iBroeikas-theorie is science-fiction' Neetoor Menschapsauteur Nigel Calder rekent in De Grillige Zon af met heersende opvatting el Calder: „De hele menselijke evolutie is een gevolg van klimatologische veranderingen. Zonder die veranderingen zaten we nu nog als chimpansees in de boom." iet de metis, maar de i/i is verantwoordelijk \orde opwarming van 'aarde. Van een oeikasejfect als gevolg in de uitstoot van mtofdioxide is geen fake. Wetenschappers over 'hele wereld hebben et hun 'percomputers aan wnce-fiction gedaan, 'die prachtige tenmodellen hadden et wetenschap niets te aken", zegt Nigel idler. Hij is auteur in De Grillige Zon, een lek dat deze week in igeland, Nederland en Uemarken verschijnt, aarin beschrijft Calder te drie Deense etenschappers in hun ije tijd de broeikas- eorie onderuit talden. „Ze werden EmgsHsiaiaa >T\ e strijd tussen David en Go- I B liath", noemt Nigel Calder de wetenschappelijke con troverse waarvan hij in de Grillige Zon ver slag doet. „Drie Denen die ingingen tegen de wereldwijd heersende theorie dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde." In de wetenschap staan Eigil Friis-Chris- tensen, Knud Lassen en Henrik Svensmark niet langer alleen, maar algemeen bekend is hun opzienbarende ontdekking geenszins. „De tegenstanders, de broeikas-apostelen zullen hun theorie niet zonder slag of stoot prijsgeven", verwacht Calder. Heiligschennis Het idee voor De Grillige Zon werd geboren in mei 1996. „Friis-Christensen vertelde mij toen, vertrouwelijk, dat hij ervan overtuigd was dat de mondiale opwamiing geheel door de zon wordt veroorzaakt. Die overtuiging stond bijna gelijk aan heiligschennis." De interesse van Nigel Calder voor klima tologische veranderingen gaat meer dan twintig jaar terug. „In 1974 verscheen mijn boek The Weather Machine, (de Weermachi ne). Dat was in een periode dat het op aarde koeler was. Daar waren verschillende theo rieën voor. Het zou komen door het stof dat mensen veroorzaken, door de zonnecyclus of door vulkanen. Uitbarstingen van betekenis waren er toen niet, dus leek de zon de beste kandidaat voor de klimaatverandering." Het bleef bij theorieën. „In de jaren tachtig werd het warmer en werden de advocaten van de broeikas-theorie actief. Niet de zon, het stof of de vulkanen, maar de uitstoot van koolstofdioxide was de oorzaak. Zij wisten in onvoorstelbaar korte tijd de klimatologische wetenschap te monopoliseren." Opwarming In 1986 kwam er geld beschikbaar voor on derzoek naar klimatologische veranderingen. Maar 'verandering' stond al gauw voor 'op warming'. In 1989 waarschuwde John Houghton, hoofd van de Britse Meteorologi sche Dienst, dat „de uitstoot van koolstof dioxide en andere gassen die resultaat zijn van menselijke activiteiten de temperatuur op aarde zal doen stijgen." Al in 1992 ondertekenden 160 landen in Rio de Janeiro een Klimaatverdrag waarin af spraken werden gemaakt over de uitstoot van schadelijke gassen. Calder: „De wereld die de handen ineen slaat om de planeet te redden. Prachtig. Een unieke samenwerking. Maar op basis waarvan?" Er waren immers al geluiden die in een an dere richting gingen. „Een jaar eerder al", zegt Calder, „hadden twee Deense weten schappers, Eigil Friis-Christensen en Knud Lassen, in een artikel in Science betoogd dat er een verband bestond tussen de mondiale opwarming en de activiteit van de zon. Maar daar zat dus niemand op te wachten. Ze had den ook geen bewijs voor hun theorie. Daar om werd ze een politiek niet correcte hou ding verweten. Terwijl je van wetenschappers toch mag verwachten dat ze openstaan voor nieuwe ideeën." „De titel van mijn boek (in het Engels The Manie Sun) verwijst naar de activiteiten van de zon. Die kun je omschrijven als manisch- depressief. In een depressieve fase is de zon inactief, dan is het kouder. Is hij manisch, dus heel actief, wat met veel uitbarstingen gepaard gaat, dan wordt het warmer." „Het zou voor de hand hebben gelegen om bij die broeikas-onderzoeken naar klimatolo gische veranderingen de invloed van de zon te betrekken. Dat is niet gebeurd. Een psy chologische blunder. We zien de zon alleen als de lichtbron die 's ochtends opkomt en 's avonds ondergaat. Maar de zon is nooit weg en heeft voortdurend invloed op de weers omstandigheden op aarde." Kort gezegd komt de zonnewarmte-theorie er op neer dat kosmische straling die vrij komt bij explosies van sterren, de vorming van wolken stimuleert. Als de zon in een ac tieve bui is, blaast de zonnewind die kosmi sche straling weg, waardoor het op aarde warmer kan worden. Opzij Mede dankzij ruimtesondes zijn we de laatste jaren veel meer te weten gekomen over de ver reikende invloed van de zon. Calder: „Er kwamen meetresultaten beschikbaar die niet pasten in de broeikas-theorie. De politiek zette deze gegevens opzij. Gesteund door we tenschappers die meer behoefte hadden om de broeikas-theorie te bewijzen dan om het tegendeel aan te tonen. Die houding kom je nog steeds tegen. Pas nog zei iemand tegen mij: 'Ik hou toch maar vast aan de broeikas theorie. Daar kunnen we tenminste iets aan doen.' Dat zegt dan een wetenschapper." Er moest een derde Deen aan te pas ko men, Henrik Svensmark, om het bewijs te le veren voor de theorie van Friis-Christensen en Lassen. „Ook weer iemand die in zijn vrije tijd, zonder financiële ondersteuning, achter de computer ging zitten. Op Internet zocht hij naar klimatologische gegevens. Door deze naast elkaar te leggen kon hij aantonen dat de hoeveelheid bewolking afhangt van de hoeveelheid kosmische straling. Daarmee was een verband aangetoond tussen de acti viteiten van de zon en de temperatuur op aarde." Dat proces, en de strijd tussen 'David en Goliath', wordt door Calder meeslepend be schreven. Het is geen reclame voor de weten schap. „Maar je kunt niet zeggen dat de we tenschap heeft gefaald. Die is hier uiteinde lijk toch op uitgekomen." Boeiend Calder schreef eerder boeken over gerucht makende wetenschappelijke revoluties, zoals de verschuiving van de continenten en de verklaring van de ijstijden. Met De Grillige Zon gaat hij een stap verder. Het is meer ge worden dan het verslag van een wetenschap pelijke ontdekking. Het is een boeiend ge schreven relaas over onderzoekers die feiten negeren of inpassen al naar gelang het hen uitkomt, en over de politiek die zich meester maakt van de wetenschap. De suggestie dat hij met dit boek zijn ge bruikelijke neutrale observerende rol heeft verlaten, wijst hij resoluut van de hand. „Ik ben eerst en vooral wetenschapsjournalist. Ik ga het wetenschappelijke verhaal niet veran deren omdat het niet politiek correct is. Ik heb geen belangen in milieu-groepen of de industriële lobby. Ik geef antwoord op de vraag 'waarom hadden de broeikas-apostelen het bij het verkeerde eind; en hoe slaagden zij er desondanks in iedereen te overtuigen dat ze het wel goed hadden. Dit is een histo risch voorbeeld van hoe je wetenschap niet moet bedrijven. Ik hoop dat zoiets niet nog eens gebeurt, dat mensen hier van hebben geleerd." Een vrome wens. Maar de geschiedenis staat bol van de wetenschappers (Calder haalt er zelf enkelen aan in zijn boek) die zich vergaloppeerden. Niet omdat hun theorie niet deugde, maar omdat ze die theorie als enig juiste aan anderen wilden opleggen. „In 1960 kon je op een Amerikaanse uni versiteit niet aan de slag als je geloofde dat de continenten op drift waren. In 1970 kon je er niet terecht als je dat niet geloofde. Zo'n om slag heeft een jaar of tien nodig. Dat zal hier mee ook wel zijn. Later dit jaar is er in Japan een conferentie over mondiale opwarming. Ik zou me heel goed kunnen voorstellen dat landen die ermee bezig zijn, gewoon door gaan met hun programma's. Een leuke oefe ning voor regeringen om samen te werken. En natuurlijk zijn er genoeg redenen om de uitstoot van schadelijke gassen terug te drin gen. Maar ik ben sceptisch over het resultaat. De enige vertraging in de toename viel te constateren toen het communisme instortte en de fabrieken sloten. Duitsland rekent maar al te graag het oosten mee om aan te tonen dat het wel degelijk iets aan verminde ring doet." Boosdoener Een van de boosdoeners in de 'machtsgreep' van de broeikas-theorie is volgens Calder de toenmalige Britse premier Thatcher. „Houghton van de Britse Meteorologische Dienst vertelde wat zij wilde horen. De Britse steenkoolindustrie stond op instorten, zij was een voorstander van kernenergie en Groot- Britannië kreeg in de Europese Unie voortdu rend kritiek over de ernstige vervuiling in het land. De broeikas-theorie kwam voor haar als geroepen. Thatcher zorgde ervoor dat Britse geleerden een leidende rol kregen in het on derzoek." In 1988 richtten de Verenigde Naties de In- tergouvememental Panel on Climate Change (het internationale regeringsplatform voor klimaatverandering) op. „De ICCP, die onaf hankelijk onderzoek zou moeten verrichten, werd een verlengstuk van de politiek. Je kunt politici moeilijk verwijten dat ze politiek be drijven. Kwalijker is de manier waarop de IC- FOTO UNITED PGHOTOs de Boer 1UR ENGELCHOR CP de media wist te overtuigen dat zijn op vatting de enig mogelijke was. Met de gege vens die in 1990 bekend waren, zou het broeikaseffect juist kunnen zijn. Het was een mogelijkheid die tot waarheid is verheven door een groepje mensen dat ging bepalen welke wetenschappelijke informatie we wel moesten geloven en welke niet." „Houghton verklaarde na de succesvolle conferentie in Rio dat hij uiterst tevreden was met de manier waarop de ICCP de zaak had 'georkestreerd'. Zo zit de wetenschap niet in elkaar. Wetenschap is een anarchistische ac tiviteit van individuen die allerlei ideeën op allerlei manieren bekijken. De strijd is nog niet beslecht. „In Dene marken heeft de ontdekking veel aandacht gekregen. Daarbuiten is het maar mondjes maat doorgedrongen. Drie weken geleden zond de BBC een documentaire uit waarin zogenaamd werd aangetoond dat de weten schappers die de zonnewarmte-theorie aan hangen worden betaald door de olie-indu strie. Ze hebben er in de Verenigde Staten een paar gevonden. Nou ja." Algemeen Enkele maanden geleden droeg Calder, die veel populair-wetenschappelijke program ma's voor de BBC verzorgde, het onderwerp bij de Britse televisie aan. „Ze wilden het niet. Het was 'te algemeen'. En in de Verenigde Staten, die per jaar twee miljard dollar stop ten in onderzoek naar het broeikaseffect, durven ze de publicatie van dit boek niet aan. Te controversieel, zeggen ze. Het ligt vooral politiek gevoelig. Als ik schrijf dat er leven op Venus is, kun je dat onzin noemen. De Grilli ge Zon is gebaseerd op wetenschappelijke waarnemingen." „Mensen praten graag over het weer, maar we weten er maar bar weinig van. De invloed van de zon is door de wetenschap altijd on derschat. En wat weten we nu van wolken? Nog bijna niets. De recente ontdekkingen openen een heel nieuw veld van onderzoek." Kennis van het klimaat hoeft niet automa tisch te leiden tot beheersing daarvan. „Twintig jaar geleden werd er geëxperimen teerd met wolken. Dat onderzoek is stopge zet. Wettelijk en politiek lag dat heel gevoelig. Als je het bij de een laat regenen, haal je het bij de ander weg. Ik moet er niet aan denken dat we het klimaat kunnen beheersen. Dat zou geen zegen zijn voor de mensheid. Kli maatverandering is het enige dat ons ervan weerhoudt om robots te worden die elke dag hetzelfde doen. De hele menselijke evolutie is een gevolg van klimatologische veranderin gen. Zonder die veranderingen zaten we nu nog als chimpansees in de boom." De Grillige Zon is een gezamenlijke uitgave van Schuyt Co uit Haarlem en Natuur Techniek uit Beek. De Nederlandse vertaling is van Eddy Echter- nach. De gebonden uitgave telt 212 blz., mét veel il lustraties in kleur en zwart-wit. Prijs 69,50 gulden. ISBN 90 6097 435 2 ZATERDAG 12 APRIL 1997 Onze Taal Mijn grootvader van moeders kant was van 1880. Hij is overleden toen ik nog op de lagere school zat. 't Was een aardige man, die zijn witte zakdoek zo kon vouwen dat het net een muis was. Die muis nam hij in de linkerhand, en met de rechter hand aaide hij de muis, hem zacht jes toesprekend. Maar de muis bleef niet stil zitten, hoezeer mijn groot vader hem ook vermanend toe sprak. Even ging het goed, maar dan ineens, floep, daar sprong de muis uit zijn hand. Ademloos kon ik ernaar kijken, elke keer weer schrik kend als de muis wegsprong. Ik weet niet hoe hij die zakdoek vouw de; ik heb het later dikwijls zelf ge probeerd, maar het leek nooit op een muis. Meer dan honderd jaar geleden schreef Lodewijk van Deyssel zijn roman 'De Kleine Republiek' (1889). Van Deyssel was toen 25 jaar en mijn grootvader 9. Ik weet niet of mijn grootvader dat boek gelezen heeft. Misschien wel niet, want ze waren gereformeerd en De Kleine Republiek had destijds de naam van een onzedelijk boek te zijn. Maar als hij het gelezen had, dan zou hij er stellig meer van begrepen hebben dan ik. Ik heb het vorige week gelezen, dus 108 jaar na verschijnen, en het valt me op hoe veel woorden erin voorkomen die ik niet ken. Had ik het maar eerder gelezen, bij voorbeeld toen ik tien was, dan had ik hem kunnen wagen: 'Opa, wat is een neetoor?' De truc met de muis heeft hij me nooit ver klapt maar hij zou stellig uitgelegd hebben wat een neetoor is: een grimmig mensch, een kitteloorig mensch, die altijd uit zijn humeur is. Want hij was nog van de oude spelling. 'Opa, en wat is kittelorig?' Kitte loorig is lichtgeraakt. Mijn grootvader zou dat geweten hebben, ook zonder het boek van Van Deyssel te le zen, want in zijn tijd kende iedereen die woorden. Het waren heel gewone woorden. Om de een of andere reden zijn ze in on bruik geraakt, vergeten, uit de taal verdwe nen. Niemand kent ze meer. Zoals zoveel van die woorden. Nu wil ik ook weten waarom een neetoor een neetoor heette. Hoe kwam men aan dat woord? Dat blijkt niet helemaal duide lijk. Het eerste stuk zou 'neet' kunnen zijn, een luizenei. Of ook wel de luis zelf. Vooral de hoofdluis werd zo genoemd. Hoofdluis was woeger een veel voorkomend euvel, met name bij armere mensen. De bestrij ding gebeurde met een netenkam, of in een gevorderd stadium met alcohol; en als dat niet hielp: door het hoofd kaal te scheren. Een netenkop is een hoofd met ongedierte, ofwel een in het kader van de ongediertebe- strijding kaal geschoren hoofd. Het woord netenkop was ook bijzonder geschikt als scheldwoord. De kale neet is trouwens nog steeds in zwang. Volgens mijn bronnen zou neetoor hetzelfde element 'neet' bevatten, maar het is onduidelijk hoe het woord dan zijn betekenis kreeg van 'grimmig, humeu rig'. Ik vraag me af of het niet een samen stelling met 'netel' zou kunnen zijn, wat qua betekenis beter passen zou, maar ner gens vind ik een woord 'netelorig'. Wel kittelorig. De betekenis 'lichtgeraakt, prikkelbaar' zal wel met kietelen of kit telen samenhangen. Waarom het juist oren zijn, weet ik niet. Wel dat het vaker voor komt, want we hebben ook de druiloor, de domoor en de kniesoor. Mijn grootmoeder, ook van moederszijde, die misschien wel eens een neetoor ge noemd mocht worden, kon toch boeiend vertellen over die vroegere bestrijding van de hoofdluis. Bij haar thuis gebeurde dat met petroleum, oftewel pieterolie. Een pro baat middel, waar geen legioen hoofdluizen tegen opgewassen was. Uit voorzorg is ze haar hele leven d'r haar met petroleum blij ven wassen, elke week. Dat heeft ze tot haar dood toe volgehouden en ze is tot ver in de tachtig geworden. Nooit luis gehad. Wel stonk het altijd vreselijk naar petroleum. Is honderd jaar veel? Ja en nee. Van Deyssel stierf in 1952. Mijn grootvader in 1961. En ze namen een massa woorden mee het graf in. Woorden die zij nog ge bruikten maar wij niet meer. Alleen in kruiswoordpuzzels komen ze soms nog voor. Als ik denk aan die springende zak doekmuis van mijn grootvader, en aan die penetrante petroleumgeur in hun huis, dan lijkt die afstand van 100 jaar toch even niet zo heel groot. Neetoor. Wat een woord! Zachtjes zeg ik het nog een paar keer: neetoor, neetoor, nee toor. Ik aai het woord en spreek het vrien delijk toe. Dan, als het floep uit mijn hand uil springen, dan neem ik het op en doe het in een doosje. Op het doosje schrijf ik: 'Nee toor'. Zo kan ik het makkelijk terugvinden als ik het nog eens nodig heb.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43