Boeken Elke literatuur heeft een Gerrit Komrij nodig Joods leven in hart van het Derde Rij Victor Klemperer Don Quichot, de weergaloze dolende ridder Willem Bijsterbosch verpakt ontluister fraai in eerste roman 'Van de Wachtei D Aardse poëzie van D' Annunzi ZATERDAG 12 APRIL 1997 Dagboeken Victor Klemperer 'moedigste boek' over Tweede Wereldoorlog LITERATUUR RECENSIE HANS WARREN Gerrit Komrij - Pek en zwavel. Polemieken en essays - een keuze Uitgeverij De Ar beiderspers. 280 pag., 25.00 Gerrit Komrij (53) laat in een voorwoord bij Pek en zwavel, een bloemlezing uit zijn essays, 'prof. dr. Teun Onderwater' op merken: 'Het was de wens van de uitgever iets van een palèt te presen- - teren, iets van een i waaier als het ware om de veelzij digheid van het werk van mijn vriend Gerrit Kom rij te beklemtonen'. Het boek is vooral een voorgerecht dat honger wekt naar meer, naar al le verwoestende boekbesprekingen alle televisiekritie ken uit Horen, zien en zwijgen, naar alle persoonlij ke bespiegelingen uit Intimitei ten, naar èille opmerkingen over kunst uit Kijken is bekeken wor den. Inmiddels vangen we in deze onlangs verschenen keuze een glimp op van de vele aspecten van Komrij. De vrolijke en de sombere, de venijnige en de wijze, de uitdagende polemist en de behoedzame autobio graaf. Dat laatste wijt hij aan zijn afkomst uit Winterswijk: 'Hij schuwt het blootleggen van lichaam én ziel. Hij is overal en altijd geharnast.' Maar wat in deze uitgave vooral ook aan het licht komt is de profetische Komrij. Stukken van tien, twin tig jaar geleden blijken nog niets van hun waarde verloren te hebben. Wat natuurlijk ook aan de omstandigheid ligt dat de wereld niet naar deze profeet wil luisteren. Ten aanzien van de huidige minister-president gelden nog altijd Komrij's woorden: 'Als Wim Kok het nog ooit tot voet noot wil schoppen in de vader landse geschiedenisboekjes zal hij toch, even afgezien van zijn indrukwekkend progressieve daden, iets memorabels moeten zeggen.' Zijn oude bedenkingen tegen het Nederlandse vreem delingenbeleid ('het hangt van pesterij en haat aan elkaar') blij ken allerminst verouderd. De kritiek op het televisiejournaal van jaren terug is ook vandaag nog he lemaal toepasselijk: 'Het TV-journaal wordt niet gemaakt door felle nieuwsja- gers, maar door met zichzelf tevreden le den van een gezellig heidsvereniging.' Zelfs zijn boekbe sprekingen worden maar niet belegen. Bij herlezen maak ten die stukken over literatuur op mij de meeste indruk. Hier is zijn hartstocht het grootst, over dit on derwerp kan hij zich het hevigst opwinden. Het leidde tot hoog tepunten van polemiek. Bij voorbeeld: 'In de laatste roman van Bernlef, Sneeuw, komen drie kleingheden voor die me niet bevallen: het verhaal, de stijl en de zogenaamd onderlig gende gedachtegang.' Hij toon de aan 'waarom Harry Mulisch geen echt groot schrijver is'. Hij rekende definitief af met Bertus Aafjes ('handelaar in voetpleis ters en likdoornzalfmaar ook met de Vijftigers ('Deze bejaar de bessen, die, uitgepraat, toch het laatste woord willen heb ben'). Het is jammer dat hij beslo ten heeft dat hij zijn tijd nutti ger kan besteden. Want eigen lijk heeft elke literatuur een Gerrit Komrij nodig. Oude lite raire oplichters zijn inmiddels herrezen en nieuwe artistieke charlatans hebben vrij spel, zonder zijn pek en zwavel. Deze bloemlezing maakt nog eens duidelijk dat we een onmisbare stem moeten missen. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, woonden er een half miljoen joden in Duitsland. Velen van hen emigreer den, de meeste achterblijvers werden vermoord. Maar Victor Klemperer (1881 - 1960) bleef èn overleefde de na zi-tijd. In 1995 verscheen zijn dagboek over die periode. In Duitsland en elders trok het sterk de aandacht. Nu is de Nederlandse editie uitgekomen onder de titel Tot het bittere einde. DAGBOEKEN RECENSIE HANS WARREN Victor Klemperer - Tot het bittere einde Dagboek 1933-1945. Geselecteerd, ver taald, van noten en een nawoord voorzien door W. Hansen. Uitgeverij Atlas, twee delen gebonden in cassette, prijs ƒ149,50. Het dagboek over de jaren 1933 - 1945 van Victor Klempe rer, Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten, is één van de grootste literaire sensaties van de laatste tijd. De vertaalrechten werden voor grote bedragen verkocht, een televisieserie is in voorbereiding. De opschudding over deze uitgave is volkomen begrijpelijk. Klemperer was een Duitse jood die, onder meer omdat hij met de 'Arische' Eva Schlemmer was getrouwd en in de Eerste We reldoorlog aan het front had ge vochten, aan de dood ontsnap te. Hij schreef gedetailleerd en intens over alles wat hij mee maakte in zijn dagboek. Met zijn journaal was hij trouwens al in 1918 begonnen en hij zou er mee doorgaan tot zijn sterfjaar 1960. In 1996 verscheen zijn dag boek van vóór de nazi-tijd in Le- ben sammeln, nichtfragen wozu und warum. Dit jaar zullen de na-oorlogse aantekeningen uit komen. Maar Klemperer is toch vooral beroemd geworden door zijn verbijsterende notities over het tegenstrijdige leven van een jood in het hart van het Derde Rijk. Klemperer wilde trouwens helemaal niet joods zijn. Zijn vader was weliswaar rabbijn ge weest, maar hijzelf was al in 1912 tot de Evangelische Kirche toegetreden. 'We horen nu veel over Palestina; het kan ons niet bekoren. Wie erheen gaat, ver ruilt nationalisme en bekrom penheid voor nationalisme en bekrompenheid', noteerde hij op 9 juli 1933. Hij voelde zelfs sympathie voor de arabieren die uit het Heilige Land verdreven dreig den te worden. En in 1939 her haalde hij: 'Het lijkt me regel rechte waanzin als nu in Rho- desië of ergens anders joodse staten zouden worden gecre- eerd. Men laat zich door de na zi's duizenden jaren achteruit- zetten.' Volgens hem waren de Duitse joden eerst en vooral Duitsers. In elk geval kon hij over zichzelf vaststellen: 'Libe raal en Duits for ever.' Steeds weer benadrukt hij Duitser te zijn en met een zuiver geweten de Duitse zaak te vertegenwoor digen. Niet hij, maar de ande ren waren afgedwaald: de natio- naal-socialisten konden in zijn ogen geen échte Duitsers zijn. Van de andere kant werd juist benadrukt dat joden in feite geen Duitsers waren. Joodse boeken in de Duitse taal moes ten als 'vertalingen' worden aangeduid, vond men bijvoor beeld. En met steeds hardere middelen werden hij en de an dere joden buiten de maat schappij geplaatst. Zo raakte hij in 1935 zijn betrekking kwijt aan de Technische Hochschule van Dresden, waaraan hij als hoogleraar Romaanse Studies •was verbonden. Na de oorlog Victor Klemperer (1881 -1960) bleef vooral hopen. publiciteitsfoto kreeg hij zijn baan overigens schen Literatur im 18Jahrhun- weer terug. Hij zou de rest van dert. z'n leven in Oost-Duitsland blij ven wonen en in 1952 werd hij onderscheiden met de Staats- De dagboeken, negenduizend pagina's dik, belandden in een bibliotheek. Blijkbaar vond men prijs van de DDR voor Kunst en het in de DDR niet opportuun Literatuur. Hij publiceerde ver- het ego-document te p'ublice- schillende boeken waaronder ren. Maar Walter Nowojski een Geschichte der französi- een student van Klemperer zag in dat het om een belangrijk geschrift ging. Samen met Christian Löser gaf hij het jour naal twee jaar geleden uit. Niet integraal trouwens: herhalin gen, leesverslagen en andere minder geslaagde notities wer den geschrapt. In de pas uitgekomen Neder landse versie van W. Hansen wordt nog wat strenger geselec teerd. Een heel lpesbare verta ling, al schemert door termen als 'grondstuk' het Duits soms te veel door het Nederlands heen. Dat 'grondstuk' kocht Klemperer om een huis op te la ten zetten, hij betrok het in 1934. Het is tekenend voor de tegendraadsheid van de man: terwijl alles om hem heen in stort, gaat hij bouwen! Hij liet zich niet intimideren of weg pesten, al overwoog ook hij wel eens om in het buitenland een nieuw bestaan te beginnen. Maar hij blééf dus en voor al ook bleef hij hopen. Steeds weer meent hij signalen te zien die er op wijzen dat het regime er slecht voorstaat en alle steun bij de bevolking heeft verspeeld. Aan de andere kant verklaart hij op 16 januari 1935: 'In het rijk wil 90 procent de Führer en de knechtschap en de dood van de wetenschap, van het denken, de geest en de joden.' Bijna iedere notitie in dit dag boek is lezenswaardig, maar er zijn twee hoogtepunten. Heel mooi is zijn verslag over de acht dagen die hij in de zomer van 1941 in de gevangenis door moet brengen, omdat hij verge ten had een raam te verduiste ren. Nóg indringender is zijn re laas over het verwoestende bombardement op Dresden van februari 1945. Deze luchtaanval zou meer dan honderdduizend levens kosten, maar zijn leven is er mogelijk door gered. Zijn jo denster kon hij eindelijk afleg gen: bij de autoriteiten was de chaos zo groot dat niemand hem' nog als jood kon herken nen. Klemperer was goes i hoogte van de joder.y 1944 had iemand hen 'dat er zes tot zeven n den afgemaakt zijn (n; ger: doodgeschoten en Zelf had hij met de m> rende en vernederend gelen te maken gelcrt baan kwijt,' zijn huis zijn rechten verion voorts. Vooral het opc de Gestapo was zenin tot de aanval op Dresd er steeds huiszoeking ren en dreigementen g Maar het leven v joodse man in een sta ers was niet helemaal i en dat is misschien hi sendste van Tot het i> de. Door de gewone pc j hij hoffelijk behande denavond, meneerde: De situatie gaat verai krijgt uw functie ten een agent zelfs. De of stanties onthouden b nen voor allerlei leve; len: diverse leverancii hem de spullen Klemperer leidt daanii der twijfel ervaart heti denvervolging als e fout.' Soms wordt hij uitge wanneer hij met zijn straat loopt. Maar eris mevrouw die hem spoi hand geeft met de \vo weet wel waarom!' Ee dame schiet hem te neer zijn boodschap; het trottoir rollen: mijn ster hebben g was een demonstratie hele kleine lichtpuntjt duistere oceaan van h het gaf hem enige mo; om door te gaan met li denken, met schrijven aan dit jout misschien wel het boek is dat over de Tw reldoorlog bestaat. Barber van der Pol geeft klassieker nieuwe kans op Nederlands bestaan ROMAN RECENSIE LU LU CO CO LU NOP MAAS Miguel de Cervantes Saavedra - De vernuftige edelman Don Qui chot van La Mancha. Vertaald door Barber van de Pol Uitgeverij Athenaeum-Polak Van Gennep, twee delen in een cassette, pnjs )25,00. Wie kent niet Don Quichot, de moedige ridder die tegen windmolens vocht omdat hij dacht dat het reuzen waren en die twee kudden schapen aanzag voor elkaar bestrijdende legers. Zijn avonturen zijn in talrijke bewerkingen gedrukt en ze werden ook verfilmd en tot musical bewerkt. En zoals dat vaak gaat: de kennis van Don Quichot is meestal tweede hands: weinigen kennen uit eigen lezing het boek waarnaar de musical is gemaakt. Daarmee ont houdt men zichzelf een groot genoegen. Want niet voor niets geldt Don Quichot als een hoogtepunt uit de romanliteratuur. Het verhaal is eigenlijk zo simpel als wat. Een voor het overige zeer verstandige rentenier van het Spaanse platteland raakt door het lezen van teveel ridderromans zozeer ondersteboven, dat hij het in stituut van de dolende ridder nieuw leven wil inbla,- zen. Dergelijke ridders houden zich bezig met 'de verdediging van koninkrijken, de bescherming van maagden, de hulp aan wezen en onmondige kinde ren, de bestraffing van hovaardigen en de beloning van nederigen'. Ze verrichten hun moedige daden tot meerdere eer en glorie van een dame op wie ze uitzichtloos verliefd zijn en ze laten zich terzijde staan door een schildknaap. Tegengewerkt worden ze door tovenaars die de werkelijkheid op ongele gen momenten vervormen. Don Quichot is een wandelende encyclopedie op het terrein van het dolende ridderschap en vaak bereikt Cervantes fraaie ironische effecten, door zijn hoofdpersoon allerlei dingen te laten navolgen die hij in de romans gelezen heeft. Eerst trekt Don Quichot er alleen op uit, maar even later voorziet hij zich van de diensten van Sancho Panza, een eenvoudige boer, die een uiterst vermakelijke mix van nuchterheid, domheid, trouw en hebzucht vertoont. Twee tochten maken ze op het paard Rocinant en een ezel. Steeds weer stort de tragikomische Don Quichot zich hals over kop in avonturen. Onveranderlijk geeft hij blijk van zijn moed en zijn verblindheid en meestal eindigen de avonturen met stokslagen of stenenregens op de onvervaarde ridder en zijn knecht. En hoewel de af loop van de avonturen vaak te voorzien is, weet Cervantes ze toch interessant te houden. Superieur schrijver Hij is een superieur schrijver, die alle trucs op de lezer loslaat die denkbaar zijn. Het boek is een avonturenroman, maar er zitten ook gedichten en verhandelingen in. Vooral in het eerste deel krijgt het boek soms het karakter van een raamvertelling. Het meest superieur is het tweede deel, waarin de auteur onder andere commentaar levert op de fou ten die hij in het eerste deel heeft gemaakt. Virtuoos verkent Cervantes de spanning tussen fictie en werkelijkheid. Een prachtige ironiserend effect bereikt bij bijvoorbeeld door de gek Don Qui chot aan Sancho Panza te laten uitleggen dat 'alles wat met dolende ridders te maken heeft doet den ken aan hersenschimmen, dwaasheden en stom miteiten', omdat voortdurend tovenaars ontrege lend in de weer zijn. Hij zegt dat bovendien in een situatie, waarin hij besloten heeft te gaan spelen dat hij gek geworden is van wanhoop en verdriet om zijn geliefde Dulcinea (van wie hij niet eens weet hoe zij er uitziet). Tussen heer en knecht ont spint zich vervolgens een dialoog over de vraag wie van beiden het gekst is. De roman Don Quichot presenteert zichzelf als een parodie op de ridderroman. Zelfs laat Cervan tes de titelheld op zijn sterfbed tot het inzicht ko men dat hij door de lectuur van die boeken ver- ROMAN RECENSIE WIM VOGEL Willem Bijsterbosch - Van de Wachters. Uitgeverij Anthos, prijs f26,90. Wat gedichten, een paar novellen, éfen enkele ro man: uitgebreid is het oeuvre van Willem Bijster bosch niet. Maar het is wel mooi proza dat deze fijnschrijver publiceert: goed verzorgd, knap van stemming, bijzonder in zijn details en typeringen. Zijn eerste roman, Van de Wachters, is nu ver schenen. Even perfect van stijl en sfeer, met meer verlatenheid en teloorgang en nog veel minder actie. In een nietgenoemde stad waarin zonder veel moeite Rotterdam te herkennen valt, lopen we een paar dagen mee met Addi Tasso, al zeventien jaar ziekenbroeder. In de eerste zin wordt hem de dood aangezegd van zijn vriend Ronald Herme lijn, een Hindoestaanse Surinamer. In de slotali nea's is Ronald overleden en klinken de laatste, navrante woorden: 'en de boze god sliep.' Als een conclusie en een aanklacht. In twee weidse, concentrische cirkels vertelt Bijsterbosch zijn verhaal. Die cirkels raken en overlappen elkaar, verwijderen zich dan weer maar verwijzen altijd naar titel en thematiek: de mens die weinig anders kan doen dan wachten op de ontluistering, dan wachten op de dood. Als ziekenbroeder heeft Addi de zorg voor een tiental zeer oude mannen: dementerend, terugvallend in oude, kinderlijke rollen. Hun levens van vaak meer dan tachtig jaar zijn verschrompeld tot een enkele maand, een week, de vorige dag. Hun ver simpeling, die tegelijk een intensivering is, en hun sterven worden door Bijsterbosch confronte rend èn liefdevol opgeschreven. Dwars door dat grote sterven van de oude mannen heen, zijn er dé jonge jongens, is er de dreiging van Ronalds dood. Zijn ziekte wordt niet genoemd maar laat zich raden, gegeven de ho moseksuele circuits waarbinnen de roman speelt. Ruim honderdvijftig pagina's is Addi op zoek naar Ronald. Tijdens zijn omzwervingen door de stad, die door zijn intimiteit een dorps karakter krijgt, ontmoet hij oude en nieuwe vrienden en ieder een. soms zelfs 'ieder voorwerp had een verhaal met zijpaden, dat verteld moest worden.' Als hij Ronald eindelijk gevonden heeft, is de laatste ge storven. Fijnschrijver Willem Bijsterbosch publiceertf Schrijnende en komische taferelen sen sterbosch ons. De coming-out van een tigjarige die tenslotte toch zestig jaren b door angst en schuld en twijfel opzij we ten. Een iiichtensauna, 'een donkere, vie mannenclub' waarin veel gezocht en vonden wordt. In zijn wijze van vertellen verhalen re verhalen oproepen lijkt Bijsterbosc plichtig aan Reve. Ook zijn typeringen ro geest van de oude meester op: 'het Roem gertje', 'grote rakkerogen' en 'een ong beest in smetteloos ziekenbroeders Authentiek is Bijsterbosch' vermogen a tuaties subtiel te registreren, waarin steeds meer loslaten omdat ze wetend wachten is op de dood. blind was. Maar er is natuurlijk meer aan de hand. De figuur van Don Quichot is in de afgelopen eeu wen door vele schrijvers en denkers van interpreta ties voorzien. Ook Multatuli heeft zich over het boek uitgelaten. Hij ziet er veel meer in dan een pleidooi tegen Dolende Ridderschap. Voor Multa tuli is het een klassiek, dat wil zeggen: voor alle tij den bruikbaar boek, 'omdat er in geschetst wordt hoe de wereld zielenadel bestrydt, en, wat er gele den wordt door de onnozelen die dit niet weten. Het geheel is één kreet van'smart, waaraan wy dan ook den humor te danken hebben, die 't doortin telt.'. Niet ten onrechte beschouwde Multatuli zich zelf als een moderne Don Quichot. Overal waar hij de verdrukte onschuld ontwaarde, was dat voor hem een 'voorwendsel om even dwaas te zyn als de ridder van La Mancha'. Leesbaar In de loop van dé afgelopen twee eeuwen werd met een zekere regelmaat geklaagd dat het werk van Cervantes, en in het bijzonder zijn Don Quichot, in Nederland niet de waardering kreeg die het ver diende. Cervantes (1547 - 1616) publiceerde de twee delen over zijn dolende ridder in 1605 en 1615. Al vóór de publicatie van het tweede deel ver schenen er Franse en Engelse vertalingen. Het im mer vertaalvreugdige Nederland kreeg zijn eerste vertaling pas in 1657. Deze eeuw hebben we het vooral moeten doen met bewerkingen van de 19de- eeuwse vertaling (1854 - 1859) van C.L. Schuller tot Peursum en met die van van J.W.F. Werumeus Bu- ning uit 1941 - 1943. Barber van de Pol is de negende vertaler van Cer vantes' meesterwerk in het Nederlands en ze heeft er een prachtig leesbaar boek van gemaakt, dat Don Quichot een nieuwe kans geeft op een Neder lands bestaan. Haar opzet was het werk van Cer vantes zoveel mogelijk voor zichzelf te laten spre ken. Het is inderdaad wonderbaarlijk hoe dit boek vier eeuwen lang fris en toegankelijk is gebleven. Niettemin zou de lezer wel degelijk gebaat zijn ge weest met een aantal verklarende noten. In deze fraai uitgegeven nieuwe vertaling zijn de 377 illu straties opgenomen die Gustave Doré in 1863 bij de roman vervaardigde. POËZIE RECENSIE NOP MAAS Gabriele d'Annunzio - Madrigalen van de zomer. Vertaald, ingeleid en toege licht door Frans van Dooren. Uitgeverij Athenaeum - Polak Van Gennep, prijs 45,00 (gebonden). In de klassieke studie The ro mantic agony van Mario Praz wordt Gabriele d'Annunzio (1863 - 1938) opgevoerd als de meest monumentale figuur van de decadente beweging. Wie in dit nieuwe fin de siècle de bloemlezing gedichten Ma drigalen van de zomer ter hand neemt, zal daarom ver rast worden door de vitalisti sche en optimistische gedich ten die hij erin aantreft. Af en toe treft een vleug weemoed naar de voorbije jeugd, maar overheersend zijn de lofzan gen en de natuurlyriek. Met enig pathos bezingt D'Annunzio de zinderende Italiaanse zomers, steden als Ferrara, Pisa en Ravenna, en het vaderland Italië, Het is aardse poëzie over herders met hun schapen in de Abruz- zen, over een meute jachthon den in het Lombardische laag land en over een oude boer (de 'eerbiedwaardige echtge noot van de Aarde') met een gezicht 'dat door de hoge/ leeftijd onzichtbaar is door ploegd, zodat/ de kromme en rechte rimpels voren lijken'. In de bloemlezing Madriga len van de zomer zijn de Itali aanse teksten afgedrukt de vertalingen van Frar Dooren. De vertaler leid bundel in met een biogi - opstel van dertig bladi waarin de lezer ken® maken met het buitenge avontuurlijke leven 1 briele d'Annunzio. D'Annunzio is niet a schepper van een gi en veelzijdig literair Hij was ook een tot ik beelding sprekend soó guur. een vrouwenvertf (hij had onder andere e larie met de beroemde e Eleonora Duse), een oorjogsvlieger en de leidt een opstand in Fiume (15 Don Quichot in zijn studeervertrek, omringd door hersenspinsels uit ridderromans. gravure gustave doré

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 10