De patiënt moet meer lachen 194 ZATERDAG 15 FEBRUAR11997 Pleidooi voor humor in de gezondheidszorg chen, gieren, brullen in het ikenhuis, verpleeghuis of ychiatrische kliniek. Dat kan, magen oet zelfs, maar het gebeurt nog te •inig. Deze opvatting wordt althans ngehangen binnen Nieuwe Unie '91, beroepsorganisatie van rpleegkundigen en verplegenden. De \meinse filosoof Cicero schreef het al: i een verstoorde geest en een verstoord haam is een goede gezondheid mogelijk'. Tijdens een symposium, op maart in de Jaarbeurs Utrecht, oberen diverse sprekers aan te geven n welke onschatbare waarde humor in liet genezingsproces en hoe humor worden ingezet bij de behandeling. Is je vindt dat lachen gezond is en nezend kan werken, is het onlogisch t verpleegkundigen zich er niet meer >e bezighouden. en Clazien Rotteveel, verpleegkundige op de afdeling Neurologie van het AZL in Leiden, bevestigen dat er te weinig aandacht is voor 'lol boven de lakens'. ,,We lopen eraan voor bij", stelt Rotteveel vast. Veltman: ,,Het is een vergeten kind. Ook hier in dit ziekenhuis. De nadruk ligt te veel op het zieke en te weinig op het gezonde deel van het lichaam. Kwali teit van de zorg heeft de hoogste prioriteit. Maar ik denk dat een patiënt liever vijf minu ten lacht dan dat hij op tijd wordt gewassen en het bed netjes is opgemaakt. Misschien is het een idee om vragen in die richting op te nemen in het gebruikelijke patiënten-enquê teformulier. Zoiets van: wat vond u van de humor en wat zou er op dat terrein meer of minder moeten worden gedaan?" De kwinkslag is er meteen bij bin nenkomst. ,,Valt niet mee hè", roept-ie grinnikend vanaf de bovenste verdieping als zijn bezoek kreu nend en steunend de moeizame weg van ruim vijftig treden omhoog zoekt. Het eerste oogcontact op de derde etage van het rustie ke pand in Nijmegen gaat gepaard met een ontwapenende glimlach, passend bij het imago van een man die vrolijk door het leven stapt. Goed geluimd, altijd in voor een grap of clowneske act en immer het gelaat in een olijke plooi. Voor Marcellino Bogers is humor een passie. In zijn vrije tijd als cabaretier ('Een uit de hand gelopen hobby'), maar ook in zijn functie van beleidsmedewerker van Nieuwe Unie '91, de (kritische) beroepstak van verpleegkundigen en verplegenden is een gulle lach een onmisbaar wapen in zijn drukke bestaan. „Een leven zonder humor kan ik me niet voorstellen." Zelfs de onophoudelijk rinkelende telefoon slaagt er niet in hem uit zijn (goede) humeur te brengen. Sinds hij zich heeft opgeworpen als animator van het spraakmakende sympo sium 'Zorg en Humor', wordt hij dezer dagen op zijn werkplek bestormd met aanmeldin gen, aanbiedingen en vragen. „Clowns, dich ters, acteurs, speciale gezelschappen, bedrij ven, verpleegkundigen, artsen. Je kunt het zo gek niet bedenken. Iedereen hangt aan de lijn. Een beter bewijs dat het thema aan spreekt, is er niet", onderstreept hij de brede belangstelling voor het onderwerp. Ondanks de werkdruk, de reorganisaties en de CAO-strubbelingen blijkt dus de gezond heidszorg het lachen niet te zijn vergaan. „Verpleegkundigen en verplegenden hebben humor zat in huis", weet hij uit ervaring. „Maar het heeft binnen de beroepsgroep geen serieuze plek. Er wordt een beetje la cherig over gedaan. In veel hedendaagse zie kenhuis- en verpleegfabrieken is het onder werp zelfs not-done. Een enkel voorbeeld uit zijn voormalige verpleegkundig verleden spreekt boekdelen. „Ik zat eens op zaal met een groep patiënten te geiten. Het lachen, gieren, brullen was niet van de lucht. Stapt op een bepaald moment het hoofd van de afdeling binnen. Zo'n ou derwets type met steunkousen en fietstassen. 'Het is hier wel een ziekenhuis, hoor', riep ze korzelig. Waarop ik antwoordde: 'Juist daar om. Van gezelligheid wordt echt niemand zieker'." Theo Veltman, unithoofd chirurgie van het Kennemer Gasthuis (locatie EG) in Haarlem Humor laat zich niet eenvoudig omschrijven. Godfried Bomans typeerde het ooit als 'een prachtige waterlelie, die wortelt in het troe bele water van verdriet'. Voor Bogers is het wat je bij een ander teweeg brengt en met el kaar hebt. „Van een simpele grijns tot een schaterlach. Humor is intuïtie, een Fin- gerspitzengefühl. Het is zo mooi en leuk. Zonde dat er niet meer gebruik van wordt ge maakt. Niet iedereen heeft er gevoel voor. Maar ik ben er van overtuigd dat elk mens er wel een plekje voor vrij heeft." De gezondheidszorg leent er zich in zijn optiek uitstekend voor om humor bewust in te zetten. „Heel veel mensen associëren een ziekenhuis met lijden en verdriet. Dat is na- turlijk ook zo. Aan de andere kant kan lachen ook helend werken. Zelfs wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat lachen gezond is. Zowel voor het lichaam als de geest. In de Verenigde Staten wordt heel veel geld uitgetrokken voor het bestrijden van ziektes die met stress te maken hebben. Hu mor speelt daarin een grote rol. Lachkamers in ziekenhuizen hebben daar allang hun nut bewezen." Met name verpleegkundigen ziet hij als de ideale figuren voor het brengen van een vro lijke noot. Zeker als het thema in de oplei ding extra accent krijgt. „Verpleegkundigen zijn de spil van de ziekenhuizen. Zijn sociaal vaardig. En kunnen gevoelens van patiënten en situaties perfect inschatten. Meer dan art sen. Die staan veel verder van het bed af. Ik weet uit ervaring dat er ook medici zijn met veel gevoel voor humor. En die worden door zieke mensen als heel goed en heel menselijk gezien. Doktoren kunnen dan ook niet vaak genoeg een grap maken of even met de pa tiënt lachen. Dat maakt de afstand kleiner." Bovendien zou het niet slecht zijn voor de sfeer en het leefklimaat op de afdeling(en). „Het is een perfecte uitlaatklep voor frustra ties en spanningen. Even uit je rol stappen. Dat werkt. Het relativeert, ontspant en ont wapent. Lachen is de beste remedie tegen burn-out gevoelens. Op zulke momenten kun je de hele wereld weer even aan." In die zin hoopt hij dat het symposium deuren opent die tot nu toe goeddeels geslo ten zijn gebleven. „Munitie is er genoeg", zegt hij. „Iedereen vindt dat lachen gezond is. Als we met z'n allen de meerwaarde van de psychologie van de lach onderkennen, dan is het toch onlogisch dat verpleegkundi gen en verplegenden zich er niet meer mee bezighouden. Neem die mevrouw Borst van volksgezondheid. Zij wil dat verpleegkundi gen gaan opereren. Daar is onze beroepsor Een cliniclown op ziekenhuisbezoek. In Nederland zijn er twaalf van die 'specialisten van de lach'. Ze proberen (dood)zieke kinderen even af te leiden van de ellende van alledag. FOTO STICHTING CLINICLOWNS ganisatie op tegen. Geef prioriteit aan zorg. Daar hebben ze voor geleerd en daar zijn ze goed in. Dat zou pas een doorbraak zijn." De meerwaarde van humor spreekt ook Theo Veltman aan. „Naarmate mensen lan ger in een ziekenhuis liggen, zoals bij ons op chirurgie, interesseert het ze steeds minder wat er buiten gebeurt. Hun wereld wordt heel klein. Als er op de afdeling verpleegkundigen rondlopen die vriendelijk doen en humor meebrengen, wordt dat beeld even verlegd. Haal je ze even uit de sfeer van ellende en narigheid. Dat heeft een goede uitwerking op het lichaam. Flink lachen kan zelfs medicij nen vervangen. Lang niet alle geneesmidde len dragen bij aan het genezingsproces. Voor pijn bijvoorbeeld kun je iets geven. Maar er zijn ook andere manieren om patiënten zo danig af te leiden dat ze geen pijn meer heb ben of voelen." De populariteit van de cliniclowns zegt veel, zo niet alles over de behoefte aan aflei ding en vermaak in de zorgsector. Het Beter Gezelschap kan die nood deels lenigen. Sinds '95 is het mogelijk deze rondreizende groep artiesten voor een dag tegen betaling in te huren. Met behulp van allerlei creatieve mid delen plaatsen zij de dagelijkse praktijk in de zorginstellingen in een ander daglicht. „Het uiteindelijke doel is bij personeel, patiënten en bezoek een glimlach tevoorschijn te tove ren", vermeldt de brochure. Cliniclowns ontlenen daar onder meer hun bestaansrecht aan. Een of twee dagen in de week treden ze (altijd als duo) op in zeven ziekenhuizen: Amsterdam, Nijmegen, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Den Bosch en Be verwijk. De twaalf 'specialisten van de lach' proberen (dood)zieke kinderen even af te lei den van de ellende van alledag. Een van hen is de voormalige verpleegkundige Peter Va der, „We stappen in hun belevingswereld en trachten maatjes met ze te worden", legt hij uit. „We geven ze de macht terug die ze door hun ziekte en afhankelijkheid zijn kwijtge raakt. Zij bepalen wat er gebeurt, niet wij. Wij zijn dom, weten niets en kunnen niks. Dat is zó mooi. Want kinderen zijn eerlijk, hè. Als ze het niet leuk vinden, lachen ze niet of lopen ze gewoon weg." Bed-magic noemt Vader de inbreng van de clowns. „We doen ook veel met medische at tributen. We transformeren ze tot speeltjes. Zo kan een stethoscoop een walkman zijn, een infuuspomp een milkshake-apparaat en een spuugbakje een hoed. We zijn er niet - zoals veel buitenstaanders nog steeds denken - om een kind zodanig af te leiden dat een verpleegkundige stiekem een naald in het ruggetje steekt of een maagsonde inbrengt." Het succes van de kinder-komieken is on gekend. De Stichting, die volledig drijft op sponsors en donaties van bedrijven, instellin gen, scholen en verenigingen, kan de vele aanvragen nauwelijks aan. Zelfs particulieren en andere zorgorganisaties dan ziekenhuizen komen met verzoeken voor optredens. „In principe zijn we er alleen voor kinderen", al dus Arlette Bordes van de organisatie. „Zij verheugen zich heel erg op de komst van de clowns. Als die ziek zijn, vinden ze dat heel erg." Na een eerste geslaagde missie in het Merwe- deziekenhuis in Dordrecht acteert Het Beter Gezelschap binnenkort in ziekenhuis Leyen- burg in Den Haag (mei) en het Medisch Cen trum Alkmaar (november). Patiëntenhumor kan overigens ook anders. In de psychiatrie bijvoorbeeld worden situa ties 'gespiegeld' om de druk van de ketel te halen. Ada de Kruijff, psychiatrisch verpleeg kundige in Zon en Schild in Amersfoort en spreker op de themamiddag in Utrecht, maakt er veelvuldig gebruik van. „Ik werk in een doelgroep waarmee je communicatief weinig kunt. Deze mensen zitten veelal op een laag niveau en zijn gedraggestoord. Hu mor kan dan een middel zijn om tot ze door te dringen. Contact met ze te maken. En dat werkt, al is het niet altijd even makkelijk." Bogers heeft soortgelijke ervaringen. „Zo werd ik ooit eens door een grote man zeer agressief benaderd. Hij wekte de indruk dat hij me inelkaar wilde slaan. Hij begon heel wild te stampvoeten. Op dat moment keek ik naar de grond en zag dat hij op een tegel stond die al jarenlang was gebarsten. Ik zei: 'Kijk nu eens wat je doet'. Hij stikte bijna van het lachen. En weg was de spanning." De beleidsmedewerker heeft mooie en leu ke herinneringen aan de tijd dat hij in zie kenhuizen en psychiatrische inrichtingen werkte. Rolstoelwedstrijden op de gang met doodzieke mensen, of collega's de stuipen op het lijf jagen met een geraamte op wieltjes. Geen brug ging hem te ver. „Omgekeerd zorgden patiënten ook voor lachwekkende si tuaties", memoreert hij. „Ooit rende een zwaar suïcidale patiënt van de afdeling weg om even later terug te komen met de opmer king: ik heb de trein gemist..." 'BETER DAN EEN BORREL' eedvermaak is in de opvatting van Dhyan Sutorius, oprichter van het Centrum ter Be vordering van het Lachen in Duivendrecht, helaas nog vaak altijd het grootste vermaak. „Lachen om", onderbouwt hij zijn kritiek, „is koud en spottend. Dat geeft een totaal andere energie dan lachen met. De voormalige huisarts, scheepsarts en der matoloog is een kenner van dat terrein. Hij geeft al bijna twintig jaar lezingen met lachmediaties op (internationale) congres sen, organiseert lach-shops en houdt jaarlijks op de laatste zondag in september een lachdag. Op het symposium Zorg en Humor verzorgt hij aan het slot van de zitting een lachsessie. ,Ik lach veel en graag", zegt Sutorius als hij tijdens het gesprek weer eens spontaan in de lach schiet. „Maar ik ben geen lolbroek. Ik ben niet zoals André van Duin in te huren voor grapjes. Mijn lachmeditaties zijn een hele serieuze aangelegenheid. Maar wel leuk. Bovendien: het werkt sterker dan een borrel. En je blijft er helder bij." Sutorius leert mensen die dat echt willen een simpele techniek die hun in staat stelt te la chen zonder dat daarvoor enige aanleiding is. „Het gaat om bewustwording, stilte en ac ceptatie", legt hij uit. De techniek bestaat uit een kwartier rekken en strekken, lachen en/of huilen en stilte. „Helaas wordt lachen om te lachen veelal afgedaan als hysterisch en neurotisch. Maar het tegendeel is het ge val. Lachen lucht op, bevrijdt, vermindert stress en maakt tolerant. In alle dienstverle nende beroepen zouden ze de glimlach meer dienen te gebruiken. Het sociale verkeer zou aanmerkelijk opfleuren als dat gemeengoed werd. Maar helaas is de werkelijkheid een andere." FYSIEKE VOORDELEN Een illustratie uit de cliniclowns-kalender van dit jaar. FOTO ROB VAN DER VET Dat laatste, 'lachen met' zou volgens alle hulpverleners het uitgangspunt moeten zijn. „Lachen om is vaak leuk, maar gaat door gaans ten koste van iemand", weet Bogers. „Dan slachtoffer je iemand. Ik herinner me dat een verpleger een hallucinerende vrouw een zakdoekje gaf en erbij zei dat het een brief was van haar zoon uit Canada. Dat is ie mand voor gek zetten." Humor op de verkeerde momenten. Er zijn genoeg voorbeelden van. Youp van 't Hek schreef er in één van zijn columns over, na dat hij op bezoek was geweest bij een dood zieke vriend. Met diens vrouw en kinderen wachtte hij op de gang van intensive carevan het Haarlemse Kennemer Gasthuis. „De toe stand was kritiek. Voor ik het wist stond ik oog in oog met een jojo die in het hospitaal de interne post rondbrengt. 'Kijk eens wie we daar hebben. Dat is nou lachen'. Ik probeer heel voorzichtig: 'Dit lijkt me niet helemaal het juiste moment'. Verder kwam ik niet. 'Nou ik de stem hoor, weet ik het helemaal zeker'. Gierend vervolgde hij zijn weg rich ting terminale kankerpatiënten. Ik zweeg, wou geen scène in het bijzijn van mijn verdrietige gezelschap. Ik dacht aan de laborant in het AMC die ooit op een van mij gemaakt EEG een handtekening wilde. Ik dacht: de mens is knettergek geworden. We moeten gewoon wat meer veerboten laten varen en een beetje vaker rommelen aan de scharnieren van de boegdeur." De "e fysieke voordelen van de lach staan niet ter discussie. Nieuwe Unie '91 verwijst daarvoor naar diverse wetenschappelijke on derzoeken. Daarin wordt aangeven welke po sitieve effecten lachen op het lichaam heeft. In een lachend lichaam, stelt Nu'91, komt onder meer de stof endorfinen vrij. Die werkt lustverhogend en ontspannend en kan zwaarmoedigheid en pijn te lijf gaan. Ook stromen in versterkte mate serotine en dopa mine door het lichaam. Deze stoffen kunnen zwaarmoedige gevoelens verdrijven en zor gen voor het anti-depressieve effect. Verder, constateren deskundigen, kan een schaterlach longen en bronchieën flink schoonblazen. Een proestbui bijvoorbeeld heeft een gunstige invloed op de ademhaling, met als gevolg dat bronchiale infecties afne men. En zo zou tranen met tuiten lachen de afscheiding van hormonen activeren, waar door het gehele immuumstelsel weer een handje wordt geholpen. Ziektekiemen krijgen eveneens minder kans wanneer mensen goed in hun vel zitten. Die voelen zich minder prettig bij een verhoogde concentratie van IGA (Immuum Globuline A)-stoffen. Dat zijn stoffen die vrijkomen als mensen plezier maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 39