Onkunde en angst scheiden India en Pakistan Een Zuid-Afrikaans succesverhaal In Noord-Rusland is zelfs brood vandaag een luxe Buitenland Toen Farida Ahmad voor het eerst naar India ging waren som mige mensen daar verbaasd dat zij geen sluier droeg. Ze hadden gehoord dat alle moslimvrouwen in Pakistan door hun mannen verborgen werden gehouden. Toen ze terugkwam waren Pakis taanse vrienden net zo verbaasd om te horen dat het leven in de bruisende Indiase stad Calcutta, voorzover zij had kunnen vast stellen, niet geregeerd werd door kastenverschillen. ISLAMABAD DONNA BRYSON Ahmad, een zakenvrouw uit Islamabad, had de kloof van onwetendheid over brugd die burgers van Pakistan scheidt van burgers van India. Hun regeringen zitten elkaar al dwars sinds beide lan den in 1947 onafhankelijk werden van Groot-Brittannië. Driemaal ontaardde de vijandschap in oorlog. „Het beeld dat in India over Pakistani is geschapen, en andersom in Pakistan over Indiërs, is dat de anderen demo nen zijn", zegt Ahmad. Ze is actief in een particuliere organisatie die vanuit beide landen probeert betere betrekkin gen op te bouwen. Het is illustratief voor de gespannen verhoudingen dat de groep slechts tweemaal toestem ming heeft gekregen voor een uitwisse ling. Visa voor bezoeken over en weer worden bijna niet uitgegeven, met als reden gevaar van terreuraanslagen. Sinds vorig jaar in beide landen nieuwe regeringen aan de macht zijn gekomen, was de hoop op een dooi in de betrek kingen toegenomen. Onlangs zijn de bi laterale onderhandelingen die waren vastgelopen, in New Delhi heropend. Volgens de Pakistaanse minister van buitenlandse zaken, Shamshad Ahmed, hebben de partijen over alles gepraat en afgesproken elkaar opnieuw te ontmoe ten in Islamabad. Maar meer dan een lichte versoepeling van de reisrestricties door India heeft de nieuwe toenadering tot dusver niet opgeleverd. „De enige indrukken die we van elkaar hebben, zijn indrukken uit de tweede hand", zegtTariq RahmanAHij is als Pakistaanse taalkundige gespecialiseerd in de talen van Pakistan en India, maar heeft nog nooit toestemming gekregen om India te bezoeken. Pakistani zetten volgens Rahman zelden vraagtekens bij de officiële propaganda. Die beweert dat India de opdeling van het oude Brits-Indië nooit heeft kunnen verkrop pen en Pakistan terug wil hebben, te beginnen met Kashmir. Indiase leiders als Jawaharlal Nehru hebben zich in derdaad tegen de deling verzet, maar India heeft deze officieel aanvaard en erkent Pakistan als soeverein land. Kernwapens In Pakistan wordt in januari de Dag van Solidariteit met Kashmir gevierd. De vrije dag is gewijd aan de moslimregio die door de twee landen wordt opgeëist en nu tussen beide is verdeeld. Dit jaar liet de televisie beelden zien van huizen die in brand zouden zijn gestoken door Indiase 'bezettingstroepen'. Een verkla ring van het ministerie van buitenland se zaken, dat Pakistan betere betrekkin gen met India nastreeft, werd daarmee teniet gedaan. Vrees voor India moet worden over wonnen, zegt Rahman. „Het is in wezen een ontwikkelingsvraagstuk, want het geld dat wij en India aan ontwikkeling uitgeven is te verwaarlozen", zegt hij. „Als we geld bij defensie zouden weg halen en aan ontwikkeling uitgeven, zou dat voor de hele regio veel kunnen betekenen." Uit een door de VN samengesteld over zicht van overheidsuitgaven in de pe riode van 1990 tot '95 blijkt dat Pakistan één procent van zijn begroting besteedt aan volksgezondheid en twee procent aan onderwijs, terwijl er 31 procent naar defensie gaat. In het veel dichter- bevolkte India krijgen volksgezondheid en onderwijs ieder twee procent en de fensie vijftien procent. Veel geld gaat naarkernwapenonderzoek, dat zowel Pakistan als India zeggen nodig te heb ben voor hun zelfverdediging. S. Dasgypta, een gepensioneerde mu seumsuppoost uit New Delhi, zegt dat degenen die nu Indiërs en Paltistani zijn ooit 'op broederlijke wijze samenleef den', zonder raketten op elkaar gericht te hebben staan. Maar in 1947 betoogden moslimleiders dat hun mensen in een overwegend hindoeïstisch India zouden worden ge discrimineerd en eisten zij voor hen een eigen staat. En in de jaren voor de de ling liep de discussie over de vraag of moslims en hindoes al dan niet samen zouden kunnen leven, uit op geweldda dige botsingen. „Er dreven talloze lijken in de rivieren. De jakhalzen konden ze niet opeten, zoveel waren het er", zegt Dasgupta, een hindoe die als tiener vluchtte uit het toenmalige Oost-Pakis- tan, nu Bangladesh. „'Pakistan is alleen voor moslims, niet voor hindoes', was toen de leus", zegt hij. Dasgupta's familie liet een boerderij achter en begon in India opnieuw. Hij herinnert zich dat duizenden hindoes op weg naar India duizenden moslims tegenkwamen, die de andere kant uit vluchtten. Gandhi Dasgupta's dochter Aradhana Majum- dar probeert haar ideeën niet teveel te laten beïnvloeden door de herinnerin gen van haar ouders. Ze denkt dat de spanningen kunstmatig in stand zijn gehouden om de aandacht van de ge wone mensen af te leiden van politieke mislukkingen, die ervoor hebben ge zorgd dat India en Pakistan tot de arm ste landen ter wereld behoren.Als on ze leiders ons kwamen vertellen dat Pakistan van plan was een kernbom op ons te gooien, zouden we natuurlijk bang zijn. En dat is wat de Pakistani over India horen - dat India wil aanval len", zegt Majumdar. „Politici aan bei de kanten zijn meer geïnteresseerd in het behouden van hun positie dan in de toekomst van hun land." Het Indisch schiereiland was geen een heidsstaat toen de Britten er arriveer den, maar een verzameling vorsten dommen. Onderzoeker Rajiv Vora van de Gandhi Vredesstichting in New Del hi zegt dat de eis van de moslims om Brits-Indië te delen, veel hindoes heeft overtuigd van religieuze vooringeno menheid bij de moslims. Maar nu moe ten Indiërs en Pakistani hun menings verschillen achter zich laten en werken aan het ideaal van onafhankelijkheids strijder Mahatma Gandhi, vindt Vora. Gandhi zag het nieuwe India als een losse federatie van staten waarin hin does, moslims en andere groepen in welvaart samenleven. „We hebben geen vrijheid bereikt om elkaar politieke vliegen af te vangen", zegt Vora. „We hadden grotere dromen en die hebben we nog. Ik ben er zeker van dat mensen in Pakistan ook nog steeds grotere dromen hebben. Want ooit droomden we samen, als één volk." CHANGELSK DAVE CARPENTER i bleke winterzon steekt herp af tegen de spookachtig Ite horizon. Archangelsk lijkt el een ansichtkaart. School- fi ideren skiën over de brede, moren rivier de Dvina. Ou rs trekken hun peuters op eeën door de straten, waar etershoog sneeuw ligt. Foren- nvan een nabijgelegen eiland ekken over een sneeuwvrij ge- aakt en verlicht pad op het ijs lijkt het vermoeden te chtvaardigen dat de inwoners n de stad het hoofd nauwe- s boven water kunnen hou- i. Maar enkele kilometers rder, op een vervallen fa- iksterrein zitten kinderen in ka's bibberend bijeen in lude klaslokalen, schillende van de kinderen n verzwakt als gevolg van hun chte gezondheid of van de 'nger. Hun leraren en ouders bben al maanden geen salaris eer ontvangen. „Ik wou dat t in de klas en thuis warm n",zo beantwoordt Anja, een agere 8-jarige met rood haar, sombere toon de vraag van leerkracht wat de kinderen uden willen. „En ik wou dat voor ons allemaal genoeg •eken en kleren waren. groeiend aantal inwoners n Archangelsk valt ten prooi mpure armoede, zonder hoop •verbetering. Er zijn dan ook et veel plekken in Rusland lar het leven moeilijker is dan het schrale noorden, zeker ids de Sovjetunie ophield te •staan en de economie in een I Sovjet-autoriteiten lokten li Russen hier naartoe door ikkelijk hoge lonen te bie- De 'gastarbeiders' werden tisvest in wooncomplexen •uit de grond werden ge tipt op de toendra's langs de "te-Zeekust. Hoewel werkne- •tsin dienst van de overheid altijd toeslagen krijgen om- fze in het koude noorden tken, is het sociale vangnet de Sovjet-tijd vrijwel ver- 'enen, de overheidssteun ustisch verminderd en de le- tsstandaard gekelderd, de havenstad Archangelsk aan fabrieken leeg, worden •^arming en elektra als ge volg van olie- en gastekorten geregeld afgesloten, zijn de lo nen laag en laat de uitbetaling ♦van de pensioenen op zich wachten. De temperatuur daalt met enige regelmaat tot 30 gra den onder nul, waardoor leidin gen springen en hele wijken da genlang zonder verwarming en warm water zitten. De problemen in het uiterste noorden zijn grotendeels de zelfde als die waar alle Russen mee te maken hebben. Door de extreme kou en de afgelegen ligging zijn de ontberingen in het noorden echter groter en de situatie wordt alleen maar slechter. In een bos buiten Archangelsk, waar 2.000 mensen in een in dustriële nederzetting rond houtzagerij no. 29 in Dicken- siaanse omstandigheden leven, zijn de ergste nachtmerries van de Russen werkelijkheid gewor den. De arbeiders wonen met hun gezinnen in gammele hou ten barakken, ze leven op brood en aardappelen en proberen de tijd te doden in de hoop dat de zagerij weer opengaat en hun achterstallige loon alsnog wordt uitbetaald. Het lijkt nauwelijks voorstel baar, maar op enkele symboli sche bedragen na, zijn de lonen 'van gemiddeld nog geen 100 gulden per maand al sinds de cember 1995 niet meer uitbe taald. In de straat waar Anja's school staat, scheppen asgrijze mannen werktuiglijk stukjes hout in een enorme open haard om nog voor enige warmte te zorgen. De houtzagerij, die van de staat is, staat al sinds juli stil als gevolg van geldgebrek en een zakelijk conflict. Niet in staat om ander werk te vinden en misschien niet bereid te accepteren dat de overheid niet langer voor hen zorgt, mel den de berooide arbeiders zich op gezette tijden bij de zagerij om ervoor te zorgen dat hun naam op de loonlijst blijft. „We kunnen ons nauwelijks staande houden", zegt de 49-jarige Mi- chail Vaganov met een treurige blik in de ogen. „Maar waar moeten we heen? Wat kunnen we doen? We kunnen alleen maar wachten." Iri de kleine ontvangstruimte bij het kantoor van de plaatselijke bestuurder staan ongeveer 25 arbeiders te wachten, die ko men eisen dat ze hun achter stallig loon krijgen uitbetaald. Maar er is geen geld en uiüeg wordt ook niet gegeven. De be stuurder glipt ongezien weg. De belangrijkste bron van in komsten voor de bewoners zijn de pensioenen, die de ontvan gers ervan delen met hun fami lieleden. Voldoende is dit niet. Een paar weken geleden stierf een 32-jarige vrouw, moeder van drie kinderen, van de hon ger. Warm ingepakte gepensioneer den klagen tegen elkaar, terwijl ze in'het onverwarmde post kantoor in de rij staan om hun schamele pensioentje te laat in ontvangst te nemen. „Onder het communisme kre gen we in elk geval op tijd ons geld, konden we ons goed red den en vroor er niemand dood", zegt de 52-jarige Nina Lamarova, die sinds 1956 bij de houtzagerij woont. Waarom lijken de autoriteiten de nederzetting links te laten liggen? De regionale en ge meentelijke autoriteiten zelf, die enorme schulden hebben aan energiebedrijven, zeggen dat er gewoon te veel problemen zijn en te weinig geld is. Ze geven beurtelings Moskou, elkaar en de burgers en bedrijven die hun rekeningen niet betalen de schuld. „Het is gewoon niet mogelijk om iedereen te helpen", zegt Nikolaj Malakov, de hoogste re gionale bestuurder. Het regio nale bestuur heeft zijn hoop ge vestigd op een 'anti-crisispro gramma', dat investeerders naar het houtrijke gebied moet lokken en de industrie een nieuwe impuls moet geven. De inwoners van Archangelsk spannen zich ondertussen tot het uiterste in om te overleven. Leraren, werknemers van een duikbootfabriek, artsen en an deren hebben de afgelopen winter gestaakt voor uitbetaling van achterstallig loon. Weer an deren gingen in hongerstaking of richtten oproepen aan de re gering in Moskou. Veel mensen schrijven, bij ge brek aan andere mogelijkheden, ook open brieven aan kranten. „Velen van ons, op het randje van de dood, zijn vergeten wat vlees en boter is"; schreef een leraar. „Brood is een luxe ge worden." KAAPSTAD RUNA HELLINGA CORRESPONDENT David Ngwane (66) liet zich niet verslaan door de apartheid. Hij kon leren en hij had op zijn zes tiende aan zijn moeders sterf bed beloofd iets van zichzelf te maken. Maar zijn eerste baantje na haar dood was het werk van zoveel ongeschoolde zwarte Zuid-Afrikaanse mannen: tuin man bij een blanke familie. En het zou nog veertig jaar duren eer hij, tegen alle verdrukking in, zijn eigen advocatenkantoor opende. Hij had er net zeven jaren school opzitten toen zijn moe der stierf. „Zij legde heel veel nadruk op onderwijs en stak er iedere cent in", vertelt hij. Ze vlocht manden en David hielp haar daarbij. „We verkochten ze deur-aan-deur aan blanke da mes. Die betaalden in oude kle ren, die mijn moeder in ons dorp verkocht. Verder had ze een groentetuin en ventte ze met bonen." Zijn eerste baantje leverde hem drie rand (een gulden) per maand op. „Dat was ook toen al geen inkomen waar je van rond kon komen, laat staan dat je er een avondopleiding van kon be kostigen." Zijn volgende baan tje bracht hem naar Durban, waar hij bezorger werd in een broodjeszaak. Hij probeerde in die jaren met schriftelijke cursussen zijn eind examen te halen. „Ik had sim pelweg nooit geleerd om op zo'n manier te studeren. Ik kon uren over mijn boeken zitten, zonder iets op te steken." Een nieuwe baan in een fabriek deed hem besluiten met zijn zelfstudie te stoppen. Maar het drong al snel tot hem door dat hij dan veroordeeld bleef tot on geschoold werk. „Zwarte men sen maakten gewoon geen en kele kans op promotie. En toen werd ik ook nog ontslagen." Ngwane raakte verzeild in de bureaucratische mallemolen die iedere zwarte Zuid-Afrikaan als een schaduw boven het hoofd hing: de gevreesde pasjeswet. Hij slaagde er na zijn ontslag niet in om binnen twee weken een nieuwe baan te vinden. Dat betekende intrekking van de pas die hem toestemming gaf om in Durban te wonen en de portatie naar zijn dorp ergens David Ngware: van tuinman tot advocaat. op het platteland. „Ik was vastbesloten dat te ver mijden. Ik dook onder. Maar het was een cirkel waar je niet uitkwam: zonder pas kreeg je geen baan en zonder baan geen pas. Na een jaar besloot ik dat het zo niet langer kon." Geslachtsziekte Hij besloot tot fraude, bekent hij grinnikend. Hij meldde zich bij een heel oude en als zeer bij ziend bekend staande dokter in een plaatselijk ziekenhuis en vertelde de man dat hij een ge slachtsziekte had. Terwijl de dokter zich gereedmaakte voor een antibiotica-injectie, stal Ng wane wat briefpapier uit zijn bureau. Thuis typte hij op dat papier twee brieven. Een ziekteverkla ring met de datum van een jaar eerder, meldde dat hij opgeno men moest worden in het zie kenhuis. De tweede, met een re center datum, verklaarde hem weer gezond. „De ene brief maakte ik vies en frommelig, zodat hij eruit zag alsof ik hem al ontelbare keren bij ontelbare instanties had opengevouwen." Zijn bedrog werkte: hij kreeg ze ven dagen de tijd een baantje te zoeken. Hij vond een priester bereid om hem voor de schijn in dienst te nemen en hij begon voor zichzelf. „Ik werd freelan ce-handelsreiziger. Daar had ik inmiddels mijn certificaat voor Maar er was nog steeds de be lofte aan zijn moeder. Ngwane besloot weer te gaan studeren voor zijn eindexamen. Dat moest altijd zonder enig mede weten van blanke werkgevers. „De meeste blanken waren er in die tijd helemaal niet op gesteld als een zwarte probeerde te le- ren. Dan gold je al snel als hoogmoedig en eigenwijs en dat bezorgde je alleen maar last." Een universitaire studie kwam onverwacht binnen handbereik, toen bleek dat hij door zijn leef tijd ook zonder eindexamen kon worden toegelaten. Finan cieel was het een heel besluit: hij had inmiddels een gezin en acht kinderen, en studeren kost veel geld in Zuid-Afrika. Toch schreef hij zich in voor een rechtenstudie bij UNISA, de schriftelijke universiteit waar veel zwarte Zuid-Afrikanen uit eindelijk hun diploma's hebben gehaald. FOTO RUNA HELLING AGPD Het kostte hem tien jaar om zijn advocatenbul te halen. „Ik stu deerde uiteindelijk een jaar later af dan mijn dochter Lindi, die rechten studeerde aan de uni versiteit van Fort Hare." Ngwane werkte op dat moment bij BP-Zuid-Afrika. Het bedrijf wist dat hij studeerde, want hij maakte gebruik van hun finan ciële studieregeling. Toen er kort na zijn afstuderen in 1985 een baan vrijkwam op de juridi sche afdeling, hoopte hij dan ook dat hij voor die functie zou worden gevraagd. Boterham Maar hij moest ontdekken dat de apartheid nog steeds volop bloeide: „Ze vertelden me dat de afdeling werd opgeheven. Toen ik een jaar later met Lindi mijn eigen advocatenkantoor begon, werd de afdeling onmid dellijk weer geopend. Ze had den er geen zwarte willen heb ben. Maar de tijden waren in middels zo veranderd dat ze dat niet met zoveel woorden wilden zeggen." Een zwarte advocaat in die ja ren verdiende bepaald geen dikke boterham. „Zwarte advo catenkantoren kregen alleen maar criminele zaken, die wei nig opleverden. De winstgeven de civiele procedures gaan naar blanke advocaten. Dat kwam niet eens door de apartheid, maar omdat onze zwarte klan ten alleen wegens criminele kwesties bij een advocaat te rechtkwamen. Ik kende heel wat zwarte advocaten in die ja ren die alleen het hoofd boven water hielden omdat hun vrou wen banen hadden en de schul den konden afbetalen. Wijzelf hielden in het tweede jaar na af trek van alle kosten zo'n 400 rand (140 gulden) over." In de rechtbank liep toen nog een streep halverwege de zaal: aan de ene kant zaten de blan ken, aan de andere kant de nie- blankes. „Eén van de moeilijk ste dingen voor een zwarte ad vocaat was een kruisverhoor van een blanke getuige. Want die vonden meestal dat ze geen enkele reden hadden om ons beleefd te woord te staan. Ik had een keer een man, die per se Afrikaans wilde spreken, hoe wel hij ook Engels kon. Die taal beheers ik niet. Maar de rechter koos de kant van de getuige: als advocaat was ik volgens hem verplicht Afrikaans te spreken." Inmiddels is zijn kleine advoca tenkantoor overgenomen door een van de grootste firma's van Durban en is Ngwane, met zijn tien jaar ervaring, een senior partner. Zijn dochter Lindi is parlementslid voor het ANC en staat op de nominatie om tot provinciaal minister in de Oost kaap te worden benoemd. Zijn drie andere dochters hebben al len een universitaire graad ge haald. Zijn zoons hadden de wil niet om te studeren en dat betreurt Ngwane zeer. Hijzelf geeft re gelmatig lezingen in de zwarte woonwijken over motivatie en de noodzaak tot onderwijs. „Het doet me echt verdriet, als jongeren niets doen met hun diploma. Ze hebben zoveel meer kansen dan ik toen, en ze vergooien ze. Als ik mijn belofte aan mijn moeder niet was nage komen, dan had mijn hele gezin nu in totaal andere omstandig heden geleefd. Dan was mijn zoon misschien nog steeds tuinman geweest. Een anti-Pakistaanse demonstrant wordt tijdens een mars in New Delhi door een waterkanon beschoten. FOTOAP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 9