Vrijheid van journalist niet aan banden leggen
Groei Leiden lost problemen niet op
Schrijvende Lezers
OMBUDSMAN
Grond Dayaks niet alleen
ontfutseld, maar ook
door roofbouw ontnomen
MLeken mogen zich niet
Bemoeien met kunst
_3eeldengids Oegstgeest
-'OENSDAG 5 MAART 1997
LEIDSCH DAGBLAD
CHEF ADRIAAN BRANDENBURG, 071 -5356484, PLV.-CHEF DICK VAN DER PLAS
sommige wetenschappelijke
jngen bestaat blijkbaar een
insepeiende bezorgdheid over de
e AziJ van media bij zaken die
ontpder de rechter' zijn, zoals dat
sprojet, of waarbij de pers als het
voo?re °P stoe' van rechter
.rint(u plaatsnemen. In korte tijd
>p sibben twee hoogleraren kriti-
ten |he uitlatingen gedaan over de
- nJze waarop dagbladen en te-
jg |risie zich in deze materie op-
loorPn-
/an jpf- mr- FL Franken zei in zijn
eertoe ter gelegenheid van de
-teekpste verjaardag van de Rijks-
sdpversiteit Leiden dat een
nsecfhter wordt blootgesteld aan
recte sociale beïnvloeding,
i TuPe rechter, die tijdens de voor-
q (jgireiding van een geruchtma-
projnde strafzaak de krant uit de
iet l£s haalt en kennis neemt van
r J mening van gezaghebbende
ovimmentatoren over de zaak
ireldf hij moet beslissen, staat niet
mmjervrij".
port|e aandacht in de media voor
:ht ]ia rechtszaak, het (on) begrip
te |or het handelen van de dader
vrij popmerkingen over de accep-
3 C(Jte daarvan zijn niet te onder-
ord#atten- Het ziJn formidabele
dichten om een rechter buiten
Lnd e rechtszaal te overtuigen of in
ok rrf<ier gevai zijn oordeelsvor-
i 01 ng te sturen".
:oe te denken over een fraude
n honderden miljoenen ge-
;egd door een bekende en
npathieke familie die werk-
im is in de horeca? De familie
:eg een zeer lichte straf als
sn let op de ernst van het feit.
ebben de reportages in al die
ig- en weekbladen daaraan
{gedragen? Ik wil waarschu-
s/raaen voor een nieuwe vorm van
itbusa
-541t
,54
klassejustitie: de troetelkinde
ren van de media komen er
steeds goed van af. Het media
circus O.J. Simpson kon ook
niet anders dan tot een vrij
spraak leiden, ook al waren de
juryleden formeel netjes opge
borgen in een hotel".
„Het subjudice- (onder de rech
ter) beginsel dient in ere te wor
den hersteld door in journalis
tieke gedragscodes terughou
dendheid voor te schrijven voor
de periode die volgt op het uit
brengen van de dagvaarding
totdat de einduitspraak in de
feitelijke instantie (s) is ge
schied".
Koppeling
In een recent artikel {De interfe
rentie van rechtspraak, politiek,
publiek en journalistieknaar
aanleiding van o.a. de kwestie-
Diekstra schrijft prof. dr. A.
Rörsch dit: „Een belangrijke
ontwikkeling in de moderne
maatschappelijke journalistiek
is, dat de 'krant' zelve sterk opi
niërend optreedt. Onderschei
den maatschappelijke groepe
ringen hebben 'kranten' met
een eigen 'kleur'. Het geven van
een oordeel over specifieke
maatschappelijke ontwikkelin
gen valt onder de noemer 'vrij
heid van meningsuiting'. Maar
daarnaast is de maatschappelij
ke journalistiek zeer belangrijk
geworden bij het opsporen van
misstanden, van onmaatschap
pelijk gedrag, van kleine en gro
te corruptie.
Wanneer nu beide functies met
elkaar worden gekoppeld, het
opsporen van misstanden en
het geven van opinies, dan
wordt daar
mede het
rechtsgevoel
in onze wes
terse wereld
fundamen
teel onder
graven. Im
mers, dat
rechtsgevoel
Ruud Paauw
op onafhan
kelijkheid
van de op
sporende, de
rechtsspre-
kende en de
wetgevende
macht. De misstanden opspo
rende journalist, die daaraan
ook een ooordeel hecht vaak
niet expliciet, maar door taal
vaardige insinuatie wel impli
ciet mengt twee functies. De
journalist gebruikt als recht
vaardiging dat beide functies
elk op zich journalistiek zui
ver zijn, maar het effect dat de
combinatie sorteert is zulks, uit
het oogpunt van rechtsgevoel,
niet. Immers, door de grote in
vloed van de media wordt de
publieke opinie sterk beïnvloed,
en wordt als het ware een volks
gericht aangericht'
In het (wettelijk) inperken van
de journalistie
ke vrijheid ziet
prof. Rörsch
echter niets.
Hij vindt het
wel gewenst
dat alle betrok
kenen (ook ad
vocaten en het
openbaar mi
nisterie) „de
basisprincipes
van de schei
ding van de
drie machten
hoog in het
vaandel hou
den en daar
naar handelen. En daarbij soci
ale controle binnen elke groe
pering toepassen".
Ruggegraat
De opvatting van prof. Franken
vind ik niet getuigen van veel
vertrouwen in de ruggegraat
van rechters. Als een rechter
werkelijk uit zijn gewone doen
zou raken van een 'gezagheb
bend commentaar' in een krant
dan is het droevig met hem ge
steld. Ik geloof dat ook niet.
Een goed artikel met zinnige ar
gumenten moet op elk moment
geschreven en gelezen kunnen
De ombudsman van het Leidsch Dagblad is van maandag tot en
met vrijdag bereikbaar van 9.30-11.30 uur onder
telefoonnummer (071)-5356215. Brieven kan men richten aan het
adres: Ombudsman Leidsch Dagblad, Postbus 54,2300 AB Leiden.
Het werk van de ombudsman valt buiten de verantwoordelijkheid
van de hoofdredactie.
Voor klachten over de bezorging gelieve men te bellen (071) -
5128030.
worden, of een zaak onder de
rechter is of niet. Persoonlijk
vind ik het zelfs ongewenst als
een journalist zijn pen zou stil
houden wanneer hij nieuws
heeft over een kwestie die nog
onder de rechter is. In het be
lang van de publieke zaak be
hoort hij dat nieuws door te ge
ven en eventueel van commen
taar te voorzien. Wat heeft het
voor zin om ermee te wachten
tot na de uitspraak? Dan komt
het zeker als mosterd na de
maaltijd. Of de rechter zich wel
of niet aan dergelijke gegevens
wil storen, moet hij zelf uitma
ken. Dat behoort tot zijn vak.
Het gescherm met het 'stilte
want het is onder de rechter'-
begrip is in het leven geroepen
door juristen. Binnen hun be
roepsgroep mogen ze het na
tuurlijk best als spelregel aan
vaarden. Maar het is hun speel
terrein, niet dat van de journa
listiek.
Ik sta er verder werkelijk van te
kijken dat prof. Franken min of
meer suggereert dat het zeer
lichte vonnis van die frauderen
de 'sympathieke horeca-familie'
te wijten kan zijn aan 'de repor
tages in al die dag- en weekbla
den'. En vervolgens heeft hij het
over een nieuwe vorm van klas
sejustitie voor de troetelkinde
ren van de media 'die er steeds
goed vanaf komen'. Als van dat
laatste al sprake is, wie bedrijft
hier dan ten slotte klassejusti
tie? De journalistiek of de rech
ter?
De opvatting van prof. Rörsch is
principiëler en verstrekkender.
Als ik hem goed begrijp, maakt
hij onderscheid tussen nieuws
over maatschappelijke ontwik
kelingen, waarbij het de krant
vrij staat er een opinie of com
mentaar bij te leveren en
nieuws over misstanden, cor
ruptie e.d. waarbij de journalist
geen eigen opinie mag toevoe
gen, omdat hij dan komt op het
terrein dat het zijne niet is. Dat
tast volgens prof. Rörsch het
rechtsgevoel aan.
Ik denk dat zijn stelling niet
houdbaar is. Het onderscheid
dat hij wil maken zou tot
vreemde toestanden leiden.
Nieuws is nieuws, het moet niet
worden onderverdeeld in soor
ten, en de krant mag niet op
enigerlei wijze aan de ketting
worden gelegd als zij daarop
een opinie wil loslaten. Het
recht daartoe ligt in feite veran
kerd in artikel 7 van de grond
wet: Niemand heeft tevoren toe
stemming nodig om ideeën of
gedachten te openbaren door
middel van de drukpers, behou
dens ieders verantwoordelijk
heid krachtens de wet. (De ont
werpers van de grondwet zijn
hier, zo lijkt het, zelfs merk
waardig met taalkundige regels
omgesprongen om toch maar
elke twijfel uit te bannen).
Artikel 7 rept niet over beper
kingen anders dan ieders ver
antwoordelijkheid krachtens de
wet, waarmee bij voorbeeld
wordt bedoeld dat de krant niet
mag liegen of zonder enige
vorm van bewijs iemands eer en
goede naam mag aantasten.
Laat de krant binnen de gren
zen van de wet schrijven wat zij
wil en laat de rechter met de
hem ten dienste staande mid
delen oordelen zoals hij dat no
dig acht. Zo is het en zo moet
het blijven.
'Sinds 1930 vestigen zich via
transmigratieprogramma's veel
Madurezen op Kalimantan
(Borneo). Ze krijgen van de
overheid stukken land toegewe
zen die aan de Dayaks (de au
tochtone bevolking) worden
onttrokken. De Dayaks klagen
steen en been....'. In de krant
van zaterdag 1 maart staat een
artikel over de maatschappelij
ke problemen in Indonesië:
'Kloof tussen arm en rijk ver
scheurt Indonesië'. De auteur
laat de groei van de problemen,
waar deze het gevolg zijn van
transmigratie naar Kalimantan
en de ontbossing in dat gewest,
beginnen in het koloniale tijd
perk. Hij noemt het jaartal 1930.
Daar zou de volgende kantteke
ning bij geplaatst kunnen wor
den:
Borneo heeft veel minder
vruchtbaar gebied dan Java en
in 1930 waren de beste gedeel
ten al in gebruik genomen door
Dayaks. Moderne landbouw
techniek moest het de immi
granten mogelijk maken moei
lijke terreinen te ontginnen. De
volgende zinsnede uit de toe
spraak van de gouverneur-ge
neraal bij de opening van de
nieuwe zitting van de Volksraad
op 15 juli 1939 spreekt boekde
len: „Wat de kolonisatie op Su
matra en Celebes in de afgelo
pen jaren te zien gaf, blijft goe
de verwachtingen wekken; dit
kan evenzo verklaard worden
van de proefnemingen op Bor
neo. Exploratie van uitgestrekte
gebieden zal de regering in staat
stellen zich over weer nieuwe
mogelijkheden een oordeel te
vormen.". Het gaat dus om on
ontgonnen terrein waar met
moderne middelen landbouw
grond gemaakt kan worden. De
oud-adviseur voor agrarische
zaken, S. Bastiaanse, sprak in
1939 voor de koloniale vakan
tiecursus voor geografen onder
andere: „De ruimte is er wel,
doch de kwaliteit laat te wensen
over. De Buitengewesten zijn
geen Java en ook daar zijn de
beste gedeelten het eerst in cul
tuur gebracht.". Bovenstaande
citaten zijn ontleend aan het
boek 'Indië schrijft zijn eigen
geschiedenis'. De samenstellers
zijn F.W. Stapel, Hans Martin
en dr. H. Hoogenberk. Uit hun
commentaar licht ik nog het
volgende: maar ook omdat
overplanting naar landstreken,
waar de inheemse bevolking op
lager peil staat, haar uitwerking
op deze inheemsen niet zal
missen en er geleidelijk aan toe
zal bijdragen Nederlandsch-In-
dië tot een eenheid te maken,
niet alleen staatkundig, doch
ook cultureel. Maar hiermede
zijn ongetwijfeld nog vele de
cennia gemoeid.".
Ronald Frisart, in zijn artikel
hierboven aangehaald, sugge
reert dat reeds in de koloniale
tijd de Dayaks land zou zijn
ontfutseld ten behoeve van im
migranten: de Dayaks zouden
toen al de indianen van Indone
sië geweest zijn. Dat nu is een
onjuiste voorstelling van zaken.
Ook de industriële roofbouw en
grootschalige ontbossing was
toen nog niet aan de orde. Het
was nog de tijd van de bos-
bouwondememingen.
Leidenaren, die voorstander
zijn van bebouwing van de
Grote Polder in Zoeterwoude,
kunnen hun wethouder ruim
telijke ordening of het bedrijfs
leven niet verwijten dat deze
zich niet hebben ingespannen.
De laatste weken hebben het
tegendeel te zien gegeven.
Klaarblijkelijk is het nodig dat
zij zich deze moeite getroosten.
Het Kabinet is inderdaad niet
van plan de Grote Polder te be
bouwen en geeft als alternatie
ven Haaglanden en Rijnsburg.
Ook de Tweede Kamerfracties
staan niet bepaald te popelen
om hun strijd voor het onge
schonden houden van het
(westelijk deel van het) Groene
Hart, waarin de Grote Polder
valt, nu maar ineens te laten
varen.
Ondanks de uitnodiging in
de krant om de lezers naar de
inspraakavond in Holiday Inn
te lokken bleek de Leidse be
volking daar niet echt warm
voor te lopen. De enkeling die
sprak, naast de wethouder,
pleitte, naar ik begrepen heb,
voor een groene Grote Polder.
Dat laatste is begrijpelijk, want
veel Leidenaren genieten 's zo
mers en 's winters van de Zoe-
terwoudse polders. Dat maakt
voor hen het wonen in de stad
aantrekkelijk!
De Leidse wethouder Van Rij
komt derhalve met een nieuw
argument voor het bouwen op
de proppen: de Leidse financi
en. Dit nieuwe argument is
kennelijk hard nodig want de
woningbouw-behoefte in Zuid-
Holland daalt immers drastisch
en rechtvaardigt de vraag naar
een grootschalige bouwlocatie
in de Leidse Regio niet meer!
Hoe valide is dit financiële
argument? Leiden blijft blijk
baar tobben. Ondanks de bouw
van twee nieuwe wijken, de
Merenwijk en daarna de Ste
venshof, dreigt volgens wet
houder Van Rij opnieuw een fi
nanciële neergang voor Leiden
als er niet in de Grote Polder
gebouwd mag worden. Boven
dien is het duidelijk dat Leiden
niet alleen de Grote Polder
maar liefst heel Zoeterwoude
wil annexeren. Op den duur zal
ook dit geen soelaas bieden en
zal Leiden opnieuw willen uit
breiden. Er zal nooit een einde
komen aan de groeihonger van
de gemeente. En groei lost
niets op want juist grote steden
kennen de grootste financiële
problematiek! Onderzoek bij de
gemeente Zuidhorn heeft aan
getoond dat herindeling de fi
nanciële problematiek niet op
lost. Bovendien zou met de
herverdeling van het Ge
meentefonds het financiële as
pect als argument voor herver
deling vervallen (gesteld door
o.a. senator Wöltgens).
Het is nodig dat Leiden op ei
gen krachten, met behulp van
de hogere overheden, tracht
haar financiën op orde te bren
gen. In het verleden heeft Lei
den nog nooit kans gezien een
gezond financieel beleid op te
zetten. Wat is daarvan de oor
zaak? Een gebrek aan bestuur
lijk management? Een te starre
bureaucratie? Een gebrek aan
visie over wat Leiden werkelijk
zou moeten zijn: een bloeiende
nijverheids-, universiteits-, en
marktstad? Denk aan het jaren
lange gesol met de markt, de
economische neergang van de
Breestraat, die in wezen één
van de aantrekkelijkste winkel
straten van Nederland zou
kunnen zijn. Een parkeerbe
leid, waardoor de stad eën af
gesloten vesting is geworden,
die massaal gemeden wordt
door de mensen uit de omge
ving. Moet ik nog verder door
gaan?
Niet alleen moet Leiden open
blijven voor zijn omgeving,
maar het moet tevens het grote
belang van open polders ten
oosten van zijn grenzen niet
vergeten. De nog steeds aanwe
zige directe nabijheid van het
polderlandschap maakt deel uit
van de charmes van deze ty
pisch Hollandse stad.
O AM. Langezaal,
Zoeterwoude.
jdens de presentatie in het
istricpgstgecster gemeentehuis van
fn aardig uitgegeven boekje
lgen|e Beeldengids' stelde de heer
ibordus, lid van de Oegstgees-
r kunstcommissie en verzor-
ir van de achtergrondinforma-
van de beelden, dat „leken
ina1en recht op inspraak horen te
ijgen". Ter vergelijking haalt
j een medische situatie aan.
ndeiïen chirurg vraagt toch ook
strain advies aan zijn patiënt", zo
iatie»rduidelijkt hij zijn standpunt.
Deze uitlating verdient te
loenprden rechtgezet. Een chirurg
\oet namelijk aan zijn patiënt
toestemming tot operatie vra
gen. In dë meeste gevallen
wordt verder de gang van zaken
uitvoerig met de patiënt be
sproken, tenzij het een noodsi
tuatie betreft. Aanschaf en
plaatsen va!n een kunstwerk is
nooit een noodsituatie. De heer
Labordus zou er goed aan doen
de gedragslijn van de chirurg te
volgen. Een dergelijke gedrags
lijn zou veel ellende bespaard
hebben in het geval van Door-
N.C. Smit, arts,
lt Leidsch Dagblad van 24 fe
il ari 1997 maakt melding van
n goed Oegstgeester initiatief:
Ipresentatie van een gemeen-
Jjke Beeldengids. Auteur A.
jbordus - geen drs., wel teken
jaar - gaf als lid van de plaat-
lijke Kunstadviescommissie te
pinen dat: „Iets mooi vinden,
ultieme recht van de be-
jiouwer is." Het omgekeerde:
lirend, moet m.i. ook mogelijk
n.
voyUs voorbeeld diende 'Door-
ande Beweging', de Moeder
n alle Kunstwerken. Juist de
htergrondinformatie is vol-
ns Labordus broodnodig om
n kunstwerk te kunnen be-
jpen en waarderen. Ge-
emd kunstwerk uit 1985 is
'%ispireerd op een stroming
wasin 1965 al over haar hoogte-
nt heen was en bestaat uit
wajlaste U-balken, model M-140
de bouw. Op begrip hoeft
'g geen waardering te volgen.
Indien u reageert op
een artikel in deze
krant, wilt u dan in
uw ingezonden brief
de datum vermelden
waarop het
betreffende artikel
werd gepubliceerd?
Brieven worden in
het algemeen in deze
krant ondertekend
met naam en
woonplaats.
Plaatsing van
ingezonden brieven
betekent niet dat de
redactie het eens is
met de inhoud ervan.
De redactie behoudt
zich het recht voor
ingezonden brieven
in te korten en
plaatsing van brieven
te weigeren.
De auteur laat tevens weten, dat
in geval van bezwaar, leken
geen recht op inspraak dienen
te krijgen, in navolging van wet
houder van Eisen in de Volks
krant. In een commissieverga
dering bestempelde Labordus
de opstand der leken als een fu
tiliteit. Gelukkig dacht de Presi
dent van de Haagse rechtbank,
op grond van een onjuiste
bouwvergunning, daar anders
over en verweet de gemeente
gestuntel Leidsch Dagblad 11-
2-1997, het artikel werd onge
schikt bevonden voor de Oegst
geester gemeentelijke knipsel
krant).
Ten aanzien van de vermale
dijde inspraak merkte Labordus
op dat „een chirurg zijn patiënt
toch ook niet om advies voor
een operatie vraagt". Toevallig
heeft ondergetekende, als 18-ja-
rige en nog wel in illuster gezel
schap, het atelier van één van
de beschreven beeldhouwers
bezocht en kent, op locatie, het
wel en wee van de operatieka
mer. Een chirurg overlegt inten
siever met zijn patiënt - die het
laatste woord heeft - dan het
Oegstgeester College met zijn
burgers; hetgeen bewoners van
de Laan van Alkemade, Hofdijck
eri Rhijngeesterstraatweg nabij
Jelgersma kliniek, kunnen be
amen. Opgemerkt dient te wor
den dat het Beeldenboekje -
voorzien van fietsroute - een
goed ogende en informatieve
gids is geworden. Wellicht kun
nen bij herdruk, de namen van
vier kunstenaars correct gespeld
worden en kan de tekst op de
achterflap gerectificeerd wor
den. Het sluitstuk van Jan Wol
kers, die met zijn beeld terug
keert naar Oegstgeest, ziet er
veelbelovend uit en zal op 8
maart door de kunstenaar wor
den onthuld. Het kunstwerk
krijgt de profetische naam:
'Vrouwen in Verzet'. Kunstwer
ken in de tuin van 'Endegeest'
en 'Centrum 45', waaronder een
sculptuur door koningin Beatrix
vervaardigd, zijn niet in de beel
dengids opgenomen.
M. Duyster-Sprenger,
ontwerper,
Peugeot-product
Klopt alles in de blik in het ver
leden in het nummer van 21 fè-
bruari 1997?
Zelfgebouwd? De wagen was
een Peugeot-product (in de
branche sedert 1889!) met
Daimler-motor; eigen motoren
zouden later komen. Dat de vier
wielen gelijk waren was logisch;
het was al een prestatie om vier
banden te maken. Van staalge-
spaakte wielen heeft Peugeot
veel gebruik gemaakt. Behalve
de Eclair werden ook de Hiron-
delle (zwaluw) en Araignée
(spin) ingezet, maar die hadden
nauwelijks succes. De naam
Eclair werd bedacht voordat de
zogenaamde slingerende gang
zou geconstateerd zijn. Men
heeft mijns inziens aan blik
semsnelheid gedacht, zeker be
vorderd door de luchtbanden.
De bandenpech moest nog ko
men. Dat na een 'puncture' de
gang van de wagen onzeker
werd, valt te verwachten; daar
om zigzaggen?
Nummer 46 (zijkant zitting)
reed mee in Parijs-Bordeaux-
Parijs midzomer 1895. Een rit
die Emile Levassor won na 38
uur rijden, aan een stuk door en
dat nog alleen ook. Hij reed '5'.
Natuurlijk stuurde maar één
man (Michelin) de Peugeot via
een soort fietsstuur met om-
hoogstaande handvatten (zie
foto bij artikel). De mannen
hadden veel pech, ook mecha
nisch (2e en 3e versnellingen
vielen uit) en brachten het tot
een negende plaats. De kist die
men achterop ziet bevatte ge
reedschap en reserveonderde
len; zie ook de bagage op de
voorbank, vis-è-vis. Het exem
plaar bleef niet bewaard; in
1990 heeft men een replica ge-
maakt.André Michelin (1853-
1921) was in 1895 42 jaar. Hij
gaf gestalte aan de beroemde
Guide Michelin in 1900. Edou-
ard was zes jaar jonger dus
36 jaar ten tijde van de race
en overleefde zijn broer met 19
jaar.
J. van Groningen,
Leiderdorp.
Steun Dillenburg
Maandag 24 februari stond er
een artikel in uw krant over het
verzorgingshuis Dillenburg te
Leiderdorp. Hierin kwam tot ui
ting dat het verzorgingshuis zijn
keuken kan behouden dankzij
een financiële ondersteuning
van de gemeente Leiderdorp.
Wat in dit artikel niet tot uit
drukking kwam, is het feit dat
de Regionale commissie Gè-
zondheidszorg Zuid-Holland
Noord hierbij een grote en posi
tieve rol heeft gespeeld. De Re
gionale commissie is o.a. ver
antwoordelijk voor de spreiding
van zorgvoorzieningen en biedt
zorginstellingen de helpende
hand in de vorm van expertise
en financiële ondersteuning.
Zonder deze commissie was het
voortbestaan van de keuken
niet mogelijk geweest. Ere wie
ere!
A. Paats,
directeur Verzorgings
huis Dillenburg,
Leiderdorp.
ïn geeft als alternatieven Haaglanden en Rijnsburg.'
'Het Kabinet is inderdaad niet van plan de Grote Polde