ibPORT
Henk Angenent is geduldiger
'Helen is een
echte ijs vreter'
«TALENT
rERDAG 15 MAART 1997
De kratten met spruiten staan
hoog opgestapeld in de schuur
van de ouderlijke boerderij in
Woubrugge. Twee maanden na
zijn overwinning in de
Elfstedentocht die zijn leven een
andere wending gaf, probeert
Henk Angenent over te gaan tot
de orde van de dag. „Na zo'n
grillige winter is het beste er nu
wel vanaf', zegt de 29-jarige
spruitenkweker annex
veehouder uit Alphen aan den
Rijn. Angenent doelt op de
spruiten, maar hij kan net zo
goed over zichzelf spreken. Ook
voor hem komt er een einde aan
een lange winter, waarin hij als
schaatser, spruitenkweker en
zakenman goed heeft geboerd.
En waarin hij bovenal veel heeft
geleerd. „Wat voor de
spruitenbranche geldt, geldt ook
voor het marathonschaatsen: ze
moeten zich allebei beter
verkopen."
Ik. vl.'
>32798
„Weet jij hoe veel mensen op de dag van
de Elfstedentocht spruitjes hebben gege
ten?" Henk Angenent zit, in de bijkeuken
van de ouderlijke boerderij, na een valse
start op zijn praatstoel. Hij heeft journalist
en fotograaf zonder opzet een kwartier op
het erf laten wachten, omdat hij niet bij
zijn autosleutels kom komen. Na een kor
te verontschuldiging („Waarom doe ik
mijn auto ook op slot") kiest hij meteen
de aanval. „Nou? Eén komma zes miljoen
mensen. En de kranten maar schrijven dat
mijn overwinning geen invloed heeft ge
had op de verkoop van spruiten."
Dat lucht op. Henk Angenent heeft van
zijn hart nog nooit een moordkuil ge
maakt en doet dat na zijn overwinning op
de Bonkevaart nog steeds niet. Als Angen
ent geen zin heeft om in het programma
Koffietijd te verschijnen, dan komt hij
niet. „Ik laat dan een paar duizend gulden
liggen. Maar ik wil geen publiek bezit wor
den, zoals Erik Huizebosch. Mij zien ze
'never nooit' op de bühne. En wat die CD
van hem betreft: mijn zwager heeft er één
over spruitjes gemaakt die ik tien keer be
ter vind dan die van Huizebosch."
Gedurende het gesprek blijft het
schaatsverhaal van Angenent rijkelijk ge
lardeerd met spruitjes. De boerderij met
alles eromheen is nu eenmaal zijn lust en
zijn leven. Angenent, die het bedrijf sa
men met zijn vader runt, doet er voor
geen goud afstand van. Hoogstens, zegt
hij, gaat hij als dat mogelijk is wat korter
werken. Maar dat hangt dan af van de
contracten die hij de komende tijd kan af
sluiten. Mogelijkheden te over voor de
man die volgens sommigen 'geleerden' te
weinig uitstraling zou hebben om zijn Elf-
stedenzege te gelde te maken. Angenent,
zet zich weer schrap. „Wat moet ik met
die verhalen? Ten eerste doe je het nooit
goed. En ten tweede heeft iedereen altijd
een mening. Ik weet dat ieder mens zijn
commerciële waarde heeft.
Na de Elfstedentocht kwamen ze inder
daad op hem af als bijen op een pot ho
ning. Mensen met goede en minder goede
bedoelingen wilden zaken doen met An
genent of hem strikken voor een winkel
opening of liefdadigheidswerk. Om het kaf
van het koren te scheiden splitste hij de
verzoeken in tweeën. „Mensen die mij
voor 4 januari nooit hadden zien staan,
kwamen op de zwarte lijst, al bedoel ik dat
niet zo negatief als het misschien klinkti
De uitzondering die de regel bevestigt
heet Hein Vergeer. Angenent kent hem
weliswaar pas van na de Elfstedentocht
persoonlijk, maar hij was maar wat blij dat
de voormalige allroundschaatser zijn be
langen - op provisiebasis - wilde beharti
gen. „Hein doorziet mensen. Door hem
ben ik harder geworden. Ook heeft hij me
gewaarschuwd voor de vermoeiende hul
digingen; die heeft hij tenslotte zelf ook
meegemaakt. Van Hein heb ik bovendien
enkele foeijes geleerd, zoals een geheim
telefoonnummer en een dubbele handte
kening. Er zal maar een zot met mijn
handtekening aan de haal gaan.
Toch bekent Angenent dat hij er aan
vankelijk moeite mee had om zijn zaken
uit handen te geven. „Wat wil je. Als eigen
baas was ik altijd gewend om mijn zaakjes
te regelen. Dus keek ik in het begin steeds
mee over Heins schouder. Ik lag er s
nachts zelfs wakker van. Hein vindt het
trouwens niet erg dat ik meedenk. Samen
komen we dan tot een compromis."
Uiteindelijk legde hij zich weer toe op
waar hij goed in is: schaatsen. Dat bleek
de Elfstedenwinnaar niet verleerd, al won
hij na 4 januari geen officiële wedstrijd
meer. Hij die zichzelf een vrij sterk mens
noemt werd tot tweemaal toe ziek van de
hectiek. Toen hij was opgekrabbeld, be
stond zijn slotakkoord uit twee tweede
plaatsen. Vroeger knaagden nederlagen
aan de Alphenaar, maar zijn grote over
winning heeft het sportleven gemakkelij
ker gemaakt. „Misschien komt het ook wel
door de leeftijd, maar ik had er niet meer
de smoor over in. Ik ben nu geduldiger.
Na een nederlaag wacht ik op nieuwe kan
sen. Al ben ik blij dat ik nu even kan uit
rusten. Van de zomer ga ik er dan weer
hard tegenaan."
Als het aan Angenent ligt, rijdt hij vol
gend seizoen opnieuw bij de Netwerk-
-ploeg van ploegleider Henk Hetenbrij. De
onderhandelingen zijn nog niet afgerond,
maar als de aanbieding van Hetenbrij in
de buurt komt van wat nieuwe sponsors
in het marathoncircuit willen bieden dan
blijft de Alphenaar zijn ploegleider trouw.
„Schaatsen is voor mij een goed betaalde
hobby geworden, al gaat een flink deel van
mijn verdiensten naar de fiscus. Ik weet
wat ik waard ben. Miljonair word ik hier
niet van, maar ik kan een aardig bedrag bij
elkaar schrapen. Interessant wordt het als
je van geld geld kunt maken. Dan krijg je
het met je bedrijf en privé gemakkelijker.
Zo heeft Evert van Benthem (voorganger
en voorbeeld van Angenent) het ook aan
gepakt. Zijn kaaszaak loopt als een trein.
Maar los daarvan: ik teken ervoor als ik
over tien jaar net zo happy ben als hij."
Zijn geluk laat Angenent niet afhangen
van snelle succesjes. De prachtige tractor
van 106.000 gulden die een sponsor hem
na zijn zege schonk, gebruikt hij nog nau
welijks. „We hadden al een tractor en bo
vendien moet ik de banden sparen ómdat
er nieuwe omgaan. Met andere belang
stellenden sluit ik meerjarige contracten.
Zo ben ik rond met een fabnkant van slak-
kenkorrels en onderhandel ik met een
veevoederzaak, een oliemaatschappij en
met bedrijven uit de spruitenbranche. Het
gaat om producten waar ik achter sta.
Omgekeerd weten de mensen precies wat
ze aan me hebben: eerlijk en recht voor
zijn raap. Bij Huizebosch wisten ze niet
aan welk product ze hem moesten koppe
len."
Toch heeft Angenent geen hekel aan
zijn tegenstrever en tegenpool uit Grams-
bergen, die ondanks zijn tweede plaats in
de Elfstedentocht een immense populari
teit geniet. „In het oosten van het land
leeft het marathonschaatsen nu eenmaal
veel meer dan bij ons in het westen, waar
we veel gehaaster leven. Ik ben ook nuch
ter en blij dat ik hier op straat niet word
lastiggevallen. Toch heb ik op mijn manier
genoten van mijn overwinning. De ont
vangst in mijn woonplaats, de reis naar
België. Maar met een cadeautje van een
tientje kan ik net zo blij zijn als met iets
groots. Alleen willen de mensen dat ik uit
bundig doe, maar zo ben ik nu eenmaal
niet."
Juist die diversiteit aan karakters uit ver
schillende windstreken geeft kleur aan het
marathonpeloton, volgens Angenent een
vergaarbak van vreemde snoeshanen.
„Maar vergis je niet: wij bedrijven top
sport met de hoofdletter T. Tot de Elfste
dentocht werden wij schromelijk onder
schat. Marathonschaatsers moeten zich
beter verkopen. Daarom heb ik met onder
anderen Lammert Huitema en René Rui
tenberg de koppen bijeen gestoken. Op
het gebied van public relations lopen wij
jaren achter."
Weer trekt hij de parallel met zijn
spruitjes, waarvan een lading voor een
goed doel onlangs het lieve sommetje van
tienduizend gulden opbracht. „De sprui
tenbranche loopt achter op het gebied van
campagne voeren. Ik weet zeker dat de
consument meer spruitjes gaat eten als de
marketing goed is. Sterker nog: dan gaan
zelfs mensen die geen spruitjes lusten ze
eten. Een slecht product met een goede
marketing doet het namelijk beter dan
een goed product met een slechte marke
ting."
Daarmee wil Angenent niet zeggen dat
hij slechte waar wil aanprijzen. Want hij
wil in de eerste plaats zichzelf blijven en,
indachtig de lessen van Hein Vergeer, ex
clusief blijven. Thuis op de boerderij is
Angenent vooral zichzelf. Bij de kalveren
staat hij stil. De andere aanwezigen lijkt
hij op slag vergeten. „Kijk, een tweeling,
vannacht geboren. Waar hadden wij het
ook weer over? Contracten, public rela
tions, marketing?" Er verschijnt een grijns
op zijn verweerde gelaat. „Als je gelukkig
bent, dan ben je rijk(
30 29
Duizenden
deren in de regio
rten, misschien
honderden van
|en worden als
at' beschouwd,
'talenten zijn op
vingers van één
d te tellen. In
}K D(Jt serie van twaalf
afleveringen
lenkt deze krant
uieral idacht aan deze
'eelbelovende
00-22° porters uit de
;io. In de eerste
levering de 16-
:ige schaatsster
rac„h'e' len van Goozen
00-20.»
Jt Hoogmade,
nationaal
ËüI^Bïfnpioene sprint,
de/Pr.l
1-20.00
nrt, 14.
ïn/Russ
UISE
VA
595,-
BIZA-N'
upersprint en
?ebaan bij de B-
tioren. Dit jaar
i zij een gouden
laille op de 1000
loteika eter tijdens de
tanpart gd Olympische
In de woning aan het Hendrik Meijer-
plantsoen in Hoogmade is het snel
duidelijk: hier wordt niet alleen ge
schaatst, hier wordt ook gewonnen.
Aan de muur in de gang en in de huis
kamer hangen lauwerkranzen, de zo
kenmerkende onderscheiding die
winnaars van schaatskampioenschap
pen ontvangen. Aan de kran? hangt
ook een flinke hoeveelheid medailles.
„Alleen die van dit jaar, die van vorige
jaren hangen al boven", vertelt vader
Dirk van Goozen trots.
„Dit huishouden staat in het teken
van het schaatsen", zegt moeder Cor-
ry van Goozen. „Behalve Helen
schaatsen onze twee zoons ook. Dat
betekent dat er elke dag wel één naar
de schaatsbaan moet worden ge
bracht of moet worden opgehaald.
Maar ook met eten houden we er re
kening mee, Helen moet niet te vet
eten. Onze zoon kan het behang van
de kant eten, maar komt niets aan,
Helen moet daar toch op letten. Ver
der moeten we ervoor waken dat we
het hier niet de hele dag over schaat
sen hebben. Het eerste woord na het
opstaan is vaak al 'schaatsen'."
Dirk van Goozen was ooit Zuid-
Hollands kampioen en geeft schaats-
training aan de jeugd van Hoogmade
en Woubrugge. Corry heeft de jongste
schaatsjeugd onder haar hoede. Het is
dus niet verwonderlijk dat dochter
Helen op haar vierde jaar op de
schaats stond.
Vader Dirk was de eerste trainer van
zijn dochter en nog steeds (één keer
in de week) geeft hij haai' onderricht.
Helen vindt het geen enkel probleem
dat haar vader haar traint: „Ik vind
dat een voordeel. Je stapt toch gemak
kelijker op je vader af dan op een trai
ner die nog 20 anderen onder zijn
hoede heeft." Vader Van Goozen er
gert zich er nog wel eens aan dat er
negatief wordt gedaan over de rol van
ouders. „Je hoort trainers wel eens
roepen 'die ouders hoef ik er niet bij
te hebben', maar ik vind dat nonsens.
Iedereen doet ook zo negatief over de
vader van Krajicek. Maar zonder die
vader had Krajicek misschien nooit
Wimbledon gewonnen.
Volgens Dirk en Corry hoeft Helen
geen moment gestimuleerd te wor
den. 'Een dag niet geschaatst, is een
dag niet geleefd' lijkt het motto van de
Hoogmadese te zijn. Dirk: „Ze heeft
altijd zin om naar de baan te gaan. Sla
eens een dag over, zeg ik wel eens te
gen haar, maar dan haalt ze me toch
over. En dan stap ik weer in de auto
om haar weg te brengen. Helen is een
echte'ijsvreter'."
Mede onder de begeleiding van
Dirk van Goozen maakte zijn dochter
jaarlijks flinke stappen vooruit. De
persoonlijke records gingen aanvan
kelijk met seconden tegelijk naar be
neden. „Het leuke van het schaatsen
vind ik om jezelf constant te verbete
ren. Mijn uiteindelijke doel is Neder
lands kampioen te worden en aan de
Olympische Spelen mee te doen",
zegt de 16-jarige vwo-leerlinge van
het Bonaventura-college.
Het winnen ging haar tot nu toe vrij
gemakkelijk af. „Je ziet soms meisjes
totaal kapot over de finish komen,
met het schuim aan de lippen. Het
gevoel totaal kapot te zijn, heb ik nog
nooit gehad. Wat dat betreft moet ik
nog uitvinden wat de grenzen zijn",
vertelt Helen.
Helen van Goo
zen en haar ou
ders: „Het huis
houden staat in
het teken van het
schaatsen." foto
loek zuyderduin
Vorige maand mocht Helen van
Goozen al iets van de olympische
sfeer proeven op de Jeugd Olympi
sche Dagen in Sundsvall in Zweden.
„Dat was al een enorme belevenis. Ie
dereen had sport in zijn hoofd. Je
schaatste daar voor je land, in een of
ficieel pak van de kernploeg, ik moet
zeggen dat dat wel wat had."
Het was niet het eerste buitenland
se tripje voor het Hoogmadese talent.
Al eerder was ze twee weken in Italië
voor een trainingsstage. „Je was de
hele dag met je sport bezig. Eigenlijk
zou ik dat nu ook het liefste doen.
Waarom is er in Nederland geen
schaatsschool? Waar je 's ochtends
kunt trainen, je lessen volgt en daarna
nog een keer de baan op gaat."
Het vele schaatsen vergt niet alleen
inspanning en tijd, het kost ook geld,
veel geld. „Schaatsen op dit niveau is
duur. Een paar schaatsen kost 800
gulden, maar je moet wel een reserve-
paar hebben; voor een paar klap
schaatsen betaal je 1000 gulden. En
dan hebben onze oudste kinderen én
een racefiets én een mountainbike
nodig voor de trainingen. Dan komen
daar nog de reiskosten bij. Gelukkig
hebben we nu een sponsor en zijn er
nog andere mensen die ons steunen,
noem het maar schaatsvrienden",
zegt Corry van Goozen.
Ondanks de successen van afgelo
pen jaren maakt Dirk van Goozen
zich zorgen over de ontwikkeling van
zijn dochter. Hij vindt dat ze te weinig
progressie heeft gemaakt. „Ze is aan
een nieuwe uitdaging toe. Maar offi
cieel is ze nog een jaar te jong voor
Jong Oranje. Dat is toch eigenlijk van
de gekke. Vorig jaar reed Helen voor
het eerst een 3000 meter en ze
schaatste die meisjes uit Jong Oranje
al op tien seconden. Ze is jong, ze rijdt
de tijden, maar toch laten ze haar ver
kommeren."
Het zint de Van Goozens ook hele
maal niet dat Helen het shorttrack
heeft moeten opgeven. „Heel erg jam
mer, want ik vond het ontzettend leuk
om dat erbij te doen. Het is boven
dien goed voor je bochtentechniek",
zegt Helen daarover. Corry: „Die bei
de secties bij de schaatsbond zijn
kemphanen, terwijl ze toch eigenlijk
moeten samenwerken. De bonds
coach shorttrack (Wilf O'Reilly) zei in
de Volkskrant dat hij het zo jammer
vond dat Helen van Goozen nu al had
moet kiezen."
Alleen langebaanschaatsen; voor
Helen van Goozen weer een kans
minder om de Olympische Spelen te
halen. Moeder Corry: „Als ze ooit de
Spelen zou halen zou ik beretrots zijn.
Dat ben ik nu ook al. In Inzeil vorig
jaar hoorde ik Ids Postma tegen ie
mand zeggen 'heb je die Helen van
Goozen zien rijden'. En Martin Hers
man zei tegen haar: 'zit je nou nog
niet in Jong Oranje.' Het is toch hart
stikke mooi dat die jongens uit de
kernploeg haar al kennen."
Aan dat meertje
In de drukte van Thialf groette
mijn gesprekspartner een voor
bijganger. Blijkbaar een goede
bekende, want hij zei gedag,
zwaaide gedag en keek de per
soon nog na. Voor wie de groet
bestemd was zag ik niet, de per
soon liep achter mij langs. Wie
was dat, vroeg ik? ,,Daar liep
37.7", antwoordde Jacob van der
Berg.
„Pardon?"
„Zevenendertig zeven!"
Jacob munt niet uit in namen,
maar cijfers onthoudt hij wel.
Cijfers, vooral tijden, schaats
tijden, vergeet Jacob nooit. Zijn
naam was Jacob even kwijt, zijn
500 meter-tijd niet. (Hilbert van
der Duim liet ooit 37.7 klokken.
In Davos. Vraag Jacob ernaar en
hij vult aan dat dat gebeurde op
10 februari 1982. Maar Jacob
koketteert zelden met zijn ken
nis. Daar liep 37.7 volstond,
want behoudens Hilbert kende
Jacob niet één andere schaatser
met 37.7als persoonlijk record).
Jacob draagt slippers, 's Zo
mers. 's Winters. Binnen. Buiten.
Altijd loopt hij op badslippers.
Ook als het vriest. Beter gezegd:
juist als het vriest. „Goed voor de
doorbloeding", zegt Jacob dan en
dat hij nooit last van koude voe
ten heeft voegt hij er nog aan
toe.
'Is die mesjokke', zie je mensen
denken als ze Jacob langs de ijs
baan zien lopen, op z'n slippers.
Met voetbal heeft hij weinig op.
Probeer Jacob niet uit te leggen
dat ook 0-0 wedstrijden de ge
moederen soms bezig houden.
Toch vertelde hij mij van de
winter dat hij een paar keer
heeft gezondigd. Hij heeft de
Champions League ontdekt.
Niet omdat Ajax hem bekoort,
maar vanwege de statistiekjes.
Het berekenen van de zuivere
speeltijd en de percentages bal
bezit per elftal, ja, dat vindt Ja
cob wel wat.
Maar schaatsen blijft zijn gro
te liefde.
Wereldrecords, nationale re
cords, baanrecords, persoonlijke
records, seizoenrecords... Jacob
weet ze. Uit het hoofd, uiteraard.
En de rondetijden natuurlijk.
Die weet Jacob ook. Uit het
hoofd, uiteraard.
Hij heeft een fax thuis en die
gaat dag en nacht tekeer.
Uit alle windstreken worden
de uitslagen Jacob toegefaxt. Er
kan geen wedstrijd worden gere
den, desnoods in Istanbul, of Ja
cob heeft direct na de laatste rit
per fax de uitslagen in zijn bezit
en verwerkt ze terstond. In
schriftjes, want met computers
leeft Jacob op voet van oorlog.
Is er in jouw leven nog plaats
voor de echte liefde, heb ik hem
eens gevraagd?
Ja, bloosde Jacob. Hij had de
liefde gekend, maar de liefde
had hem verlaten. Hij zou snur
ken, had ze gezegd.
Een ander zou denken, ach,
volgende keer beter. Jacob niet.
Hij zocht het uit. Plaatste een
maandlang onder zijn bed een
bandrecorder en luisterde over
dag de tapes af Welke eet- of
drinkgewoonte hij er ook op los
liet, gesnurk hoorde hij niet.
Twee nachten enig gezucht, dat
wel. Koutje gevat zeker.
En, vroeg ik? Hoe ging hij
daarmee om, nu bleek dat de
liefde-in-kwestie een smoes had
gebruikt om van hem af te ko
men? Heelgoed, zei hij, want
statistisch en wetenschappelijk
staat nu vast dat hij nooit
snurkt en da's een troostrijke ge
dachte.
Jacob sprak eens in Inzeil een
Japanse schaatscoach aan. Het
ging over junioren-uitslagen.
Waar komt u vandaan, vroeg
Jacob de Aziaat? Nagano, ant
woordde deze.
„Uit de stad Nagano, of uit de
provincie Nagano?"
De Japanner, verrast over zo
veel geografische kennis van zijn
geboortestreek, zei dat hij in het
stadje Suwa woonde, provincie
Nagano.
Jacob weer: „O, Suwa... aan
dat meertje.
De Japanner, nu stomver
baasd: „Daar heb ik leren
schaatsen!"
Jacob: „Hebben jullie nu ein
delijk 50.000 inwoners?"
De Japanner, die ervan begon
te stotteren: „D-d-d-clrie weken
geleden is de vijftigduizendste
geboren... g-g-grootfeest...
Dat is namelijk Jacob's tiveede
hobby. Hij kent alle steden ter
wereld met 50.000 inwoners of
meer. Uit het hoofd. Want zeg
nu zelf, 's zomers, als er niet zo
gek veel wordt geschaatst, moet
een mens toch ook wat om han
den hebben.
ver van Stu
dio Sport
Henk Angenent: „Ik wil geen publiek bezit worden, zoals Erik Huizebosch. Mij zien ze 'never nooit' op de bühne.
foto gpd