Een uit de hand gelopen hobby r eerste Ford in 1924 ter vervanging van paard en wagen in zijn Hillegoms transportbedrijf. En daarmee werd de Waarom de klassieke Ford zo tot zijn verbeel ding spreekt, kan 'ie maar moeilijk uitleggen. Zijn het de ronde welvingen van de wagens? De snuisterijen die de auto's verfraaien? Of de Al Capone-sfeer die om de Fords hangt? „Ik weet het niet. Waarom houdt een postze gelverzamelaarvan zijn postzegels....?" Wat er in elk geval leuk aan is: „De trucjes die je er mee kunt uithalen. Bij die oude Fords heb je nog een versnellingspedaal. Als je dat heel snel in zijn vooruit en daama in zijn achteruit zet en je doet dat steeds sneller, dan maakt op een gegeven moment de hele wagen een sprongetje. Geweldig, dan ga je zo'n veertig centimeter van de grond." Dat de collectie van K.P. met de jaren groter en imposanter werd kon niemand zien. De oldtimers stonden verspreid over verschillen de bollenloodsen. Stijf tegen elkaar aan. „Ze mochten het ook niet zien", zegt Den Har togh met een guitige glimlach. „Ik lag name lijk in de clinch met de belastingdienst over al die wagens." Toen dat robbertje gevochten was, kwam zijn vrouw met het idee een museum op te richten. „Ze zei: 'Het is toch zonde datje zo'n prachtig bezit hebt en er zo weinig mee doet'." Zijn vader kocht de grondslag gelegd voor een uniek museum dat onlangs - 73 jaar later - open ging. Klaas Pieter den Hartogh zette vorig weekeinde Die eerste jaren bestonden uit werkweken van meestal honderd uur. Hij nam - samen met zijn broer - na verloop van jaren het be drijf over en bouwde het uit tot een floreren de onderneming. Het transportbedrijf Den Hartogh telt momenteel zes vestigingen in binnen- en buitenland en heeft 350 mensen in dienst. En tussen alle drukte door bloeide de liefde voor de oud Ford hoog op. „Een pracht-wa- gen.". In 1956 kocht hij zijn eerste oldtimer, een T-Ford. „Nét zo een als mijn vader in 1924 aanschafte." 'Apetrots' knapte Klaas Pieter den Hartogh zijn 'speeltje' op, samen met monteur Mart Menke. Vier jaar later kocht hij zijn tweedè. De honger naar meer sloeg ern stig toe. „Ik werd verzamelaar. Het ging met horten en stoten. Zo nu en dan kocht ik er een. Of meer.... Ik heb er eens 25 tegelijk ge kocht! Zijn collectie groeide en groeide. Allemaal klassieke Fords uit de bouwjaren 1906-1947. Die van na 1947 vindt Klaas Pieter den Har togh maar niks. „Die lui van Ford zijn niet met hun tijd meegegaan. Na de oorlog holde het merk enorm achteruit." hazewindhond op de motorkap van een Ford 40 uit 1932. Het zoeken naar een geschikt pand richtte zich op Heemstede (zijn woonplaats) waar hij na anderhalf jaar zijn voornemen opgaf uit moeheid en teleurstelling door de ambte lijke procedures. Het werd Hillegom. „Ik zag daar een mooie ruimte aan de Haarlemmerstraat. Binnen een week was alles geregeld." En zo bezit dit bol- lendorp thans een museum dat uniek is in de wereld. Nergens staan zoveel oude Fords ter bezichtiging. Een indrukwekkende verzameling waaraan twee weken geleden drie exemplaren zijn toegevoegd. Het houdt maar niet op. „Ik denk wel eens: nou heb ik er genoeg, maar dan zie ik weer een mooie en dan koop ik 'm toch! Ik ben compleet verliefd op die ouwe Fordjes." Indrukwekkend ook, moet het bedrag zijn dat K.P. in zijn hobby heeft gestoken. Het kan niet anders. De vraag daarom: hoeveel?. „Dat zeg ik niet. En achEen Ford kost zoveel als de gek ervoor geeft." De neuzen van een rijtje Fords V 8 van 1938 tot 1940. 'Ze had hier moeten blijven, bij haar volk', heb ik geroepen. Daar waren ze op school zó kwaad over dat ik een klas werd teruggezet. Maar dat wilde ik niet. Ik ben het raam uitge sprongen en gaan spijbelen. Toen werd ik van school getrapt." Eerst liet zijn vader hem voor straf nog even op het land werken ('Wieden'), maar uiteindelijk kwam Klaas Pieter waar hij we zen wilde: in het bedrijf en in de Ford. „Mis schien was ik wel ontzettend eigenwijs. Maar ik wist in ieder geval hoe ik mijn zin kon krij gen. En dat is nodig, anders kom je niet ver." Een museum met een vleugje oud-Hillegom: op een van de wanden is de gevel van hotel restaurant het Wapen van Friesland van be gin deze eeuw nageschilderd. Verder nostal gische reclameborden aan de muren, een werkplaats, een verzameling oude motorfiet sen en natuurlijk héél veel Fords: 160. In al lerlei variaties; vrachtwagens, luxe auto's, een camper, een brandweer/politiewagen, 'gang- ster'wagens. Trots wijst Klaas Pieter den Hartogh op het Annie Hollemanplein, genoemd naar zijn vrouw. En er hangt een bordje K.P. den Har- toghsteeg, waar race-wagens zijn gestald. in Hillegom de deuren omvang van 160 auto's FOTO'S UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER schijnlijk de goedkoopste wagen die hij kon krijgen." Zoon Klaas Pieter had in zijn jeugd maar één droom: werken in het bedrijf van zijn va der en rijden in de Ford. „Toen ik 14 was, wilde ik van school aft Maar ik mocht niet van pa; die vond dat ik moest leren. Dus zat er maar één ding op: ik moest van school worden getrapt. Dan mciest hij me wel aan het werk zetten." j De jonge Den Hartogh'wist ook al hoe hij dat aan ging pakken. Tijdens een les beledig de hij de koningin. „De oorlog was net uitge broken. Wilhelmina vluchtte voor de Duit sers. Toen heb ik gezegd dat ze er vast geluk kig mee was dat ze had kunnen ontsnappen. open van het Ford museum, dat door zijn het grootste ter wereld is. En dat allemaal door die Ford uit 1924, waar Klaas Pieter den Hartogh zo verslingerd aan raakte dat er een hobby uit voortkwam die totaal uit de hand liep. 1 enenzeventig jaar is hij. Klein, wat B J gedrongen, de grijze haren losjes naar achteren: Klaas Pieter den Hartogh. Binnen het bedrijf duiden ze hem kortweg aan met K.P. Soms kijkt hij wat stuurs. Vaker echter maakt hij een geintje en grinnikt dan in zich zelf. Trots als een pauw stapt hij rond in zijn museum. Weet over iedere wagen iets bij zonders te vertellen. Komt een van de nieuw bakken suppoosten langs met een vraag, dan schudt 'ie het antwoord direct uit zijn mouw. „Uit wat voor jaar die groene komt? Uit 1916." Om de man vervolgens nog even te wijzen op de bijzondere koplampen of de claxon op de auto. De liefde voor de Ford stamt uit Den Hartog- hs jonge jaren. Zijn vader startte begin deze eeuw een transportbedrijf. Met paard en wa- gen en beurtschuit vervoerde 'ie allerhande vracht tussen Hillegom en Leiden. In 1924 kocht hij zijn eerste vrachtwagen, een T- Ford. „Waarom een Ford? Dat was waar- K.P. den Hartogh met zijn dochter Grêske, de directeur van het museum, in een gangster-Ford Lincoln uit 1930. Deze auto's werden zowel door de maffia als door de politie gebruikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 35