Doek valt voor 'de stervende stad' Los of vast? FOTO'S ED PETIT Civita di Bagnoregio dreigt de vallei in te glijden Honderd kilometer ten noorden van Rome, hoog boven een door wind, vulkanen en aardbevingen gevormd maanlandschap, ligt Civita di Bagnoregio. 'De stervende stad' is de naam die bewonderaars in heel de wereld hebben gegeven aan deze kleine middeleeuwse parel. Gedacht werd altijd dat het momen t van 'overlijden nog ver weg was. Een aardverschuiving kort voor kerstmis heeft iedereen echter met de neus op de feiten gedrukt: de stad glijdt weg; het doek valt werkelijk voor 'Civita'. Binnen de muren, in de kleinere straten, is de stilte totaal. De aardgasmaatschappij Italgas maakte enkele jaren geleden in de kranten reclame met de kreet dat men echt overal in Italië het aardgas wist te brengen. De tekst stond onder een pagina grote foto van Civita di Bagnoregio. Natuur lijk was de dikke gasleiding goed te zien die hangt onder de driehonderd meter lange, op hoge palen gebouwde loopbrug die Civita met het 'vasteland' verbindt. Een infuus voor de zwaar zieke patiënt. Italgas heeft, eerlijk is eerlijk, een prestatie van niveau geleverd. Civita di Bagnoregio ligt in een adembenemend landschap. De stad duikt imponerend op na een lange tocht over een nog met sneeuw en ijs bedekte slinger weg door wat Hoog-Lazio heet. Een schip dat duizenden jaren geleden lijkt te zijn vastgelo pen en dat sinds het droogvallen van de zee uitsteekt boven de zandbanken. In plaats van zand bestaat de 'zeebodem' uit formaties van klei en tufsteen, waaraan de erosie grillige vormen heeft gegeven. Erosie en wind zijn, samen met aardbevin gen, ook de vijanden van Civita di Bagnore gio. Altijd geweest ook. In alle historische pe riodes. Etrusken, Romeinen, Longobarden, de bewoners van de onafhankelijke stadstaat en de onderdanen van de pauselijke staat, ie dereen is zich altijd bewust geweest van de gevaren verbonden aan het bewonen van de ze heuveltop. De laatste honderd jaar is het verval, mede door 'onvoorzichtig' gedrag van bewoners en boeren, echter snel gegaan. De oude toe gangsweg en alles wat ooit buiten de muren is gebouwd, zoals een kerk, een klooster, een weeshuis en een aantal woonhuizen, zijn weggezakt en verdwenen. De betonnen en weinig elegante loopbrug die in 1965 werd geslagen, hangt tientallen meters in de lucht, maar min of meer op dezelfde hoogte als waar ooit een, met huizen omzoomde, weg liep. Dood Het verval heeft nu definitief de stad zelf be reikt. Een week voor kerstmis was er een aardverschuiving, waardoor,een deel van de kleiwand naar beneden kwam waarop in feite de randen van het stadje rusten. Twee arbei ders ontsnapten aan de dood, maar ook was duidelijk dat het uur van de waarheid was aangebroken. Nog zó'n verschuiving en heel Civita di Bagnoregio zou de vallei inglijden. Mevrouw Luciana Vergaro, lerares Grieks en Latijn op een gymnasium in het nabijgelegen Viterbo, maar ook burgemeester van Civita, sloot de brug. Met pijn in het hart, dat wel. Onlangs is die brug, na nieuwe controles en onder veel voorbehoud, weer geopend. Een geste vooral richting de acht nog in Civi ta wonende gezinnen en de 30 'VIP's', onder wie regisseur en Oscar-winnaar Giuseppe Salvatores, die er een huis hebben. Het heeft echter iets van de mogelijkheid geven tot 'af scheid nemen', want de kans op genezing is vrijwel uitgesloten. De brug zelf loopt volgens de geologen en andere experts weinig gevaar. Ze is de afgelo pen 31 jaar niet meer dan anderhalve centi meter verzakt. Afgeraden wordt er met grote groepen overheen te lopen, om te voorko- men, zoals onlangs tijdens een begrafenis ge beurde, dat een moeilijk te stoppen schom meleffect optreedt. Op deze koude dag is er niemand op de brug. De wind giert harder naarmate de klim vordert. Het gevoel neemt toe dat een bezoek wordt gebracht aan een schip dat op punt van vertrekken staat. Het uitzicht op de vallei van de 'Calanchi', het Italiaanse woord voor door erosie uitgesleten kleigrond, is prachtig. Vooral wanneer de schrale winterzon zorgt voor een fascinerend schaduwspel. In de ver te doemen majestueus de Appenijnen op, de centrale bergrug van Italië. Toegang tot Civita di Bagnoregio verleent de poort van Santa Maria, een sobere rond Etruskisch-Romeinse bogen gebouwde toren, die ooit deel heeft uitgemaakt van een kas teel. Binnen de muren is de stilte totaal. Civi ta heeft een centrale hoofdweg, waarop alles bij elkaar vijf kleinere straten uitkomen. De atmosfeer is surrealistisch, vooral omdat het stadje allesbehalve bouwvallig is. Er is veel en met zorg gerestaureerd. Je moet er niet aan denken dat dit alles straks beneden in de val lei ligt. Heilige Dat vindt ook Anna Mostarda, een van de ze ven permanente bewoners van Civita. Ze is 84 jaar, heeft al haar tanden nog en zegt met gepaste trots te wachten op het moment dat haar kleinkind oma wordt. Mevrouw Mostar da is kosteres van de dom San Donato, gele gen aan het gelijknamige plein en het be langrijkste monument van Civita. Ze vertelt met verbluffende kennis van zaken over de geschiedenis van de stad en natuurlijk vooral over de heilige Bonaventura, die hier in 1217 als Giovanni Di Fidanza werd geboren en la ter zou uitgroeien tot een van de belangrijk ste theologen van de middeleeuwen. Maar ook herinnert ze zich Federico Fellini, die hier zijn film La Strada heeft opgenomen. Wonen op een wegzakkende rotspunt van tufsteen, doet mevrouw Mostarda niets. ,,De lucht is hier goed", zegt ze met een brede grijns. Het eten is ook goed, al moet dat van 'buiten' worden aangevoerd door de klein kinderen. De toekomst van Civita ligt in de handen van God, zegt ze. ,,Het is jammer, want de stad biedt veel. We hebben geschie denis, kunst, cultuur en ook folklore, zoals de ezelrace die in juli en september wordt verre den." De laatste race werd gewonnen door cie ezelin Rosina, die dankzij het feit dat ze tochtig was alle andere achter zich wist te houden. Niet iedereen wenst zich neer te leggen bij de status quo. De pychiater Paolo Crepet vindt dat Civita een toekomst heeft en legt de schuld van de teloorgang bij de lokale politi ci. ,,Wat voor zin heeft het om een stad te voorzien van kostbare aansluitingen voor wa ter, gas en elektra en bouwvergunningen af te geven als aan de ondergrond niets gedaan wordt", briest hij. Volgens Creptet is een stad die de belangstelling van de hele wereld heeft en jaarlijks 160.000 bezoekers trekt, het red den meer dan waard. Dat Civita di Bagnoregio niet mag sterven, vindt ook burgemeerster Luciana Vergaro, maar ze is gebonden aan wat de experts haar zeggen over veiligheid. „Voor de meest ur gente werkzaamheden is een bedrag nodig van tenminste 35 miljoen gulden", zegt ze gelaten. Wat de definitieve redding kost, wil niemand zeggen, ook niet het 'Comité Pro getto Civita'. Waarschijnlijk omdat die red ding een illusie is. ZATERDAG 22 MAART 1997 Onze Taal Het begon met een gesprek over de spelling. En dat het soms zo lastig is of iets los geschreven moet worden of aan elkaar. Iemand noemde het voorbeeld van Nederlandssprekend. Moet dat aan elkaar of is het beter om het als twee woorden te spellen? Hoe moet je dat beslissen? We haal den er een woordenboek bij, maar dat kon ons probleem toch ook niet echt oplossen. Hoe langer we erover nadachten, hoe meer vragen er op kwamen. Ik weet het dus niet. Maar ik zal vertellen wat we allemaal be dacht hebben. I ederlandssprekend staat omschreven als 'het Nederlands als spreektaal gebrui kend'. Zo heb je ook Franssprekend: 'het Frans als omgangstaal hebbend'. Het sub tiele verschil bij Van Dale tussen 'als spreek taal gebruikend' en 'als omgangstaal heb bend' ontgaat me; maar dit terzijde. Engels sprekend staat er niet in. Dat is vreemd, want we kunnen het toch hebben over het Engelssprekende deel van de wereld. Na tuurlijk kun je zo aan de gang blijven met alle talen van de wereld. Duitssprekend staat er ook niet in. Waarom dan wel Frans sprekend? Iemand die heel gehoorzaam is aan het woordenboek, gaat nu Engels spre kend los schrijven, en Franssprekend aan een. Dat kan niet de bedoeling zijn. Er moet een of andere theorie of regel achter schui len, om Franssprekend aaneen te schrijven (en dan ook de niet vermelde Engelsspre kend en Duitssprekend). Al gauw kwamen we erop, dat er mis schien wel verschil is tussen een Engels sprekende man (los) en een Engelsspreken de man (aaneen). In het eerste geval, als je het los schrijft, dan gaat het om een man die op dat moment Engels spreekt, maar die van huis uit misschien wel Franstalig is of Japans. Engels sprekend, los geschreven, duidt alleen aan dat die man op dat mo ment Engels spreekt. Meer niet. Het kan zijn moedertaal zijn, het kan ook een later geleerde taal zijn; dat weet je niet. Bij een Engelssprekende man daarentegen, aaneen geschreven, denk ik eerder aan een Engelstalig persoon, iemand die van huis uit Engels spreekt. Ik zou dan ook bij het Engelssprekende deel van de wereld liever aaneen schrijven: we bedoelen Engelsspre kend dan als min of meer vaste eigenschap. Bij het losse Engels sprekend vertellen we alleen maar wat er op dat moment gebeurt. Kort gezegd: een Engels sprekende man hoeft helemaal niet Engelssprekend te zijn. Het is enkel die min of meer vaste eigen schap die het woordenboek vermeldt. Terecht. Engels sprekend zijn dan samen één woord, en met een betekenis die net een beetje anders is (namelijk: 'eigen schap') dan de betekenis van de combinatie der losse woorden. En dat is precies de re den om het aaneen te schrijven. Jammer al leen dat Van Dale Engelssprekend en Duits sprekend vergeten is; bij Nederlandsspre kend en Franssprekend gaat het goed. Ik heb de indruk dat het woord Engelsspre kend (en idem dito voor andere talen) niet alleen in z'n spelling en in z'n betekenis ei gen kenmerken heeft, maar ook in de uit spraak. Althans soms. Er kan namelijk een verschil in klemtoon te horen zijn. Bij de twee woorden 'Engels sprekend' ligt de klemtoon op 'Engels', maar in het woord 'Engelssprekend' heb ik neiging om de klemtoon te leggen op '-sprekend'. Dus net als bij 'ijzerhoudend' en 'zelfreinigend'. In ieder geval heb ik de illusie dat u verschil kunt horen als ik ofwel 'Engels sprekend' of wel 'Engelssprekend' zeg. Tenminste als ik ze geïsoleerd zeg. In zins verband is het anders. Net als bij 'ijzerhou dend' en 'zelfreinigend'. Zeg ik enkel het woord 'zelfreinigend', dan leg ik de klem toon op '-reinigend'; maar spreek ik over het 'zelfreinigend vermogen', dan komt de klemtoon bijna vanzelf toch op 'zelf-'. Ik heb daar nog geen verklaring voor. In ieder geval gebeurt er bij 'Engelssprekend' het zelfde: ik leg de klemtoon op '-sprekend', maar in zinsverband, dus in bijvoorbeeld het Engelssprekende deel van de wereld, dan komt de klemtoon toch weer op 'En- gels'-. Van Dale heeft dat ook gezien, en maakt er een opmerking over. Maar zonder het te verklaren. Bij nader inzien vind ik Van Dale's beteke nis 'als omgangstaal hebbend' eigenlijk beter dan 'als spreektaal gebruikend'. Het eerste geeft beter aan dat het om een min of meer vaste eigenschap gaat. Wordt een taal alleen maar op een bepaald moment als spreektaal gebruikt, dan zou men 'Neder lands sprekend' moeten schrijven. Maar is het 'als omgangstaal hebbend', dan is het Nederlandssprekend. Een ander probleem is, wat dan het verschil is tussen Engelstalig en Engelssprekend. Daar hebben we ook nog een hele poos over gesproken. Zijn we trouwens ook niet goed uitgekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43