punt 15.000 nieuwe werklozen per maand erbij. Toen was de tijd rijp voor harde ingrepen. En als de dis cipline verslapte, was daar altijd weer Duisenberg om iedereen bij de les te houden. In zijn laatste jaarverslag had Du jjj senberg voor het kabinet een coi pliment in petto. „De overheids! nanciën ontwikkelen zich gunst schreef hij. Een voor Duisenberg bijna ongehoorde opmerking. M k de inkt was nog niet droog, ofhi d kabinet besloot met de naderen: vi verkiezingen in het achterhoofd y toch maar klein beetje een feesÉ d groting van te maken. En dat is: a gen het zere been van Duisenbe d pak verdorie die staatsschuld no eens aan, zegt hij op de valreep, h schep zo ruimte voor de toekom Daarvoor zijn twee dwingender! denen: met zijn sterk op exportg r richte economie is Nederland vo zijn welvaart voor een belangrijk deel afhankelijk van het buitenla En dat buitenland, vooral Duitsb en Frankrijk, staan voor grote be zuinigingsoperaties die hun wee slag zullen hebben in Nederland daarnaast is er de vergrijzing. De toekomstige generaties zullen, zo heeft DNB berekend, de helft mé aan de schatkist moeten afdrager dan de huidige generaties. Zullen daartoe bereid zijn? De socialege volgen zijn dramatisch als dat nil zo is. Het is dus beter om die gok niet te nemen en in de overheids nanciën tijdig voor een buffer te zorgen. Daarmee neemt Duisenberg, al» de hij dat niet, dus afscheid als ei zuurpruim. En wat zo jammer is: heeft nog gelijk ook. SJAAK SMAKMAN JA{ IK tM oer MET De president van De Nederlandse Bank, Duisenberg (rechts), en zijn opvolger Wellink. culatiegolven gaat. Die zijn te verwachten vanaf het moment dat de eerste deelnemers aan de EMU bekend zijn tot het tijdstip ultimo 1998 waarop de deelne mende valuta's onverbiddelijk aan elkaar worden geklonken tot één euro, erkent hij. „Daar zijn we ook op voorbe reid. We willen heftige schom melingen voorkomen." Naast de gebruikelijke instrumenten zinnen de monetaire autoritei ten in Europa onder meer op 'een vooraankondiging van wat waarschijnlijk die wisselkoersen zullen worden. Je kondigt een soort termijnkoersen af. Over steunoperaties om be dreigde valuta's te ondersteu nen door fors aan te kopen, doet Duisenberg niet kinder achtig. „Munitie is er genoeg. Maar we moeten voorkomen dat er geschoten wordt." Over de gang van zaken in Ne derland is Duisenbergna zestien jaar centraal bankieren vermaard als nationaal leedaan zegger tijdens het interview opmerkelijk rustig. Op zijn ge bruikelijke persconferentie vaart hij dagen later uit tegen de belastingverlichtingsplannen van het kabinet. „Het gaat goed met Nederland, maar het moet beter. Nu zitten we op een fi nancieringstekort van 2 pro cent, laten we maar in de buurt van nul zien te komen, zoals in Dublin bij het stabiliteitspact voor de EMU is afgesproken." Een geraamde loonstijging van 3 procent? Duisenberg veert niet op. „We zien wel iets aan trekkende loonbewegingen, maar dat is niet verontrustend. Ik signaleer het wel. We moeten wel oppassen met deze tendens naar versnelling van de loonstij gingen." Duisenberg signaleer- foto anp hans steinmeier de in 1996 'een zeer aanzienlij ke binnenlandse liquiditeitscre atie'. Dat kan een bron van in flatie zijn. Vooral de hypotheek verstrekking was daarvan de oorzaak. „In 1995 werd er 30 miljard gulden aan hypothecai re contracten gesloten, vorig jaar 45 miljard gulden. Dat gaat wel heel erg snel, maar niet ver ontrustend." Terwijl president Chirac de vervroegde verkiezingen aankondigt, maken politieke leiders zich in een televisi studio 6p voor een debat. foto epa pierree

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2