'Veel orgieën in Peking tijdens opstand' Sjostakovitsj speelde piano met lelijke, droge aanslag Boeken Mateloos verlangen naar vaderlijke erkenning Columnist Theo van Gogh is heel gemeen èn zeldzaam gevoelig Nieuws gaat op herhaling in handzaam 'Aanzien van 1996' VRIJDAG 31 JANUARI 1997 'Het geheimvan Anna Enquist HP/De Tijd-stukken gebundeld in 'Sla ik mijn vrouw wel hard genoeg' BOEKEN RECENSIE HANS WARREN Theo van Gogh - Sla ik mijn vrouw wel hard genoeg? Met tekeningen van Sieb Posthuma. Uitgeverij Veen, prijs 29,90. Theo van Gogh (geb. 1957) is een beroemd cineast en een be rucht columnist. In Sla ik mijn vrouw wel hard genoeg? verza melde hij zijn stukken uit HP- De Tijd. Aan zijn loopbaan bij dat weekblad kwam een einde toen hij in felle bewoordingen de hoofdredacteur aanviel, on danks zijn verzekering: ,,'t Laatste dat ik zou willen is een oneerbiedige toon aanslaan te gen mijn hoofdredacteur." Zo is Van Gogh: niets kan hem stoppen. Op die manier is hij Nederlands onbeleefdste, bewogenste, uitdagendste, eer lijkste, dapperste columnist ge worden. Hij zegt zonder enig voorbehoud wat volgens hem gezegd móet worden. En het in teresseert hem niet of hij daar mee de alarmbellen op de dis criminatiemeldpunten doet rin kelen en of de haat van de baas jes van de grachtengordel op wekt. Hij spaart niemand: zijn vij anden niet, zijn vrienden niet èn zichzelf niet. 'Lelijker dan de nacht mag ik mijzelf noemen', schrijft hij bijvoorbeeld en hij licht dat uitvoerig toe. In een voorwoord beweert hij dat je als columnist slechts vier verplich tingen hebt. Er moet 'af en toe wat te lachen' zijn, aan dat cri terium voldoet hij moeiteloos. Je moet menen wat je schrijft: daar ligt ongetwijfeld zijn groot ste kracht. Verder mag je niet lijden aan goede smaak. En je mag je niks aantrekken van wat 'men' vindt: ook dat laatste is bij hem helemaal in orde. Voortdurend strijdt hij voor de absolute vrijheid van de colum nist en bevecht hij 'de gedach- tenpolitie'. Want iemand moet toch openhartig kunnen zeggen wat anderen nauwelijks durven denken? Op zijn geheel eigen wijze is Van Gogh op zoek naar de waarheid. Hij wil zélf zijn stand punten bepalen en legt zich niet neer bij wat de 'loeiende meer derheid' vindt. 'Oorverdovend aan de goede kant staan' is het laatste wat hij nastreeft en de pasklare leuzen zijn niet aan hem besteed. Natuurlijk roept hij met die houding veel erger nis op. Gemakzuchtige tegen standers proberen deze fanatie ke bestrijder van vooroordelen en hartstochtelijk ondermijner van zekerheden als een racist af te schilderen. En sommigen doen zelfs hun best hem de mond te snoeren. Maar zo gemakkelijk komt je niet van hem af. Als het moet, begint hij 'loopgravenoorlogjes' zoals hij het noemt. Vanuit zijn schuttersput tergt en treitert hij vooral Michaël Zeeman (die vrouwen zou mishandelen) en Hugo Brandt Corstius (die een liefhebber van anonieme tele foontjes en anonieme brieven zou zijn). Niets of niemand is heilig voor hem. 'Over de doden niets dan goeds is niet mijn idee van iemand herdenken', begint hij zijn necrologie van Ischa Meijer. Mijn favoriete etter is de tegenstrijdige titel van dat stuk. Want behalve heel gemeen blijkt Van Gogh ook zeldzaam gevoelig. Wanneer je goed luistert, hoor je héél diep verborgen in dat dikke en woedende lijf een hart van goud bonzen. Theo van Gogh spaart niemand: zijn vijanden niet, zijn vrienden niet èn zichzelf niet. publiciteii sfotó Hong Ying schreef autobiografische roman over studentenrevolte in juni 1989 ROMAN RECENSIE WIM VOGEL Anna Enquist - Het geheim Uitgeverij De Arbeiderspers, 203 blz. Prijs 34,90 (inge naaid), 45,00 (gebonden). Het is verbazingwekkend hoe zeer de Tweede Wereldoorlog blijft rondspoken, juist in ro mans van moderne schrijfsters. In De Tweeling van Tessa de Loo, De naam van de vader wan Nelleke Noordervliet, De hertog van Egypte van Margriet de Moor, in de romans en verhalen van Carl Friedman en nu ook in Het geheim, de tweede roman van Anna Enquist, blijken men sen in de laatste jaren van onze verdoemde eeuw nog steeds be paald te worden door de gruwe lijke gebeurtenissen van zo lang geleden. Wat je van zo'n psychologi sche roman mag verwachten is natuurlijk geen originaliteit. Wel dat hij, hopelijk tevergeefs, pro beert de raadsels te ontwarren die wij voor elkaar en voor ons zelf zijn en dat de beschrijving van die fictieve levens boeiend en confronterend is. Het geheim van Anna Enquist is vernieu wend noch raadselachtig, maar ontroert zeer en is door zijn analyse van het menselijk tekort een spiegel voor iedereen die kan kijken. De dertig fragmenten waaruit de roman is opgebouwd ope nen en sluiten met het leidmo tief. In de eerste regels wordt een piano een huis in de Franse Pyreneeën binnengetakeld, in de laatste alinea's durft de bijna zestigjarige concertpianiste Wanda Wiericke, geboortejaar 1933, voor het eerst sedert jaren weer daarop te spelen. Door het open raam waaieren de klanken de avond in, over het aangren zende kerkhof heen waar ze haar ex-man lijken te weerhou den Wanda tegen haar zin in nog dichter te benaderen. Alle motieven komen in dit laatste beeld bijeen. Er bestaat een prachtig ge dicht van Herman Gorter: In de zwarte nacht is een mens aange treden. Gorter beschrijft daarin de zelfmoord van de zangeres Anna Witsen die in haar tragi sche leven alleen bescherming vond in haar zangkunst. Wanda Wiericke lijkt veel op haar. Ruim vijftig jaar wordt ze ge kweld door een mateloos ver langen naar erkenning, vooral door haar vader. Waar die ac ceptatie door haar wettelijke va der achterwege is gebleven, waar haar biologische vader, als slachtoffer van de Nazi-gruwe len, steeds definitiever afwezig is en waar haar moeder door haar zwijgzaamheid haar ver raad en het geheim van Wanda's herkomst bijna lijkt te zijn vergeten, daar erft Wanda niet alleen twee koffers vol mu ziek van haar echte vader maar ook een ongekend talent. Het boeiendste van deze ro man is dan ook niet de bijna naturalistische wijze waarop Enquist de ontwiWcelingsgang van haar hoofdpersoon be schrijft Wel de nietsontziende, pathologische gedrevenheid waarmee de laatste zich over geeft aan het pianospel. Alles moet daarvoor wijken: huwelijk, man, kind en contacten. Dat ze in die gedrevenheid geloofwaar dig en tragisch blijft, heeft alles te maken met Enquists inle vingsvermogen en grote muzi kale kennis. De vierentwintig préludes van Chopin speelt Wanda het liefst, omdat ze voelt 'dat dit werk iets met protest te maken heeft, met een stampvoetend beklag over onontkoombaar onrecht.' En natuurlijk protesteert ze met die interpretatie tegen Egbert, die haar vader lijkt te zijn maar voor wie de w van Wanda ook de w van weerzin, van walging en van waardeloos is. Alleen met haar pianospel spreekt ze zich uit. 'Haar enige hoop om iemand te bereiken lag in die klanken.' Wie die iemand is, laat zich vrij snel te gemakkelijk raden. Het leven dat voor Wanda zo ondoorgrondelijk is, is dat voor de lezer veel minder. Hier wreekt zich Enquists keuze voor de alwetende verteller die voort durend slimmer dan de lezer wil zijn, die veel aangeeft en naar mijn smaak te veel af maakt. Als het leven een raadsel is (en laten we het daar maar op houden) dan geldt dat niet al leen voor romanpersonages. En eigenlijk weet Enquist dat ook wel. Niet voor niets voelt Wanda aan dat muzikale hel derheid in feite goedkoop is. De kem van alle muziek schuilt voor haar in 'de geheimzinnige ondoorzichtigheid'. Voor litera tuur geldt precies hetzelfde. De Chinese schrijfster Hong Ying maakte in juni 1989 mee hoe tanks het Plein van de Hemelse Vrede opreden en demonstrerende studenten neerschoten. In haar autobiografische roman Zomer van verraad beschrijft ze de hoop op democratie en de erotische euforie van die dagen. „Er waren veel orgieën in Peking. Mensen werden niet alleen om politieke redenen opgepakt." LITERATUUR INTERVIEW nj Meulenhoff, prijs 29,90. De gelijkna mige documentaire van Rob Hof wordt op 9 april uitgezonden door de-RVU. Haar naam betekent 'schaduw van de regenboog' vertelt ze, terwijl ze de woorden op het omslag van haar boek aanwijst. Toepasselijk. Hong Ying werd geboren in 1962 in de provincie Sichuan, op het Chinese platte land. De tijd van de grote hon gersnood. Ze groeide op terwijl de culturele revolutie woedde en ontworstelde zich aan de achterlijkheid en armoede van haar familie door in Peking let teren te gaan studeren. Voorjaar 1989 maakte ze de bloedig neergeslagen studentenopstand mee op het Plein van de Hemel se Vrede. Een revolte waarbij het niet alleen om politieke maar ook om seksuele vrijheid ging, zo blijkt uit haar roman Zomer van verraad, die vertaald werd door Mark Leenhouts. Hij is als tolk bij het interview aanwezig. Want hoewel ze sinds 1991 in Londen woont met haar Chine se echtgenoot, spreekt Hong Ying gebrekkig Engels. „Ik leef in Londen als een Iduizenaar. Ik lees, ik schrijf en luister veel naar muziek. Zonder muziek zou ik het niet uithouden." Het is moeilijk je voor te stel len dat deze tengere jonge vrouw, keurig gekleed in een wit wollen truitje en een korte zwarte rok, geen doorsnee kan toormeisje is, maar de schrijf ster van een vrijmoedige eroti sche roman. Des te opmerkelij ker als je weet hoe preuts het hedendaagse China is. Minnaar Zomer van verraad begint in de nacht dat Lin Ying Hong Yings hoofdpersoon weg vlucht van het Plein van de He melse Vrede. De nacht van 3 op 4 juni 1989, de nacht die de we reld schokte. Ze zoekt haar toe vlucht bij haar minnaar. Als ze hem eindelijk bereikt, uitgeput en in paniek, blijkt hij het bed te delen met een ander. Lin Ying vlucht verder en wordt gehol pen door een vage vriend, met wie ze al snel een relatie krijgt. Dubbel verraden voelt ze zich als blijkt dat deze Jiangjiang door haar ex is ingeseind om haar op te vangen. In razendsnel tempo gaat Lin Ying van verbijstering naar pro vocerend zelfbewustzijn. Het boek eindigt met een orgie in een studentenflat in Peking. Een politie-inval onderbreekt dit feest van wellust. Maar in te genstelling tot haar vrienden en vriendinnen schiet Lin Ying niet in de kleren als de politie bin nenkomt. Met haar naakte li chaam daagt zij het gezag uit. Als enige. Opnieuw verraden. Gevraagd naar het autobio grafische gehalte van haar boek glimlacht Hong Ying een beetje ironisch. „Mijn hoofdpersoon is dapperder geweest dan ik. Ik ben niet gearresteerd, zoals veel anderen. Enkele van mijn vrien den zijn opgepakt vanwege ze deloos gedrag. Er zijn in Peking onder studenten veel orgieën geweest in die tijd, de politie heeft vaak invallen gedaan. Mensen werden niet alleen om politieke redenen opgepakt." Geschoten Over de concrete gebeurtenis sen op het Plein van de Hemel se Vrede praat Hong Ying liever niet. „Waar het om gaat is dat er gemoord is en dat er geschoten is. Maar nu lijk ik veel radicaler dan ik ben. Ik ben een schrijf ster, geen activiste. De studen ten hadden ook hun verant woordelijkheid. Hun middelen, zoals hongerstakingen, sloegen soms door." Later licht ze haar terughou dendheid toe. Hong Yings fami lie moeder, pleegvader, twee broers en drie zussen woont nog in China. Met opzet koos ze De Chinese schrijfster Hong Ying: 'Ik leef in Londen als een kluizenaar.' de veilige romanvorm. Zomer oplage. van verraad kwam niet in China In de gelijknamige televisie- uit. Wel in Taiwan, maar onder documentaire, gemaakt door pseudoniem en in een beperkte Rob Hof, wordt een beeld gege ven van de intens benauwende sfeer waarin Hong Ying op groeide. Haar situatie als kind van analfabete ouders was moeizaam, vertelt de schrijfster! en naargeestiger dan uit de film blijkt. Niet alleen werd haar faj milie met de nek aangekeken ook binnen het gezin was Hon) Ying het zwarte schaap. Z( schreef erover in haar autobio grafie Daughter of hunger. Ne1 af en nog niet gepubliceerd. „II heb me altijd anders gevoeld Pas op mijn achttiende begreep ik hoe dat kwam. Ik was hej kind van een minnaar van mijij moeder. De 'oom' die altijd naar me kwam kijken bleel mijn vader. Iedereen wist hetj behalve ik. Mijn jeugd heeft mi eenzaam gemaakt, maar ooi gevoelig, en vastbesloten om mijn lot in eigen hand te ne men." Moed Haar achtergrond heeft Honi Ying wellicht ook de moed ge geven om het klimaat vaj seksuele vrijheid in het Pekinj van eind jaren '80 te beschrij ven. Op de vraag waarom ze he belangrijk vond om dat te doen lacht de schrijfster vrolijk. „II ben altijd heel verontwaardigd geweest dat mannen in Chini een schare concubines konden nemen en onbelemmerd hun plezier konden zoeken. Hel communistische sausje dat dj Chinese machthebbers ove deugdzaam gedrag hebben ge goten, heeft vrouwen alleen no maar verder in een hoek gedre ven. Ik zag hoe vrouwen vaj mijn generatie opgroeiden trouwen, kinderen krijgen, eej goede echtgenote zijn. Ik he| altijd geweten dat ik dat nie wilde." Hong Ying droomde als kinj al van een leven waarin mense) kunnen schrijven, praten, onge hinderd van gedachten wisse len. Maar, zegt ze in de docu mentaire: „De droom van de mocratie vloeide in juni '89 wej met het bloed van de studem ten." Haar eigen droom van vrij heid vloeide weg toen ze za^ hoe de Pekingse Lente eindigde Vrienden rapporteerden over el kaar om hun eigen hachje t| redden. Brieven en dagboekej werden verbrand. Of ze nog eel droom over heeft? Hong Yins glimlachend maar gedecideerd „Je moet als mens altijd drome blijven houden, anders ben je q geweest." BOEKEN RECENSIE Spectrum. Prijs 27,50 Verandert het nieuws echt elke dag, of is het gelijk een saaie schaakpartij vaak een herha ling van zetten? Bij het doorbla deren van Het Aanzien van 1996 komt die laatste gedachte keer op keer bovendrijven. Ga maar na: op pagina 26 een foto van het bestuur van de Friese Elf Steden, dat toen moest meede len dat De Tocht niet doorging. De foto had moeiteloos achterin het boek bij december herhaald kunnen worden. Ook qua trieste gebeurtenissen is er een parallel te trekken met nu. Een gigantische verkeersramp door de mist: toen in België en recentelijk bij Badhoevedorp. Ouders die kinderen vermoor den: toen in Krimpen, Assen, Zwijndrecht en Diemen, nu in Hoofddorp. Het Aanzien is al vele jaren een succesvolle serie fraai uitge voerde boeken, die het ondanks de concurrentie van cd-rom nog lang zal volhouden. In krap 2Ö0 bladzijden flitst het hele jaar aan je voorbij. De zaak Dutroux in België, de vliegram pen bij New York, Eindhoven en Goed gedocumenteerde biografie van Russische componist BIOGRAFIE RECENSIE Op 11 augustus 1996 reed voorde eerste maal de KennemerStrand Ex pres (beter bekend als het Lovers Treintje) van Amsterdam CS naar Umuiden. Het Aanzien publiceert de ANP-foto van Olaf Kraak onder de kop 'NS krijgt concurrentie'. foto het aanzien van 7996 in de Waddenzee, de ellende in het voormalige Joegoslavië, midden-Afrika en de oorlog in Tsjetsjenië. Zaken die zich dichterbij af speelden: de Leidse balpen- moord, het Loverstreintje naar IJmuiden, de dreigende sluiting van Fokker en de opening van graskwekerij Amsterdam Zuid- Oost, ook wel ArenA genaamd. De Nederlandse taalstrijd waar door muggezifterij opeens mug- geNzifterij werd. Zij die ons ont vielen: Jules de Korte, Herman Renz en zijn vriendin Diana Luycx, Leen Jongewaard, Ella Fitzgerald, om er maar een paar te noemen. Maar ook het volleybal-, roei-, hockey- en mountainbike-goud van Atlanta, Krajiceks triomf op Wimbledon (inclusief de half blote serveerster) en natuurlijk de start en de ondergang van Sport 7, waarover een boek op zich is te schrijven. Het Aanzien doet het uiteraard af in een paar bladzijden. Zoals altijd en met alles. Je hoeft namelijk 'niets nieuws te beginnen' om succes vol te zijn. ALBERT BRÜGGEN Krzystof Meyer - Sjostakovitsj: zijn le ven, zijn werk, zijn tijd. Vertaald door Willem Bruis, geïllustreerd met foto's en muziekvoorbeelden, 560 blz., gebon den, ƒ79,90. Uitgeverij Atlas, Amster- Geen componist van onze eeuw wordt tegenwoordig zo vaak ge speeld als Dmitri Sjostakovitsj (1906 - 1975). Symfonie-orkes ten en kamermuziekgezel schappen kunnen het niet meer zonder zijn vaak grillige, zeer persoonlijke muziek stellen. Na Gustav Mahler is hij met zijn vijftien symfonieën en evenzo- vele strijkkwartetten de muzika le kroniekschrijver van een veel bewogen leven in een voor kun stenaars uiterst penibele tijd. Dat leven en die tijd wordt uitvoerig en goed gedocumen teerd beschreven door de Pool se componist Krzysztof Meyer in zijn onlangs in Nederlandse vertaling verschenen boek Sjostakovitsj: zijn leven, zijn werk, zijn tijd. Meyer plaatst de componist in een breed kader van historische, politieke en maatschappelijke ontwikkelin gen. In chronologische volgorde ontrolt zich het leven van een hoogbegaafde, die gaandeweg verstrikt raakt in het web van het communistische systeem en als een soort koorddanser het vege lijf probeert te redden door zijn muziek soms af te stemmen op de wensen van het totalitaire regime. De nood waarin hij af en toe verkeert wordt duidelijk als hij bijvoorbeeld voor de Rus sische bond van proletarische musici muziek voor propagan dafilms bewerkt. Als conserva toriumstudent, die de kost ver dient met pianospelen bij stom me films, had hij ervaring in dit genre opgedaan. Zijn tegenstrijdige, verwar rende en opzettelijk misleiden de uitspraken maken van hem een schizofrene figuur, die al- ieen in zijn muziek iets bloot geeft van zijn innerlijke gesteld heid. In een periode van Stali nistische terreur met arrestaties, veroordelingen, deportaties en executies gaat de componist maandenlang gekleed naar bed, met een gepakt koffertje er naast. Uit Meyers boek rijst het beeld op van een contactge stoorde, onberekenbare oppor tunist wiens muziek het ene jaar van officiële zijde het stem pel 'chaos' krijgt opgedrukt en in een ander jaar de Stalinprijs le klasse verdient. Een bijzonder maar voor sommigen misschien moeilijk aspect van het boek vormen de muziekvoorbeelden, aan de hand waarvan Meyer Sjostako- vitsj's muziek met verstand van zaken bespreekt. In het laatste hoofdstuk haalt Meyer persoonlijke herinnerin gen aan Sjostakovitsj op. „Hij had een hoge, hese stem en hij sprak zacht, waarbij hij letter grepen inslikte en sommige woorden enkele keren herhaal de." En in een eerder hoofdstuk heeft Meyer het over de lelijke, droge aanslag waarmee Sjostakovitsj piano speelde. Ho ren we bij deze mededelingen niet die ijle, hese passages en die hamerende herhalingen in zijn muziek?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 18