pas leren OPVANG lezen of schrijven Eerst lachen, dan Shoarmazaak moet langer open dan café' het centrum Leiden Regio 'Politiek moet eind maken aan absurde lastenverzwaring' Renverbod voor honden bij Klinkenbergerpias Iedereen mag meepraten over het Leidse horecabeleid. Bezoe kers van cafés en restaurants bijvoorbeeld, de eigenaren daar van en mensen die in de buurt van zulke uitgaansgelegenhe den wonen. Alles is bespreekbaar, zo zegt de gemeente Leiden die wil weten wat de wensen ten aanzien van de horeca in de stad zijn. Moeten er meer terrasjes komen, meer disco's of juist minder, moeten de sluitingstijden ruimer worden, of moet er strenger worden gecontroleerd? Het Leidsch Dagblad laat in het kader van het horecadebat Leidenaars aan het woord over hun wensen, klachten en ideeën. Vandaag M. Zaki van shoarmazaak Nefertiti. „Op zaterdag mag ik tot drie uur 's nachts open zijn, terwijl er in mijn buurt ook een shoarmazaak is zonder vergun ning. Die moet dus om 12 uur dicht. Om kwart over drie kre gen wij eens dezelfde bekeu ring. De ene zaak mag dus zo maar drie uur langer openblij ven, terwijl ik na een kwartier het haasje ben. De dienstdoen de agent heeft geen idee wie een vergunning heeft en wie niet. Dus trekken ze gemakshal ve één lijn, waarmee'ze zelf al tijd goed zitten. Maar wat is mijn vergunning dan nog waard?" Volgens Zaki is niemand te vreden over het huidige beleid. „Daarom wil ik dat de gemeen te alle eetgelegenheden de mo gelijkheid biedt om een uur lan ger open te zijn dan de kroegen. Het zou formalisering van de praktijk betekenen. Alleen de angst voor een controle ben je kwijt." Een ander voordeel van het extra openingsuur is het ge spreide vertrek van de stappers. „Mensen die wat eten ontnuch teren alvast en je voorkomt dat iedereen in één keer op straat staat. Experimenten met soort gelijke vergunningen of vrije sluitingstijden in andere steden, hebben een daling van de cri minaliteit tot gevolg gehad. Dat weet de politie ook. Die wil ook wel meewerken, maar is ver plicht het gemeentelijk beleid uit te voeren. Veel politiemen sen komen hier in hun vrije tijd zelf ook een broodje halen op tijdstippen dat ik eigenlijk niet open mag zijn." Zaki woont al 23 jaar in Ne derland en heeft een bewogen leven achter de rug. Als afgestu deerd psychiater had hij drie jaar een praktijk in Egypte. Maar na de oorlog met Israël in 1973, waaraan hij als dienst plichtig soldaat deelnam, keer de hij zijn geboorteland de rug toe. Even woonde hij in Frank rijk om vervolgens naar Neder land te gaan. Zijn gebrekkige beheersing van het Nederlands deed hem besluiten zijn studie aan de Sociale Academie in Den Haag vroegtijdig te beëindigen. Achttien jaar geleden opende hij Nefertiti. Zaki is getrouwd met een Nederlandse vrouw en heeft twee kinderen. Hij houdt van Nederland en Leiden, maar is kwaad op de gemeente. Al jaren strooit de gemeente met mooie praatjes. Leiden moet bloeien, vindt zij. Dat vind ik ook. Maar daarvoor is ruimte voor de horeca nodig. De ge meente bood de mogelijkheid om heel veel shoarmatenten naast elkaar te openen. Ik vroeg waarom dat mocht. Want zo ru ineer je elkaar. Het antwoord was 'vrije economie'. Maar hoe vrij is de economie, als ik ver plicht dicht moet op het tijdstip waarop ik het meeste kan ver dienen?" Ze ontvluchten dictators, religieuze dwang of gewoon armoede. In het Opvangcentrum (OC) in Roomburg wachten ze op de beslissing op hun asielaanvraag. Zo'n 600 mensen zitten er gemiddeld een paar maanden in de witte units langs de A4. Ze zijn omringd door een staf van juristen, hulpverleners en vreemdelingenpolitie. De opvang is 'sober, doch humaan', het motto van de opvangorganisatie voor asielzoekers, de COA. Een serie over het dagelijks leven in een vluchtelingenfabriek. Vandaag deel drie: de kinderen op vluchtelingenschool 't Meer. De vorige afleveringen stonden op 25 maart en 1 april in deze krant. te stimuleren op tijd naar school te komen. Het lo kaal vult zich met de geur van Leger des Heilstruien die te lang in vuilniszakken zaten. „Zusje ziek, wa terpokken, pukkels overal?" Bernadette wijst op haar hoofd en buik. Als ze praat, communiceren haar handen mee. De zinnen bestaan uit hooguit drie woorden. De kinderen lopen slaperig rond, al OAG 8 APRIL 1997 Schoolwerkplan in Leidse 'vluchtelingenfabriek' staat bol van de verplichte volzinnen De hertaxatie van de huizen in Leiden spekt de gemeentekas onnodig veel. Bovendien wor den de inwoners met een 'ab surde lastenverzwaring' ge confronteerd. Dat beweert Lei- denaar Henk van den Brandt in een brief aan alle raadsle den. Daarin roept hij hen op om maatregelen te nemen. De nieuwe wet Waardering Onroerende Zaken verlangt van gemeenten dat zij de waarde van de huizen op nieuw bepalen. Dat is inmid dels gebeurd en voor veel in woners betekende dat een fors hoger OZB-tarief. Op die waardestijging heeft Van den Brandt niets aan te merken. „Daar zit hem de pijn niet Die wordt namelijk ver oorzaakt omdat u, dames en heren raadsleden, de tarieven niet hebt verlaagd." Weliswaar heeft Leiden geprobeerd de lastenstijging te ondervangen met een lagere afvalstoffenhef fing en met het afschaften van het lozingsrecht, maar die compenseren de stijging van het OZB-tarief lang niet af doende, vindt Van den Brandt. Bovendien stelt de Leide- naar vast dat de voorlich tingspagina van de gemeente, waarin zij enkele weken terug de hertaxatie toelichtte, mis leidend was. „Daaruit blijkt dat u ervoor gekozen heeft de totale belastingopbrengst niet verder te laten stijgen." Van den Brandt denkt dat dat nu wel degelijk is gebeurd. Ter illustratie heeft hij het effect van de hertaxatie voor hem en twee buren uitgere kend en de cijfers aan de brief toegevoegd. De waarde van zijn eigen woning is gestegen met 187 procent. Hij is aan het eind van dit jaar 35 procent (ruim driehonderd gulden) meer kwijt aan gemeentelijke belastingen. De gevolgen voor zijn buren zijn nog nadeliger de één be taalt volgend jaar een kleine zeshonderd gulden meer voor de lasten (stijging 75 procent) en de ander zelfs duizend gul den (stijging 115 procent). Van den Brandt in zijn brief: „Ik verzoek u dringend de juis te maatregel te nemen om de teveel ontvangen belastinggel den terug te geven. En de eni ge juiste oplossing is de tarie ven met terugwerkende krach zodanig te verlagen, dat de to tale belastingverhoging per ge zin binnen een marge van tien procent blijft." OEGSTGEEST MAARTEN KEULEMANS De hond mag bij de Klinkenber gerpias binnenkort niet meer vrij rondrennen. Als het aan B en W van Oegstgeest ligt, moe ten viervoeters overal rond het water aan de lijn. Oegstgeest wilde aanvankelijk alleen een aanlijnplicht op de ligweide bij de plas. Totdat Warmond en Sassenheim, de gemeenten waar de plas ook onderdeel van uitmaakt, anders besloten. Van de beide buurgemeenten van Oegstgeest mogen honden he lemaal nergens bij de Klinken bergerpias los. Oegstgeest is van plan zich bij het besluit van Warmond en Sassenheim neer te leggen, om dat de situatie rondom de plas anders te onduidelijk zou wor den. Als de gemeenteraad ak koord gaat, blijven er binnen de Oegstgeester gemeentegrenzen nog zes plaatsen over waar de hond los mag lopen: het Bos van Wijckerslooth, het plant soen aan de 'dorpse' kant van het Oegstgeester kanaal, het hondentoilet aan de Irislaan en de groenstroken langs de Abts- poelweg, de Hofdijck en onder de hoogspanningkabels in Haaswijk. 1 tyenaren ontevreden over horecabeleid gemeente Het lijkt een zinloze opgave, kinderen naar school dwingen die geen enkele zekerheid in hun leven hebben. leen de stem van Afghaanse Mosamel klinkt boven alles uit. Voor hem is de wereld al snel te klein. En vooral zo rustig. Van het gedoe rond het ontbijt maakt hij gebruik om bij zijn vriendjes langs te gaan en dat is zo'n beetje de hele klas. Bernadette houdt hem voortdurend in het oog. Helder sloft ondertus sen weg om zijn tanden te poetsen. Hij is in Bat- manshirt en ruitjesbroek. Zijn veter is los, maar hij merkt er niets van. Geconcentreerd probeert hij de tandpasta uit de tube te kijken. Het is een rare school. Geen ouderavonden, geen rapporten, geen huiswerk, nauwelijks vergaderin gen, een paradijs voor leraren. Je moet alleen tegen de racistische taal op verjaardagsfeestjes kunnen. Want niet iedereen snapt datje les geeft aan vluch telingen. Tijdens de lunch in de lerarenkamer ko men de verhalen. Bernadette, haar collega's Ludo Nagelkerke, Thil Hoogeveen en Dorothe Mijnders krijgen aardig wat te verstouwen. Maar niet alleen in Nederland zijn er racisten, ook in Iran, of Irak of So malië. „Dat vond ik wel schokkend, ja, die discrimi natie onderling", zegt één van hen. „Je verwacht toch een soort onderlinge solidariteit in die ellen de." Zij zette ooit een Iraanse moeder de klas uit. „Ze wilde niet dat haar kind naast een zwart jonge tje zat." Maar sommige zwarte jongetjes zijn ook niet mis. De leraren hebben barre herinneringen aan de So- maliërs, die waren zo agressief. Stammenoorlogen werden vrolijk voortgezet op het schoolplein. „Ik vroeg me wel eens af, moet dat nou integreren in Nederland?" Het is allemaal zo tegenstrijdig. Want diezelfde Somalische kindertjes kunnen schattig zijn, en het zijn echte schoonheden. „Ze ruiken zo lekker naar cacaocrème, heerlijk!", roept de leraren- kamer. Je voelt ze op de rem trappen. Die blanke onderhuidse angst om racistisch te zijn, zelfs bij mensen die hun werk op feestjes moeten verdedi gen. „Luister, we generaliseren niet, we oordelen op grond van wat we meemaken." Ineens haast iemand zich naar de ramen en doet de gordijntjes dicht. Tussendoor zijn nog net twee kop pies te zien. Ze staan hier soms met tientallen tij dens de hele lunchpauze en staren naar de juffen. Die worden daar wat zenuwachtig van. Sommige kinderen staan om half acht 's morgens al voor de deur. Ze vinden het heerlijk op school. Soms moet een leerkracht ze doodziek naar 'huis' sturen. 'Huis', dat zijn die witgrijze units, waar ze met het hele ge zin op een kamertje zitten. In de bus naar het schoolzwemmen geeft Maarten een perfecte imitatie van een Arabische koopman: „Nggha, hllè, abbgh!" De kinderen liggen in een deuk. Madhia uit Iran is gisteren aangekomen, een engeltje met fraai gebloemde hoofddoek. Ze kijkt met grote pretogen naar zijn voorstelling. Eenmaal in de kleedkamer vertikt ze het een badpak aan te trekken. Een landgenootje vertaalt: „Mag niet van mijn moeder." Bernadette dringt aan, kom op, alle maal meisjes hier, maar ze stuit op een muur van achtjarige onverzettelijkheid. Uiteindelijk gaat Madhia in geleende joggingbroek en sweatshirt het water in. Voor het eerst in haar leven. Ze glanst in het zonlicht. Intussen stapt Helder als een oude rei ger door het water, de schouderbladen puntig op zijn smalle lijf. Als iedereen bezig is, en niemand hem meer ziet, duikt hij het water in. Zomaar, voor de lol. 4e shoarmazaken in Leiden 3 e^"pt grote onvrede over het xabeleid. De kritiek van de Sparen betreft vooral de ge- iaer'Ifbehandeling van deze me- an aeïane snackbars en de cafés. ai? [en moeten op hetzelfde c 'pent sluiten. Terwijl de laat hnazaken juist veel verko- Js de kroegen dicht gaan. n8 1 Zaki van shoarmazaak Ne- gaanL aan de Steenstraat is Jfdvoerder van de Vereni- 1 .Mvan Leidse Shoarmazaken 'aliteft, (jjg twintig bedrijven in ^binnenstad vertegenwoor- s va|Hij zegt: „In de tijd dat er l^&jjarkeergelegenheid was op rs-ka/jesten markt, kwamen veel 5 !nijsen hier 's middags snel eijbroodje halen. Maar die tij- j fzijn voorbij. Welke 'gek' na Teert zijn auto op de Haag- lom in de binnenstad even van Irma te eten? Tegenwoordig iat Vljt ik vrijwel alles verdienen us yife kroegen dichtgaan. Dat "Wijf de gemeente. Waarom l diehgt die mij dan om illegaal tep te blijven?" I el dit moment beschikt een metlt aantal Leidse cafés en °PSrmazaken over een zoge- Ulfnde '1, 2, 3-vergunning'. en ^betekent dat de betreffende eenheid door de week om ^eet£juur, op vrijdag om twee uur 8eerf>p zaterdag om drie uur ran it moet. Maar met deze ver- "et'fling, die shoarmazaken en eip gelijktijdig laat sluiten, is )Pei%oor de shoarmazaken niet P "ben om wat te verdienen na l} te pngstijd. ijksefn uur langer open, is dan 3US Ihet advies van Zaki. Daar lw?;it hij zich strikt aan en hij s*- lacht dat ook van andere i koi|rmaza]cen „Bmnen de VLS s~*alen we een aantal bindende II syaken gemaakt. Iedereen 31 "r een uur langer doorgaan 30rz'lr wordt geen alcohol ver- -*e Zaken die zich daar niet m Afhouden proberen wij zelf in eer Égareel te krijgen. En als de 11 /"maren na enkele waarschu wden nog niet luisteren, ge ïnd nEve naam door aan de Jn %ie. Dat is een paar keer er 'Igekomen.Maar officieel meeten de zaken niet langer aa%blijven. Ze riskeren dus ï,e typoete. M. Zaki: „Wat is mijn vergun ning nog waard?" FOTO HIELCO KUIPERS 071 een van de leerlingen is bij binnenkomst aanspreekbaar in het Nederlands. rgens in zijn leven heeft Helder geleerd dat je maar eter niet kan opvallen. En hij is er een kei in. Na en minuut of vijf slaagt hij erin volkomen vergeten 'worden. Niets beweegt aan het joch, hij praat iet, draait niet op zijn stoel. Helder uit Irak maakt pmmen en als een slecht afgestelde robot vult hij e rijtjes aan. Later, wanneer de hele kl'as wild wordt Js ze gaan zwemmen, knippert hij niet eens met jn ogen. Heel even valt hij uit zijn rol, als hij toch ril meedoen. Helder staat op en maakt een gebaar, 'g war hoe doe je dat, de zaak op stelten zetten? andaag zitten er 110 kinderen op het vluchtelin- enschooltje. Morgen kunnen dat er 90 zijn, en 11 vermorgen 103. Elke dag gaan er gezinnen 'op ansfer', van en naar andere opvangcentra of mis- chien naar hun nieuwe huis. En ze verdwijnen zo- laar, dat ook. Teamleider Maarten Riezebosch bla- ert door zijn leerlingenadministratie: „Kijk, ver- okken, MOB, die ook, MOB, hier nog één." Met 'nbekende Bestemming, de ouders duiken onder, if f reizen door naar andere landen. Maarten is elke een uur bezig met het bijwerken van de leerlin- enadministratie. Sommige kinderen zijn één dag eweest. et prefabgebouwtje staat op de vette klei van de MJI 'eer"3urgP°lder> vlak naast het Opvangcentrum IC). Toch heeft de school weinig te maken met het 'C. want ze valt onder het reguliere onderwijs. Hier merken zeven leerkrachten, verdeeld over groepen de leeftijd van 4 tot 17 jaar. Er is een schoolin- )ecteur, en dus heeft 't Meer een schoolwerkplan, 'et leest als een flexibiliteitstoets voor overspannen iraren: „De kinderen blijven ongeveer drie 4 vier 10ui baanden op school en komeri op diverse tijdstip pen in de groep. Niemand is bij binnenkomst aan spreekbaar in het Nederlands. Ze moeten op ieder tijdstip en op verschillende niveau's mee kunnen doen met het onderwijs." In de groep van Bernadette Hanekamp zitten 17 kinderen van 8 tot 10 jaar, in alle tinten, van vaal bleek, warm bruin tot chocolade zwart. Ze komen uit Iran, Irak, Afghanistan en Rwanda. Sommigen zijn gisteren aangekomen in Nederland, anderen zitten hier maanden en spreken al Nederlands. On derling praten ze in het Arabisch, Farsi, en een soort internationaal vluchtelingenengels. „Joe, go, yes?" In theorie vallen ze onder de leerplicht, vluchtelin genkinderen. Maar ze moeten naar de dokter, hun ouders helpen bij vertalen, of ze kunnen niet uit hun bed komen. Oorlogstrauma's, of geluidsoverlast in het gehorige opvangcentrum. „Ze vallen wel eens in slaap, om half tien 's morgens", vertelt één van de leerkrachten, „dan geef ik ze een deken en leg ze op een bankje." Maarten vroeg ooit aan de leerplicht ambtenaar of ze nou écht leerplichtig waren, vol gens de wet. Hij was er toch wat onzeker over. Nooit meer wat van de beste man gehoord. Het lijkt een zinloze opgave, kinderen naar school dwingen die geen enkele zekerheid in hun leven hebben, et schoolwerkplan staat bol van de verplichte vol zinnen, maar hier is het motto: 'eerst lachen, dan le ren'. Want hoe geef je aardrijkskunde aan een kind dat geen woord verstaat, noch kan lezen of schrij ven? Of een kind dat op zijn zesde nog moet leren dat er getallen zijn? Wat hebben rapportcijfers voor zin, als een kind hooguit een halfjaar blijft? Half negen, de klas van Bernadette stroomt vol voor het ontbijt. Het eten is één van de manieren om ze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 13