'Die au
tomo
bilisten hebben toch ook
kinderen?'
Rob Boogert als de
moderne Stiefbeen
Leiden Regio
ft
AANDAG 14 APRIL 1997
972
9
CHEF HANS JACOBS. 071-5356414, PLV -CHEF RUDOLF KLEUN. 071-5356436
Schooljeugd vindt kruispunt Churchilllaan/Telderskade gevaarlijk
Zo'n twee keer per maand
hoort hij een klap, de
bloemist op de hoek.
„Dan is het raak en kan ik
weer bellen." Het
kruispunt
Churchilllaan/Telderskade
is volgens hem dan ook
levensgevaarlijk. En hij is
niet de enige die er zo
over denkt. Want als
voetgangers en fietsers
groen licht hebben, dan
hebben afslaande auto's
dat ook... Bovendien
rijden automobilisten nog
steeds veel te hard op de
Churchilllaan.
Kinderen aan het oversteken bij het kruispunt Churchilllaan/Telderskade: geen ongevaarlijke bezigheid.
LEIDEN NATASCHA SMIT
De kinderwijkraad Zuid/West luidde onlangs de
noodklok over het in zijn ogen zeer gevaarlijke
kruispunt. De zeven kinderen die in de raad zitten,
schreven op eigen initiatief een brief aan de Kleine
Verkeersclub. Deze club, waarin vertegenwoordigers
van gemeente, politie en brandweer zitten, buigt
zich over verkeerssituaties in Leiden.
In de brief vragen de zeven kinderen om borden die
automobilisten waarschuwen dat er vaak kinderen
oversteken op het drukke kruispunt. Bovendien
zouden zij graag zien dat wanneer het verkeerslicht
voor voetgangers op groen staat, automobilisten
rood licht hebben. Het liefst willen ze echter een
voetgangers- en fïetsenbrug of een tunnel.
Maar of dat zal lukken, is de vraag. Twintig jaar gele
den werd er ook al actie gevoerd om het kruispunt
veiliger te maken. De ouderraad van de Telders-
school bedacht toen allerlei maatregelen om de kin
deren voortaan veilig over te laten steken. Waaron
der het aanleggen van een tunnel of een brug. Maar
ondanks dat de gemeente wel begrip toonde voor de
actie van de ouders, strandden de plannen vanwege
de hoge kosten.
Tot grote spijt van de huidige (waarnemend) direc
teur van de Teldersschool, C. van der Voort. „De ge
meente weet allang hoe we over dat kruispunt den
ken, maar er is nog steeds niets veranderd. Wij staan
dan ook achter de actie van de kinderwijkraad. Ge
lukkig is er nog nooit een kind van deze school ern
stig gewond geraakt op het kruispunt, maar je moet
er toch niet aan denken dat er eentje doodgereden
wordt?"
De school doet er dan ook alles aan om dat te voor
komen, benadrukt Van der Voort. „In de ver-
keerslessen, die elke week gegeven worden, leggen
we de leerlingen uit dat groen niet automatisch vei
lig is. Bovendien waarschuwen we kinderen én ou
ders in de schoolkranten en in de weekbrieven.
Maar het zou natuurlijk v^el beter zijn, wanneer het
kruispunt gewoon veiliger wordt gemaakt."
Chahida, Naima, Joyce en Vicky, vier leerlingen uit
groep 8 van de Teldersschool, zijn het op dat punt
met hem eens. „In de lessen worden we steeds ge
waarschuwd voor het kruispunt. Dat doen ze hier
echt goed", vertelt Joyce. Maar het blijft desondanks
gevaarlijk, benadrukken de kinderen. „Zelfs wan
neer wij goed oppassen. De auto's rijden hier name
lijk veel te hard. En door rood", legt Chahida uit.
Vicky knikt. „Er gebeuren hier echt vaak ongeluk
ken."
Volgens verkeersdeskundige Kasper de Vries, van de
Leidse politie, valt dat echter wel mee. „Vorig jaar
zijn er zeven ongelukken gebeurd op het kruispunt,
waarvan zes met uitsluitend materiële schade."
Toch geeft hij toé dat de situatie op het kruispunt
niet ideaal is. „Elk ongeval is er natuurlijk één te
veel."
Toch zou het kruispunt niet gevaarlijk hoeven te
zijn, benadrukt De Vries. „Rechtdoor op dezelfde
weg gaat namelijk voor. Als afslaand verkeer moet je
de fietsers en voetgangers dus gewoon voorrang ver
lenen. Wanneer de automobilisten dat doen op het
kruispunt en bovendien niet te hard rijden, dan is er
niets aan de hand."
Helaas blijkt de praktijk anders, vertelt een oudere
heer die op een bankje naast het kruispunt, de druk
te aanschouwt. „Er wordt hier nog steeds veel te
hard gereden. Ze racen hier echt, helemaal wanneer
ze een groen licht moeten halen. Ik ben wat dat be
treft nog van de oude stempel, ik heb respect en eer
bied voor iedereen op de weg. Maar ik heb soms het
idee dat ik nog de enige ben. Bovendien is niet ie
dereen op de hoogte dat voetgangers en fietsers ook
FOTO'S DICK HOGEWONINC
groen licht hebben. Dat lijdt hier regelmatig tot bij-
na-ongelukken"
Een 'verschijnlicht' zou in die gevallen uitkomst
kunnen bieden, denkt verkeersdeskundige De Vries.
Wanneer een automobilist dan afbuigt, gaat er een
knipperlicht branden, met de afbeelding van een
fietser of een voetganger. „Dat valt meer op dan een
gewoon waarschuwingsbord en is dus nog veiliger.
Maar zo'n installatie kost natuurlijk wel veel geld."
Daarnaast gelooft de Vries dat mobiele snelheids
controles de situatie veiliger maken. „Wanneer
mensen een aantal keer een bekeuring hebben ge
had, gaan ze wel langzamer rijden." Ook het plaat
sen van flitsers op het kruispunt, zou geen kwaad
kunnen, vindt De Vries. „Van die kastjes die niet al
leen flitsen wanneer iemand door rood rijdt, maar
ook wanneer iemand té hard door groen rijdt." De
instelling van de verkeerslichten veranderen, zoals
de kinderwijkraad wil, lijkt de Vries echter geen
goed idee. „Het kruispunt is gewoon te druk om alle
verkeersstromen één voor één te laten gaan."
Maar Chahida, Naima, Joyce en Vicky vinden dat
onzin. „Dan wachten die automobilisten maar een
keertje. Ze hebbén toch zeker zelf ook kinderen?"
'Soms denk ikdaar kom je nooit meer vanaf
Da? H,
et woord volume
past voor een ge
middeld mens in
n literfles melk of in een le-
tank benzine. Maar er zijn
die als het over inhoud gaat
tzo gemakkelijk praten
er twintig trucks met opleg-
'Mrs Zoals Rob Boogert bij-
nge orbeeld. „Eenkonvooi
ichtwagens van dat for-
iat was er nodig om die
tcb ee miljoen kuipjes paté en
e 25.000 blikken gehaktbal-
utti inaar Rusland te vervoe-
naar degenen aan wie ik
bulk verkocht had. Nou,
boel stond kant en klaar
or verzending, alleen ik heb
oit een vrachtwagen ge
in. Het is nu twee jaar gele-
n dat ik die deal heb geslo-
n, ik ben zelfs nog een keer
eciaal naar St. Petersburg
weest om die lui op te zoe-
l N ets, niemand, noppes.
daar zit je dan met twintig
ntainers aan bederf onder-
vig voedsel. Geloof mij
iaf aar, dan weet je pas wat vo-
jis) ine is."
it verhaal is hiermee na-
urlijk nog niet af. Het geeft
een maar aan in wat voor
de van grootte je soms
oet denken als het over een
Amerikaanse leest ge
loeide legerdump gaat
kun als Rob Boogert er eentje
stiert achter de Groenoord-
llen die tot de tien grootste in Nederland Als Rob Boogert gaat vertellen kun je maar
hoort. De op zich al vreemde sfoj}'neemt beter luisteren. Hoewel hij aanleunt tegen
tfs nog een hele bizarre wending. „Ik had de vijftig leest het levensverhaal van deze
)ül paté en die gehaktballen van het Neder- laconieke Leidenaar tot de dag van vandaag
Het gedistingeerde grijs en het
moderne montuurtje geven hem het
voorkomen van een professor in de
wijsbegeerte. Maar al op zijn veertiende
hield Rob Boogert (48) de school
voorgoed voor gezien. Sindsdien is hij
ondernemer in de ruimste zin van het
woord. Onder het motto 'Liever het
schuim van de handel dan de bloem
van de arbeid' drijft hij intussen al weer
zes jaar de grootste legerdump van
Leiden en verre omstreken. Waar je
alles kunt kopen 'wat los en vast zit'.
ndse leger gekocht en die partij vervol-
ns via een advertentie in een Russische
ant daar te koop aangeboden. Staat er
als een spannend jongensboek vol met ver
rassende wendingen, rare invallen en dra
matische gebeurtenissen. „Het is inderdaad
crtien dagen later een hele delegatie Rus- een krankzinnige handel hier", wijst hij op
n bij mij op het terrein. Prima gesprek en de stellingen die binnen volgestouwd zijn
ter de prijs waren we ook snel eens. Komt met (leger)kleding, matrassen, helmen,
houwelen en buiten met je kan het niet zo
gek verzinnen wat. Van jeeps tot rubber
slangen en van transformators tot rolstoe-
zo'n boodschappentas boven tafel met
aanbetaling van 150.000 gulden, keurig
bundeld in biljetten van vijf dollar. Net
f1 film, ik wist niet wat ik zag. Maar net zo len, alles tweedehands, het meeste afkom-
in als die 500.000 kilo vlees hebben ze die stig van Domeinen. „Soms denk ik, als ik
derhalve ton aan baar geld opgehaald. Ik tussen die stapels rondwaar, daar kom je
b vanwege de uiterste verkoopdatum het nooit van je leven meer vanaf. Totdat er
eentje belt uit Zimbabwe die zegt dat hij
niet de 3000 overhemden wil hebben die je
hebt liggen, maar dat hij er 7000 wil. Niet
alleen is in één klap een hele stelling leeg,
maar kun je ook nog als een gek gaan bellen
om voor het eind van de
week die resterende 4000
overhemden ergens te rege
len."
Geboren boven de Chinees
op de hoek van de Breestraat
en 't Gangetje („Toen zat er,
geloof ik, een hoedenzaak
in") zag de jonge leerling-
meubelmaker Rob Boogert
na de ambachtsschool meer
heil in de aannemerij dan in
doorleren. Aanvankelijk
werkte hij bij zijn vader in de
houthandel Wibo - kort voor
Willem Boogert - op het Be
vrijdingsplein, maar samen
met jan de Keizer begon hij
al rap voor zichzelf. „Het
klinkt misschien gek, maar ik
raakte bevriend met een man
die vijftig jaar ouder was dan
ik. Hij woonde op de Mors-
weg en had achter in de Rijn
een groot schip liggen. Dat
was een beetje de gemeen
schappelijke factor. Van hem
heb ik een een hoop geleerd.
Panden verbouwen met na
me. Vooral in de horeca. Zo
kwam ik ook aan de Brande
rij en de Gaanderij die ik sa
men met Peter van der
Hoorn van de grond afheb
opgebouwd."
Boogert verlegde zijn aan
dacht van de bouwwereld
naar de im- en export van
goederen toen Cees van
Gruttingen zijn pad kruiste.
Die stadgenoot gaf eind jaren tachtig lei
ding aan een houtconcessie in Zaïre, een
Canadees ontwikkelingsproject dat werk
bood aan 1700 lokale arbeiders. „Hij had
voortdurend problemen met de aanvoer
van onderdelen. Dat ben ik voor hem gaan
regelen. Van paperclip tot bulldozerbladen,
ik leverde alles. Andersom importeerde ik
daar vandaan ook weer rubber. Hoe ik de
weg wist in de business, hoe ik aan die wijs
heid kwam? Daar staan twee boeken, het
ABC van de handel en de industrie. Staat al
les in. Een telefoonboek erbij èn klaar is
Kees. Ja, zo simpel werkt het. Ondernemen
is gewoon doen. Meer niet."
Het Afrikaanse avontuur kwam abrupt tot
een einde toen Van Gruttingen in Zaïre op
tragische wijze de dood vond. „Het was op
3 oktober 1990. Normaal gesproken was ik
daar ook geweest, maai' je bent Leienaar of
je bent het niet, dus ik was aan het feesten
in de stad. Hij werd doodgeschoten bij een
roofoverval. De enige echte boezemvriend
die ik ooit heb gehad. Er zijn weinig dingen
in mijn leven die me echt hebben aange
grepen, maar dit voorval vatte me bij de
keel. Als een hommage aan Cees, heb ik
mijn zoontje naar hem vernoemd. Hoe dan
ook, het was meteen einde oefening in Afri
ka. Al was ik ondertussen wel verknocht ge
raakt aan dat continent. Ik ben er nog vaak.
Ik doe er nog steeds zaken.
Terug uit Afrika zag hij weinig brood meer
in de bouw. Inplaats daarvan wierp hij zich
op als een moderne Stiefbeen, de hoofdper
soon uit de vroeger zo populaire tv-serie
over een scharrelaartje in oud ijzer. „Ik
kocht me in bij Rob de Nobel die een
schroothandel had in Groenoord. Ik had
nog nooit een arme schroothandelaar ge
zien, dus ik dacht vooruit, gaan we dat
doen. Of geld zo belangrijk is? Het is niet
mijn drijfveer, het is wel gemakkelijk. Het
behoort bij één van de principes die je bij
een dump van dit formaat nodig hebt. Daar
gaat het om tijd, ruimte en geld. Op het be
slissende moment mis je dikwijls net één
van die drie factoren. Heb je de tijd niet om
het te kunnen leveren of het geld niet om
het af te nemen of kom je de ruimte tekort
om het op te slaan."
Dat laatste overkwam hem toen hij, een
maal getransformeerd van schroot- tot
dumphandel, uit de losse pols inschreef op
een aantal kavels van Domeinen. „Een on
gelukje. Zat ik van het ene op het andere
moment met 230 vrachtwagens in mijn
maag, want als je de hoogste bieder bent,
moet je ook afnemen. Ja, dan is het weer
slaappillentijd, hoor, want waar sla je die
dingen op en hoe raak je ze in vredesnaam
weer kwijt. Mijn hele tuin (van de vroegere
De winkel van Sin-
kei van Rob
Boogert achter de
Groenoordhallen.
„Toevallig heb ik
vorige week de he
le handel hier en
op die stellingen
verkocht naar Afri
ka." FOTO HIELCO
KUIPERS
Cortona-stichting aan de Haagweg red.)
stond er vol mee. Maar goed, stopt op gege
ven moment een geblindeerde Cadillac
voor de deur. Weer net als in een film. Stapt
er zo'n Joegoslaaf uit die pooierbak en bin
nen tien minuten was ik los. Alle 230
vrachtwagens in één klap verkocht."
Dat muisje kreeg evenwel nog een staartje.
En dat reikte heel ver. Tot en met vragen in
de Tweede Kamer aan toe. Boogert werd
zelfs beschuldigd van wapenhandel, want
die door de Nederlandse Staat afgedankte
legertrucks reden wel rond in het voormali
ge Joegoslavië waar de oorlog in volle hevig
heid was losgebarsten. „Hoewel ik zestig
procent van mijn handel in het buitenland
omzet, heb ik nooit en te nimmer aan ie
mand wapens geleverd en zal ik dat in de
toekomst ook niet doen. Ik wil 's nachts na
melijk wel rustig slapen. Trouwens, de wa
penleveranties regelt de regering zelf wel.
Nederland is één van de grootste op dat ge
bied in Europa en dan kijken ze mij er boos
op aan als ik paar oude voertuigen lever.
Ironisch, niet?"
Over het leger gesproken; dreigt met het af
schaffen van de dienstplicht zijn tot nu toe
onuitputtelijke bron aan kleding, uitrusting
en voertuigen straks ook niet op te drogen?
Loopt zijn prachtige winkel van Sinkel, die
georganiseerde chaos van containers en
stellingen, die doolhof waarin hij blinde
lings de weg weet, in de toekomst niet leeg?
„Daar dreigt het naar uit te zien, ja. Ik ben
ook al bezig om maatregelen te nemen. De
enige oplossing om goedkoop te blijven, is
tdan om de tussenhandel uit te schakelen.
Het is de kunst om aan particulieren tegen
grosssierprijzen te verkopen, zeg ik altijd
maar. De mamma's en hun kids komen
echt niet helemaal naar deze uithoek van
de stad als ik niet veel goedkoper ben dan
wie dan ook. Naast detailhandelaar ben ik
daarom nu ook grossier. Ik lever bijvoor
beeld matrassen aan asielzoekerscentra en
jeugdherbergen. Voorts heb ik een eigen
kledingmerk. Ja, je moet tegenwoordig echt
de boer op. Het is hard werken wat we hier
met zijn vieren doen. Toevallig heb ik geen
hekel aan werken, dus dat scheelt."
Hij laat nog even een faxje zien, recht
streeks afkomstig van het Kanaaleiland
Guernsney. Met het verzoek of hij zo snel
mogelijk 35.000 legeruitrustingen kan leve
ren, compleet met kistjes en al. „Ik kijk niet
zo snel meer op van een beetje volume, dat
zal je onderhand wel duidelijk zijn. Maar dit
gaat ook mijn pet te boven, hoor. Als ik tien
procent in huis heb, is het veel."
De moraal van het verhaal: er zijn nog gren
zen. Ook voor Rob Boogert.