'Als ik met een
)eler kom, vinden
clubs mij aardig'
Olympische Spelen grote doel voor AZC-tweeling Boot
HET TALENT
AG 5 APRIL 1997
loeilijke weg van 'arbeidsbemiddelaar' Cees Goudkuil
Cees Goudkuil heeft een droom. Ooit hoopt de
spelersmakelaar uit Koudekerk een voetballer bij Ajax onder
te brengen. Dan pas zou zijn ster rijzen, dan pas zou hij
serieus genomen worden in het bewogen voetbalwereldje.
Voorlopig moet Goudkuil nog naam maken in als erkend
arbeidsbemiddelaar en als eigenaar van de stichting Voetbal
2002. „Ik heb nu eenmaal geen Ronaldo of Jordi Cruijff in
mijn stal zitten. Dan waren ze van mij afhankelijk. Nu moet ik
me nog bewijzen."
Cees Goudkuil voorspelt een golfje ver
schuivingen van amateurs naar profclubs.
De puzzel is bijna af, de stukjes moeten
nu in elkaar vallen. Hicham Rbii van
Quick Boys (stage bij Willem II) was de
eerste, er zullen er nog velen volgen uit de
Leidse regio. Ze zijn allemaal hoogstper
soonlijk gescout door Goudkuil. Namens
NAC, namens FC Utrecht, namens Willem
II, namens meer clubs. Het gaat om jonge
talenten van rond de 19 jaar.
Hield Goudkuil zich vroeger voorname
lijk bezig met het 'wegbrengen' van ama
teurs naar amateurclubs, nu is de 43-jari-
ge sergeant-majoor in het leger zich aan
het manifesteren in het profcircuit. Met
manager Martin van Geel van Willem II
heeft hij een goed contact. Cees Goudkuil
is optimistisch over de komende weken.
„Ik heb heel lang gezaaid. Nu moet ik
gaan oogsten."
Dat wordt dan hoog tijd, want tot nu toe
heeft deze uit de hand gelopen hobby
hem alleen maar geld gekost. Een 'dui
zendje of vijf schat hij. Zijn vrouw in de
pas gerestaureerde huiskamer kijkt een
tikkeltje beteuterd. Maar manlief heeft be
loofd dat het straks allemaal beter gaat.
Maar de weg is lang en soms onbegaan
baar. Het pad van Cees Goudkuil is be
zaaid met angels en voetklemmen. Hij
wordt bejubeld als hij een speler komt
brengen, maar o wee als hij iemand weg
haalt. Dan zijn de rapen gaar.
Vorige week werd hij gebeld door een
woedende Rob Kiebert, ex-trainer van
Rijnsburgse Boys en nu actief bij het
Leidschendamse RKAW. Hoe Goudkuil
de brutaliteit had om twee van 'zijn' spe
lers te benaderen. Namens ...Rijnsburgse
Boys. Het gesprek verliep uiterst onvrien
delijk. Kiebert ging volledig over de rooie.
Goudkuil: „Mijn vrouw zat te trillen, man,
wat ging die Kiebert tekeer. Ik zei op een
gegeven moment: en nu spreken we af op
een adres en praten we het verder uit.
Man tegen man."
Dat adres was sportpark Middelmors te
Rijnsburg. De aldaar zetelende club heeft
Goudkuil opdracht gegeven om een kee
per, een spits en een verdedigende mid
denvelder te zoeken. Op zijn speurtocht
kwam hij terecht in Leidschendam. Goud
kuil: „Weet ik veel dat die Kiebert bij
Rijnsburg op een vervelende manier is
weggegaan, ik kon me zijn woede wel een
beetje voorstellen. Maar hij ging te ver.
Die speler van RKAW had te kennen ge
geven dat hij niet wegwilde. Dus al die
van 245 gulden. Maar dat was een vrien
dendienst. Gelderblom kwam dankzij tus
senkomst van Goudkuil van DCV naar
ARC en werd een seizoen later getransfe
reerd naar Sparta. Die overgang is in de
Rotterdamse regio niet onopgemerkt ge
bleven. Spelers van Capelle hebben zich
gemeld bij Goudkuil om voor een goede
club te zorgen. Gelderblom heeft trou
wens tegen mij te kennen gegeven dat hij
graag terug wil naar ARC. Goudkuil: „Dat
moest geheim blijven. Ik vertel dat in ver
trouwen tegen iemand van ARC. Even la
ter wordt Gelderblom gebeld door ARC.
Dat is flauw."
Over ARC gesproken. Vorige week viel er
een brief van een anonieme supporter van
de Alphense hoofdklasser in zijn bus met
de mededeling dat Rody van der Vlist weer
graag terugwilde van Argon naar ARC en
dat de beste man schoon genoeg had van
de vedettes die daar lopen. GoudJojil fleurt
op: „Kijk, zo kan het ook."
Afgunst. Achterklap. Leugens. Geld. Het
is de wereld van het voetbal en Cees
Goudkuil wordt er niet warm of koud van.
Hij weet de bedragen die er door clubs
worden vergoed. „Soms zit ik bij een be
spreking en denk: hoe halen jullie het in je
hoofd om zulke bedragen te geven aan
een speler die je niet kent. Wat ik ook niet
begrijp is dat bij dezelfde club de ene spe
ler 40 gulden per punt krijgt en de ander
100."
Op zaterdag ziet hij kans om 'met een
beetje geluk' vijf wedstrijdjes van B-junio-
ren te bekijken. „Hoe ik deze wereld ben
gerold? Een begenadigd voetballer was ik
niet. Een keer wissel gestaan bij het eerste
van Koudekerk, nou, dan weet je het wel.
Toen ben ik jeugdleider geworden van de
Al van Koudekerk. Dat vond ik leuk, maar
ik wilde meer. Ik las in de Voetbal Interna
tional iets over jeugdvoetbalkampen en
dacht: dat kan ik ook. Ik kreeg contact met
Gerry Mühren. Zo is dat speuren naar ta
lent een beetje begonnen. Ik ben bij Ajax
extern scout geweest. Later zelfs intern
scout, want via die jeugdkampen kwam ik
regelmatig aan goede voetballertjes. Maar
ik kreeg hommeles met Ton Pronk over ki
lometervergoeding. Die Pronk vind ik
maar een brombeer. Ik vind het allemaal
leuk, maar er moet wel iets tegenover
staan. Met Ajax kan ik inmiddels door een
deur. Ik heb een fijn gesprek gehad met
Harry Hendriks, bestuurslid amateurvoet
bal. Ze vinden het best als ik een speler
binnenbreng. Dat geldt trouwens voor alle
clubs. Als je met een goede speler binnen
komt, vinden ze je allemaal heel aardig."
Nu die goede speler nog. Hij heeft een
kanjer op het oog: Michel van der Sloot
van het Goudse ONA. Pas 16 jaar en al in
het eerste. Hij heeft met zijn ouders ge
sproken, maar dat vervelende Feyenoord
zit op het vinkentouw. Jelle Korbee van
UVS heeft hij opgegeven. „Dat is niks. Die
wil eerst zijn studie afmaken. Wat nou stu
die. Wat is er mooier dan profvoetballer?
Dan denk ik: weer een talent naar de klo
ten."
Goudkuil spiegelt zich niet aan de 'gro
te' mannen van de WCS, Humprey Nij-
man en Henk van Ginkel. Hij heeft wel
eens contact met ze. Als het even kan dat
wil hij werken in het leger en makelaar
zijn combineren. „Binnen anderhalf jaar
moet ik een paar centjes op de rekening
hebben staan. Anders stop ik ermee."
Zijn vrouw knikt instemmend.
drukte was voor niets.
Dat Goudkuil namens Rijnsburgse Boys
scout is opmerkelijk. Op 8 juni vorig jaar
kreeg hij een brief van de zes clubs uit de
bollenstreek (inclusief Ter Leede) waarin
stond dat de KNVB ingelicht zou worden
over zijn 'illegale' praktijken. Nu Goudkuil
van het Centraal Bureau van Arbeid aan
arbeidsbemiddeling mag doen, spannen
ze hem voor het karretje.
Zoals Rijnsburgse Boys, een van de on
dertekenaars van de gewraakte brief. Vorig
seizoen had Goudkuil trouwens al een op
dracht verkregen van de geelzwarten om
de jeugdafdeling op poten te zetten.
Wat bezielt deze man om te bewegen in
deze slangenkuil? In een wereld waarin
egoïsme regeert? Goudkuil kan maar niet
begrijpen dat een club als Quick Boys
boos op hem wordt als hij Hicham Rbii
onder de aandacht brengt van Willem II.
„Ze lopen maar te schelden. Niet dat ik
daarvan onder de indruk raak, want ik kan
een stootje hebben. Vorig jaar ben ik in
Joegoslavië geweest voor mijn werk, dat is
pas erg wat daar gebeurd is."
„Die voetbalclubs moeten eens met me
praten, want dan worden ze veel wijzer. Ik
ben er nu eenmaal en dat zullen ze moe
ten accepteren. Ik ben vrij om met spelers
te onderhandelen. Kijk, als ik Rbii niet
wegbreng naar een club, dan doet iemand
anders dat wel. Ik heb Arie de Vreugd (be
stuurslid Quick Boys) pas aan de lijn ge
had. Eerst schelden dat ik Rbii en een
linksbuiten van de landelijke jeugd onder
de aandacht van de profclubs breng. Toen
zei ik hem dat ik heus wel iets voor Quick
Boys kan betekenen. Ik heb goede contac
ten in het betaalde voetbal en amateur
voetbal. Ik weet zo een paar kanjers, alleen
wonen ze een paar kilometer weg. Die wil
len hier graag in de buurt voetballen. Toen
werd het stil aan de andere kant van de
lijn en zou De Vreugd nog op de zaak te
rugkomen. Hij denkt waarschijnlijk: die
Goudkuil kan ik wel gebruiken.
Eerst uitgekotst en nu weer op handen
gedragen. Hoewel, Bart van Leeuwen
houdt de deur bij UVS voor hem gesloten.
Goudkuil: „Ik kwam voor de wedstrijd te
gen Holland de bestuurskamer in en stel
de me netjes voor. Toen ben ik begonnen
over Ard Oosterlee, die ik ooit nog eens bij
UVS heb gestald. Maar op een gegeven
moment wilde Gerard Désar hem niet
meer hebben en prompt degradeerde
UVS. Dat vonden ze niet zo leuk toen ik
dat vertelde. Ach, ik heb soms een grote
Cees Goud
kuil: „Ik heb
heel lang ge
zaaid. Nu moet
ik gaan oog
sten."
foto»
henk bouwman
bek. Maar ik ben er door die Van Leeuwen
niet uitgegooid, ik hoefde alleen niet meer
terug te komen. Dat stond verkeerd in die
krant van jullie."
De clubs zouden eens moeten beseffen
wat hij allemaal weet. Zegt hij. RCL vroeg
hem een spits te zoeken en als het goed is
speelt Michel Opdam van SVOW volgend
seizoen in de kleuren van de Racing. Dat
levert Goudkuil de somma van 100 gulden
op. Voor gemaakte onkosten kan de club
een rekening van 250 gulden tegemoet
zien.
„Het is niks in vergelijking met die an
derhalve ton die Sigi Lens heeft ontvangen
voor de overgang van Carlos Fortes van
Sparta naar Vitesse", zegt Goudkuil.
„Maar ik moet ergens beginnen. Ik werk
voor bedragen tussen de 250 en 1000 gul
den. Dan wordt van te voren afgesproken
en opgesteld in een contract. Ik werk voor
een club of voor een speler."
Vroeger deed Goudkuil dat allemaal op
goed vertrouwen. Mondelinge afspraken
zijn in de voetballerij niets waard, heeft hij
tot zijn schande ervaren. „Ik heb Elroy As-
mus begeleid van Kozakken Boys naar FC
Utrecht. Ik was zijn zaakwaarnemer. Afijn,
een jaar later krijgt hij een A-contract. Ik
dacht: dat wordt nu eindelijk eens verdie
nen, het is gebruikelijk dat een zaakwaar
nemer tien procent ontvangt van het sala
ris. Maar toen moest die Asmus me op
eens niet meer. Dat overkomt mij niet nog
eens."
Hij nam eens drie dagen vrij om het
contract van Remco Tuinenburg van ARC
naar AZ '67 rond te maken. Het enige wat
hij vergoed kreeg waren de onkosten. En
voor het 'brengen' van Fabian Gelderblom
van ARC naar Sparta kreeg hij het bedrag
zenden kinderen
_le regio sporten,
nisschien wel
Jderden van hen
irden als 'talent'
I beschouwd.
Dptalentenzijn
jierschaars. Ineen
(jerie van twaalf
Veringen schenkt
p krant aandacht
aan deze
veelbelovende
Iters uit de regio,
a i vierde aflevering
t een tweeling aan
1: Pieter en Chris
Boot. Ze zijn
erpoloërs bij AZC
1 woonachtig in
hen aan den Rijn.
iroertjes Boot (15)
iken deel uit van
t Oranje onder 17.
Het gezin Boot, met van links naar rechts: Moeder Cheila, Chris, vader Peter en Pieter. foto henk bouwman
Pieter en Chris Boot zijn razend benieuwd waar
de Olympische Spelen van 2004 worden gehou
den. Dat moet het hoogtepunt van hun carrière
worden. Als de Spelen van Sydney over drie jaar
plaatsvinden, zijn ze 19 jaar. „Het kan zijn dat we
dan bij de selectie zitten, maar als we eerlijk zijn,
wordt dat een moeilijke zaak."
Pieter en Chris Boot vormen een typische twee
ling. Als de een een mop vertelt, kan de ander
schaterlachen waar de rest van de toehoorders
niets van het verhaal begrijpt. „Als dat typisch
voor een tweeling is, zijn wij een typische twee
ling", zegt Chris.
Maar in het water is de eenheid niet zo vanzelf
sprekend. Pieter: „We kunnen elkaar goed vin
den, maar niet zo veel beter als met de anderen."
Pieter en Chris zijn de zoons van Peter en Chei
la Boot. Ze hebben nog een dochter, maar die
heeft geen interesse in topsport. De aanleg voor
de watersport hebben de jongens van hun vader.
Die was ooit speler van AZC 1. „Maar hij was nu
niet direct een topper", zegt zijn vrouw Cheila,
die een volleybalverleden heeft. „Vergeet niet dat
pa in het militair team heeft gezeten", verdedigt
Peter zijn vader.
Peter Boot heeft zijn zoons niet aan de haren
naar het zwembad gesleept. Moeder Cheila: „Ze
hebben vanaf hun zesde jaar van alles gedaan.
Atletiek, volleybal, basketbal, handbal. En ook
voetbal, maar dat was bij ARC niet zo'n succes.
Dat vonden ze maar niets."
Na het voltooien van het zwemdiploma bleven
de twee broers in het zwembad hangen. Chris:
.Atletiek en zwemmen bleven over. Uiteindelijk
kozen we voor zwemmen omdat we bij AAV niet
zo ons ei kwijtkonden. Teamsport vonden we
leuker om te doen." Moeder Cheila: „Bij AAV kun
je geen topsport beoefenen. Dat viel me tegen."
Het werd dus zwemmen en polo. Tot tevreden
heid van vader Peter Boot, die zich heel wat opof
feringen moet getroosten. De broers zijn immers
geselecteerd voor Jong Oranje en moeten drie
keer per week naar Zeist worden vervoerd. In de
zomer wacht het EK in Maribor. Moeder Cheila:
„We hebben ons volledig aangepast. Gelukkig is
er een jongen uit Koudekerk geselecteerd en kun
nen we het rijden naar Zeist met die ouders af
wisselen. Maar het gaat ten koste van sociale con
tacten. Aan de andere kant komt het ons soms
goed uit, want als we geen zin hebben in een ver
jaardag dan zeggen we dat we naar Zeist moeten
rijden. Zo eerlijk ben ik ook."
Het duo Boot is vastberaden. Over twee seizoe
nen moet het eerste van AZC bereikt zijn. Pieter:
„We trainen nu een paar keer mee met de selec
tie. Dan merk je dat je vooral fysiek te kort komt.
Maar het is uiterst leerzaam."
Jacob Spijker, de trainer van AZC, ziet het wel
in de broers Boot zitten. „Maar je moet die gasten
niet op jonge leeftijd voor de leeuwen gooien.
Volgend seizoen mogen ze de aanloop meema
ken. Bovendien is er een grote concurrentie bij
AZC. Daar worden ze hard van. Maar ze kunnen
een balletje gooien."
Dat er in het waterpolo geen cent is te verdie
nen, nemen Pieter en Chris Boot op de koop toe.
„We hebben gekozen voor het plezier. En als wij
op een buitenlands toernooi genieten van de om
geving, zijn we gelukkig. Dan hoeven we geen
geld." De 'Boten' zijn van plan een studie te com
bineren met topsport. Net als een aantal jongens
in AZC 1. Beiden zitten op het Groene Hart. Pie
ter volgt HAVO. Chris VWO. Ze willen de techni
sche kant uit. Economie. Of zoiets. „In ieder geval
geen zwemleraar. Dan heb je elke dag te maken
met water."
Planeet Seedorf
Seedorf was nog wel even naar
zijn vriend Kluivert gewan
deld, vertelde Seedorf monter,
om getiveeën te beraadslagen
wie de belangrijke penalty ne
men zou. Unaniem was daarbij
de keuze gevallen op hem, See
dorf. Zei Seedorf.
(Het benutten van een penalty
lijkt een sinecure, maar vereist
in werkelijkheid van de nemer
groot vakmanschap en een hoge
mate van stressbestendigheid.
Cruijff, bijvoorbeeld, wist dat hij
weliswaar de beste voetballer
was, maar toch ongeschikt als
penaltynemer. Daarom liet hij
strafschoppen - tenzij na een
verlenging in een penaltyserie
alle spelers waren geweest en
dan nóg met tegenzin - altijd
over aan een specialist.
Seedorf is zo'n specialist, vindt
Seedorf.
Wij herinneren ons van de gr ote
penaltyspecialist Seedorf precies
één penalty, tegen de Fransen,
met catastivfale gevolgen. Naar
het schijnt heeft Seedorf (en hij
alleen) aan clat experiment de
overtuiging overgehouden dat
hij de aangewezen man is voor
penalty's.
Je kunt dat overmoed noemen.
Grootheidswaanzin. Een kron
kel. Allemaal ziekten waarvoor
je je kunt laten behandelen.
Logisch zou zijn dat Hiddink,
hoogste in rang bij Oranje, hem
zo'n behandeling gegeven had.
Te overivegen was geweest, na de
misser in Liverpool, Seedorf de
opdracht te geven in het vervolg
bij elke penalty naast Hiddink te
komen staan - andere optie: bij
doelman Van der Sar op z'n rug
gaan zitten. Want een simpel 'jij
nooit meer' volstaat in dit geval
niet.
Eenmaal in voetbalplunje ont
trekt Seedorf zich aan al onze
aardse regels en trekt zich terug
op zijn eigen planeet.
Seedorf keek via het televisie
scherm monter mijn huiskamer
in. Stoorde zich niet in het minst
aan mijn smoel, dat 7 dagen
storm verrieden had getuige zijn
monter gedrag geen benul van
de afschuwelijke taferelen die
zich, tussen het moment van het
toekennen van de penalty en het
nemen ervan, in mijn domein
hadden voltrokken (ik heb 1-1-2
gebeld, wat al in gesprek was,
Jomanda ingeschakeld, alle lich
ten gedoofd en ben onder de
bank gaan liggen, mevrouw
Hiddink gebeld, Louis (hield
Seedorf bij Ajax altijd verre van
de stip) de hemel ingeprezen,
zout gestrooid om kwade geesten
te verdrijven, de straat opgerend
en keihard om hulp geroepen,
lid van de EO geworden en toen
helemaal niets hielp berustte ik
uitgeput in de houding die Hid
dink cd die tijd al, staande voor
zijn dug-out, had aangenomen,
die van lijdzaam toezien).
Seedorf: ,,De bal lag goed. Mijn
hoofd was goed. Ik was goed. De
aanloop wasgoed. Eigenlijk al
les wasgoed."
En zo koeterwaalste deze zon
derlinge afgezant van de planeet
Seedorf maar voort, in een taal
die wij gewone stervelingen be
grepen noch verstonden.
Er zijn natuurlijk meer penalty's
gemist.
Een magnifiek penaltymisser is
Dick Helling. Deze was door Ri-
tiusMichels speciaal voor de
strafschoppenserie tegen Levski
Spartak Sofia in de ploeg ge
bracht voorPim van Dord,
maar knalde huizenhoog over.
Johan Neeskens schoot ettelijke
penalty's raak, maar zag er uit
eindelijk ééntje gestopt worden
door Eddy Treytel. Kan gebeu
ren. Van Basten tegen de Denen,
halve finale EK '92. Ook sans
rancune. Op een goede dag ben
je aan de beurt en gaat het mis.
Nou en?
We hadden het geaccepteerd als
Ronald de Boer de bal naast had
geschoven. Van Hooijdonk had
mogen missen, niet erg, volgende
keer een ander. Numan op de
lat, zonde. Cocu hoog over, geeft
niet Cocu. Ja echt, van tien
Oranjespelers hadden wij het
desnoods kunnen verdragen,
van de elfde niet.
Maar het ongelooflijke gebeurde.
In het Atatiirk-stadion daalde
uit de hemel een ruimteschip
neer, gezonden van de planeet
Seedorf. Commandant Seedorf
zelf stapte uit, zag de bal, pakte
deze op en besloot toen de aard
bewoners eens voor te doen hoe
verrekte aardig ze ook op pla
neet Seedorf al een balletje kun
nen raken. EN NIEMAND, DIE
HEM EEN HALT TOERIEP. NIE
MAND!
Alleen Chriet Titulaer was er op
getogen over.
Frank
Snoeks is
verslagge
vervan
Studio
Sport