Schoon, veilig en een beetje saai Malie 196 ZATERDAG 25 JANUAR11997 Zonder diploma's kom je niet ver. En we beginnen er al vroeg mee. Mijn eerste diploma was mijn zwemdiploma, verworven op elfjari ge leeftijd. Kort daarna het verkeers- diploma. Ik bewaar die zuinig, ook al heb ik ze tot nu toe nooit hoeven tonen. Eigenlijk was ik nogal laat. Mijn dochter haalde haar zwemdi ploma al toen ze zeven was. En eer der nog, op de kleuterschool, ver wierf zij het schoenveterstrikdiplo- ma. Ja, inderdaad, ze is nog van voor'het klittenband. Het ging bij dat schoenveterstrikken puur om de techniek, thuis talloze malen geoe fend. De terminologie hoefde niet gekend te worden. door ED BLAAUW SINGAPORE ST t erdwaald in het statige Raffles Ho- y tel, bijgenaamd the Grand Old p Lady van het Verre Oosten. Een jtócht door marmeren gangen met nluchters. Langs spuitende fonteinen en tigieuze winkels terug naar de sjieke ge vol metershoge palmbomen. „Hier efen we net vandaan", zegt Wouter Kolk. ejogen zoeken vertwijfeld hulp. „Kom, we het nog een keer." goed geluk weer de broeierige buiten- in. Het kronkelende schelpenpad voert h weelderige tuinen met gemillimeterde inetjes. „Ja, daar is de uitgang die ik be- zegt hij triomfantelijk. Op straat draait? ch om en kijkt vol bewondering naar het |iiale spierwitte bouwwerk, it Raffles Hotel, genoemd naar Sir Stam- [Raffles, de adellijke Engelsman die van j tot 1822 het eiland bestuurde. In het uze optrekje dat hij als erfenis achterliet, frden koningen, filmsterren, wereldlei- beroemde schrijvers en andere welge- en. Een aantal jaren geleden is het hotel maar liefst 160 miljoen dollar in oude ihersteld. 1 uitzicht op het pronkstuk van Singapo- 'outer Kolk kan er geen genoeg van krij- „Zoveel momumentale gebouwen zijn :t. De koele zakelijkheid overheerst. Ho- intoorgebouwen, opgetrokken uit staal as. Gelukkig raken de Singaporanen er van overtuigd dat ze hun verleden en koesteren. Met als gevolg dat ze de nog overgebleven oude Chineze :n en gebouwen aan het restaureren vervolgt zijn weg. Het is halverwege de ag en de felle tropenzon schijnt op volle it. Op de brede avenue trekken gejaagde nobilisten in hoge snelheid op naar het nde stoplicht. Op het trottoir zigzagt lorpersoneel in een hoog wandeltempo winkelend publiek. „Winkelen is de na- Ie hobby'weet Wouter Kolk. Grootse plannen andvoorter (30) woont ruim een jaar in pore. In opdracht van zijn werkgever, aandamse kruideniersbedrijf Ahold, is lar de welvarende metropool in het Ver losten afgereisd. Om als marketing- iger van Ahold Asia Pacific mee te hel- ïan de uitvoering van de expansieplan- old wil binnen vijf jaar tweehonderd tot nd supermarkten la Albert Heijn op- in Zuid-Oost-Azië. Volgens Eddie k, lid van de raad van bestuur en ver- Dordelijk voor het slagen van de ambi- uitbreidingsplannen in het gebied, over tien jaar tien procent van de om- iu zo'n veertig miljard gulden) uit het Oosten komen. september vorig jaar opende Ahold, actief in Europa en Amerika, zijn eerste markt in Azië, in Johor Bahru om pre- e zijn. Vooral de snel groeiende midden- in deze zuidelijkste stad van Maleisië, eenworp afstand van Singapore, was aal naar de supermarkt getrokken om vonder' met eigen ogen te aanschou- Kolk zag die dag honderden gezinnen fgeladen winkelwagentjes uit de super- met de naam Tops (genoemd naar een ikaanseAhold-keten) terugkomen, e westerse stijl van boodschappen doen aan. Ze vinden het toch wel handig en elijk. Aziaten zijn van huis uit gewend joodschappen op de markt te halen en eine kruideniertjes. In Neder land. doet zeventig procent boodschappen in een markt, in Amerika tachtig procent en in nog geen tien procent. Ga maar na wat etekent als straks tien procent in Azië, ;ebied met zo'n 2.5 miljard inwoners, in een supermarkt zijn wekelijkse schappen haalt" Vochtige hitte er Kolk, een tengere jongeman met een gezicht en krullend haar. Volgens de te- isch gemaakte afspraak zouden we el- ontmoeten op het regionale hoofdkan- in Singapore. Om klokslag negen uur en de liftdeuren zich op de Ahold-etage. olen soppen op het kletsnatte tapijt, rioelt er van mannen in overalls. Wou- ilk komt haastig aanlopen. „We hebben troming gehad, 't Wordt niets hier. We ivel naar een winkelcentrum." ten op straat, in de benauwd vochtige kijkt Wouter Kolk meewarig naar de ggever, die gehuld in een kletsnat don- verhemd het zweet met een klamme lek van zijn voorhoofd veegt: „Dat is het wat ik hier van de mensen heb geleerd. nooit een donker hemd. Want je gaat n de korste keren transpiratievlekken zegt hij. i korte wandeling door kraakheldere n. ,,'t Is superschoon en ook hartstikke Wouter Kolk woont ruim een jaar in Singapore. In opdracht van zijn werkgever, hetZaandamse kruideniersbedrijf Ahold, is de 30-jarige Zandvoorter naar de welvarende metropool in het Verre Oosten afgereisd. Om als marketing manager van Ahold Asia Pacific mee te helpen aan de uitvoering van de expansieplannen. Hij voelt zich thuis in de voormalige koloniale handelspost. „Ik heb dagelijks contact met het thuisfront in Nederland. Via Internet. Mijn belevenissen tik ik op en stuur ik door. Ik voel me in Singapore een soort verslaggever voor vrienden en familieleden. Dit is (ie derde en laatste aflevering van een serie over Nederlandse avonturiers op het welvarend eilandje tus sen Maleisië en Indonesië. Eerdere afleveringen ver schenen op 11 en 18 januari. het contactennetwerk en marktkennis van een toonaangevend bedrijf in de regio. In Malesië werkt Ahold samen met de Kuok- groep, die vooral actief is in onroerend goed. In de joint-venture heeft Ahold zestig procent van de aandelen en Kuok veertig. Het samen werkingsverband wil de komende vijf jaar cir ca honderd miljoen dollar investeren in zo'n vijftig nieuwe supermarkten in Singapore en Maleisië. Aanpassing Die vrijdag staat het parkeercentrum van de supermarkt in de Maleisische grensplaats Jo hor Bahru vol middenklassers. In de uiterst ruim opgezette winkel slaan verkoopsters in felgele shirtjes de bedrijvigheid met een glim lach gaande. „De verkoopsters houden zich op de achtergrond. Ze helpen alleen als ze iets gewaagd wordt. Opdringerige verkoop sters, daar moeten de mensen hier niets van hebben. Consumenten willen met rust gela ten worden." Opstopping bij de afdeling groente en fruit. Maleisische vrouwen verdringen elkaar om naar hartelust te kunnen graaien in bakken. Ze voelen en keuren alvorens ze het artikel in het winkelwagentje leggen. „Versproducten inpakken doen we niet, dat vindt de consu ment hier verdacht", zegt Kolk. Ahold heeft inmiddels al zeventien super markten in Maleisië en drie in Singapore. De supermarkt in Johor Bahru telt tussen de acht- en negenduizend artikelen. Het Neder landse kruideniersbedrijf heeft het assorti ment aangepast aan het consumptiegedrag van de verschillende bevolkingsgroepen die in het verzorgingsgebied wonen, Chinezen, Maleisiërs, Indonesiërs, Indiërs. „Klanten moeten zich thuis voelen", zegt Kolk. „We proberen ook Nederlandse producten uit. Haring, kerstkransen, kaas. En wat denk je? Chinezen blijken bij voorbeeld Bastogne- koeken erg lekker te vinden." Zelf houdt hij van een lekkere kroket. „Is alleen nergens te krijgen. En een kroeg, die is nergens te vinden." Hij kijkt geschrokken op zijn horloge. „Ik moet weer eens aan de slag." Via het Raffles Hotel („Ik weet een leu ke route") wandelen we terug. Wouter Kolk, een ambitieuze jongeman, ver van huis. „Heimwee?" Hij kijkt op een manier alsof het woord hem volslagen onbekend in de oren klinkt. „Heimwee, wel nee. Ik heb bijna dage lijks contact met thuis. Via Internet. Mijn be levenissen en ervaringen tik ik op en stuur ik door. Ik voel me een soort verslaggever in Singapore voor vrienden en familieleden. Die houden op hun beurt mij weer op de hoogte. Internet en e-mailen, een uitkomst." Maar Internet kent ook censuur. De websi te van Playboy is in Singapore verboden. De strenge hand van het regime van premier Goh Chok Tong is overal zichtbaar, op de te levisie, in boekhandels, in kranten, in de bio scoop. „Ik zat laatst naar Basic Instinct te kij ken, die film van Paul Verhoeven. Alle pikan te scènes waren er uitgeknipt. Die film duur de een half uur korter." Religie, politiek, porno, alles valt onder de censuur. „Je raakt er ook aan gewend. On danks dat er-geen vrijheid van meningsuiting is blijf ik zeggen: 't is zeer wel uit te houden in Singapore. Na je werk lekker in je korte broek, heerlijk. En een avondje barbecuen gaat altijd door. Ik vermaak me wel. Beetje zeilen, uitgaan en zondags hockeyen. We hebben een heuse competitie. Maar of ik hier altijd zou willen blijven? Nou, dat toch liever niet." De Maleisische 'Albert Heijn' in Johor Bahru. Wouter Kolk leert Aziaten supermarkt van Albert Heijn kennen Wouter Kolk: ,,'t Is zeer wel uit te houden in Singapore. Hockeyen, zeilen, uitgaan en altijd lekker weer." foto ed blaauw veilig. Ik loop zonder een greintje angst met veel geld op zak. Een overvaller? Die denkt wel goed na voor hij er aan begint. De straf fen zijn niet mals. Zelfs voor het minste ver grijp, urineren op straat, kun je hier torenho ge boetes krijgen. Hoewel dat in de praktijk trouwens reuze mee valt. 't Is hier wel wat, hoe zal ik het noemen, een beetje saai. Het klinkt misschien gek, maar ik zou wel eens een zwerver willen zien. Iemand die echt op valt in het stadsbeeld. Want eh, Aziaten lijken zo op elkaar. En al die mensen in lichte over hemden. Ja, 't mag ook wel wat kleurrijker in Singapore." In een aangenaam koel en reusachtig groot winkelcentrum kiest hij het restaurant uit. Na een slok van zijn hete koffie kijkt hij een win kelend gezin na. Mensen bestuderen die boodschappen doen. Het hoort bij zijn vak van marketing-manager, zegt hij. „Ik hou me bezig met zaken als consumen tengedrag, winkelinrichting en reclame. De reclame hier is niet te vergelijken met onze advertenties in Nederland. Grapjes of spits vondigheden vind je hier nauwelijks terug in advertenties. Dat willen mensen niet. Sec in formatie geven, daar gaat het om. Wat is het voor product en wat kost het? Aziatische con sumenten zijn zeer prijsbewust, 't Is voelen, aanraken en misschien kopen. De mensen hier kicken op mode, op merkspullen. Die importeren ze en kopiëren ze; meesterlijk doen ze dat. En in de telecommunicatie voe ren zijn ze verder. Wat bij ons nog nauwelijks voorkomt, is hier algemeen goed. Telefoons waarop je kunt zien wie jou belt." Moeilijk werk Kolk maakt lange dagen. Hij reist heel Azië door. „Ik koop ook in. Dat betekent in negen van de tien gevallen onderhandelen met Chi nezen. Leerzaam maar moeilijk. Ze zijn zo weinig direct, 't Is vaak een soort schaakspel. Het duurt meestal lang voordht onderhande lingen kunnen worden afgerond." Hollandse gezelligheid is aan Chinezen niet besteed, stelt hij vast. „Wij houden, als we uit eten gaan van sfeervol, knus, kaarsen op tafel. Nou een Chinees niet, weet ik uit er varing. Een avondje uit is voor hem aan lange tafels zitten in grote ruimten met air-condi tioning, d-verlichting en veel eten. Het komt zo eenvoudig en simpel over, maar noem Chinezen niet oppervlakkig, want dat zijn ze beslist niet. De manier waarop ze praten, hun veelvuldig gebruik van metaforen, die ver raadt een interessante cultuur. Ik heb bewon dering voor de wijze waarop ze netwerken. Familie, vrienden, ze helpen elkaar allemaal aan business." Business. De zakenwereld. Dat ambieerde Wouter Kolk al toen hij nog studeerde aan de Haarlemse HEAO. Student Kolk was doelge richt en vasthoudend. Zijn verplichte buiten landse stage moest en zou hij doorbrengen bij een gerenommeerd adres. Het werd het prestigieuze warenhuis Harrods in Londen. Hij kijkt met plezier op die negen maanden terug. „Via een buurman zijn contacten ge legd. Ik heb meegewerkt aan het marketing plan Harrods 2000.'Om de drie dagen op een andere afdeling. Daar heb ik veel opgesto ken." Door zijn coach bij de hockeyclub Zand- voort („Hockeyen is mijn grote hooby") kon hij stage lopen bij Ahold waar hij kwam te werken onder prof. Wim van de Ster, specia list bij uitstek als het gaat om distributiekun- de. „Ik heb het contact met Ahold altijd warm gehouden en op een gegeven moment kon ik er in vaste dienst komen. Toen de mo gelijkheid zich voordeed naar Azië te gaan, heb ik die buitenkans met beide handen aan gegrepen. 't Is toch prachtig om internationa le ervaring op te doen? En ik zit in een schit terend deel van de wereld. Ja toch?" Strategie Wouter Kolk, standplaats Singapore, uitvals basis voor landen waar Ahold de retailmarkt wil veroveren. Het concern slaat niet alleen zijn vleugels uit in Singapore en Maleisië, ook in Indonesië, Thailand en China moeten de 'AH-supermarkten' onder de namen Topsen Bi-Lo (discount) een vertrouwd gezicht in het straatbeeld worden. Ahold's strategie is overal gelijk. Het doet zaken met lokale partners. Ofwel de kennis van het kruideniersvak wordt gekoppeld aan Het regionale hoofdkantoor van Ahold in Azië foto ed blaauw De terminologie van het schoenveterstrik ken is relatief onbekend. Ik geloof niet dat daar ook een diploma voor bestaat. We beperken ons tot de praktijk. Vandaar dat de meeste mensen niet weten hoe het uit einde van een veter heet. Ik bedoel: het offi ciële uiteinde, met zo'n plastic of metalen huisje waardoor je 'm makkelijk door de ve tergaten krijgt. Dus niet die vormeloze kwast die er na verloop van tijd overblijft, en die niet dan met grote moeite en veel spuug door dat gaatje te wurmen is. Hoe heet zo'n echt uiteinde? Is daar een woord voor? Zeg niet meteen: natuurlijk moet daar een woord voor zijn. Want er bestaan genoeg dingen waar geen woord voor is. Bijvoor beeld voor het plastic kapje dat meestal op een autosleuteltje zit. Daar is geen woord voor. Maar goed, voor het verharde uiteinde van een veter bestaat wèl een woord. Twee woorden zelfs, ook al zijn ze weinig bekend: nestel en malie. Eigenlijk is een nestel de hele veter, een veter voorzien van versterkte of versierde uiteinden. Men spreekt ook van een nestel bij zo'n gevlochten snoer als sieraad op de borst van een uniform, bekend bijvoorbeeld van marechaussees. Strikt genomen zou men het hele snoer de nestel moeten noe men, en alleen het versterkte uiteinde de malie. Maar in het spraakgebruik is men, al thans bij schoenveters, nestel gaan gebrui ken voor dat stevig gemaakte uiteinde. Zo is het ook in Van Dale terechtgekomen. Maar het woordenboek van Verschueren en dat van Koenen doen niet mee: een nestel is bij hen alleen het koord; het verstevigde uitein de heet er een malie. 'Het stiftje van een rijgsnoer', zegt Koenen. En Verschueren: 'metalen buisje waarin het uiteinde van een veter is vastgemaakt'. Zelf heb ik nooit ve ters gehad met metalen nestels of malies. De heren Koenen en Verschueren kopen blijkbaar hun schoenen niet in dezelfde winkel als ik. De malie is niet altijd veteruiteinde ge weest. Gaan we een beetje terug in de geschiedenis, dan was de malie veeleer het vetergat, of eigenlijk het metalen ringetje ter versteviging van het vetergat. Dat maakt de geschiedenis ineens een heel stuk duidelij ker. Het woord malie, vroeger 'maelge' ge speld, is ontleend aan het Franse 'maille', en dat gaat terug op een Latijns woord 'ma cula' voor vlek, smet of gat. Van vlek naar gat, naar min of meer ronde opening, naar ring. Zo moet het gegaan zijn. In de middeleeuwen droegen militairen als pantser vaak een hemd van ijzeren ringe tjes, een maliënkolder; de voorloper van ons kogelvrije vest. Maliën, of malies, zijn dus metalen ringetjes. Ook in kleding, die op die manier verstevigd werd als er een koord of snoer door een opening geregen moest worden. Vandaar dat ook verstevigde vetergaten in schoenen zo genoemd kon den worden. En op den duur dus zelfs de verstevigde uiteinden van een veter. Waar het woord nestel vandaan komt, is niet zo duidelijk. Er zijn verschillende theorieën over, maar die zal ik u besparen. Zoveel is duidelijk, dat in feite dus zowel malie als nestel aanvankelijk een andere be tekenis hadden. Een malie was een ringetje, een nestel was een veter. Maar ze hebben elkaar gevonden in dat prettig verstevigde veteruiteinde. Ook al gebruiken we die woorden zelden. Zo zelden dat menigeen niet weet dat die woorden bestaan, en zich behelpt met omschrijvingen als: zo'n dinge tje aan je veter, zo'n hard stukje aan het eind, een piefje om de veter er makkelijk in te kunnen doen. Want met piefje en dinge tje kom je ook een heel eind. Bijna zover als met diploma's. En voor het schoenveter- strikdiploma kun je zelfs slagen, met vlag en wimpel, zonder ooit van een nestel of een malie gehoord te hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 37