'Ik ben bevreesd voor de volgende
kabinetsperiode'
'Minister Voorhoeve is niet meer uit te deuken'
ZATERDAG 15 FEBRUAR11997
Rick van der Ploeg: econoom in de politiek
Een losse, oubollige jongen,
zegt een collega. Dat is één
kant. Rick van der Ploeg kan
er maar niet over uit dat je
aan het Haarlemse
Stationsplein een compleet
menu kunt krijgen voor
26,50 gulden: ,Als econoom
vind ik dat ik dat maar moet
nemen". Later:Uitstekend
hè, voor26,50gidden!" Weer
later: ,,Dat is toch geen geld,
26,50gulden. Ongelofelijk."
En geheel onverwacht
informeert hij: „Is jouw
vrouw soms gigantisch dik?
Een broodmagere man en
een dikke vrouw, dat vind ik
vaak zoiets liefs hebben.
De andere kant: de briljante
econoom die zich staande
houdt in de Haagse
slangenkuil. De belangrijkste
les die hij als PvdA-Kamerlid
heeft geleerd: „Sommige
woorden mag je in de
politiek niet eens in de mond
nemen.
Waarom ik geen WD'er
ben, heet het eerste
hoofdstuk van Rick van
der Ploegs binnenkort uitkomende nieu
we boek. Het antwoord: „We leven in een
tijd van globalisering en automatisering.
Vooral de globalisering dwingt een veel
sterkere marktwerking af. Daarmee komt
de toegankelijkheid van allerlei voorzie
ningen op het spel te staan en dat creëert
een steeds grotere rol voor een partij die
solidariteit en toegankelijkheid voorop
stelt. De PvdA is één van de weinige par
tijen die zegt: We zijn niet tegen de
markt, maar wel onder sociale randvoor
waarden.
D66 en de WD willen naar een An
gelsaksisch model: quick hire and fire.
Maar het aangaan van arbeidsrelaties is
niet hetzelfde als het kopen vah een spij
kerbroek of een pond spruitjes: Je maakt
ze klaar en hap, weg zijn ze. De relatie
tussen werkgevers en werknemers wordt
beter naarmate ze bereid zijn meer in el
kaar te investeren. Ik zeg altijd low pay is
a low way to run an economy.
Het komt er soepeitjes uit, zoals alles
wat hij zegt. Bij het hoofdstuk minimum
loon, low pay bij uitstek, geeft de hoogle
raar macro-economie even college. Hij
schetst een beeld van de arbeidsmarkt als
een huis. Op de begane grond, de eerste
verdieping en de zolder zitten de goed-,
beter- en bestbetaalde werknemers.
„Maar de kelder, wil je daar ook mensen
laten werken? In principe niet. Maar als
je nu een trapje maakt naar de begane
grond, zijn we bereid dat te doen." Dat
trapje is - in Van der Ploegs beeld - het
'hele smalle paadje' dat het kabinet heeft
gemetseld: Maximaal twee jaar onder het
minimumloon werken met een vast con
tract, gecombineerd met scholing plus
het vooruitzicht op nog eens minimaal
twee jaar werken voor tenminste het mi
nimumloon. Op de begane grond dus.
'Mensonterend'
De kritiek liegt er niet om: Ingewikkeld,
zinloos, asociaal, al naar gelang de hoek
van waaruit ze komt. Van der Ploeg ver
dedigt de regeling met verve. In wezen is
het niets anders dan een 'leerlingenrege
ling' in een nieuw jasje, stelt hij. En van
een lager minimumloon wil hij niets we
ten. Hij wijst op de marsroute van Ad
Melkert, de minister van sociale zaken en
werkgelegenheid: eenvoudig werk goed
koper maken door lagere werkgeverslas
ten, niet door een lager minimumloon.
Een lager minimumloon betekent dat
het voor bijstandsontvangers niet meer
lonend is om te gaan werken, zodat de
logische volgende stap een verlaging van
het sociale minimum zelf is. „Dat is de
verborgen agenda in de hele discussie.
De WD heeft het zelfs gewoon in zijn
verkiezingsprogramma staan, een verla
ging van het sociale minimum voor al
leenstaanden. Ik vind dat mensonterend.
Zo gaan we richting het Amerikaanse
model van de working poor, mensen die
met een volledige baan het hoofd nog
niet boven water kunnen houden en bij
de sociale dienst moeten aankloppen
voor een aanvulling. Tot nu toe hebben
we de slag steeds kunnen winnen, maar
ik ben eerlijk gezegd bevreesd voor de
volgende kabinetsperiode. Het mini
mumloon zal bij de formatie een zwaar
punt worden."
Duidelijk verschil
Rick van der Ploeg geldt met zijn veertig
jaar en zijn libertaire denkwereld als één
van de jonge Turken die Felix Rottenberg
de fractie heeft ingejaagd om de veren op
te schudden. Echt spraakmakend is de
nieuwe garde niet gebleken. Maar ach,
zegt Van der Ploeg, het is ook niet altijd
nodig om een kogel door de kerk te
schieten. „Ik heb natuurlijk ook het tij
mee. Ik beschik over wat meer gevoel
voor de markt dan de meeste anderen,
en wat dat betreft is het paarse kabinet
voor mij een feest. Ik kan mijn verhaal
heel goed kwijt."
Daarnaast is hem de afgelopen jaren
het verschil tussen de wetenschap en-de
politiek goed duidelijk geworden: Intel
lectuele vrijheid. In de wetenschap zijn
geen taboes, in de politiek zijn er heel
wat. Zoals de hypotheekrente-aftrek,
waarmee hij vette koppen in de kranten
scoorde terwijl hij die aftrek naar eigen
zeggen nooit ter discussie heeft gesteld.
Zijn lezing: Op een persconferentie con
cludeerde hij dat 25 procent van de kos
ten van het eigen huis bestaat uit staats
steun. Het dagblad De Telegraaf destil
leerde daaruit dat de PvdA de hypo
theekrente-aftrek wilde beperken, en de
rest van de pers volgde. „Maar ik weet
toch ook wel dat een groot deel van onze
achterban een eigen huis heeft? Dan ga
ik toch geen regeling voorstellen die hui
zenbezitters met een modaal inkomen
treft?"
De moraal van het verhaal: „In de poli
tiek mag je zelfs geen aanleiding geven
om bepaalde dingen te zeggen. De intel
Rick van der Ploeg: „Het minimumloon zal bij de volgende formatie een zwaar punt worden."
FOTO BERT VERHOEFF
lectuele vrijheid die je in de wetenschap
hebt, dat alles bespreekbaar moet zijn,
heb je in de politiek niet. Asielzoekers,
hypotheekrente, minderhedenbeleid:
Waar het ook om gaat, altijd staan je te
genstanders klaar om gebruik of mis
bruik te maken van wat je zegt. In de po
litiek is er altijd een bepaalde tijd, een
bepaald moment, een bepaalde plaats
om iets te roepen, of juist niet. Dat is niet
iets waar je je in de wetenschap door
gaans zorgen over maakt."
Tijd voor wat afwijkende geluiden. Rick
van der Ploeg wordt over het algemeen
neergezet op de rechtervleugel van zijn
partij. Maar als het gaat om internatio
naal denken en milieupolitiek zijn er,
schat hij, weinig linksere mensen in de
Partij van de Arbeid te vinden.
Van der Ploeg is bijvoorbeeld een over
tuigd voorstander van een vrijere wereld
handel, omdat die ontwikkelingslanden
de kans biedt om wat graantjes mee te
pikken van de welvaart die in de westerse
wereld is opgehoopt. Bovendien is het -
aldus Van der Ploeg - onzin dat globalise
ring per saldo arbeidsplaatsen vernietigt
in de rijke industrielanden. Het is in elk
nog niemand gelukt om dat op een
enigszins overtuigende manier aan te to
nen. Tot dat wel gebeurt, staat Van der
Ploeg vierkant achter de klassieke
econoom Ricardo, die twee eeuwen gele
den stelde dat internationale handel juist
in het voordeel is van alle betrokkenen.
Diezelfde Ricardo wees destijds al op
de grenzen aan de groei: De Brit was zich
er wel van bewust dat er maar een be
perkte hoeveelheid grondstoffen en ener
gie is. De Club van Rome voegde daar 25
jaar geleden nog enorme milieuvervui
ling aan toe die de economische groei
met zich meebrengt. En alle goede be
doelingen ten spijt, vervuilt Nederland
elk jaar een beetje méér. Milieu en eco
nomie, een mooi onderwerp voor een
econoom die zich wild ergert aan de ver
pakking van kantine- en vliegtuigeten.
Milieuzorg, nuanceert Van der Ploeg, is
geen vraag van wel of geen economische
groei. Niet-vervuilende sectoren als on
derwijs en zorg kunnen wat hem betreft
niet snel en groot genoeg groeien. Maar
bij milieuvervuilende sectoren moet je -
vindt hij - strenge normen hanteren.
„Op milieugebied ben ik zeer ambi
tieus", zegt Van der Ploeg. Hij zet die
woorden kracht bij: heffingen op milieu
vervuiling, daar kunnen er bijna niet ge
noeg van zijn. Bedrijven die er niet in sla
gen om hun productieproces schoon ge
noeg te krijgen, moeten - als het aan hem
ligt - de poorten te sluiten. En als ze ge
woon naar een land gaan waar ze wel
vrijelijk hun gang kunnen gaan? Van der
Ploeg: „Je moet je de vraag stellen of je
wilt dat Nederland een gidsland is. Ik
vind dat we dat moeten zijn."
Het gaat ook langzaam de goede kant
op, stelt Van der Ploeg. Nederlandse be
drijven produceren relatief schoon. De
milieunormen hebben een klimaat ge
schapen waarin de ontwikkeling van mil
ieutechnologie goed gedijt. Naarmate
meer landen, gedwongen door de toene
mende vervuiling, hun normen aanpas
sen groeit de markt voor die technologie.
En waarom besteden we niet een deel
van van de ontwikkelingshulp aan scho
ne technologie?
Een tweede belangrijke ontwikkeling is
de geleidelijke overgang van een (vervui
lende) industriële economie naar een
(schone) diensteneconomie. Zorg en on
derwijs zijn twee dingen die er altijd weer
uitspringen in onderzoeken naar wat
mensen belangrijk vinden; ze zijn milieu
vriendelijk en ook nog eens erg arbeids
intensief. Het kan niet op.
Toch wel, om twee redenen. De eerste
is dat zorg en onderwijs relatief steeds
duurder worden omdat er zoveel niet-au-
tomatiseerbaar 'handwerk' in zit. De lo
nen stijgen wel, de productiviteit nauwe
lijks. Voor dezelfde zorg moet dus steeds
meer worden betaald. Dit verschijnsel, de
Ziekte van Baumol genoemd naar de
ontdekker, geldt als een probleem waar
voor niemand echt een oplossing heeft.
Marktwerking
Rick van der Ploeg maakt een zijstap. Dat
zorg steeds meer kost, is volgens hem in
principe geen probleem: Er zijn immers
genoeg mensen die ervoor willen beta
len. Het probleem is dat gezondheids
zorg voor het grootste deel wordt betaald
uit belastingen en premies. Duurdere
zorg betekent hogere belastingen en pre
mies, terwijl juist iedereen ook Van
der Ploeg een lagere lastendruk wil. De
oplossing is, zoals Van der Ploeg het om
schrijft, 'een stukje marktwerking', waar
bij je de laagste inkomens ontziet. In de
volkshuisvesting heeft dat vorm gekregen
door de woningbouwverenigingen te ver
zelfstandigen en tegelijkertijd de huur
subsidie op te krikken. Maar wat bete
kent martkwerking voor de zorg? Bedrij-
venpoli's? Particuliere klinieken? Hogere
eigen risico's? Of wellicht een fikse uit
dunning van het verplichte ziekenfonds
pakket? Hoe loopt het smalle paadje tus
sen marktwerking en een kwalitatief goe
de zorg voor iedereen? Van der Ploeg is er
nog niet helemaal uit, zegt hij. Maar dat
mensen meer zelf moeten gaan betalen
voor zorg en onderwijs terwijl de aller
laagste inkomens ontzien worden, dat
staat als een paal boven water.
Het is niet zeker dat hij voor al die
ideeëen de handen op elkaar krijgt. Maar
daar zit Rick van der Ploeg niet mee:
„Ach, weet je hoe dat gaat? Als ik maar
lang genoeg iets roep in de fractie, ne
men ze het vanzelf over."
De loden last van Srebrenica
geleden troffen de hoofdrolspelers in
igse Srebrenica-debat elkaar weer. Ka-
en met hun kritische vragen en eèn
ir met zijn gedetailleerde antwoorden,
ueel dat steevast een onbevredigend
nalaat.
defensiewoordvoerder Jan Hoekema
dere keer bij geweest. Langzaam heeft
ninister zien ineenschrompelen onder
die de Bosnische genocide voor hem
stekend. „Voorhoeve ziet er zo slecht
grijs. Srebrenica is een persoonlijk
voor hem geworden. Een zelfkwel-
ïitiek op de minister zwol onlangs
adanig aan dat zelfs zijn hoogste mili-
inctionaris, chef defensiestaf Van den
pn, zich geroepen voelde Joris Voor
in bescherming te nemen. Hoekema is
tbazing daarover nog niet te boven,
aal gaat dat toch andersom, zou je
Voorhoeve nog wel het gezag van een
'er?
'keer als er een nieuw debat wordt ge-
'ver Srebrenica en de minister naar de
Kamer wordt geroepen, is er sprake van een
zekere beschadiging. Voorhoeve heeft inmid
dels zoveel schade opgelopen, die kunnen we
niet meer uitdeuken. Maar gezag? Hij krijgt
nog altijd het vertrouwen van de Kamer."
Een zwaar beschadigde minister die welis
waar politiek het vertrouwen krijgt heeft toch
geen echt gezag meer?
„Al die aanvallen op Voorhoeve waren voor
de Kamer op zich niet voldoende om hem
naar huis te sturen. Maar als je de hele perio
de overziet, had Voorhoeve wellicht toch zelf
het besluit moeten nemen af te treden. Dat
heeft hij later ook zelf wel toegegeven. Hij is
door het verleden te veel belast in de afwik
keling van Srebrenica.
De poging van stafchef Van den Breemen
om zijn minister te beschermen veronder
stelt overigens wel dat er bij de strijdkrachten
sprake is van een gezagscrisis, maar eerlijk
gezegd valt dat volgens mij wel mee."
Voorhoeve is blijven zitten omdat hij weigerde
als enige de verantwoordelijkheid te dragen
voor het drama-Srebrenica.
Jan Hoekema is ook niet uit de Kamercom
missie voor defensie gestapt, laat staan dat hij
Hij is sinds Srebrenica de meest bekritiseerde bewindsman en kampioen
deemoed in de Haagse politiek. De aimabele Joris Voorhoeve is zo 'n
schietschijf geworden dat zijn hoogste militair hem onlangs openlijk in
bescherming nam. D66-Tweede-Kamerlid en defensiewoordvoerder Jan
Hoekema voelt er zich erg ongemakkelijk bij.
zijn zetel in het parlement zou hebben opge
geven.
„Klopt. En wij in de Tweede Kamer dragen
zeker ook een soort schuld. De Kamer heeft
goedgekeurd dat een symbolische troepen
macht naar Srebrenica ging, die daar in feite
niks kon. Mijn kritiek op Voorhoeve wordt
vervolgens ook milder omdat de wereldge
meenschap in de gedaante van de Verenigde
Naties verantwoordelijk was. Daarnaast vind
ik dat ikzelf vlak na de terugkeer van Dutch-
bat had moeten doordrukken dat er snel een
onderzoek moest komen naar de gebeurte
nissen. Dat debriefingsonderzoek heeft veel
te lang op zich laten wachten. En het meest
kwellend vind ik dat we niet eerder, vóór de
Servische aanval op Srebrenica, naar een op
lossing hebben toegewerkt. Zoals de enclave
ruilen voor een veilige aftocht van de bewo
ners."
Kamer en minister, elk met hun eigen gevoe
lens van schuld en boete, houden elkaar nog
anderhalf jaar in een greep die een normaal
politiek debat over Srebrenica in de weg staat.
Je kunt je afvragen of dat wel gezond is.
„Nee, dat is het niet. Maar het is nu eenmaal
de situatie waarin we zitten. We zijn inder
daad een land van schuld en boete. In Japan
pleegt men zelfmoord als extreme uitweg bij
persoonlijk falen, dat heb ik hier liever niet.
Maar wat kun je hier anders dan aftreden?
Deemoed betuigen. Met gebogen hoofd naar
de Kamer komen. Maar dat heeft Voorhoeve
al zó vaak gedaan, daar word je naar van. We
hebben het hier over een energieke intellec
tueel met interessante opvattingen over bui
tenlandse verhoudingen. Maar dat komt toch
helemaal niet meer tot z'n recht.
Mijn nachtmerrie is dat Srebrenica ons
tweede Indië wordt. Dat het tot een groot na
tionaal trauma uitgroeit. Maar de vraag is of
je zoiets kunt tegenhouden. Het gaat om vra
gen als dapperheid en moed, om keuzes die
zijn gemaakt. Over een paar jaar, als er iets
meer afstand is gekomen, kunnen er weer
mensen opstaan die over de rol van Dutch-
bat beginnen."
Is deze periode tot aan de komende Kamer
verkiezingen een verloren tijd voor defensie,
gezien het feit dat het drie jaar lang door een
bewindsman werd geleid die voortdurend om
het politieke vertrouwen moest blijven vra
gen?
„Voorhoeve heeft steeds klem gezeten tussen
hamer en aambeeld: er was aanhoudende
kritiek op de Nederlandse rol in Bosnië ener
zijds, en anderzijds vonden de Nederlandse
militairen dat hun minister niet pal voor hun
stond. Maar dat zijn ook twee rollen die
haaks op elkaar staan. Voorhoeve had daar
grote moeite mee.
Tegelijkertijd moetje zeggen: zijn opvolger
treft geen puinhoop aan. Financieel is de
zaak bij defensie op orde, er komt een actua
lisering van de Prioriteitennota en de gevol
gen van de overschakeling naar een kleiner
beroepsleger zijn goed opgevangen. En de
hernieuwde deelname aan de internationale
operatie in Bosnië heeft binnen de land
macht heel therapeutisch gewerkt. Die ope
ratie daar strookt geheel met Voorhoeves op
vattingen over internationale betrokkenheid
bij conflicten die tot volkerenmoord kunnen
leiden. Des te treuriger is het om te zien hoe
zijn ministerschap zich nu voortsleept tot het
einde."