Voorzitter Jesus Gil y Gil koestert zijn speeltje Atletico J Mike Obiku kan zijn geluk niet op bij Real Mallorca Sport VRIJDAG 28 FEBRUAR11997 3 Hij is als een voetbalvandaal gek op publiciteit De beruchtste voetbalvoorzitter van Europa hoopt komende maand Ajax te verslaan. lesus Gil y Gil, de man die tweemaal dezelfde achternaam heeft opdat er nimmer een gelijke van hem zal bestaan, leeft van het voetbal van AÜetico Madrid, het burgemeesterschap van Marbella, beledigingen en publiciteit. Hij vindt het zelfs leuk in een Nederlandse krant te staan. Maakt niet uit hoe. Trainer Antic en voorzitter Gil y Gil (r) zijn blij met de kampioensbekers van Atletico. een zomerprogramma op TV presenteerde. Het heette De avonden van zo en zo', want Gil praat zo, en zo. Naast hem glimlachten meisjes in bikini. Altijd is elke cameraploeg welkom om hem om zijn me ning te vragen. Zijn favoriete pose is achter zijn bureau van de Financiële Club, ofwel in Marbella of in Madrid. In trai ningspak met de rits tot de na vel geopend, het borsthaar naar voren piekend en een gouden ketting in zijn decolleté. Jesus Gil heeft over alles en iedereen wel iets te melden. Over de vorige, socialistische re gering, bijvoorbeeld: „Deze de mocratie is erger dan de dicta tuur van Bokassa. Daar hakken ze gewoon je hoofd eraf, dat is een stuk eerlijker. Over de communisten, die hij niet toestond een partijvergade ring te houden in het gemeen tehuis van Marbella, toeris tenoord waar Gil sinds mei '91 regeert: „Ze dragen vlooien bij zich en ik wil geen insekten in mijn kantoor." Over journalisten, met wie hij toch zo graag monologen voert: „Ik zou een mitrailleur moeten pakken en een hoop journalis ten neermaaien." Dronken kop Of tegenover de groep jongeren die het waagde in de hete zo mer van 1991, toen Gil net drie maanden burgemeester van het sjieke oord was, een pilsje te drinken in de beroemdste straat van Marbella, met een vijftigtal barretjes in de zwoele open lucht: „Jullie hebben een dron ken kop! Hoeveel hebben jullie drugs uitgegeven? Uitschot zijn jullie, ik maak er een einde aan. Dronkelappen! Kwijlballen!" Een regen van barkrukken daalde neer op de burgemeester, die zijn gemeen tepolitie een razzia liet uitvoe- Jesus Gil, aangenaam. Woensdagavond zal hij de nette Michael van Praag een stevige hand geven. Hij zal een enkel grapje in het Engels maken. En na afloop van de wedstrijd mis schien ldagen over de scheids rechter, zoals hij al deed in 1989, na Fiorentina-Atletico. De Franse scheidsrechter Vautrot was niet onpartijdig, volgens de voorzitter. „Die man is een flik ker. Ik weet dat de Italianen, toen wij eenmaal waren uitge schakeld, een blond jongetje met blauwe ogen voor hem hebben gezocht." De UEFA schorste Gil voor ruim ander half jaar. De Spaanse bond sloot hem na zijn vuistslag van vorig jaar voor enkele maanden uit. In achf Spaanse stadions is Gil niet welkom. En toch is de 63- jarige bouwer sinds 1987 voor zitter van een voetbalclub en de. burgemeester die het hoogste percentage stemmen kreeg (65 procent) in de democratische geschiedenis van Spanje. Beide instituten leidt hij op dezelfde manier. Toen hij voor zitter van de tweede voetbal club van Madrid werd, had AÜe tico een schuld van ongeveer zeven miljoen gulden. Drie jaar later was dat 50 miljoen. Mar bella had vóór de verkiezingsze ge van de partij GIL (Grupo In- dependiente Liberal) iets van 25 miljoen gulden in kas. Vorig jaar (burgemeester Gil was inmid dels herkozen voor een tweede termijn) bedroeg de schuld van het stadje 600 miljoen gulden. Meer overeenkomsten. Bij At letico zijn in tien jaar tijd bijna dertig trainers ontslagen. In Marbella is in de laatste jaren eenzelfde aantal mensen ver moord. „Ik heb de veiligste stad van de wereld", verdedigde Jes us Gil zich, ondanks de aanwe zigheid van Russische, Italiaan se, Colombiaanse en zelfs Ne derlandse mafia en criminelen in de meer dan honderd luxe buitenwijken van Marbella. Zelfs de Arabische sjeiks zijn te ruggekeerd na de Golfoorlog, aangetrokken door het charis ma van de burgemeester. Carnavalsoptocht Als voetbalvoorzitter heeft Gil zijn werk er bijna opzitten. Kampioen en bekerwinnaar in één seizoen was al mooi. De 'presidente', die de dagelijkse leiding in handen heeft gegeven van één van zijn zonen, vierde het met een soort carnavalsop tocht die het centrum van Ma drid plaüegde. Nu nog de Euro pa Cup. Als burgemeester is hij nog lang niet klaar. Toen hij werd gekozen, beloofde hij de stad te verschonen van prostituées, zwervers, verslaafden en com munisten. Soms sloeg hij twee vliegen in één klap. Liet hij, vol gens de partij Izquierda Unida (Verenigd Links), het kantoor van de vakbond UGT slopen (met het argument dat de straat verbreed moest worden), maar vooraf had hij 200 zwerfkatten en honden in het gebouwtje la ten opsluiten. Dood allemaa Zoals toen in 1968 zo'n 300 dewerkers van de Spar-supe marktketen in een feestzaal ee diner hadden. De ruimt< door Gil gebouwd in 'droomstad', Los Angeles de Sa Rafael (de engelen van de heil ge Raphael), maar hij had h niet nodig gevonden een arch tect in te huren, zo ontdekte rechter later. Het dak stortte 58 mensen kwamen om het ven, 147 raakten gewond en werd wegens 'dood di schuld' tot vier jaar cel veroi deeld. Generaal Franco verleer de hem al snel gratie, na ling van üen miljoen guide Misschien daarom scandeen Gil vorig jaar in een bijeer komst van de 'penas', de suj portersverenigingen van Atiet co, het in Spanje steeds me vergeten 'Viva Franco'. Sommige aanklachten van oppositie kunnen ook nu duur komen te staan. I Openbaar Ministerie heeft een langdurig onderzoek a< wijzingen dat hij gemeentege den zou hebben misbruikt zijn eigen bouwonderneming* te financieren. Dit jaar het tot een rechtszaak kunne komen. Het is de enige i waarop de progressieve kracl ten iets tegen de burgemeest kunnen uitrichten, want in gemeenteraad heeft hij een a solute meerderheid. Net zoi zijn zoon in het naburige Est pona. Nog even, en de hele Co ta del Sol is van de familie Gil. Karikatuur Niet dat heel Spanje daar eve blij mee is. Jesus Gil y Gil prachüge karikatuur vat deel van het land: de recht krachten, de voetbalvoorzitte v en de 'bon vivants'. En hij krij L nog aandacht ook. Maar de rieuze pers is niet mild vo^ hem. Eén krant schreef von jaar: „Gil is de personificatH van het exces, de apologie v<>; de waanzin en een monume van het onbeheerste." De cynische schrijver Qui Monzó was iets uitgebreider, week nadat Jesus Gil definiti wereldberoemd werd door zif vuistslag. „De kwijlballen de bond willen hem een sti'< opleggen, hem doen verdwijne t uit het voetbal. Nietsnutten! vragen zich af wat voor zin heeft hem te conserveren. Dat toch duidelijk: hij herinnert oi'< aan de holen waar wij allen daan komen. Zorgen wij i dierentuin niet met liefde vo t de chimpansees, orang-oeta'' en gorilla's, zodat wij op zond: onze kinderen en neefjes on" Darwiniaanse familieleden ku 1 nen laten zien? Dat wel: net met de apen, zouden we r Gil enige voorzorgsmaatregel^' moeten nemen. Op z'n min" moet-ie achter tralies of ee»< gracht zitten, en het liefst af' twee. Voor als-ie wee slaan." Misschien zou Michael v«l< Praag er goed aan doen een b naan mee te nemen. Het was het seizoen waarin zijn speeltje kampioen werd en ook nog eens de beker won. At letico de Madrid, schlemiel van het Spaanse voetbal, won prij zen. Dankzij trainer Radomir Antic, koppige Serviër die al heel veel langer dan zijn onge veer 25 voorgangers op de bank zit. En ondanks voorzitter Jesus Gil y Gil, burgemeester van Marbella, bouwondernemer, ex- televisiepresentator, eigenaar van varkens-, paarden- en stie renfokkerijen, lid van het Spaanse betaald-voetbalbestuur en, bovenal, baas van de 'col- choneros', de matrassenverko- pers, zoals zijn Atletico heet vanwege de roodwitte strepen. In dat seizoen, 1995-96, kon Jesus Gil zich, zoals zo vaak, niet beheersen. Hij had er geen reden toe, want hij won. Maar hij kon niet zonder. Gil is als een voetbalvandaal, heeft de publiciteit nodig. En die kreeg hij. Over de hele wereld, met zijn historische klap-op-de-kaak van een bestuurslid van Com- postela, een bescheiden club uit het noorden. In Spanje zelf was hij al overbekend, met zijn niet aflatende stroom beledigingen. Zoals tijdens dat gevecht, waarin Gü beschermd werd door twee lijfwachten, die later agenten van Marbella in burger bleken te zijn. „Hoerenzoon, klootzak riep de voorzitter van Atletico naar zijn tegenstander, ene Fidalgo uit bedevaartstad Santiago de Compostela. „Als je het nog één keer over Gil en de kiezers van Marbella hebt, ruk ik je hoofd eraf', ging hij verder. Het antwoord van Fidalgo loog er ook niet om. „Montón de mierda." Ofwel, een hoop stront. Een grote hoop, ver over de honderd kilo. Het is het Spaanse voetbal ten voeten uit. Land waarin voorzit ters belangrijker zijn dan trai ners, burgemeesters en minis ters. Slechts premier en koning staan iets hoger op de ladder des aanziens. Bovendien praten die wat netter. Niet zoals Jesus Gil, die zelfs in zijn meest triom fantelijke seizoen zijn mond niet kon houden. Tegenover Josep Lluis Nunez, 'presidente' van FC Barcelona: „Hé, dwerg van de Ramblas. Jullie zijn schoften, zakkenvul lers en schooiers." Of over Jose Manuel Ruiz de Lopera, voorzitter van Betis: „Dat is een imbeciel en een woekeraar. Ik haat mensen die anderen het bloed uitzuigen." Of Jose Maria Caneda, collega van Compostela: „Hij is de offi ciële clown van de Liga. Een stuk vuilnis." Clowns Op de vergaderingen van die Li ga, het Spaanse sectiebestuur betaald voetbal, zitten al die clowns gewoon bij elkaar, of er nooit wat gebeurd is. En stil zwijgend hebben zij allen Jesus Gil y Gil tot hun woordvoerder benoemd. De man komt goed over op televisie, heeft er erva ring mee. Zoals toen hij begin jaren negentig met zijn immen se buik boven een zwembroek Zijn grijns is nog even breed, zijn tanden nog even wit als in de dagen dat hij - dron ken van geluk - de hekken van de Kuip in klom. Mike Obiku, voor heel even terug in Nederland, glimt van trots. Het weerzien met de spelers en met het stadion waar hij door de supporters werd aanbeden, zorgt Als een trots man stapt hij die ochtend het spelershome binnen. Italiaans maat kostuum, Rolex en gouden armband om de pols, aktetas in de rechterhand. Hij voelt zich goed, straalt dat ook uit. De man die in Nigeria werd geboren, via Cyprus in Rot terdam-Zuid belandde en nu op het Spaanse vakantie-eiland Mallorca zijn brood verdient bij het plaatselijke 'Real' heeft voor zijn geyoel ook alle reden om trots te zijn. Na zijn deels mislukte avontuur in Ne derland, waar hij geen kans zag om zich te ontwikkelen tot de grote spits waarop Feyenoord al jaren wachtte, is hij op Mal lorca plotseling weer de grote held. 'Maxi mo goleador' - topscorer dus - in de Spaanse tweede divisie, dat heeft hem weer de status bezorgd waarnaar hij in Rotterdam zo hard op zoek was. Dat ze in Rotterdam een benzine-station naar hem wilde vernoemen, dat vond hij wel ko misch. Maar na een poosje begreep Obiku dat hij op die manier toch niet helemaal serieus werd genomen. Zaakwaarnemer Het duurde even voordat zijn zaakwaarne mer Ger Lagendijk hem duidelijk hdd ge maakt dat hij met een kleine stap terug misschien een grote sportieve sprong voor waarts zou kunnen maken. Maar een. half jaar na zijn vertrek bij Feyenoord heeft hij nergens meer spijt van. „Life is sweet", zegt Michael Edirin Obiku, „ik heb een fan tastische tijd in Spanje. Ik ben topscorer bij Real Mallorca, het publiek is gek van me en ik woon er schitterend." Bijna fluisterend voegt hij eraan toe dat 'Ger' hem bovendien aan een fabuleus contract heeft geholpen. In de Spaanse 'se- gunda division' wordt zijn bankrekening nog sneller gespekt dan in zijn Feyenoord- periode. Met bloedend hart, maar zonder rancu neuze gevoelens, verliet hij vorig jaar de Kuip. Samen met vrouw en kind ('Mike ju nior, the most beautiful boy in the world') zocht hij de zon op. Real Mdllorca hoopte met de Nigeriaanse international de man binnen te halen die de club naar de hoog ste Spaanse divisie zou kunnen schieten. Obiku gaf de Spanjaarden waar voor de ve le peseta's die aan Feyenoord moesten worden overgemaakt. Met tien doelpunten in negentien wedstrijden is hij topscorer van Real Mallorca en heeft hij bijna een derde van de totale productie voor zijn re kening genomen. Onder zijn arm draagt Obiku de Spaanse kranten van het afgelopen weekeinde, waarin hij met grote foto's op de voorpagi na's prijkt. „De club en ik hebben allebei dezelfde ambities. We willen naar het hoogste niveau. Als ik daaraan een flink steentje kan bijdragen, vind ik dat prachtig. Andersom is de president van de club, die mij persoonlijk heeft gehaald, zo trots als een aap dat ik in alle opzichten aan de ho ge verwachtingen beantwoord." Obiku is in recordtijd uitgegroeid tot de meest populaire speler bij Mallorca. Obiku: „Het helpt natuurlijk als je, zoals afgelopen zondag, twee prachtige goals scoort. Maai' al vanaf de eerste dag zingt het publiek mij Hij lacht en legt uit dat hij de enige spe ler is met een eigen lied. „Een mooi, heel mooi lied. Precies hetzelfde lied als wat men in de Kuip voor mij zong. 'Obiku, oh, oooh, Obiku...' En weet je hoe ze daaraan zijn gekomen? Van echte Feyenoord-sup- porters geleerd. Op de dag dat ik mijn de buut maakte, zag ik in het stadion Rotter damse fans met Feyenoord-shirts zitten. Jongens die kennelijk op vakantie waren en die vanaf de eerste minuut begonnen te zingen voor mij. Ik werd er in het veld heel emotioneel van. Ik dacht dat Feyenoord een gesloten boek was. Ik was met pijn in mijn hart weggegaan. Als je dan bij je de buut, zo ver van Rotterdam vandaan, alle maal rood-witte shirts en vlaggen ziet, dan word je daar echt even stil van. De suppor ters van Real Mallorca namen dat lied over. Sinds die tijd zingen ze mij elke wedstrijd toe." Los van de sportieve vreugde (Mallorca staat tweede en heeft alle uitzicht op pro motie), geniet Obiku met volle teugen van het Spaanse leven. „Mallorca is een prach tig eiland. Elke ochtend staat de zon hoog aan de hemel. Zelfs in de winter is het er lekker weer. Met Liesbeth, mijn aanstaan de vrouw en met Mike junior, woon ik in een gigantisch appartement met zwem bad. Als ik wil spring ik van de ontbijttafel zo in het zwembad. In mijn vrije tijd ver maak ik mij prima. Ik rijd een beetje rond op het eiland." Tot op heden heeft hij zijn woning in Rotterdam aangehouden, maar de kans dat hij terugkeert naar Nederland is niet meer zo groot. „Ik weet niet hoe mijn toekomst eruit ziet. Zeker, ik heb nog ambities. Ik wil nog een keer in Engeland in de Premier League spelen. Maar voor hetzelfde geld blijf ik in Spanje. Ik wil graag nog een keer uitgroeien tot de sterspeler bij een hele grote club. Over de verre toekomst denk ik nog niet na. Ik geloof niet dat ik ooit trainer zal worden. Ik heb een hoop geleerd bij Feyenoord, maar het trainersvak ligt mij niet. Je zal als coach maar elf Obiku's in je selectie hebben, dan word je gillend gek!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 22