Het mooie
van ouder
worden
Sport
«slsfej
WOENSDAG 29 JANUARI 1997
Bettine Vriesekoop maakt zich op voor leven zonder tafeltennis
Het leven heeft inmiddels ook zijn beste kanten aan Hubertina
Petronella Maria Vriesekoop laten zien. Het gekooide vogeltje
van toen is verworden tot een intelligente vrouw op
ontdekkingsreis. Haar belevingswereld van een paar vierkante
meter expandeerde in het voorbije decennium tot een bestaan
van onmetelijke waarde. Misschien is in dat leven straks wel
helemaal geen plaats meer voor tafeltennis.
Van het internationale afscheid wordt
werk gemaakt. Het decor van de Eu
ropese Top 12, volgend weekeinde in
Eindhoven, is voorbestemd om nog één
keer als plankier voor Bettine Vriese
koop te dienen. Ze 'doorleefde' al ze
ventien edities. In twee gevallen als tri
omfator. Na Eindhoven is de 35-jarige
Amsterdamse met achttien deelnemin
gen alleen houder van het record, dat
zonder twijfel tot ver na de eeuwwisse
ling stand zal houden. In eigen land
blijft ze wel spelen. Voor haar club HA-
KA/De Treffers en incidenteel op kam
pioenschappen.
De relatie met de organisatoren van
haar afscheidsfeestje wordt gekenmerkt
door haat èn liefde. „Ik heb natuurlijk
niet altijd een goede band gehad met
de bond. Maar ik kan ook niet zeggen
dat ze niets mogen doen. Ik vind het
bovendien wel leuk om een aantal
mensen te zien. Ik mag ze uitnodigen.
Mensen waar ik toch wat aan te danken
heb. Maar alsjeblieft geen sentimenteel
gedoe. Ik zie mezelf daar al staan met
een betraand gezicht."
De voorspelling van een afscheid vrij
van waterlanders is gedurfd. Hoewel de
afrekening met het verleden vergevor
derd is, hakte Vriesekoop nog niet eer
der met dit bijltje. Dat besef dringt tot
haar door als ze in de auto sentimen
teel wordt van een liedje op de radio.
„Dat vind ik eigenlijk niets. Ik zet het
ook af, maar ik betrap mezelf erop dat
ik het toch een beetje aan het verwer
ken ben. Ik zie beelden van vroeger
voorbijkomen. Net alsof je een film te
rugdraait. Ik moet afstand doen van be
paalde dingen. Ik vertel geen verhalen
meer over vroeger. Daar ben ik mee ge-,
stopt. Maar er wordt nog wel over ge
schreven, terwijl ik er in interviews
nauwelijks iets over zeg. Ze citeren ge
woon uit oude interviews. Daar heb ik
geen invloed op."
Abrupt
Toen Vriesekoop na de Olympische
Spelen van Seoul (1988) abrupt stopte
met tafeltennis betrof het een impulsie
ve daad zonder toeters en bellen. Inter
views in die dagen werden onderbro
ken door huilbuien. Het labiele meisje
had zwaar geleden onder het juk van de
autoritaire trainer Gerard Bakker. Dat
personage is niet meer uit haar huidige
verschijning te distilleren. Zonder Bak
ker ging in haar tweede tafeltennisleven
een wereld voor haar open. „Nu kan ik
gewoon stoppen. Toen was ik niet in
staat om iets anders te gaan doen. Ik
had ook niets anders. Ik was opgeleid
als tafeltennismachine. Zoek het maar
uit. Ik heb nu veel meer alternatieven,
een meer gevestigd privéleven. Toen
zat ik daar in de polder in mijn eentje
op een flatje. Geen idee wat ik zou gaan
doen. Van een leven van alleen maar
tafeltennis naar helemaal niets. Nu heb
ik andere interesses opgebouwd en kan
ik het aan."
Nog leunt ze niet voldaan achterover.
„Ik ben heel erg kritisch. Maar het is
wel heel wat beter dan acht jaar terug.
Ik kan wat meer stootjes hebben. Ik
ben vrij negatief opgegroeid. Sommige
kinderen dreinen al in de wieg en dat
blijft hun hele leven zo. Je krijgt ook iets
mee. Dat kan alleen nog maar erger
worden door je opvoeding of worden
gestimuleerd. Aan de ene kant ben ik
heel onbevangen, in voor dingen. Maar
ik kan ook enorm piekeren, over din
gen inzitten. Dat zit toch een beetje in
me. Dat kan ik wel in banen leiden,
maar ik zie eerder de zwakkere dan de
positieve kanten van dingen in. Ik
dwing mezelf nu om wel de goede kan
ten te zien van mensen, van wat ik
meemaak."
Doet ze dat niet, dan slaat de faalangst
toe. „Je maakt het zelf alleen maar
moeilijk als je alles zwart ziet. Je komt
er niet ver mee."
Met faalangst worstelt ze al bijna haar
hele leven. Misschien is het altijd een
onbewuste drijfveer geweest om dat te
overwinnen, zegt ze nu. Vriesekoop is
bang om enge dingen te doen. Ze
speelt doorgaans op 'safe'. „Naarmate
je ouder wordt, wordt dat steeds erger.
Toch snap ik het niet, want toen ik
twaalf was durfde ik wel alles."
Het lichaam en de geest van Vriese
koop werden vijftien jaar lang geteis
terd door spanning. Pogingen om die
stress de baas te worden draaiden op
niets uit. Het zoveelste bewijs leverde
ze ongewild op de Olympische Spelen
in Atlanta. Daar rolde de kop van Vries
ekoop al bij.de eerste schifting.
„Ik heb me zelf ontzettend onder druk
gezet. Trainingskamp hier, trainings
kamp daar. Terwijl dat helemaal niet
reëel was. Ik was onnatuurlijk bezig.
Dan raak je in de stress. Prestaties moe
ten op een natuurlijke manier tot stand
komen."
Drama
Die wijsheid heeft ze al langer dan van
daag in pacht. „Het is heel raar. Achter
in mijn hoofd weet ik het wel, maar dan
wil ik het toch doen zoals ik het vroeger
heb gedaan. Dat is een beetje mijn dra
ma. Ik ben in mijn jeugdjaren gevormd.
Als ik me later niet goed voelde, viel ik
terug op het spelletje van vroeger."
Dat zat er ingebakken. Ingeprogram-
meerd. Onuitwisbaar. „De laatste jaren
van mijn carrière is het alleen maar er
ger geworden. Omdat de kansen om
iets te winnen afnamen. Misschien is
die faalangst ook een signaal dat je er
mee moet kappen. Het lichaam roept
die faalangst op. Diep in je hart wil je
niet meer zo graag. Presteren is blijk
baar niet meer voor mij weggelegd. Vier
dagen op een hotelkamer voor een
kwartfinale bij een open kampioen
schap. Wetende datje daarin altijd een
goede Chinese tegenkomt. Wat doe ik
hier eigenlijk, vroeg ik me steeds vaker
af. Het had gewoon geen zin meer."
Gerard Bakker instrueert Bettine Vriesekoop. Een beeld uit een ver verleden.
FOTO ARCHIEF
Het besluit om te stoppen nam Vriese
koop niet van de ene op de andere dag.
De 'kwestie' kwelde haar al jaren. „Het
was altijd de eerste vraag die in me op
kwam als ik onnodig had verloren:
moet ik stoppen? Voor mijn coach Jan
Vlieg was het ook niet altijd leuk om
dat aan te moeten horen. Dat heeft hij
ook wel eens hard tegen mij gezegd.
Maar aan de andere kant was het wel
een beetje logisch. Je bent al zo lang
bezig. Het is makkelijker vol te houden
als je prestaties levert. Hoewel een der
de plaats bij de Top 12 een goed resul
taat is, was het niet opzienbarend
meer. Dan is het moeilijk om daar ge
motiveerd te staan."
Beroep
Het afscheid uitstellen was altijd de
weg van de minste weerstand. „Ook
omdat ik geen ander beroep achter de
hand had en zeker niet een beroep
waarin ik de beste zou kunnen zijn."
Die last is voorgoed van haar schouders
gevallen. „Nu heb ik mijn studie sinolo
gie. Ik ga om negen uur de deur uit om
iets anders te doen dan tafeltennis. Ik
kom met andere mensen in contact.
Mijn concentratie is verdeeld. Ik heb
trouwens niet eens de tijd om veel te
trainen. In plaats van vijf uur te trainen,
studeer ik nu vijf uur. Het is zwaar, dat
wel. Vooral die Chinese karakters oefe
nen. In China zitten kinderen niet voor
niets van negen tot zes op school. Wat
nou tussen de middag door je ouders
worden opgehaald. Geen sprake van. Je
moet die karakters elke dag een tijdje
zien, anders kun je ze nog wel lezen,
maar niet meer schrijven. Daarnaast
heb ik nog enkele cultuurvakken: ge
schiedenis, klassiek Chinees, aardrijks
kunde. Ik ben geïnteresseerd in China,
daar heb je het de hele dag over. Mis
schien is dat op een gegeven moment
ook wel vervelend, maar dat heb je met
alles. Tot nu toe gaat het mij vrij goed
af. Als ik voor tentamen zou zakken,
houd ik er ook mee op."
Tafeltennis is bijzaak geworden. En zie,
haar spel heeft er nauwelijks onder te
lijden. „Ik train op het gemak twee uur
tjes en speel heel fanatiek. Dat is heer
lijk. Het is frustrerend om je uit de naad
te trainen en het levert niets op. Dat ge
voel ken ik ook. Jeetje, wat heb ik me al
die jaren toch uitgesloofd."
Soms nam ze zich wel voor om haar le
ven te beteren, om trainingsuren te
schrappen. Maar het bleef altijd bij een
intentie. „Als het er op aankwam kreeg
ik angst om te minderen. Hoe kan ik zo
weinig trainen en toch van die en die
winnen. Dat zat er zo ingebakken. Net
alsof het in je genen zit. zo raar. Ik durf
de niet op mijn capaciteiten te vertrou
wen. Ik was zo opgevoed. Mij werd
voorgehouden dat ik niet zo veel talent
had en dat ik dus hard moest trainen."
Daar teert ze nu op. Toch nog een leuk
erfenisje uit die tijd. „Er zijn maar wei
nig spelers die zo n basis hebben als ik.
Ik kan tot mijn vijfenveertigste door
gaan en dan nog win ik in Nederland
alles. Behalve misschien van de num
mers een entwee."
Rode draad
Vriesekoops fascinatie voor China is na
de eerste kennismaking altijd op peil
gebleven. Acht keer verbleef ze er een
korte of langere periode. Als een rode
draad lopen de warme gevoelens voor
het land en zijn volk door haar leven.
Ze werd geplaagd door een China-syn-
droom. Drong door tot de wortels van
de Chinese beschaving. Verstopte zich
in het hol van de leeuw. „Ik was heel
erg jong toen ik daar voor het eerst
kwam. Ik ben er heel erg van geschrok
ken. Het heeft me ook ontzettend bang
gemaakt hoe mensen daar moeten
overleven. Daar zijn ze mee bezig, met
overleven. Nog steeds. Hoe ze daar
worden onderdrukt, ongelooflijk."
Haar eerste verblijf in de Chinese ge
meenschap staat Vriesekoop nog hel
der voor de geest. Afgesloten van de
buitenwereld. Het thuisfront vernam
pas na drie weken een teken van leven,
toen in Hazerswoude haar eerste brief
op de deurmat viel. De kilo's vlogen
eraf. Dagelijks diarree. „Dat was link. Ik
had toen doodziek kunnen worden."
Om op de been te blijven las ze De Ge
verfde Vogel van de Russische auteur
Jerzy Kosinski. Het treurige relaas van
een jongetje dat nog grotere ontberin
gen doorstond. „Toen besefte ik dat het
nog erger kon." Later schreef Vriese
koop zelf nog een boekje over haar be
levenissen en gevoelens.
In het gesloten hart van China leerde ze
ook een belangrijke les. „Ik zag wel di
rect in dat, als ik zo goed wilde worden,
ik ook de mentaliteit van de Chinese
speelsters zou moeten hebben. Daar
om zijn ze zijn goed. Niet omdat ze
toevallig intelligenter zijn. Ik denk dat
ik in mijn goede tijd qua atletisch ver
mogen veel beter was dan de Chinezen.
Twintig jaar terug kon je in China op
geen enkele andere manier dan via een
sport boven de grijze massa uitsteken.
Ik vond eigenlijk ook dat het zo moest.
En Bakker benadrukte dat: je moet niet
anders aan je hoofd hebben en nergens
naar kijken."
Oogkleppen
„Ik heb tot mijn tweeëntwintigste met
oogkleppen op gespeeld. Net als de
Chinezen. Zij hebben ook geen alterna
tief. Kinderen van twaalf jaar die spor
ten zien hun ouders één keer per jaar.
Ik woonde nog gewoon bij mijn moe
der. Wat lui je nou, dacht ik. Vergeleken
bij de Chinezen was alles wat ik mee
maakte te verwaarlozen."
Nieuwe details vernam Vriesekoop dit
seizoen van haar ploeggenote bij De
Treffers, Ni Xia Lian. De naar Luxem
burg uitgeweken Chinese topper dreig
de ooit zelf het slachtoffer te worden
van het soms absurde regime. „Chinese
meisjes mochten zichzelf niet mooi
maken. Make-up was al helemaal ver
boden. Ni werd er eens van verdacht
een permanentje in haar te hebben ge
zet, Maar ze had gewoon lang, dik haar.
Toch stonden ze op het punt om haar
uit de selectie te gooien. Uiteindelijk
heeft ze door onder de douche te gaan
staan, kunnen bewijzen dat ze geen
permanent had. Van water gaat een
permanent helemaal krullen en dat ge
beurde bij haar dus niet."
Ni Xia Lian bevestigde ook wat Vriese
koop al jaren vermoedde. De Chinezen
stemden hun strategie af op dat meisje
uit Europa. Ze wierpen voor Vriesekoop
extra moeilijk te bespelen tafeltennis
ten in de strijd. Zoals Ni Xia Lian. „Zij
heeft me verteld hoe de Chinezen over
mij dachten. Over mijn spel werd vaak
gepraat. Leuk om te horen. Ze acht het
ook heel goed mogelijk dat er gemani
puleerd werd, maar dat werd haar na
tuurlijk nooit verteld."
Haar aanval op de Chinese top heeft
het succes van de Aziaten nooit onder
mijnd. Soms kreeg ze een voet tussen
de deur, maar meestal werd die voor
haar neus dichtgesmeten. Met haar
studie sinologie maakt ze feitelijk de
cirkel rond, Ook in haar toekomst zou
China best een prominente plaats kun
nen innemen. Met de aan de Universi
teit van Leiden opgedane kennis ziet ze
een rol als intermediair in het toene
mende handelsverkeer tussen Neder
land en China wel zitten.
De plannen zijn echter allesbehalve
concreet. Eigenlijk zit Vriesekoop nog
in een verkenningsfase. Bij haar is bijnam
alles met vertraging onder de aandacht ij
gebracht. „Ik ben een beetje een laat- j
bloeister. Ik ben in een dorp opge- I.
groeid, daar zat ik in een isolement. Ik i
lig er niet meer wakker van. Zo is het p
nu eenmaal gegaan. Op mijn twintigstea
had ik helemaal geen persoonlijkheid, b
Ik was naïef. Niet te vergelijken met e
sommige kinderen van nu." t
„Aan de andere kant heeft het ook iets i
moois. Ik zie het mooie van ouder wor
den. Je takelt lichamelijk af, maar men
taal en geestelijk groei je. Je ziet waar
om de dingen er zijn. Dat is het leuke
van ouder worden. Toen ik twintig was
zat er niet veel diepgang in mijn leven."
Kind
Over vijfjaar kan het interieur van haar
leven er weer heel anders uitzien. Is er
misschien geen ruimte meer voor tafel-b
tennis. „Het kan goed zijn dat ik er v
nooit meer iets mee te maken wil heb- l.
ben. Zo'n type ben ik ook wel. Ik kan ]e
me heel goed voorstellen dat ik ook ge- |e
lukkig zou kunnen worden in andere c
werelden. Ik.heb zo lang in het tafelten-a
niswereldje gelopen, dat het een beetje ij
benauwend is geworden.jj
„Misschien heb ik over vijfjaar wel eenb
kind. Daar kan ik niet mee wachten tot e
ik vijfenveertig ben. Ik heb in ieder ge- fi
val wel die vrouwelijke gevoelens."
Vroeger kon ze nog wel eens argeloos E
een ldnd voorbijlopen. Dacht ze: blij p
dat ik nog geen moeder ben. Tegen- I
woordig wordt ze bij een dergelijke
confrontatie overmand door sentimen-r
tele gevoelens. „Ik probeer me voor te b
stellen hoe het is om een kind van jezelr
te hebben. En hoe het is om een kind tee
baren. Ook al is dat nog zo zwaar, je b
wilt het als vrouw meegemaakt hebbent
Aan de andere kant vind ik het vrese- 1
lijk, vrouwen die alleen maar dwepen b
met kinderen en nergens anders meer
over kunnen praten. Ik weet wél dat S
mijn leven door een kind zal verande- fc
ren. Nog meer dan door tafeltennis. h
Maar binnen twee jaar is dat nog niet li
aan de orde," besluit ze met een stra- f
lende lach. t
v
-'.v
chef willem spierdijk, 071-5356464. plv -chef rob onderwater. 071-535
Bettine Vriesekoop: „Alsjeblieft geen sentimenteel gedoe. Ik zie mezelf daar al staan met een betraand gezicht.