'Leve de koningin, al zijn we niet Beatrix' fanclub' 0| ninginnedag, voor oranjeklanten het feest bij uitstek. Én meer bepaald voorde ningsgezinden in de regio, nu het Hare Majesteit behaagt Velsen op de jaardag van haar moeder Juliana met een koninklijk bezoek te vereren. 'Oranje <ven' is weer in. Hans van Dijk, hoofdbestuurder van de Bond van ii anjeverenigingen in Nederland, wil daarvoor de vlag wel uithangen. Dat ftien voorname heren elkaar onlangs vonden in het Republikeins Genootschap, rt hem niet. Tevreden sigarenrokers zijn geen onruststokers in de optiek van de )ofddorper. 'Leve de koninginwat hem betreft tot in lengte van jaren. „Al is ze Bond niet haar fanclub. Overleggen )r GERARD VAN PUTTEN „Ik word ook wel eens dikker. Maar dan vraagt niemand ande ren hoe erover wordt gedacht dat bij ene Van Dijk de kilogrammen eraan komen." foto united pho tos de boer ron pichel Binnen Oranjeverenigingen geen vrees voor Republikeins Genootschap leden heeft hij 'de zaak' eerst eens een jaartje rustig aangekeken, daarna liet hij zich in het Hoofddorpse met genoegen de functie van 'programmeur' aanleunen. „Een lijn brengen in de plaatselijke festiviteiten, mooi was dat. En daarna kwam het Oranjecongres op ons pad, van het organisatiecomité ben ik voor zitter geworden. Het ene lokte als het ware het andere uit. Ik werd gewaagd voor het se cretariaat van de landelijke Federatie. Zo doende heb ik van nabij het samengaanpro- ces mogen meemaken. En ik moet zeggen dat het voor mij heel bijzonder was dat we met z'n weren bij een notaris in Bussum za ten om de akte van oprichting te onderteke nen. Echt, een historisch moment." Historisch Hoe de in 1910 opgerichte Christelijke Bond van Oranjeverenigingen en de Federatie van Oranjeverenigingen (van 1952) elkaar in 1995 vonden op de verjaardag van koningin Beatrix. „De oprichting van de Bond had werkelijk op geen mooiere datum gekund. Het is zo dat een delegatie van het hoofdbe stuur bij haar op verjaardagsvisite is geweest. Niet dat zij ooit heeft gebeld "met de op dracht: 'Zorg er nou eens voor dat er één bond komt'. Zo ver is het niet gegaan. Maar we hebben destijds wel horen verluiden dat het Hare Majesteit zeer wel zou doen als er in Nederland één overkoepelend orgaan van Oranjeverenigingen kwam, in plaats van twee zuilen. Nee, het Rijk draagt niets bij, nu het daarvan gekomen is. En er zijn ons ook geen schenkingen of zo door de koningin ge daan, hahaha. Geeft niet, we hebben een sluitende begroting. Nu was twee jaar geleden de tijd er volgens Hans van Dijk rijp voor om de impliciete wens van koningin Beatrix te eerbiedigen. De christelijke en federale 'orangisten' werkten al geruime tijd samen. „En dat verliep heel prettig. In oktober was in Leusden ons eerste gezamenlijke congres, dat is werkelijk fantas tisch gegaan. Alsof we al jaren samen waren. We zijn langzaamaan naar de fusie toege groeid. Daarom is het ook niet weemd dat de integratie soepel is verlopen. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Bij het CDA, waarvan ik lid ben en waarvoor ik kandidaat ben voor de Tweede Kamer-ver kiezingen in 1998. Maar temidden van al die bloedgroepen had je als rechtstreeks lid lange tijd niks in te brengen. Nog jaren na de fusie werd binnen het CDA naar de kandidatenlijs ten gekeken. Wie van KVP-huize was, wie uit de bloedgroepen van AR en CHU stamden. Van dergelijk gedoe was bij het samengaan van de twee Oranjeverenigingsbonden alle maal geen sprake. Er is gewoon gezegd: 'Wie van de twee besturen in het nieuwe college zitting wil nemen, kan dat automatisch doen'. Het is dus niet op koppen tellen aan gekomen. Zo van: zo veel zitten er van die bloedgroep in het hoofdbestuur en zo veel van die." Een enkeling, onder wie de voorzitter van de Christelijke Bond, greep de fusie aan om functioneel leeftijdsontslag te nemen. En voor zover het Van Dijk bijstaat, haakte be houdens één christelijke vereniging uit de buurt van Rotterdam, geen lid om principiële redenen af. „Eén bedanker op om en nabij 500 aangesloten verenigingen is natuurlijk niets. Die afgehaakte club leidt nu een auto noom bestaan. Maar laat ik één ding voorop stellen: verenigingen zijn niet verplicht zich aan te sluiten bij de Bond. In Nederland zijn er iets van 1400 Oranjeverenigingen. En die lopen uiteen van een buurtclubhuis dat op Koninginnedag een koek en zopie neerzet tot een Oranjevereniging die festiviteiten organi seert op 30 april, maar ook de plechtigheden rond de Dodenherdenking en de 5 mei-vie ring. Als ik hier de polder inkijk: in Nieuw- Vennep hebben ze ook nog een feestweek er bij. Hoe meer je als Oranjevereniging doet, des te belangrijker het wordt om je bij de Bond aan te sluiten. Omdat je daardoor een heleboel pluspunten hebt, die je mist als zelf standige club." Vraagbaak Zoals hoofdbestuurder Van Dijk het uitdrukt, fungeert de Bond als vraagbaak en facilitair bedrijf voor de Oranjeverenigingen. Onder ling, in congresverband, heeft informatie-uit wisseling plaats aangaande de feestprogram ma's. Zo doet de ene Oranjevereniging nog eens een idee op van de andere. In bondsver- band worden lesbrieven voor scholen sa mengesteld. En onlangs is in collectief ver band ook een contract met Buma-Stemra af gesloten voor het in het openbaar ten gehore brengen van muziek, alsmede een WA-verze- kering. „Er waren Oranjeverenigingen die de opvattingen huldigden dat er helemaal niet voor muziek betaald hoefde te worden. Maar wij hebben in Nederland nu eenmaal wetten en ook auteursrechten. Die mensen moesten wel overtuigd worden en dat is ook gebeurd. Die WA-verzekering is ook een goede zaak. Er kan van alles gebeuren op zo'n Koninginne dag. Er hoeft maar een kind tijdens het koek- happen te stikken in een stuk koek, dan ben je als organiserende vereniging wel aanspra kelijk. Daar staat niemand bij stil, maar het is wel zo. Een vereniging die zo'n verzekering individueel afsluit, betaalt zich wild aan pre mie. Dat maakt het financieel al interessant om lid van de Bond te worden." Vooroordelen zat over het verschijnsel Oranjevereniging. Dat de opperste plaatselij ke kneuterigheid erin gebundeld is. Dat dit 'anachronisme' voornamelijk wordt gedra gen door de notabelen van dorpse gemeen schappen. En dat oranjefeesten per definitie hun podium vinden op de Veluwe en andere gezagsgetrouwe buitenplaatsen. Van Dijk kent al die vooringenomen standpunten en meent ze aan de hand van hedendaagse fei telijkheden te kunnen weerspreken. „Want hoe zat het ook alweer met dat be zoek van de koningin aan Rotterdam, een paar jaar geleden? Dat was één groot, spon taan oranjefeest in wat toch altijd een rood bolwerk was. Mensen van verschillende cul turen kwamen daar samen op een veld waar kraampjes stonden opgesteld. En de konin gin liep daar doodgewoon tussen haar volk door, protocol en programma volstrekt nege rend. Ik dacht toen: 'ja, dit is Koninginnedag vieren'. En de tijd dat in hoofdzaak driedeli ge, liefst antracietgrijze kostuums het voor het zeggen hadden in Oranjeverenigingen, ligt achter ons. Ja, vroeger was dat zo. Toen wemelde het werkelijk van de notarissen en plaatselijke artsen. Nu echt niet meer. Er dui ken steeds meer jongeren op in besturen. Ik ben daar heel gelukkig mee. Laatst was ik in Leiderdorp. Daar nam de 65-jarige secretaris na 25 jaar afscheid. Hij wordt opgevolgd door een jongedame van 24. Nou, fantastisch. Vers bloed. Niet dat de ouderen het altijd verkeerd hebben gedaan, maar een Oranjebeweging zonder jeugd is gedoemd dood te bloeden. Daarnaast krijg je een frissere kijk op de gang van zaken, jongeren hebben hun eigen idee- en." -Vooralsnog heeft de verjonging binnen de Oranjeverenigingen de laatste jaren niet ge leid tot een meer eigentijds feestprogramma in de plaatsen, die koningin Beatrix op Konin ginnedag aandeed. Het comité van ontvangst geheel in de plooi. Altijd weer die eeuwige fol klore. Geen 30 april ook zonder oude ambach ten en klompendans. „Nou kijk, de koningin heeft toentertijd als wens geuit dat ze plaatsen wil bezoeken. Ze heeft gezegd: 'Ik kom gewoon op bezoek. En wijk vooral niet af van uw normale program ma'. Ja, dat is een vrome wens van hare ma jesteit gebleken." -Waar de koningin ook kwam op de ver jaardagen van haar moeder, al die tv-repor- tages leken op elkaar. Eerst de aankomst van Beatrix en haar gevolg. Dan zie je alle verza melde notabelen en het plaatselijke muziek korps naar die landende helikopter kijken. Opeens geeft iemand een teken en dan pas be gint daar Koninginnedag. Zo harkerig geregis seerd allemaal, zo weinig spontaan. „Vergeet niet dat een koninklijk bezoek hooguit een uur, anderhalf uur duurt. En daarin wil een gemeente zich wel zo goed mogelijk presenteren. Het is veelal het ge meentebestuur dat zegt: 'We komen op tv, het hele volk krijgt ons te zien'. Op zich te be grijpen. Persoonlijk denk ik dat ze liever in een feest 'valt'. Ik durf ook te stellen dat de koningin er niet van houdt dat voorafgaande aan haar bezoek eerst het nodige aan achter stallig onderhoud wordt gedaan. Dat eerst de lantaarnpalen gauw geverfd moeten worden, voordat ze mag komen. Niet de Oranjes, die nog steeds als een symbool worden bekeken, maar de mensen eromheen ventileren van die kromme gedachten. Ik zat eens bij Ursul de Geer in het programma. Mij werd de vraag gesteld wat ik ervan vond dat Willem Alexan der zo dik werd. Nou, ik word ook wel eens dikker. Maar dan vraagt niemand anderen hoe erover wordt gedacht dat bij ene Van Dijk de kilogrammen eraan komen." Populair Puur statistisch bekeken vertolkt Hans van Dijk de gevoelens van de overgrote meerder heid van het volk („85 procent"), dat het Huis van Oranje populairder is dan ooit. De huidi ge generatie jongeren heft massaal het 'Oran je Boven' aan, waar voorgaande generaties van de spes patriae nog wel eens een rook bom naar een koninklijke stoet wilden gooi en. Aloude volksvermaken als koekhappen en zaklopen mogen weer op Koninginnedag. Van Dijk is wel zo oranjegezind om dat alle maal prachtig te vinden. Dat onlangs in de beslotenheid van het Delftse Prinsenhof vijf tien tamelijk vooraanstaande heren infor meel van gedachten hebben gewisseld over de republiek als staatsvorm, kan hem niet de ren. „Dat sneed me niet door de ziel, nee. Ik kan het Republikeins Genootschap niet an ders zien dan een clubje van heren die het lekker vinden bij een borrel en met een hele goede sigaar in de mond eens vrijlijk te pra ten over wat er misschien in Nederland ook zou kunnen zijn. Ik heb echt niet het idee dat er een soort 'coup' in de maak is tegen het Nederlands koningschap. In één van de pu blicaties las ik dat er mensen bij waren, aan wie ooit een hoge koninklijke onderscheiding was toegekend. En dat ze die niet hebben te ruggestuurd, zegt genoeg." -Strikt genomen is het bepaald niet demo cratisch dat in een democratie het staatshoofd zich krachtens erfopvolging laat benoemen. „Het is maar hoe je ertegen aankijkt. Langs democratische weg is het koningschap ooit toevertrouwd aan de Oranjes. Het Neder landse volk heeft in het verleden gekozen voor een monarchie. Dus ja, dan kies je auto matisch voor erfopvolging. Ik geloof niet dat mijn kinderen of de kinderen van mijn kin deren het zullen meemaken dat de monar chie terzijde wordt geschoven. Een aantal ja ren geleden heeft 85 procent van het Neder landse volk zich ervoor uitgesproken. Als je ziet dat zo goed als alle politieke partijen het erover eens zijn dat het koningshuis gehand haafd moet blijven, nou, dan zie ik dit land niet gauw een republiek worden. Dus de Oranjeverenigingen hoeven voorlopig niet voor hun bestaan te vrezen." mder twijfel schaart Nederland zich op 30 april weer massaal rond de troon. ""^B et is nooit in z'n hoofd opgeko- B men om zich te vestigen in de Oranjestraat of aan het Prinses Terwijl zijn woonplaats hem daartoe alle kans heeft gebo- steeds biedt. Maar Hans van Dijk, van de Bond van Oranjevereni- in Nederland, is geen man van uiter- Niemand die hem op Koningin- :al zien met een vlaggetje, een hoedje toeter. In zijn woning geen oranje- zie, zelfs de Pro Juventute-kalender is plek aan de muur vergund. De koffie tlt geserveerd in kopjes zonder Beatrix- en oranjebitter smaakt hem Dijk is trouwens ook geen abonnee maandblad 'Vorsten', tegen, hè", zegt hij niet ponder ironie, ik denk dat je je liefde voor het ko niet hoeft te belijden door je hele vol te stouwen met Oranjesnuisterij- andere mensen dat doen, prima, ik ga op Koninginnedag niet in een dat koningin als hij lag te 'zonne- Van Dijk was toen nog secretaris Federatie van Oranjeverenigingen, gedenkwaardige fusie met de Chris- Bond van Oranjeverenigingen op 31 1995, toen de oprichtingsakte van de van Oranjeverenigingen in Nederland werd bekrachtigd. „De .Federatie prachtig portret van Beatrix in bezit, secretaris werd geacht dat in beheer te Nu vond ik het zonde dat schilderij in een hoek of kast neer te zetten, dus .0— mijn vrouw: 'We moeten het toch ergens ophangen'. Boven de zonne- vonden we een prachtig plekje. Ik zei 'Onder het wakend oog van de konin- a ik liggen bruinen'. Maar die tijd is )ij, sinds de bondssecretaris het portret rr rz'n hoede heeft genomen." kam i van zijn activiteiten als hoofdbestuur- 'an de landelijke bond en als vice-voor- van de Oranjevereniging Hoofddorp, zit icponarchie en al wat daarmee samen- voornamelijk in z'n geest nu 'Beatrix' enfl rit tiit is. „In zoverre, dat haar beeltenis nog wel op het geld staat, zodat ze in huis toch nog vertegenwoordigd is, ha." Gezegend 35-jarige projectmanager bij een uit- ij woonde nog maar net in Hoofddorp, lij door deze en gene werd gepolst zit- i nemen in het bestuur van de plaatse- ó95[ Oranjevereniging. „Ik zei meteen: om niet?' Ik ben van huis uit een orga- pr, heb het altijd al leuk gevonden het n ander op touw te zetten. Daarnaast t koningsgezind, dat heb ik met de op- ng meegekregen. Nu is er natuurlijk wel [erschil tussen koningsgezind en ko- gezind. Er zijn mensen die het vorsten- ompleet adoreren. En daardoor niet de n willen zien, waar rustig kritiek op ge- i mag worden. Ik hoor tot de categorie !gt: 'Nederland is gezegend met een ko- huis als baken in de politieke verhou- n'. Maar ik dweep niet met de Oranjes, at iemand van het vorstenhuis iets doet Pt, waarmee ik het niet eens ben, dan 'd ik me het recht voor te zeggen: 'Dat t anders gedaan'. Met alle respect voor ensen die de leden van het koninklijk Verafgoden, de Bond is absoluut geen ib van de koningin. Beatrix zelf veraf- K dat ook, een fanclub is er immers >m iemand nog grootser te maken." •s snel met Van Dijk gegaan, in het ^verenigingswezen. Een jaar of tien ge ZATERDAG 8 MAART 1997 Onze Taal Overleggen is niet zo moeilijk. Je moet alleen oppassen als je klaar bent. Wat zegje dan: 'Ik heb het overlegd' of 'Ik heb het overgelegd'? Ze kunnen allebei, maar ze beteke nen niet hetzelfde. Het is dus uitkij ken geblazen welke je kiest. Kies je de verkeerde, dan zegje iets anders dan wat je bedoelt. Dat kan heel vervelend zijn. Iedereen die graag precies zegt wat hij bedoelt, nu op gelet! Wie het niks kan schelen, gaat maar even een eindje wandelen. We hebben in het Nederlands twee werk woorden 'overleggen'. Ze lijken erg op elkaar maar de betekenis is helemaal an ders. Overleggen-1 betekent: 'beraadslagen, vergaderen'; overleggen-2 is 'presenteren, voorleggen'. Als je de woorden leest, is al leen de betekenis ongelijk. Als je ze uit spreekt, kun je ook verschil horen: overleg gen-1 heeft als klemtoon: overLEGgen; overleggen-2 klinkt als OVERleggen. In het gebruik zijn er nog wel meer verschil len. Zo blijft overleggen-1 altijd bijeen ('We overleggen iedere maandag') terwijl over- leggen-2 gesplitst wordt ('We leggen de jaarcijfers over'). Bovendien is er verschil in de zogenaamde voltooide tijd: 'We hebben gisteren overlegd' (=overleggen-l) tegen over 'We hebben de jaarcijfers overgelegd' =overleggen-2). Kortom: 'ikheb het overlegd' en 'overge legd' zijn allebei mogelijk, maar met be tekenisverschil. Overlegd is 'vergaderd', en overgelegd is 'gepresenteerd'. Hetzelfde zien we bij doorlopen: doorLO- pen en DOORlopen. Bij doorlopen-1 hoort de voltooide tijd 'Hij heeft de hele school doorlopen', en bij doorlopen-2 is het: 'Hij is doorgelopen'. Ook bij overwerken heb je dat. Vergelijk 'Hij overwerkt zich' (klemtoon overWERken) en 'Hij werkt over'(klemtoon OVERwerken). In de voltooide tijd is dat: 'Hij heeft zich overwerkt' en 'Hij heeft over gewerkt'. Probeer het zelf eens met overla den en doordringen. De regel is dus als volgt: ligt de klemtoon op de stam (overLEGgen, doorLOpen, overWERken) dan blijft het werkwoord al tijd bijeen staan, en het voltooid deelwoord is zonder 'ge-': overlegd, doorlopen, over werkt. Ligt de klemtoon op het voorvoegsel (OVERleggen, DOORlopen, OVERwerken), dan splitst het werkwoord zich ('We leggen de jaarcijfers over', 'Hij loopt door') en het voltooid deelwoord is met 'ge-': overgelegd, doorgelopen, overgewerkt. Dat is eigenlijk alles wat je moet weten. Moeilijk? Tsja, dat weet ik niet. Het ziet er niet zo moeilijk uit, maar in de praktijk gaat het dikwijls mis. Ook bij ervaren schrijvers. Dus als we afgaan op het aantal 'fouten', dan is het toch blijkbaar nogal moeilijk. Neem nu eens de krant van vorige week, met een bericht over Britse verzekeraars die graag een genentest van hun klanten willen zien. Op dezelfde pagina een bericht over de droevige financiën van het Amster damse gemeentelijk vervoerbedrijf. Op één pagina ging het twee keer 'fout' met 'over leggen'. Die Britse verzekeraars willen, al dus de krant, dat aan hun klanten 'wordt gevraagd een eventueel ondergane genen- test te overleggen'. Het is kennelijk overleg gen-2 ('presenteren'), OVERleggen dus, en daarom had er moeten staan 'over te leg gen'. En over het Amsterdamse GVB: 'dat niet tijdig een betrouwbaar financieel beeld kon worden overlegd'. Ook overleggen-2, dus er had moeten staan: 'kon worden overgelegd'. Met opzet heb ik hierboven 'fout' en 'fou ten' tussen aanhalingstekens gezet. Hoe fout is deze fout, als de regel kennelijk velen boven de pet gaat? Het uitgangspunt van ie dere serieuze grammatica is immers dat men geen regels moet verzinnen en opleg gen, maar ze alleen kan vinden in het ge bruik. Als nu het gebruik, kennelijk, niet zo strikt is, of anders is, wat is dan de regel nog waard? Ik ga niet zo ver dat de regel beter vergeten kan worden, want het gebruik is vooralsnog ongelijk. Sommigen houden zich aan de re gel, bewust of onbewust, en anderen niet. Ik houd me eraan. Tegelijk constateer ik dat voor velen de regel blijkbaar niet bestaat. Zo'n situatie komt vaker voor. Geen pa niek. Het is mogelijk dat er op dit punt iets verandert in onze taal. Maar het is ook mogelijk dat de toestand stabiel is, dat som migen wel en anderen niet die regel hante ren en dat dat al heel lang zo is en mis schien wel zo blijven zal. Op dit moment lijkt het me een kwestie van preciezen tegenover rekkelijken. Een karak terkwestie dus. U kunt kiezen. Maar uw keuze verraadt natuurlijk wel uw aard. Dat is trouwens met iedere keuze zo. Zegt uw trouwens 'keuzen' of 'keuzes'? JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 41