n Postzegeltje groen tussen betonkolossen -«'Duitse vondst niet baanbrekend' PESTHUISLAAN Leiden Regio II 18McDonald's ligt niet wakker van McMurder fe - ZATERDAG 22 MAART 1997 CHEF HANS JACOBS, 071 -5356414, PLV.-CHEF RUDOLF KLEUN, C Egyptoloog dr. M. Raven: WIM KOEVOET zers, 'uitse opwinding versus Hollandse nuch- Weg erheid. De egyptoloog van het Rijksmuse- uii van Oudheden (MO) in Leiden, dr. M. s da laven, en de Hamburgse wetenschapper R. -delii iermer reageren tegengesteld op de ont- ddel lekking van de laatste: in een lijkvaas, af- omstig uit het RMO, trof zij gemummifi- hetj efde ingewanden van zo'n vierduizend aar oud aan. De één spreekt van een door- iraak, de ander vindt de sop de kool niet aard. iels Germer, een biologe en archeologe, UBS neent dat de menselijke resten van grote ciële tetenschappelijke betekenis zijn. Zij heeft ge d oestemming gevraagd de ingewanden ver- er te onderzoeken. Het RMO heeft daar •jn een enkel bezwaar tegen, en (v De lijkvaas is door het RMO in bruikleen ls Bi egeven voor een Hamburgse expositie ver de geheimen van mummies. Door de luitse opwinding lijkt het alsof het RMO eft zitten slapen, maar volgens Raven is ijbe" r'niets baanbrekends' aan de vierduizend iar oude ingewanden. Raven spreekt ook tegen dat Germer de erste is geweest die de vaas heeft geopend. De vaas is reeds lang geleden in Leiden ge- sche alvijn opend. Sterker nog, wij hebben de geopen de vaas naar Hamburg gestuurd." En: „We hebben hier nog veel meer lijk- vazen staan. Die hebben we wel honderd jaar in huis. Het is best mogelijk dat er ook vazen in hars gegoten ingewanden zitten. Dat wij dat zelf niet hebben onderzocht, heeft alles te maken met het ontbreken van een aanleiding. Er is geen vraagstelling, geen onderzoeksdoel. En het is onverstan dig om in het wilde weg op onderzoek uit te gaan. Onderzoek gaat immers dikwijls ge paard met vernietiging van materiaal." „Het onderzoek dat mevrouw Germer wil verrichten is duur. In Duitsland zijn er ook meer specialisten op dit terrein dan in Ne derland. Ik heb goede redenen om aan te nemen dat de inspanningen niet opwegen tegen de opbrengsten." De oude Egyptenaren, vertelt Raven, ver wijderden de ingewanden van hun doden vanwege de bederfelijkheid. Zij conserveer den de organen apart van de rest van de stoffelijke overschotten. Longen, lever, maag en darmen werden in hars gegoten en vervolgens in lijkvazen gestopt. Overigens maakten de Egyptenaren er dikwijls een zooitje van en hielden ze zich niet eens aan hun eigen indeling." Hoewel de ingewanden na vierduizend 'jaar volkomen uitgedroogd zijn, bestaan er volgens Raven technieken die het mogelijk maken om vocht toe te dienen. Ze worden dan onder de microscoop weer herkenbaar als darmen, lever, maag of longen." „Maar baanbrekend is dat niet, zeker niet omdat Germer een volkomen anonieme vondst heeft gedaan. Bovendien is dergelijk onderzoek al eens eerder gedaan. Het is al leen maar interessant als er sporen van een ziektegeschiedenis worden aangetroffen, maar ook dan zet ik vraagtekens achter de betekenis. Nogmaals, deze vonds is volko men anoniem." Raven zou pas opgewonden raken als on derzoek naar de vazen met ingewanden van Toetanchamon mogelijk zou zijn. Deze va zen staan in Cairo maar het museum aldaar is 'niet coöperatief, zegt hij. „Hij is op 18- jarige leeftijd gestorven. Nu stierven er 1340 voor Christus wel meer mensen op zo jonge leeftijd maar als je zou kunnen vaststellen waaraan hij is gestorven, dan heb je écht wat. Tegenwoordig is zelfs een DNA-analy- se mogelijk van mummie-resten, die zou in het geval van Toetanchamon een schat aan informatie kunnen opleveren. McDonald's maakt zich niet lijster druk om de graffiti die "jelopen week op de gevel van het pand in de Donker- iteeg is aangebracht. 'Hier imt McMurder' staat er in Etters, een tekst die aan - f duidelijkheid niets te wensen overlaat: 'Murder', dat is En- voor 'moord'. De daders refereren hier uiteraard aan iet vlees dat de hamburgergi- jant in zijn producten ver werkt. „We halen de tekst heus wel van de gevel af', zegt een woordvoerster van het hoofd- srsur batoor in Amsterdam. „Maar Ve staan niet onmiddellijk Jaar met de schoonmaakspul- GEN !en' ^an tekst zelf liggen we ook niet wakker." „Ik moet zeggen: iedereen ïeeft recht op vrije meningsui- ail jing. Maar helaas staat er geen ij) Éender bij. Dan hadden we .persoonlijk kunnen uitleggen Oude i>oe wij tegen het gebruik van lees aankijken. Natuurlijk worden er koeien geslacht voor ons vlees. Maar wel op een manier die wij fatsoenlijk achten. We proberen de pijn en het lijden te minimaliseren. Daar kan men het nog mee oneens zijn, maar het is onze keuze." McDonald's kocht het mo- mumentale pand, waar decen nia lang Lunchroom Hendriks in was gevestigd, een paar maanden geleden. De bouw vergunning - het bedrijf wil onder meer een nieuwe pui in het pand - is deze maand door de gemeente verstrekt. Op dit moment w.ordt er dan ook al druk verbouwd. „We denken dat we de zaak eind mei, half juni, kunnen openen", zegt de woordvoerster. „Er komen in elk geval 120 zitplaatsen in en een apart terrasje. Bovendien hebben we de druivenranken, die ook al in de lunchroom hirigen, laten hangen. Een deel van het oude interieur blijft zo intact." Een gevel die is volgekalkt met een kritische tekst. Maar McDonald's vindt dat niet zo erg. foto loekzuyderduin Waarin deze week: de telefoon bij tekenaar Theo van den Boogaard niet stilstaat en funshoppend Voorschoten een wakkere agent inkoopt. Mijnheer Van den Boogaard? Van Rij hier, van de gemeente Leiden. Inderdaad, we hebben uw tekening ontvan gen. Derde versie alweer, niet? Ja, we zijn er heel content mee. Ziet er aardig uit. In elk geval fijn datje geen roestplekken meer in het station ziet. Maar - eh - ik zit nog wel met een klein dingetje. Die donkere wolken, kunt u daar niet iets aan doen? Ja, ik weet dat het in Nederland vaak bewolkt is. Maar het leek ons aardig om er een mooi, zonnig tafereeltje van te maken. Dat oogt zoveel vro lijker, snapt u? - Ha Theo, met Jan spreek je. Wethouder Jan Laurier... Ja, heb ik gehad. Leuk! Ja, ik heb al je Sjef van Oekel-strips, moetje weten. Maar ik bel over die mensen die je op het plein hebt getekend. Kan je die ook blij la ten kijken? Dan kan je zien dat ze blij zijn met hun nieuwe Sta tionsplein, vat je? En die bede laars bij de ingang van het sta tion, die kunnen toch wel weg? Dan teken je daar een paar stu dentjes. Met een biertje, of zo... Wil je dat voor me doen? Ge weldig! - Mijnheer Van den Boogaard? Met wethouder Aart van Bocho- ve spreekt u. Economische za ken bij de gemeente Leiden... Ja, ik wilde u inderdaad wat vra gen over uw tekening. Hoe raadt u dat? Nou, ik vroeg me af of u nog wat extra mensjes op de trappen van de Kamer van Koophandel kunt zetten. Zodat het lijkt alsof het hartstikke goed gaat met de Leidse econo mie... Ja, da's een goed idee, laat ze maar breed lachen. - Ali, meneer Van den Boog aard, eindelijk. Goh, u was steeds in gesprek. Met wethou der Pex Langenberg spreekt u, van verkeerszaken. Tja, die te keningvan u, hè... Nee, hij was Neergekwakte fietsen mogen niet bij het station. Op de artist's impression worden ze uitgegumd, in het echt worden ze afgevoerd. foto henk bouwman al een stuk beter dan de vorige. Goed dat het sluipverkeer is uit gegumd., Maar nou zit ik, eerlijk gezegd, nog een beetje met die fietsen. Fietsen tegen het sta tion, tegen de flat. Ik weet na tuurlijk wel dat iedereen z'n fiets overal neerkwakt, maar het staat zo slordig. Die tekening moet wel een beetje wervend zijn. En nou ik u toch aan de lijn heb, waar is dat terrasje waar we het laatst over hadden? Dat zou u er toch nog ergens bij te kenen? Hoezo, onwaarschijn lijk? U bent toch kunstenaar? Nou dan! Laat u eens lekker gaan. Doen wij ook altijd als we met zo'n plan bezig zijn... Een terras op het oude busperron, zegt u? Wat een grappig idee, zeg! -Goedenavond, meneer Van den Boogaard. Goekoop hier. Ja, ziet u, we zijn zó tevreden over uw tekening van het Stations plein dat ik u alvast wilde vra gen of u eerdaags nog wat tijd over heeft. Want, ziet u, we zoe ken iemand voor de Meelfa briek. Voor die plek hebben we straks ook een artist's impres- sion nodig. Om ons bouwplan te verkopen als we dat lelijke ding eenmaal hebben ge sloopt... Wat zegt u, u moet nog een nieuw Van Oekel-album te kenen? Hé, da's nou jammer zeg. Nou ja, het is niet anders. Dat wordt lachen in Voorschoten. Han denwrijvend en gniffelend namen de raadsleden deze week een besluit. Voor een half miljoen gulden (over een periode van zes jaar) neemt de gemeente een eigen agent in de arm. Om haar 'grote en kleine ergernissen' te elimineren. Net zo makkelijk. Er werd meteen een ambtenaar on pad ge stuurd. „Jongen, hier heb je wat centjes, ga jij eens even een agent kopen." Elke misstap in het dorp wordt fataal, besloten de politici. Wie 's avonds stiekem de vuilniszak buiten zet staat in no-time met de handen tegen de muur en de benen gespreid. Hondenuitla- ters en fietsers zonder licht wacht eenzelfde lot. Niemand durft straks nog z'n huis uit. Zo wordt het ideaal van de raadsleden werkelijkheid. Een uitgestorven dorp, de saaiste gemeente van Nederland. Lek ker makkelijk. De gemeenteraad staat gelukkig geheel los van dé realiteit. Daar ontvangen de Voorschotense stervelingen de agent natuurlijk smalend. De gemoedelijke dienstklopper kan maar op één plek tegelijk zijn, dus dat vraagt om kattenkwaad. De dorpelin gen zwaaien bromsnor gemoe delijk uit met de vuilniszak in de hand. Daar gaat-ie weer. Of nog mooier, een agent die graag zijn snor drukt. Die om het hoekje kijkt naar wat hij al lemaal had moeten aanpakken. Of die, net als die Engelse bobby uit de slapstick 'De Plank', tel kens als hij op de fiets wil stap pen z'n pedaal niet kan vinden. En als hij die ten slotte vindt krijgt-ie zijn andere been weer niet over het zadel. Zo kom je de steppende wetsdienaar altijd weer ergens tegen. Als een run ning gag gaat hij door Voor schoten. Een dot geld voor een ouder wetse agent die iedereen nog begroet met een droge tik aan de pet. Móge! De verveelde jeugd kruipt weer in de bosjes en schiet de citybike-schlemiel met hun katapult aan flarden. De agent zonder bevoegdheden wordt een bezienswaardigheid. Jongens, kom snel naar buiten! Daar stept-ie weer! Voorschoten is een half miljoen gulden armer. Maar een attrac tie rijker. MAARTEN KEULEMANS EN DIMITRI WALBEEK „Het is net een oase", zegt een bezoeker van kun stenares Marian Montéba (nummer 6b). Een klei ne oase, wel te verstaan, een postzegeltje groen en eeuwenoude panden temidden van glazen, betonnen en metalen gebouwem Vroeger konden de bewoners van de Pesthuislaan tot aan de duinrand kijken, zagen ze vanuit hun raam de kerktoren van Wassenaar. Maar de laatste jaren rukte de vooruitgang gestaag op. De nieuwbouw van het Academisch Ziekenhuis, de kantoren en laboratoria in het Bio Sciencepark en als laatste het nieuwe Nationaal NatuurhistQ- risch Museum, met die 'vermaledijde' glazen loopbrug dwars over de Darwinweg en de tuinen van een paar huizen aan eind van het laantje. De eens zo rustieke Pesthuislaan is compleet inge sloten. De bewoners hebben de afgelopen zeven jaar ge vochten voor hun woningen. Op de eerste ont werptekeningen voor het nieuwe museum waren de huizen van de twee families Van Beek en het onderkomen van meneer Smit pardoes 'wegge- gumd'. Na fel verzet kwamen er nieuwe tekenin gen, met daarop de loopbrug. Opnieuw hevige strijd, maar uiteindelijk gingen de bewoners ak koord met het - weliswaar deels ingekorte - ge vaarte. Nu is de Pesthuislaan één grote bouwput. En de bewoners? Die willen het liefst eindelijk eens rust. Maar om die rust te vinden, zullen ze him huizen beslist niet verlaten. „Als straks het museum klaar is en de bouwvakkers vertrokken zijn, zal het wel beter worden", hoopt Lucie van Beek. Ze kan zich geen ander thuis herinneren dan de schilderachtige witte woning op nummer 5. In september 1935 verhuisde ze er als zevenjarige naar toe met haar ouders. Alleen meneer Wesseli- us verslaat haar, wat woonduur betreft. Die be trok in januari 1935 als tienjarige het huis op 3a. Nooit meer verhuisd, zo ging dat. Kinderen trouwden geregeld 'bij hun ouders in' en werden later zelf de hoofdhuurder. Wie eenmaal aan de Pesthuislaan woonde, wilde er nooit meer weg. En zo gaat dat - ondanks alle sores - nog steeds. Eén van de zonen van Lucie van Beek woont met zijn vrouw in het huis direct naast dat van zijn moeder. De Pesthuislaan kent meer van die fami lieverbanden. „Mijn moeder zei het al toen ze ons huis voor het eerst zag. 'Dit is het huis waar ik nooit meer weg ga.' Ze heeft er tot haar dood gewoond. En voor mij geldt precies hetzelfde", zegt Lucie van Beek. Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag de Pesthuislaan in Leiden. LU CD h- C£ 1— in De Pesthuislaan, momenteel één grote bouwput. De bewoners wachten op de dag dat de rust weerkeert. Ze is verslingerd aan de Pesthuislaan, werkte zelfs net als haai" man in het pesthuis, in de jaren dat het legermuseum daar gevestigd was. Kijkend naar de nieuwbouw: „Voor ons was het kiezen. Of we gaan weg en we komen in een straatje te wo nen of we blijven hier en we zien wel wat het wordt. Wij blijven, we willen niet naar een straat je." 'Eigenheimers' is een omschrijving die goed bij de bewoners van de Pesthuislaan past. Ze lopen bij elkaar de deur niet plat, zijn uiterst gesteld op de relatieve rust rond hun huizen. Maar ze heb ben een gemeenschappelijke geschiedenis en als er iets is, dan helpen ze elkaar vaak. Hoewel me neer Wesselius zich nooit zo heeft bemoeid met de strijd rond het nieuwe museum en de loop brug. „Ik had het al snel aanvaard. Ik had het idee dat het toch niet tegen te houden was." De herinneringen van meneer Wesselius zijn de zelfde als die van mevrouw Van Beek. Beiden hebben ze het over de tijd dat het spoorviaduct nog niet bestond en de Pesthuislaan begon'bij de Morssingel. „Je moest soms wel twintig minuten voor de spoorbomen wachten", zegt Lucie van Beek. Meneer Wesselius: „Zes sporen waren er. Vlakbij lag het rangeerterrein. Als de bomen naar foto loek zuyderduin beneden gingen... Hier wonen had zijn voors en zijn tegens. De bereikbaarheid was toen heel slecht. Maar als kind hadden we een heel groot speelterrein." „We hadden een hekel aan die naam Pesthuis laan",'herinnert Wesselius zich. „Dus noemden we het zelf de Begravenenlaan. Iedereen wist dat. Als je post stuurde naar de Begravenenlaan, dan kwam het gewoon hier aan." Het is een toepasse lijke naam. Steek in de omgeving van het Pest huis een spade in de grond, en de kans is groot dat je op knekels stuit. Slachtoffers van de pest- epidemiën? Wesselius vraagt het zich af. „Het Pesthuis is nooit gebruikt om pestlijders op te vangen", meent hij. Nadat het gebouw rond 1660 werd opgeleverd, werd Leiden volgens hem niet meer getroffen door een pestepidemie. Maar een aantal documenten in het Leidse ge meentearchief spreken over een grote epidemie, de laatste, in de jaren 1669/1670. En voordat het stenen Pesthuis werd gebouwd, stond er in de di recte omgeving een houten Pesthuis. „Misschien dan toch de overblijfselen van pestlijders?", twij felt Wesselius. „Er zijn wel meer onduidelijkhe den over wat er in de loop der tijden in de gebou wen aan de Pesthuislaan heeft gezeten. Bij de stadhuisbrand schijnen er toch een hoop gege vens kwijt te zijn geraakt." Hij interesseert zich in de geschiedenis van de Pesthuislaan, weet te vertellen welke gebouwen er later zijn gebruikt als militair "hospitaal, als ge vangenis, als inrichting voor psychopaten. „Over de plek van de vrouwengevangenis lopen de me ningen een beetje uiteen. Maar volgens mij is het het huis waar mevrouw Montéba nu woont." Marian Montéba toont een kopietje van een oude plattegrond van haar huis. Volgens de gegevens op het papiertje is haar atelierruimte de plek waar ooit een slaapzaal voor zes vrouwelijke ge vangenen heeft gezeten. Een paar jaar geleden woonde de kunstenares nog in het huisje op nummer 4. Maar dat is tegen de vlakte gegaan, toen met de bouw van het nieuwe museum werd begonnen. Montéba wopnt inmiddels zo'n zes tien jaar aan het laantje en ook zij er haar hart aan verpand. Maar ze spreekt inmiddels wel over de 'Verpest- huislaan'. „Die akelige slurf, die lelijke lucht brug", is haar een doorn in het oog. En laatst zijn er tientallen, prachtige bomen gekapt. „Ik heb nu veel meer last van verkeerslawaai op de Plesman- laan." Montéba was indertijd één van de felste strijders tegen de 'lelijke' plannen voor de loop brug. Zé ontwierp zelfs samen met een architect een alternatief plan. De tekeningen hangen nog steeds aan de muur, boven het uiteindelijke ont werp van architect F. Verheyen. „Later vroeg de architect ons om een alternatief voor die luchtbrug. We hebben een tunnel als verbinding naar het oude Pesthuis voorgesteld. Maar dat kon niet, zeiden ze. Er zouden te veel kabels liggen. De weg ligt hier nu open. Ik heb maar vier kabeltjes gezien. Ik vind het nog steeds vreemd. In New York zijn ze in staat om complete metrotunnels te bouwen en hier zou het niet kunnen." Ze wijst naar de luchtbrug en vervolgens naar de tekeningen. „Die luchtbrug zou niet hoger wor den dan de dakgoot van het Pesthuis", zegt ze. „Maar klaarblijkelijk hebben ze zich verrekend. Dat ding steekt anderhalve meter boven de dak goot uit." Ook Lucie van Beek klaagt erover, over dat hoog uitgevallen gevaarte, hoewel ze de strijd heeft op gegeven en uiteindelijk toestemde in de loop brug. „We hebben het geaccepteerd", zegt ze. „En ach, er is hier in de loop der jaren zo veel ver anderd om ons heen, en daar zijn we telkens ook aan gewend geraakt. Je groeit er langzaam naar toe, het gaat niet van de ene op de andere dag."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 11