Het is binnenkort bal voor Renate Dorrestein 7 MB Hp I Boekenweekgeschenk om verliefd op te worden. ZATERDAG 1 MAART 1997 Tijdens de persconferentie voorde )2ste Boekenweek, ien nnd januari 111 ïmsterdam, buigt :ollega Gerrit Komrij tich naar haar toe. De chrijver van het loekenweekessay 'Niet e gelovenwijst op de lanwezige camera's en liicrofoons en fluistert Iden Haar in: „Ik geloof dat per ve een itempjezijn." Ie Haarlemse chrijfster Renate vorrestein is er \imiddels van toordrongen dat zij de amende tijd zal anten rvaren dat een \oeken weekgeschenk jet af is als het is eschreven en in een vlage van 641.000 remplaten gedrukt. 3odaarna - inderdaad - x \m je voortdurend en itempje'. Beurzl üderdi tgeve ;en wj mul| imme ant d< ;ers b| ekt to "a'mI 'Eigenlijk heel raar dat je dat allemaal maar moet kunnen' FOTO'S UNITED PHOTOS DE BOER JUR ENGELCHOR De 43-jarige Renate Dorrestein komt de laatste jaren alleen nog haar erf af als het echt moet. Door de ziekte die haar zeven jaar geleden bij de kladden greep, M.E. officieel Myalgi- sche Encephalomyelitis, maar zelfs in de me dische wereld nog wel eens afgedaan als het chronisch vermoeidheidssyndroom, is ze be hoorlijk aan huis gékluisterd. Ze volgt een streng dieet en houdt er noodgedwongen een streng dagpatroon op na. Haar woede over de ziekte verwoordde ze in 1993 in Heden Ik. Ze schreef onlangs het voorwoord voor het boek ME overwinnen van Lisette Dierick en Brigitta Mak dat dit voorjaar bij uitgeverij Ankh-Hermes verschijnt. Een citaat: 'Voor wie het nog niet wist: ME veroorzaakt, behal ve tal van neurologische en andere proble men, een fysieke sensatie die een combinatie is van acute zeeziekte, een onbedaarlijke al coholkater en een zware griep, plus het vol komen desoriënterende gevoel dat een jetlag teweegbrengt. Maar laten we niet overdrij ven: in goede periodes plagen deze onaange naamheden ons in elk geval even niet alle maal tegelijk. Toch zeg ik in zijn algemeen heid minstens eenmaal per dag: 'Hier zou ik best vanafwillen'. Rigide dagprogramma „Ja, het is een raar potje", zegt ze aan het be gin van ons gesprek op een zondagochtend in haar door rust omgeven woonstee in Aer- denhout. „Leven met ME is vooral een oefe ning in engelengeduld. Het is een ziekte waar je nooit vrij van hebt. Ik heb een rigide dag programma. Nooit voor negen uur op, 's middags slapen en elke avond om tien uur naar bed. Vroeger had ik nog wel 'es de nei ging daarmee te sjoemelen, maar dat kwam me steeds erg duur te staan. Dus dat doe ik niet meer." Niet geplaagd door al te veel bemoeienis van de buitenwereld, schreef ze het afgelo pen jaar het geschenk voor de 62ste Boeken week: Want dit is mijn lichaam. Haar huis werk is af en het boekje is klaar om in grote hoeveelheden verspreid te worden. Nu alleen het proefwerk nog. In en rond de Boeken week (van 12 tot en met 22 maart) moet ze flink aan de bak. Lezingen en signeersessies door het hele land van Wageningen tot Rotterdam en van Zwolle tot Oosterhout en optredens 'bij alles en iedereen' op de te levisie. Dorrestein, met een opmerkelijke monter heid: ,,Ja, ik ga een tourneètje doen met een auto met chauffeur. Ik ga gelukkig naar allerlei verschillende plaatsen dus ik kom met één lezing een heel end. Ik vind het wel leuk want ik heb al jaren de Boekenweek niet meegemaakt. Ik word aan alle kanten gefaci- liteerd. dus het kan." Vrolijk en vol verwachting voegt de popu laire schrijfster daar aan toe: „Zie ik de lezer weer 'es in het wild." Dan ernstig: „Maar dit is wel allemaal op een schaal die me behoor lijk aangriest. Normaal is er wat gedoe als er een nieuw boek verschijnt, een presentatie, wat interviews, een signeersessie en dan gaan we weer over tot de orde van de dag. Nu word ik ingezet bij een nationaal evenement. Ik heb gelukkig al een baljurk voor het Boe kenbal, een hele mooie. Wat ik doe om me voor te bereiden op ^1 die drukte? Tsja, m'n gevoel voor eigenwaar de een beetje op peil houden. Zorgen dat ik niet geplaagd word door vervelende onzeker heden of angsten. Want het is toch altijd erg moeilijk hoor. Ik vind het eigenlijk heel raar dat je dat allemaal maar moet kunnen. Als schrijver ben je toch gewend om achter je bureau te zitten. En nu moet ik'maar opdra ven. Denk jij dat ik daar tien jaar geleden, voor mijn ziekte, geen last van had? Nou dat leek dan maar zo. Dan zat ik toch ook regel matig te stomen in zo'n televisiestudio..." Ze vervolgt met die opgewektemaar oh zo wrange spot, die haar zo eigen is: „Maar mis schien zijn we tegen die tijd wel dood. Dat is wel een rustige gedachte." Campagnes Het Nederlandse publiek1 zal volop met de normaal zo teruggetrokken levende schrijf ster geconfronteerd worden. Ze zal niet al leen te zien zijn in bibliotheken en boekhan dels en bij de verschillende talkshows op de televisie, ze speelt ook een rol in het Ster spotje dat de stichting CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) tij dens de Boekenweek regelmatig de huiska mer in zal slingeren. Daarnaast heeft haar uitgeverij een fikse promotiecampagne in petto onder de noemer 'Ontdek Renate Dor restein; 1997: Het Jaar van Renate Dorre stein'. Herdrukken - in een nieuw jasje en zoals dat heet 'met een aantrekkelijke prijs' - van al haar tot nu toe verschenen boeken zullen door middel van een gelikte campagne onder de aandacht worden gebracht. Onderdeel van die campagne is een foto van de schrijfster in een opvallend bevallige pose. Dorrestein kan er wel om lachen: „Ja, wat een mooie foto hè?! Ben ik ook eens een Dolly Dot. Toen de foto werd getoond aan de hoogste directeur bij de uitgeverij, reageerde die geschrokken: 'Weet Renate hier wel van?' Het geval wil dat mijn redacteur, mijn bitge ver en ik het zelf hadden bedacht. We von den dat we deze kans moesten aangrijpen om mijn imago wat uit te breiden, wat ande re accenten te leggen. Mijn redacteur Caro line vindt dat ik mooie benen heb en zei: 'Gooi die benen er 'es in!' Dat vond ik een reuze mop. D'r zit wel een beetje zelfspot in hoor, maar toch. Deze benen schragen dit hele oeuvre. En datzelfde poppetje komt ook op pakpapier. Ja, dat ben ik dus, dat poppet je. En daar wordt dan Mulisch ingepakt en Van Dis... Leuk hè, ik pak ze gewoon allemaal in." Goed, maar voordat je als schrijfster op het inpakpapier komt, moet je natuurlijk wel het een en ander aan het papier hebben toever trouwd. Renate Dorrestein begon haar loop baan in 1972 op 18-jarige leeftijd bij het weekblad Panorama. Ze stortte zich op de journalistiek en schreef veel buitenlandse re portages. In de mannenwereld die de journa listiek nu eenmaal is, werd de feministe in haar wakker. Zoals ze vorig jaar in een inter view in HP/De Tijd zei: „Ik kon zo in de trein van het feminisme stappen, stond als het wa re op het gelukkigste moment in de geschie- uit moeten vinden een aantal valse starts denis op het perron." Dorrestein werd een gemaakt. Dan werd het al snel veel te gecom- gevierd columniste. Met haar felle pen pliceerd te veel personages en te veel ver schreef ze ze bij bosjes, eerst alleen voor Op- wikkelingen. Je kunt eigenlijk samenvattend zij en later ook voor De Tijd. Boeken schreef wel zeggen dat ik een jaai heb zitten schrap- ze ook, maar hoeveel manuscripten ze ook pen. Het was echt persen geblazen." La de wereld in stuurde ze bleven onuitgege- chend: „Ja, ik heb er inderdaad iets van ge ven. Tot in 1983 uitgeverij Contact haar ma- leerd... Ik schrijf nooit meer een boekje van nuscript Buitenstaanders met open armen honderd pagina's!" ontving. Het boek werd een succes. In rap Toen Renate met het schrijven van Want tempo volgden Vreemde Streken (1984), dit is mijn lichaam'begon, wist ze al vrij snel Noorderzon (1986) en Een Nacht om te V7ie- waar ze het, inhakend op het thema van de geren (1987). Rond deze tijd besloot ze full-ti- Boekenweek Mijn God, over wilde hebben, me schijfster te worden, dus het tempo Toen ze vorig jaar april de opdracht net had kwam nog iets hoger te liggen: Korte Metten aanvaard zei ze in deze krant: „Ik houd nog (een keuze uit de columns, 1988), Het Perpe- geheim waar het over gaat. Wel kan ik zeggen tuiim Mobile van de Liefde (1988), Voor alles dat ik het wil gaan hebben over het laatste een Dame (1989), Het Hemelse Gerecht geloof dat onze samenleving rest. Wat dat is? Onderdeel van de campagne rond Renate Dorrestein, is een foto van de schrijfster in een opvallend bevallige pose. Renate Dorrestein kan er wel om lachen: Ja, wat een mooie foto hè?! Ben ik ook eens een Dolly Dot." FOTO PR UITGEVERIJ CONTACT 96 pagina's was voor mij behoorlijk pro blematisch. Dit zit overal tussenin het is geen novelle en geen roman. Als ik m'n gang had kunnen gaan was het zeker twee keer zo lang geworden. Ik heb het schrijven opnieuw (1991). Ontaarde Moeders (1992), Heden Ik (1993), Een Sterke Man (1994) en vorig jaar Verborgen Gebreken. In 1993 ontving Dorres tein de Annie Romein-prijs voor haar hele oeuvre. Dat kan ik nog niet verklappen. Maar ik denk wel dat driekwart van de Nederlandse bevol king dat geloof koestert." Nu wil ze wel kwijt wat dat geloof is, of ei genlijk zo zegt ze er meteen bij die waan waar we aan ten prooi gevallen zijn. IViOEILIJKE OPGAVE Dorrestein: „De maakbaarheidswaan. Het Nu ligt er dan het literaire kleinood Want dit idee dat je het noodlot naar je hand kunt zet- is mijn lichaam'. Dat klein een groot pro- ten. Het geloof dat je je eigen maker bent, je bleem kan zijn, heeft de schrijfster die altijd eigen schepper. Het begint bij het idee dat zoveel fantastische verwikkelingen in haar het lichaam maakbaar is. De fitness-cultus, boeken stopt, schrijvenderwijs wel ondervon- geslachtsverandering je kunt jezelf her den: „Het was geen gemakkelijke klus. Ik heb scheppen naar je eigen beeld. Zo zitten we ontdekt dat ook de omvang van een boek on- met z'n allen de hele werkelijkheid te her- derdeel uitmaakt van je handschrift. Mijn na- scheppen de stier Herman, de zwarte tulp, tuurlijke formaat zo zie je aan de lengte cyberspace. We zetten tijd en ruimte naar van mijn romans is nogal flink. De om- onze hand. Zelfs in de godsdienst of de vang van dit boekje het moest allemaal in New Age-varianten daarop. Het gaat om in- Boekenweek 1997 12-22 maart Want dit is mijn lichaam van Renate Dorrestein, gratis bij aankoop van ten minste 19,50 aan boeken, zolang de voorraad strekt. De poster waarmee de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek, het boekenweekgeschenk 1997 onder de aandacht brengt. dividuele groei en ontplooiing: Jij wordt er beter van. De hele samenleving is daarvan doordesemd. We hebben God van zijn troon gestoten, zijn rol is op vele terreinen uitge speeld. Ik heb in Want dit is mijn lichaam' de vraag gesteld wat er gebeurt als je het op perwezen van zijn luister en macht ontdoet. Hoe ziet zo'n onbestuurd universum eruit, dat vond ik een mooie vraag voor dit boek." Geloof in rechtvaardigheid Dat Renate Dorrestein het New Age-gedoe geen warm hart toedraagt hoeft geen verba zing te wekken. In de Volkskrant schreef ze ruim een jaar geleden een feuilleton, Het Tiende Inzicht, waarin ze op hilarische wijze de vloer aanveegt met De Celestijnse Belofte van James Redfield. „Dat ging over een serie moordenaar die in die periode actief was in Utrecht. Ik vroeg me af wat voor iemand dat was. Die vraag heeft in mijn hoofd een klik gemaakt met De Celestijnse Belofte' dat1 het een New Wage-engerd was die onder de vlag van kosmische stralingen en inzichten tot zijn daden kwam. Nee, ik vind De Celes tijnse Belofte' niet eng of verontrustend, je moet dit zien als een grapje. Ik vind dit soort denken wel erg misleidend. Ik geloof niet dat je in twee weken tot verlichting kunt komen. Ik denk niet dat mensen daar op hun levens pad iets aan hebben, daar koop je niks voor." In de New Age zoekt 'Dorrestein het dus niet zoveel mag duidelijk zijn. Maar dat voor Dorrestein 'God niet dood is, maar al leen onttroond', en dat er in haar beleving 'een of andere band bestaat met een opper wezen', zoals ze onlangs tijdens een bijeen komst in Haarlem over de religieuze aspec ten in haar werk te berde bracht, zou zelfs haar trouwe lezers kunnen verbazen. De vrouw die wij kennen als felle feministe en als romanschrijfster, die een wereld creëert die op z'n zachtst gezegd nogal van God los lijkt, prevelt die in haar vrije tijd als vrome gelovige schietgebedjes tot God? Dorrestein: „Alsof het een het ander uitsluit. Ik ben ka tholiek opgevoed en heb mijn geloof nooit verloren een van kindsbeen af vertrouwde kosmische geborgenheid. Het kerkelijke heb ik wel achter me gelaten. Een vrouw in deze tijd heeft met de katholieke kerk weinig te schaften natuurlijk. Wat Gods vertegenwoor digers op aarde hebben gedaan is hoogst ei genaardig en antiek. Nee, ik heb zeker niet twee geloven voor elkaar ingeruild. Het ene was er altijd al en het andere het feminis me is er gaandeweg bij gekomen. Dat ge loof heeft ermee te maken dat maatschappe lijke structuren verbeterd moeten worden. Ik geloof in rechtvaardigheid. Waar die niet is moet je ingrijpen en ingrijpen is maken. Niet elke vorm van maakbaarheid is diabolisch slecht. Ik geloof in actie en in mensen die overal tegen zijn. Waar ik het in mijn boek over heb, is de maakbaarheid die doordraaft, die de grenzen van de menselijke conditie overschrijdt." Rustgevend Renate Dorrestein komt er eerlijk voor uit dat ze voordat ze ziek werd ook heel lang heeft geleefd met het uitgangspunt dat ze de architect van haar eigen leven was. „Totdal de omstandigheden mij leerden dat het an ders was. Het besef dat ik het allemaal niet hoef te bemannen, geeft mij nu een grote rust. De dingen gebeuren, of je wilt of niet. Kijk dat scheelt. Dan wordt het ook leuk om als maatschappelijke buitenstaander die maakbaarheidscultus te aanschouwen." Overigens was die rust er bij Dorrestein niet meteen toen ze ziek werd. Wie haar boek Heden Ik' over de eerste jaren van haar ziekte heeft gelezen weet hoe woedend ze toen was: „Toen wist ik nog niet wat ik nu weet. Het duurt een jaar of vier voor je in het reine bent met een chronische ziekte. Ik was toen woedend, nu heb ik rust. Ja, ik wil daar wel over schrijven, maar ik wil niet voor de tweede keer te snel zijn. 'Heden Ik' kwam te snel. Ik heb toen niet gezien dat die woede een fase was in een niet eindigend proces. Kijk, die ME blijft bestaan, met alle vervelen de gevolgen van dien. Maar ik weet nu dat het ook iets toevoegt. Je kunt je ermee ver staan, je kunt het in je leven integreren. Er is nu een basale rust. ik ben nergens bang voor. Ik ben verlost van de angst om dingen te ver liezen. Ik hoef niet meer te kiezen. Ik ben nu sinds anderhalf jaar heel gelukkig. Ik woon niet meer in de stad waar toch altijd prik kelingen zijn en geluid. Ik woon nu rustig in Aerdenhout. Het grootste goed is letterlijk mijn gezondheid. Ik kijk nooit meer vooruit, ik heb een sterke verbinding met het mo ment. Alle onzin en bagger valt weg. Natuur lijk mis ik de armslag. Bij voorbeeld als het gaat om acute behoeftebevrediging even snel een bloemetje kopen als je daar zin in hebt, dat kan dus niet. Maar zelfs dat is soms wel prettig."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 39