1 Nederlanders nu de Britten van het vasteland Nieuwe veerboot 'vliegt' over Noordzee rr zaterdag 15 maart 1997 Door de aanleg van de Kanaaltunnel hebben de veerbootondernemingen het moeilijk. Zeker sinds de tarieven voorde tunnel vorig jaar werden gehalveerd. Stena Line, de onderneming die dagelijks met tivee ferries de verbinding tussen Hoek van Holland en Harwich onderhoudt, denkt een passend antivoord te hebben gevonden in de concurrentiestrijd. Momenteel wordt in Finland de laatste hand gelegd aan de houw van een 125 meter lange en 40 meter brede catamaran, die beide schepen gaat vervangen. Het schip haalt een topsnelheid van 75 kilometer per uur en kan met 1500 passagiers in 3,5 uur de Noordzee overbruggen. Op 2 juni komt dit supersonisch ogende snelheidsmonster, dat een investering van 230 miljoen gulden vergde, in de vaart. Het pendelt dan twee keer per etmaal heen en weer. ,De toekomst is fastcraft. Europa. Vorig jaar liepen de eerste twee exemplaren van stapel, eveneens in Rauma. Deze varen tussen Engeland en Ierland. Bij de Discovery is de technologie echter nog verder gevorderd. Het schip is uitgevoerd met twee moderne gasturbines in de drijvers, terwijl waterjets (in plaats van schroeven) voor de stuwkracht zorgen. Dat levert het gi gantische vermogen op van 100.000 pk. De topsnelheid wordt 40 knopen, 75 kilometer per uur, met een energieverbruik van 45.000 liter gasolie per overtocht. „Het schip is veel stabieler dan een traditionele veerboot. Bij golven van 4,5 meter merkje nog weinig. Een beter zeecomfort, gecombineerd met een ho ge snelheid en eten k la carte. Met 75 kilome ter per uur is het voor de passagiers nog leuk toeven op het achterdek, waar wij twee bal kons hebben." Zowel in Hoek van Holland als in Harwich worden op het ogenblik de passagierstermi nal en de aanlegsteiger afgebouwd. Diverse stalen onderdelen daarvoor komen van de werf van Finnyards. Waarom eigenlijk is de order voor de catamaran naar Finnyards ge gaan? De Lange: „Wij wilden een catamaran die ook vrachtwagens kon vervoeren. Met die opdracht zijn onze eigen ontwerpers aan de slag gegaan. Er is vervolgens gezocht naar een werf. We zijn de hele wereld over gegaan op zoek naar de juiste bouwer. Uiteindelijk bleef Finnyards over, omdat die het voor een bepaalde prijs aandurfde. Je kunt ook kiezen voor een ontwikkelingsland, waar goedkoper wordt geproduceerd, maar je merkt meteen verschil. Dat rampt en stampt en schudt... Finnyards kon ons goede kwaliteit leveren." Aluminium et moet maar eens gezegd: I Nederland is al lang niet meer verliefd op Europa. Na tuurlijk: het kabinet-Kok presenteert zich nog steeds als een van de grootste voor vechters van Europese integratie en maar weinigen twijfelen aan deze gezindheid. Maar dat Nederland een voortrekker van Europa is, mag inmiddels een moderne mythe heten. Wie goed kijkt, ziet argwaan, eigenbelang en onverschilligheid. Trots op het economische succes en de Nederland se cultuur en een snel afnemende bereid heid deze in te ruilen voor iets 'Brussels'. Langzaam maar zeker slaat de Hollanditis weer toe. Ontwikkelen de bewoners van de Lage Landen zich tot de Britten van het vasteland? Wie zoekt naar het moment waarop de Nederlandse liefde voor Europa bekoelde, moet verder teruggaan dan de Frans/Duit se coup tegen Lubbers' kandidatuur voor de Europese Commissie in 1994. Ook bij de vergeefse gooi van Ruding naar het presi dentschap van de Oost-Europabank, hoe ven we niet stil te staan. De mislukte lobby voor de vestiging van de Europese Centrale Bank in Amsterdam is historisch van even geringe betekenis. Nee, het werkelijke omslagpunt ligt in december 1992, toen de Europese rege ringsleiders in Edinburgh nieuwe afspra ken maakten over de financiering van het landbouwbeleid. Vrij snel daarna werd dui delijk dat Nederland ongemerkt van netto ontvanger de grootste netto-betaler van de Gemeenschap was geworden. Het profijt dat Nederland van de Europese samenwer king trok, was daarmee veel minder van zelfsprekend. Bijgevolg ontstond er als bij toverslag een sterk verhoogde belangstel ling voor de manier waarop de Brusselse bureaucratie met de Nederlandse belas tingcenten omsprong. Dominee Als de koopman zijn geld begint na te tel len, duurt het nooit lang voordat ook de' dominee zich achter de oren krabt. In 1991 geloofde de Nederlandse 'dominee' nog heilig in de zegeningen van de 'Verenigde staten van Europa'. Bij de voorbereiding van het Verdrag van Maastricht hield niet alleen het ministerie van buitenlandse za ken de blik gericht op verre horizonten; ook in tal van maatschappelijke organisa ties werd enthousiast over Brusselse verge zichten gediscussieerd. Van de plattelands vrouwen tot de Rotaryclub: Europa kon niet stuk. De Tweede Kamer vuurde het ka binet intussen aan om de ambities zo hoog mogelijk te stellen. De afloop is bekend: op 'Zwarte Maan dag' werd het braafste jongetje van de klas door de andere belhamels op zijn nummer gezet. Alleen België steunde het Neder landse ^voorstel voor een federaal ingericht Europa. Lubbers lijmde de brokken aan el kaar tot het 'Verdrag van Maastricht", een Farizeïsch boekwerk dat vijf jaar later al leen door Eurocratische schriftgeleerden bij benadering doorgrond wordt. Vanaf dat moment gelooft de Nederlandse dominee niet langer dat de weg naar de hemel per se via Brussel loopt. Bij de verkiezingen voor het Europees parlement in 1994 mocht Nederland een twijfelachtig record op zijn naam schrijven: slechts 35,6 procent van de kiesgerechtig den vond zijn weg naar de stembus. Een jaar daarna kwam WD-leider Bolkestein met zijn pleidooi voortaan in Europa het eigenbelang voorop te stellen. Teugels Sinds 1 januari dit jaar heeft Nederland als voorzitter opnieuw de teugels in handen. Maar het Europese rijtuig wordt deze keer niet als een Romeinse strijdwagen over de kasseien gejaagd. Integendeel: de karavaan hobbelt in het tempo van een huifkar naar de eindstreep. Geen zweepslagen op de be zwete rug van het trekpaard, hooguit klink er een behoedzaam 'vort sik'. Het wachten is op de Britse verkiezingen in mei, voor die tijd kan er eigenlijk weinig gebeuren, luidt steeds weer de boodschap. WD-staatssecretaris Parijn heeft zijn vo cabulaire voor het beschrijven van de nau welijks waarneembare vooruitgang in de onderhandelingen inmiddels behoorlijk uitgebreid. „We vullen de witte vlekken in", klinkt het, of: „We koken de zaak droog", danwel „We lopen de teksten regel voor regel na". Altijd is het overleg met zijn collega's over het nog te sluiten Verdrag van Amsterdam 'nuttig'. Dat wel. Naarmate de deadline van de Europese top in Amsterdam (juni 1997) nadert, groeit de bezorgdheid of Nederland er wel in zal slagen om Europa met een krachtig voorzitterschap klaar te stomen voor de volgende eeuw. Bondskanselier Kohl heeft al geroepen dat een tweede herziening van het Verdrag van Maastricht, wellicht nuttig kan zijn. Minder diplomatiek, maar wel zo duidelijk, was de kritiek van de Spaanse staatssecretaris van Europese zaken Ramon de Miguel. Deze kwalificeerde het Nederlandse voorzitterschap als 'vaag'. Vaag? De Miguel, in de kwaliteitskrant El Pais: „In tegenstelling tot wat men kon ver wachten, hebben zij (de Nederlanders) er de voorkeur aan gegeven zich niet al te zeer te manifesteren. Ze zeggen zich om de grote thema's te bekommeren, zonder exact aan te geven welke doelen zij willen bereiken." Die vaagheid is verklaarbaar: Nederland is als de dood om opnieuw een Zwarte Maandag te beieven. Maar de vaagheid verhult tevens het werkelijke gebrek aan enthousiasme voor een sprong voorwaarts. Het is al heel wat als de huidige slagvaar digheid van de Europese Unie zo'n beetje in tact blijft na de uitbreiding met enkele Oost-Europese landen, is de filosofie. Het idealisme van toen is ingeruild voor het 'realisme' van nu. Tegenover het afstaan van meer soevereiniteit aan de Europese instellingen staat de regeripg in Den Haag al bijna net zo argwanend als de hoofdbe woner van Downing Street nr. 10. Werk Het is niet eenvoudig uit de 'witte vlekken' van Parijn een Nederlandse positie te dis tilleren. Maar gelukkig zijn andere leden van het kabinet Kok, Zalm, Van Mierlo bij vlagen concreter, evenals de belang rijkste Nederlandse onderhandelaar in Liefde voor 'Europa'zwaar bekoeld De vooruitgang in de onderhandelingen overeen nieuw Europees verdrag is nauwelijks waarneembaar. Vóór de Britse verkiezingen in mei kan er weinig gebeuren, wordt steeds weer als excuus aangevoerd; premier Major houdt de hele karavaan op. Maar het sukkelgangetje zegt ook iets over het gebrekkige Nederlandse enthousiasme voor 'Brussel'. Want zijn we nog wel zo pro-Europees als we graag denken Een kritisch zelfonderzoek, op de dag dat de Europese ministers van buitenlandse zaken zich in Apeldoorn rond de haard scharen voor een gesprek 'met de benen op tafel'. Brussel, ambassadeur Bot. Zo keerde Kok zich al in een vroeg stadium tegen het voornemen van de Europese Commissie om een stevige 'werkgelegenheidspara graaf in het Verdrag op te nemen. „Ver dragsteksten scheppen geen banen", aldus Kok. Dat klopt ook, zolang die verdragstek sten niet van financiële en politieke midde len worden voorzien. Maar dat wil Neder land nu juist niet. Minister Zalm van Fi nanciën blokkeerde vorig jaar in de 'Ecofinraad' het voorstel van commissie voorzitter Santer om een serieus Europees werkgelegenheidsbeleid op te zetten. Aan Melkertbanen heeft het economisch goed presterende Nederland voldoende. Op Santerbanen zitten we niet te wachten, was de boodschap. In de Ecofinraad speelt Zalm, tot grote vreugde van zijn ambtelijke staf, een in middels voorspelbare maar belangrijke rol. Zodra er voorstellen op tafel komen voor verhoging van budgetten („Leuke dingen voor de mensen"), trapt Zalm krachtig op de rem. Zijn achterliggende gedachte: als we in Nederland iets extra's willen, moet op een andere begrotingspost bezuinigd worden; het wordt tijd dat het almaar uit dijende Brussel dat ook eens leert. Duitsland, eveneens netto-betaler van de EU, is het daar van harte mee eens. Maar de onmacht van het sterk verkokerde Brus sel om prioriteiten en minder belangrijke zaken tegen elkaar af te wegen, zorgt er voor dat de EU weinig nieuwe projecten op de rails kan zetten. Het is een loutering die leidt tot stilstand. Veto Ook op een ander, meer principieel terrein vinden Europeanen die voertgang willen boeken, het kabinet-Kok op hun weg. Voor harmonisatie op belastinggebied voelt Ne derland niets, zodra die harmonisatie ver der reikt dan de BTW op snijbloemen of maatregelen tegen belastingvlucht. Op Duitse en Franse druk om bijvoorbeeld de tarieven voor vennootschapsbelasting ge lijk te trekken, reageerde Zalm ronduit af wijzend. „Het is juist goed om op deze ter reinen beleidsconcurrentie overeind te houden", zei hij tegen zijn collega's. Zou deze opvatting iets te maken heb ben met het feit dat steeds meer Duitse be drijven zich in het fiscaal vriendelijker Ne derland vestigen? Erg bevreesd voor een Europese aanval op de Nederlandse belas- tingpolitiek hoeft het kabinet-Kok in elk geval niet te zijn. Nederland zal zich des noods met een veto verzetten tegen pogin gen om het vetorecht over belastingzaken af te schaffen. Meer in het oog springend, was het felle Nederlandse protest tegen Franse pogin gen om het Europese drugsbeleid te har moniseren; niet eens zo'n bizarre gedachte in een Europa dat zijn grenzen voor alle burgers heeft opengesteld. Alsof niets min der dan de volksziel naar de slachtbank werd geleid, zo fel was het verzet van het kabinet tegen de Franse list om een coffee shop-vijandige zin in het 'Action Commun' op te nemen. Premier Kok zelf greep in om de vermaledijde passage uit de tekst ge schrapt te krijgen. Een gezamenlijke drugs- politiek vindt Nederland prima, zolang wij ons eigen beleid maar niet hoeven aan te passen. Het is een houding die toch wat doet denken aan de Britse reflex zodra Eu ropa zich wil te bemoeien met typisch Brit se aangelegenheden: 'Get out of our king dom'! De invoering van een Europese een heidsmunt, volgens velen het meest ambi tieuze economisch-politieke project sedert de oprichting van de Gemeenschap, maakt eveneens de geringe bereidheid van Ne derland om offers te brengen voor een 'ho ger Europees belang' duidelijk. In steeds krachtiger bewoordingen kruist het kabinet de degens met al diegenen die durven be weren dat aan de invoering van de euro een prijskaartje hangt. „Ik heb me niet ja renlang het leplazarus gewerkt om onze harde gulden straks in de Hofvijver te moe ten gooien", zei premier Kok onlangs na afloop van de ministerraad. Daarmee zei de premier in feite twee dingen. Eén: de harde gulden hebben we niet voor niets gekregen; daar zijn jaren van loonmatiging en pijnlijke bezuinigin gen aan voorafgegaan. Twee: Nederland ruilt zijn gulden alleen in voor de euro als deze munt minstens net zo 'hard' is. Het toeval wil dat de euro niet is uitge vonden om Nederland aan een harde munt te helpen die ook buiten de lands grenzen in de parkeermeter past, maar om de economieën van de Europese rivalen Frankrijk en Duitsland aan elkaar te klin ken, opdat het nooit meer oorlog wordt tussen die twee. Dat is vooral een politiek doel; het economisch voordeel (een grotere monetaire markt) is mooi meegenomen. Slechts weinig economen geloven dat de invoering van de euro Nederland alleen maar voordelen oplevert. Ook de Neder landse eerste onderhandelaar in Brussel, ambassadeur Bot, gelooft daar niet in. Hij heeft een simpele verklaring voor het feit dat de EU-lidstaten met een zwakke munt staan te trappelen om straks aan de EMU deel te nemen, terwijl het 'harde' Duitsland aarzelt. Zij zien hun zwakkere munten ver vangen door een hardere euro en dat is leuk, terwijl in het Rijnland het omgekeer de gebeurt. „Duitsland zakt af van een bik kelharde munt. Dat is al een heel offer", al dus Bot. Het verschil tussen Duitsland en Nederland is: de Duitsers zijn bereid een offer te brengen, omdat daar het beeld van twee wereldoorlogen nog scherp op het netvlies staat. Nederland ziet het offer op zich afkomen, maai- doet net alsof het er niet is. Bolkestein Dat het Britse gedachtengoed ten aanzien van Europa wortel schiet, bewijst WD-lei der Bolkestein elke dag. De retoriek van de WD-leider kan rechtstreeks uit de partij programma's van de Eurosceptische Britse Conservatieven zijn overgeschreven. „Wij zijn tegen het loslaten vari het vetorecht op buitenlands politiek terrein", verkondigde de WD-leider. Europese samenwerking is prima, maar het moet niet te dol worden, vindt hij. „Als we doorgaan op de weg van meer bevoegdheden, krijgt je groot verzet", profeteerde hij eind vorig jaar in een inter view met HP/De Tijd. „De EU zal nooit een federatie worden in de zin van de VS of Duitsland. Omdat er geen Europees volk is, geen Europese taal, geen Europees rechtsstelsel en geen Eu ropese openbare mening". In de visie van Bolkestein is Nederland in 1991 eigenlijk op het nippertje aan een ramp ontsnapt. Zonder 'Zwarte Maandag' had Nederland in de EU 'dezelfde plaats ingenomen als Beieren in Duitsland'. De vraag is in hoeverre het Europese vuur ook bij de Europese (lees: Nederland se) bevolking getemperd is, als het al opit op een hoge pit heeft gestaan. Uit peilin gen blijkt dat het vertrouwen dat de Eu ropese samenwerking de problemen van alledag kan oplossen (werkloosheid, milieuvervuiling, criminaliteit), langzaam wegebt. Zeker in buurland België beschou- wen de burgers Europa al lang niet meer als hun natuurlijke bondgenoot. Het was de Europese Commissie die in bijna één adem steun aan de noodlijdende staalfa briek Forges de Clabecq verbood en de ar men machteloos ten hemel hief toen Frankrijk in strijd met Europese regels Renault-Vilvoorde de nek omdraaide, waardoor 3100 werknemers op straat kó men te staan. De Europese Unie heeft zich steeds meer van haar burgers vervreemd, zo lijkt het. Ts dit nu het sociale Europa'?, stond op een spandoek dat arbeiders van Renault door de straten van Brussel droegen. Dat ook het hart van 'founding father' Nederland niet meer zo warm klopt als destijds, geeft te denken over de voortgang die de EU nog kan maken. Maar misschien moeten we daar helemaal niet rouwig om zijn. Want is het niet de liefde, die blind maakt? IH te boeg van de nieuwe veerboot, in aanbouw op de werf van Finnyards. Het wordt een 1""ppersonisch snelheidsmonster'. foto hein flach VJ rote smeltende ijsschotsen dobberen in de zeehaven van Rauma, een plaatsje aan de Botnische Golf, 250 kilometer van Helsinki. Op de werf van Finnyards wordt de droge koude poollucht gevuld met het geluid van timmeren, zagen en lassen. Directeur W. de Lange van Stena Line Holland staat op'de ka de. Hij kijkt naar de catamaran. Twee ranke drijvers, met een autodek dat een meter of acht boven het water ligt. Een indrukwek kend aluminium gevaarte, langer dan een voetbalveld. „Als de Kanaaltunnel er niet was geweest, dan waren we er nog niet aan be gonnen. Maar wij varen binnenkort wel met de grootste catamaran ter wereld, onder Ne derlandse vlag. Geen enkele catamaran kan vracht meenemen. Deze wel. En we hebben zelfs McDonald's aan boord. De eerste varen- deMcDonald's op het Kanaal." Stena Line heeft met dit schip, de HSS 1500, geïnvesteerd in de toekomst. Min of meer noodgedwongen. De twee boten die de verbinding tussen Hoek van Holland en Har wich onderhouden, de Koningin Beatrix en de Stena Europe, zijn te traag in deze tijd van efficiency. Wie omrijdt en de treintunnel neemt, kan binnen zeven uur in Londen zijn. Daar kan geen schip tegenop. De twee oudjes worden bij hetzelfde bedrijf elders in Europa ingezet. Op 18 april is de oplevering van het nieuwe schip. m Discovery Stena Discovery - want zo gaat de cata maran heten - gaat in z'n eentje de dienst onderhouden. De naam is bedoeld als een soort eerbetoon aan het ruimteveer. „Eerst wilde ik het schip Flying Dutchman noe- zegt De Lange, „maar dat lag bij die Engelsen niet zo goed. Ook dachten we aan Discoverer, maar dat klinkt niet. Met Disco very kan iedereen leven." Stena Line denkt met het inzetten van de HSS de concurrentie met de Kanaaltunnel te kunnen aangaan. Het passagiersaanbod op de schepen tussen Hoek van Holland en Harwich bedroeg vorig jaar 1,1 miljoen. „Wij denken dit jaar de 1,2 miljoen passagiers wel te halen." Ter vergelij- voor de prijsstunt verwerkte de tunnel 1,6 miljoen passagiers. Een en ander gaat wel ten koste van de werkgelegenheid. Het vervangen van twee schepen voor één snelle boot kost 120 ar beidsplaatsen. In Hoek van Holland wer ken momenteel 700 mensen. „Het ver bes van banen is heel vervelend, want bij die 120 zitten 110 prima krachten. je moet, de concurrentie is moordend", zegt De Lange. Stena Line verzorgt in noordwest Europa veertien veerverbindin- i, in het Skagerrak, Katte- het Kanaal, de Noord- 3 en de Ierse Zee. De ca tamaran als ferry is ove- geen primeur in Op de werf van Finnyards draait alles om alu minium. Het schip bestaat hoofdzakelijk uit een composiet van staal en aluminium. De aluminiumplaten komen uit Duitsland en Finland. Echter, voldoende geschoolde krachten om de 'Stena Discovery' in elkaar te lassen waren in Rauma en omgeving nou net weer niet voorhanden. De Lange: „Iedereen kan een gewone las maken, maar alumini- umlassen vereist nogal wat vakmanschap. In Finland waren onvoldoende vaklui te vinden. Dus zijn aluminiumlassers overal vandaan gehaald." Aan het personeel worden hoge eisen ge steld. Afgelopen jaar besteedde Stena Line, dat over een vloot van 33 schepen beschikt, een kwart miljoen gulden aan opleidingen. In Noorwegen werd speciaal voor de beman ning van de drie catamaranferries een cen trum voor simulatoren gebouwd. Het uitzoe ken van personeel gebeurde op de wijze waarop vliegers bij de KLM worden geselec teerd. „Streng dus, en er is zeker gekeken naar leeftijd. Het heeft geen zin iemand van 55 jaar op te leiden die op z'n 57ste met pen sioen gaat." Kanaaltunnel Veel ferrymaatschappijen zijn in de rode cij fers beland sinds de Kanaaltunnel open is. De tunnel was al marktleider met 40 procent, maar vooral sinds het halveren van de tun neltarieven staat het exploiteren van een veerbootverbinding onder nog grotere druk. „De tuimel heeft een schuld van 25 miljard gulden, maar betaalt geen rente en aflossing. Het is compleet oneerlijke concurrentie. On begrijpelijk dat men dat in Brussel zomaar toestaat", zegt De Lange. „En ook al gaat die tunnelmaatschappij failliet, dan blijft de tun nel gewoon liggen en komt er een andere ex ploitant." Maar: ook in de toekomst wil de klant snel van a naar b. Hoe, maakt niet uit. Met een conventionele ferry duurt de 110 mijl lange reis van Hoek van- Holland naar Harwich acht uur, van pier tot pier. De Stena Discovery legt deze afstand in vier uur af, inclusief het af handelen van vracht en passagiers. Stena hoopt hiermee langzaam maar zeker het ver loren terrein terug te winnen. „Ik durf te zeg gen dat er in de toekomst geen plaats meer is voor conventionele schepen. De toekomst is fastcraft. Als je 's morgens om kwart over ze ven in Hoek van Holland aan boord gaat, a je om kwart over tien in Harwich en als je wilt om acht uur 's avonds in Dublin. Wij vlie gen over de Noordzee."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 35