5PORT
Na het marathonpunt
begint de wedstrijd
-HET TALENT
Juniore Renske van der Voo
bij de senioren al 'All Star'
Hemel
Ultraloper Van der Zwan komt altijd heelhuids thuis
Een marathon betekent voor menig hardloper het summum. Zo niet voor André
van der Zwan, die de klassieke afstand al 38 keer heeft afgelegd. Meestal vat de
38-jarige Katwijker een wedstrijd over 42.195 meter als een tussendoortje. Als
voorbereiding op het échte werk. Voor een ultraloper, want tot die categorie rekent
hij zich, begint de wedstrijd pas als hij het marathonpunt voorbij is.
Als André van der Zwan er aanstaande
maandag in slaagt om het eiland Texel twee
keer te ronden, trakteert hij zich op een
groot bord patat met mayonaise. Wat extra
vet kan geen kwaad na 120 kilometer hard
lopen over het lastig begaanbare Wadden
eiland. Bovendien is 'snacken' een oude
liefhebberij van de Katwijker, zij het met dit
verschil dat hij het vroeger elke dag deed en
tegenwoordig alleen op hoogtijdagen.
„Als scholier was ik moddervet", zegt Van
der Zwan en hij schiet in een schaterlach.
Om zijn bewering kracht bij te zetten pakt
hij het fotoalbum uit de kast. „Kijk, dit ben
ik. Die knul met dat behaatje. Ze noemden
me destijds Billie Turf. Aanleg, verkeerde
eetgewoonten. Op een gegeven ogenblik
woog ik 110 kilo. Dat heb ik teruggebracht
tot 83, bij een lengte van 1 meter 86. Dat is
nog steeds niet super slank, maar deze vet
rolletjes - hij wijst op nauwelijks zichtbare
plooien op zijn buik - kan ik onderweg best
gebruiken."
De loopverslaving van de Katwijker, die
na Texel aan de 160 kilometer lange loop
van Den Helder naar Hoek van Holland wil
meedoen, heeft haar wortels in het verle
den. Als wedstrijddammer en voetballer van
Katwijk 11 raakte Van der Zwan („Ze noem
den me de Tank") zijn overtollige calorieën
niet kwijt. Bovendien kon hij die sporten
gemakkelijk combineren met slechte leef
gewoonten zoals roken, drinken en snac
ken.
Van der Zwan kwam tot inkeer toen hij
jaren geleden meedeed de aan de jaarlijkse
hardloopronde van Katwijk. Hij haalde
weliswaar de finish, maar vraag niet hoe.
Het parcours was al bijna afgebroken. De
veel te zware Katwijker dankte zijn klasse
ring louter en alleen aan zijn wedstrijdmen
taliteit.
Van het één kwam vervolgens het ander.
Van der Zwan had de smaak te pakken en
zijn sterke gestel en wedstrijdmentaliteit
deden de rest. Via de Zilveren Molenloop
(„Die startte destijds nog bij de Leidse
Groenoordhallen") groeide hij toe naar de
marathon. In 1984 maakte hij in Etten-Leur
zijn debuut als marathonloper (3 uur 18).
Vervolgens liep hij, nog met een shaggie
onder het startdoek, in Apeldoorn 3 uur 12
om daarna met schone longen in Rotter
dam onder de drie uur te duiken (2 uur 59).
Zijn marathoncarrière verliep zo rimpel
loos, dat die afstand voor hem al gauw geen
uitdaging meer was. „Eerlijk gezegd geloof
ik ook niet dat ik veel sneller kan dan 2 uur
51, de tijd die ik in 1995 in Apeldoorn liep.
Toen ik nog bij De Bataven trainde, zei trai
ner Lambert van der Berg al dat mijn coör
dinatie te wensen overliet als wij 200-me-
tertjes trainden." Zijn vrouw Ella, die al die
tijd zwijgend en knilckend de bevlogen mo
noloog van haar echtgenoot heeft aange
hoord, mengt zich plotseling in het gesprek.
„Als André eraan komt, herken ik hem uit
duizenden. Hij loopt te waggelen als een
eend."
Des te knapper is het dat Van der Zwan,
gediplomeerd looptrainer, schadevrij zulke
afstanden kan overbruggen. De Katwijker
draait zijn hand niet om voor trainingen
van pakweg een marathon, waarvoor hij
meer dan drie uur van huis is. „Maar ik ben
nooit geblesseerd, waarschijnlijk omdat ik
goed naar mijn lichaam luister. Ik begin
nooit als een dwaas te rennen."
Toch zal menigeen de wenkbrauwen
fronsen als hij de weekagenda van Van der
Zwan onder ogen krijgt. De Katwijker draait
beroepshalve wisseldiensten bij Fasson in
Hazerswoude. „De middagdiensten beval
len mij het best. Dan kan ik na een goede
nachtrust de volgende ochtend naar harte
lust trainen. Gewone dagdiensten pakken
slechter uit. Omdat hij daaraan een rondje
Scheveningen of Zandvoort vastplakt, loopt
hij steevast de maaltijd met zijn kinderen
Hans en Pia mis. „Dat wordt dan weer een
bord macaroni in de magnetron. Maar het
ergste is dat ik daarna meestal de slaap niet
kan vatten."
Zoals het lichaam van de Katwijker wel
vaker protesteert. „Eén keer liep ik lijkbleek
over het strand te zwalken tijdens de halve
marathon van Katwijk. Bij de dokter bleek
vervolgens dat mijn het hemoglobinegehal-
te van mijn bloed niet in orde was. De dag
ervoor had ik een halve liter bloed gegeven.
De combinatie met mijn sportieve inspan
ningen hebben doktoren mij afgeraden.
Toen moest ik ijzerpillen slikken en meer
stroop op mijn boterhammen smeren.
Sindsdien geef ik ook geen bloed meer."
Maar Van der Zwan loopt nog wel, zelfs
eerder meer dan minder. Moest hij in 1991
nog na 68 kilometer uitstappen bij de 100
kilometer van Winschoten, vorig jaar vol
bracht hij de volle afstand als derde Neder
lander. De vreugde in huize Van der Zwan
was groot. Maar omdat zijn vereniging AV
Rijnsoever de prestatie over het hoofd zag,
stuurde de ultraloper aan op een breuk met
zijn club. „Ik kreeg een brief van het be
stuur met de mededeling dat ik een lid als
alle anderen was", mokt Van der Zwan.
„Maar jij hebt het ook niet zo stijlvol aange
pakt", countert zijn vrouw, oud-penning
meestervan Rijnsoever.
Als lid van de landelijke vereniging Vete
ranen Nederland struint Van der Zwan te
genwoordig de interessante wedstrijden af.
Op tweede kerstdag draaide hij zes uur lang
rondjes op de atletiekbaan van Epe. Leuk?
„Ik kan nu eenmaal heel goed hetzelfde
tempo aanhouden. En ze draaiden er in elk
geval lekkere muziek. In België, tijdens de
nacht van Vlaanderen, is dat helemaal
prachtig. Bij de start, om twee minuten over
acht 's avonds, draaiden ze deze tune van
Vangelis. Als je het niet erg vindt, zoek ik de
cd even op."
Maar mooie muziek is toch niet het ultie
me doel van deze eenzame ultraloper, die
zonder begeleiding wedstrijden afloopt en
na 60, 80 of 100 kilometer doodleuk in zijn
auto stapt om naar huis te rijden. „Soms is
dat bijna onverantwoord." Maar afzien, stijf
staan van de kramp, alle narigheid die je
maar kunt bedenken bezorgen Van der
Zwan vaker lachstuipen. „Ik kan er de hu
mor wel van inzien. Ook al ben ik steen-
kapot, achteraf heb ik altijd lol. Als ik de
André van der Zwan: „Als scholier was ik moddervet"
foto dickhogewoning
man met de hamer tegenkom, schiet ik al
tijd in de lach."
Anders wordt het als, zoals in het geval
van de betreurde Jan Knippenberg, de dood
met je meeloopt. De excentrieke ultraloper,
die in Nederland baanbrekend werk verzet
te voor hardlopers die pas begonnen waar
de marathon eindigt, strandde twee jaar te
rug op Texel na 90 van de begrote 120 kilo
meter. „Kijk eens op deze foto, hoe slecht
Jan er uitzag. Bleek hij zonder dat hij dat
wist al twee jaar aan een ernstige ziekte te
lijden. Een halfjaar later is hij overleden."
Als Van der Zwan maandag over het
Waddeneiland loopt, zullen zijn gedachten
nog wel eens uitgaan naar de kleurrijke
Knippenberg, die bekend stond om zijn ori
ginele denkbeelden. „Zo noemde hij hard
lopen geen sport, maar een manier van rei
zen."
Ultralopers staan er onderweg uiteinde
lijk alleen voor. Zo beleeft Van der Zwan
eenzame paasdagen, omdat hij al op zon
dag de oversteek van het vasteland moet
maken om maandagochtend in alle vroegte
(vijf over half vijf) te kunnen starten.
Van der Zwan kiest bewust voor die een
zaamheid. Zoals op die dag dat hij met het
hele gezin een bezoek had gebracht aan
pretpark Walibi Flevoland. 'Ik loop wel naar
huis', deelde hij vrouw en kinderen mee.
Met alleen wat geld om bij benzinestations
drank te kunnen kopen trok hij de stoute
schoenen aan. Ze hebben het geweten, alle
vier. De kinderen waren al lang en breed
naar bed toen vaders uitgeteld thuiskwam.
„Ik had zelf óok niet gedacht dat het zo laat
worden. Maar ik mag dan een eenling zijn,
ik kom nog altijd heelhuids thuis."
Desondanks beseft Van der Zwan dat hij
door zijn tijd en energie vretende hobby an
deren soms te kort doet. „Eigenlijk", zegt de
hardloper die zes keer per week traint, „ben
je asociaal bezig. Zo had ik een collega be
loofd te komen helpen met behangen. Toen
hij mij belde had ik er net een urenlange
training opzitten. Ik had 't lek. Maar mijn
vrouw zei dat ik mijn belofte moest nako
men. Gek hè, maar zij snapt kennelijk niet
dat ik ook wel eens een keertje moe ben."
Duizenden
kinderen in de
regio sporten,
misschien wel
honderden van
hen worden als
'talent'
beschouwd.
Toptalenten zijn
jjecli ter schaars. In
een serie van
ivaalf afleveringen
chenkt deze krant
andacht aan deze
veelbelovende
sporters uit de
regio. In de derde
(levering komt de
18-jarige
basketbalster
Renske van der
Voort uit
Woubrugge aan
Dd. Van der Voort
peelt in zowel de
junioren als
enioreneredivisie
lij BV Leiderdorp
in maakt deel uit
an de selectie van
Jong Oranje.
Voor Renske van der Voort is spelen
met oudere basketbalsters gewoon. De
Woubrugse werd als mini al bij de pas-
sarellen ingezet en die tendens werd in
de loop der jaren voortgezet. Want dat
de forward talent voor het spelletje
had, was al snel duidelijk. Bij Woody
Blues in Woubrugge, haar eerste club,
was ze al snel uitgekeken. „Dat is echt
niks", aldus van der Voort.
Zus Birthe speelde al bij BV Leider
dorp, de club die bekend staat om de
gedegen jeugdopleiding. „Ik ging op
mijn zevende al met m'n zus mee. Ik
heb ook nog wel geschaatst en aan
ballet gedaan, maar koos al snel voor
basketbal."
Niet geheel toevallig gezien het feit
dat vader Pieter en moeder Toos een
basketbalverleden hebben. Haar vader
begon bij Bona Stars en kwam via
LUSV bij BV Leiderdorp terecht. Haar
moeder nam na haar studententijd bij
LUSV de wijk naar Alphen om bij BVO
terecht te komen.
Aan haar twee jaar oudere zus Birthe
heeft ze zich gedurende haar carrière
steeds kunnen optrekken. „Ik kwam al
vrij snel met haar te spelen. Ik hoorde
wel eens dat zij het erg vond dat ik net
zo veel speelde als zij, terwijl ik jonger
was, maar ik kan het goed met haar
vinden. We spelen nu ook samen in
Jong Oranje. Zij heeft een rijbewijs dus
dat is wel handig voor het vervoer naar
de trainingen."
Van der Voort had overigens liever
met haar huidige teamgenoten van de
Al van BV Leiderdorp in het Neder
lands jeugdteam gespeeld. Ze is echter
net te oud voor de selectie van 80'ers
die toewerkt naar het Europees Kam
pioenschap. Twee jaar geleden zat ze
nog wel bij de kadettenselectie met
onder andere Marlous Nieuwveen, Ki-
ka Stijger en Irene van den Burg.
„Toen zat alles door elkaar. Ik ben best
jaloers op hun. Bij Jong Oranje speel je
alleen oefenwedstrijden en een EK is
toch mooi om mee te maken."
Hoewel het spelen in de junioren
haar minder motiveert („als ik in de
senioren scoor is het echt leuk, met de
junioren winnen we toch alles met
groot verschil"), lonkt er een tweede
landstitel. Met de passarellen-selectie
(13/14 jaar) werd ze al eens Neder
lands kampioen. De Al staat momen
teel bovenaan in de eredivisie en ver
loor pas één keer, van eeuwige rivaal
Den Helder. De voorsprong op datzelf
de Den Helder bedraagt echter nog
steeds twee punten met nog vier wed
strijden voor de boeg.
De eredivisie-competitie bij de se
nioren is inmiddels ten einde. Nieuw
komer BV Leiderdorp miste op een
haar na de play-offs, Van der Voort
werd topscorer van het team met ge
middeld zeventien punten per wed
strijd. Het geeft aan dat ze de basket
makkelijk kan vinden en zich moeite
loos aan het hogere niveau heeft aan
gepast. .Alleen buiten het basketbal
denk ik wel eens: 'die zijn ouder'. Vorig
jaar begon ik met meetrainen, maar ik
mocht ook meteen spelen. De eerste
keer bij dames 1 was een uitdaging.
Het was vooral fysiek een stap, maar ik
kan óók fysiek spelen. Ik weet niet of
het bij de senioren er gemener aan
toegaat, maar het is wel meer duwen
en trekken. Je krijgt ook geen vrije lay-
up meer, er wordt expres een fout op
je gemaakt. Maar ik had nooit gedacht
dat het dit jaar zo goed zou gaan."
Van der Voort werd zelfs uitgeno
digd om bij het jaarlijkse All Star-gala
in de all-starwedstrijd mee te doen. Ze
bedankte voor de eer, omdat een win
tersportvakantie in Colorado gepland
was, vanwege het 25-jarig huwelijks
feest van haar ouders. In de verkiezing
'belofte van het jaar' werd ze tweede.
Renske van der Voort met links moeder Toos en rechts vader Pieter: „Als ik in de senioren scoor is het echt leuk, met de junioren
winnen we toch alles met groot verschil." foto henk bouwman
„Ik heb nog geprobeerd om een later
vliegtuig te nemen, maar dat kon niet
meer."
Het is vooral haar scoringsinstinct,
dat haar zo ver brengt. Ze schuwt de
verantwoordelijkheid ook niet. In
sparinende slotfases houdt ze het
hoofd koel. Zenuwen kent ze niet. „Ik
denk niet na, maar speel wel vrij slim.
Ik train vier keer in de week en dan
gaat het vanzelf. Laatst nog had ik een
week niet getraind en moest ik gaan
nadenken. Dan gaat het juist verkeerd.
En als de rest van het team minder
draait, lijdt mijn spel er niet onder."
Toch valt er nog genoeg te verbeteren.
Omdat de tegenstanders haar inmid
dels kennen, nemen ze meer afstand
bij het verdedigen, zodat het voor haar
lastiger wordt om naar de basket te
gaan. Het betekent .dat ze in de toe
komst meer zal moeten schieten.Aan
de ene kant is het vervelend dat ze hun
verdediging aanpassen, maar aan de
andere kant natuurlijk leuk. Mijn schot
is alleen nog niet zo goed. Op de trai
ning gaat het wel, maar in de wedstrijd
nog niet."
Ze ziet de sport voornamelijk als
hobby. De vwo-scholiere doet dit jaar
eindexamen, maar zal een eventueel
avontuur op een college in de Verenig
de Staten aan zich voorbij laten gaan.
„Ik kan van basketbal toch mijn werk
niet maken. Bovendien ben ik erg aan
huis gehecht. Ik blijf liever bij mijn
vrienden. Ik wil geneeskunde studeren
en doe dat liever in Leiden dan in Gro
ningen. Ik zou wel een jaartje naar
Amerika willen, maar dan word ik nog
beter en bij terugkomst moet ik toch
weer op hetzelfde niveau spelen."
Gelukkig was er ook goed
nieuws in deze bange voet-
baldagen:
'Een voetbalsupporter, die in
april 1989 bij de Hillsborough-
ramp in Sheffield ernstig hersen
letsel opliep, is uitzijn coma
ontwaakt.
De supporter, een aanhanger
van Liverpool, heet Andrew, was
22 toen zijn helden in de halve
finales van cle FA-Cup tegen
Nottingham Forest moesten en
wordt sinds die fatale dag, bijna
acht jaar geleden, liefdevol in
een ziekenhuis verpleegd. Dat
wil zeggen, het is dat de familie
het doktersadvies om euthanasie
toe te passen altijd hebben gene
geerd, anders was de liefdevolle
verpleging van Andrew reeds
langgeleden beëindigd.
Op die zwarte zaterdag 15 april
liep het voor de aftrap al falie
kant mis. Leppings Lane End, de
staantribune achter één van cle
doelen, was al mudjevol, maar
de politie liet onverdroten meer
supporters in hetLiverpool-vak
toe, velen zonder kaartje. Het
werd vol, veel te vol. Dit moest
fout gaan. Hehgingfout. 95 Li
verpool-fans, waaronder vaders
met hun kinderen, vonden de
dood. Nog eens 200 aanhangers
liepen verwondingen op. Vier
jaa r geleden viel de 96ste dode te
betreuren. Ene Tony sliep voor
altijd in, na vier jaar coma.
Het onderzoek duurde jaren: een
aantal politiefunctionarissen is
ontslagen en uit naam van de
doden eiste Lord Justice Peter
Taylor, de hoogste rechter, in de
toekomst de bouw van veilige
stadions, met alleen zitplaatsen.
Zelfs Wembleyjnoet eraan gelo
ven.
Andrew is ontwaakt. Hij zegt
nog niet veel. Het enige dat hij
kan op dit moment is knipperen
met zijn ogen en dan kom je er
vanzelf toe je in de uitwisseling
van gedachten enige beperking
op te leggen. Dagen nacht zitten
deskundigen aan het bed om het
ogengeknipper voor de familie te
vertalen.
Uitzijn eerste oogcontact sprak
de vraag hoe de wedstrijd was
afgelopen.
Niet doorgegaan", antwoordde
zijn moeder..Later wel. Het
mooist, jongen, was de minuut
stilte. Jullie wonnen en later
wonnen jullie ook de Cup, 3-2
tegen Everton.
Meer geknipper. ,,Hij wil weten
ofGrobbelaar nog steeds keept
bij Liverpool", vertaalde de ex
pert. Andrew's jongere broer
pinkte een traantje weg bij het
horen van die naam. „Nu even
niet over Grobbelaar praten",
fluisterde hij.Vertel liever wat
je in de tussentijd hebt beleefd.
Druk geknipper nu met de ogen.
„Hij is in het voorportaal van de
hemel geweest", werd er ver
taald. „Er is een apart gazon
daar, voor voetbalsupporters. Er
is doorlopend aanloop daar, de
administratie van Petrus loopt
in het honderd, vandaar dat An
drew zo lang heeft moeten
wachten. Telkens nieuwe fans
liepen de wachtruimte in, veelal
onder het bloed, met gescheurde
leren jacks en verkreukelde
clubshawls. Andrew moest clie
lui allemaal voor laten gaan,
Onheilspellend geknipper nu.
Vlak na hem kwamen de 13
doden aan van Nigeria-Angola,
inclusief één speler, heeft aan
Andrew nog een handtekening
gegeven. De 40 doden van de ca
tastrofe in Transvaal. Nairobi,
één dode. Vijftien Corsicanen
voor wie Bcistia-Olympique hun
laatste wedstrijd was. Eén Spor
ting-supporter en van de zomer
nog 9 bezoekers van Zambia-
Soedan en natuurlijk 81 sta-
diondoden uit Guatemala.
„En toen?", vroeg zijn vader.
Het geknipper hervatte.
„Toen was het even rustig. Mijn
beurt. Ik was de laatste, zei Pe
trus. 'Overal zijn de stadions nu
veilig.Ik besloot 't er maar op te
wagen. Maar toen strompelde
een bebloed en sufgeslagen type
de wachtkamer in, ongeveer
mijn leeftijd, iets ouder, op zich
niet onsympathiek. 'Die eerst',
zei Petrus. Zijn hele gezicht zat
onder 't bloed... ik werd er naar
van. Die jongen zei dat-ie er nog
meer zoals hij verwachtte, aan
stonds. Toen besloot ik nog even
te wachten. Daar wilde ik niet
bij horen. Ik wilde terug, naar
huis, naar jullie..."
Andrew knipperde nog één keer
heel heftig en viel toen van ver
moeidheid in slaap.
Wat wilde hij nog weten?",
vroeg zijn oma.
Waar Beverwijk ligt.
Studio
Sport