Wegenbouw voor krachtproef c 'Briefjes' van duizend ZATERDAG 25 JANUAR11997 Nederland verandert in één grote bouwput Files, de aanleg van nieuwe spoorlijnen en de verbreding van autosnelwegen staan voorlopig in het middelpunt van de belangstelling. Minister Jorritsma stelde afgelopen jaar niljarden beschikbaar voor verbetering van de infrastructuur. Nederland wordt één grote bouwput, er ontstaan tienduizenden vacatures in een zich technologisch snel ontwikkelende sector. De wegenbouwer wordt 'infra-werker', het beroep van de toekomst. door JOS STEEHOUDER Dit is een jongensdroom. Lekker spelen in het zand. Een zandbak van ruim twintig hectare. Waar vind je nog zoiets? Deze zandbak is te groot voor speelgoedautootjes. Hierin brullen al leen echte bulldozers, rijden echte laad- schoppen en werpt de hydraulische graafma chine een reusachtige berg zand op. Lunteren op de Veluwe, een druilerige middag. Gaan ze hier het bos asfalteren? Niets is minder waar. Dit is de praktijkafde ling van het SOMA-college in Ede, de lande lijke middelbare beroepsopleiding, waar - zwaar gesponsord door het bedrijfsleven - vaklui voor de grond-, water- en wegenbouw (GWW-sector) worden opgeleid. Deze vlakte is, zeg maar, het grootste klaslokaal van Ne derland. Om bulldozermachinist te worden, heb je ruimte nodig. Want een rijlesje met zo'n brullende gigant doe je niet op een wil lekeurig dorpsplein. Hier, midden in de bossen, worden ze op geleid. De mannen (en vrouwen) die de Betu welijn of de hogesnelheidslijn gaan aanleg gen. Hier leren ze hoe ze de snelwegen moe ten verbreden en asfalteren en' hoe je met een tonnen wegende bulldozer op subtiele wijze de 'finishing touch' geeft aan het talud voor een snelweg. Wie hier zijn mbo-diploma haalt is - gezien de infra-plannen van het ka binet - de komende decennia verzekerd van een baan. De grond-, water- en wegenbouw in Ne derland staat voor een krachtproef van jewel ste. Voor vele miljarden guldens gaat de over heid investeren in infrastructuur. Het Rivie renland maakt zich op voor de aanleg van de Betuwelijn. En ook elders in Nederland zijn de investeringen astronomisch: Neem de HSL-zuid, de uitbreiding van Schiphol of zelfs de bouw van een compleet nieuw vlieg veld in zee. Uittocht Tegelijkertijd met deze te verwachten hausse aan opdrachten voor de grond-, water- en wegenbouwsector heeft de bedrijfstak te ma ken met een enorme uittocht van personeel. Juist de generatie wegenbouwers die in de ja ren vijftig en zestig het huidige autosnelwe gennet bouwde, stevent nu af op het pen sioen. Nu een bouwexplosie dreigt, zwaait een groot deel van de ervaren krachten af. Daarom zijn tot het jaar 2000 alleen al 30.000 extra mensen nodig, verdeeld over alle oplei dingsniveaus, aldus de SBW in Gouda, de Stichting Beroepsopleidingen Weg- en water bouw. Je zou het niet durven vragen. Maar waar nemend directeur Kuipers van het SOMA- college (SOMA staat vanouds voor Stichting tot Opleiding van Machinisten voor Aanne mersbedrijven) heeft de verlangende blik al gezien. „Wilt u ook eventjes?", vraagt hij met een veelbetekenende blik in de richting van de hydraulische graafmachine. Docent Van Alphen legt uit hoe het werkt. Twee stuur- knuppels voor de graafbak, de arm van het helse ding. Met de linkerhand draait de hele machine links-om of rechts-om in het rond. Het valt niet mee met twee handen zo ge coördineerd te werken. Met een paar onge controleerde bewegingen staat de complete tientonner heen en weer te dansen. Instructeur Van Alphen maakt het gelukkig niet moeilijker dan het al is. De voetpedalen laat hij buiten beschouwing, evenals het be dienen van de rupsbanden. Om nog maar te zwijgen van de nauwgezette veiligheidsin structies en -handles die de machine kent. Het is binnen vijf minuten duidelijk dat het feilloos bedienen van dit soort machines geen sinecure is. Het duurt een jaar voordat leerlingen van de opleiding ze goed kunnen bedienen. In het tweede en derde jaar leren ze er productie mee te maken. „Als je de der dejaars bezig ziet, dat is mooi man.. Die gaan dan op vol vermogen", aldus Kuipers. „We hebben dan ook goed gemotiveerde mensen nodig", zegt hij. „Die halen uiteinde lijk de beste resultaten. Dat is bij deze oplei ding extra belangrijk omdat die zo duur is. Ga Leerlingen van het SOMA-college oefenen het bedienen van een hydraulische graafmachine. FOTO CPD Vegwerkzaamheden bij de Wijkertunnel. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER/ ROB HENDRIKS maar na: er zijn hier misschien tien leerlin gen bezig, met machines ter waarde van mil joenen guldens. En per vier leerlingen heb je een docent nodig. Dat is dus heel intensief. De gezamenlijke bedrijven in de sector stop pen dan ook veel geld in de opleiding." Motivatie Leerlingen worden pas toegelaten als tijdens irctafce-gesprekken blijkt dat ze op-en-top ge motiveerd zijn voor de opleiding, aldus Kui pers. „Meestal zijn het jongens, hoewel we nu ook een meisje op de asfaltmachine heb ben zitten. En meestal weten ze precies waar voor ze kiezen omdat ze uit families komen die al in het vak zitten." Toch komen er af en toe ook leerlingen van buiten die wereld, al dus Kuipers. „We hebben ooit een notaris zoon gehad, en ook de zoon van een pianole raar." Het steekt Kuipers dat vaak nog denigrerend wordt gesproken over de 'arbeiders' of 'bouwvalckers', terwijl de bouwers toch hoog gespecialiseerd werk verrichten zoals asfalte ren, pijpleidingen leggen of spoorlijnen aan leggen. „Het is precisiewerk. Een asfaltma- chine kost een miljoen gulden. Een hele ver antwoordelijkheid. Een walser moet goed weten wat hij doet, anders zit u mooi te hob belen in uw auto." Nacht Daar weet het asfaltteam van het Burense aannemingsbedrijf Gebr. Van Kessel alles van. De mannen van Van Kessel zijn aan het asfalteren op de snelweg A27, tussen Meer kerk en Vianen. Het werk aan de weg is te genwoordig van alle seizoenen, uitsluitend 's nachts. De asfaltploeg van Van Kessel - be staande uit een complete bemanning voor asfaltmachine, drie walsen, en aanvoerwa- gens - verzamelt zich rond een uur of acht 's avonds in de keet langs de snelweg. Het is warm binnen, de koffie dampt. Buiten raast het verkeer langs de afzettingen. Als de verkeersmaatregelen honderd pro cent in orde zijn en de veiligheid gewaar borgd, stappen Rudy van Haarlem uit Tiel en Kevin Doomerik uit Den Bosch in hun fel re flecterende oranje in de cabines van hun wal sen. De beide twintigers zijn uitzonderingen in het vak. Kevin: „Toen ik net begon, lachten mijn vrienden me wel eens uit. Niemand van mijn leeftijd voelt wat voor dit werk, het staat slecht aangeschreven: weinig slapen en altijd smerig. Maar nu zien ze ook dat ik best goed verdien. En ik merk uit hun vragen dat ze ook steeds meer letten op wat ze langs de weg zien gebeuren, nu ik in dit vak zit. Toch wel leuk." Kevin zit nu een paar maanden 'in het vak', doet mee aan het leerlingstelsel, en gaat dus een dag per week nog naar school in Ede. Maar vannacht zit hij op de wals, die hij op aanwijzingen van zijn nog maar net iets ou dere collega bedient. Rudy van Haarlem (23), volleerd walsma- chinist inmiddels, geeft duidelijk aan dat voor een privéleven weinig ruimte is. Behalve dat de baas bij nacht en ontij een beroep doet op zijn mensen voor overwerk, ook in het weekend - „We hebben een goede sfeer, daarom is iedereen tot veel bereid" - maakt het nachtwerk dat hij zijn vriendin door de week bijna niet ziet. „Als ik thuis kom, moet zij naar haar werk en andersom." 'GO infra Het nachtwerk wordt veroorzaakt door de steeds grotere drukte op de wegen, die steeds sneller toe zijn aan groot onderhoud. Er ge beurt dus steeds meer aan de weg, maar met het imago van de grond-, water- en wegen bouw zit het nog altijd niet echt goed, weet ook drs. Anneke Jeurink van de Stichting Be roepsopleidingen Weg- en waterbouw (SBW). „De sector is onbekend. En dat maakt onbe mind." De SBW is het opleidingsinstituut voor de sector, waaronder het SOMA-college in Ede en Lunteren valt. Ook de opleiding tot hijs kraanmachinist in Amerongen hoort erbij. De SBW heeft - op verzoek van het bedrijfsle ven - al enkele jaren de campagne 'Go Infra' lopen, die verder moet reiken dan alleen het kweken van animo voor het machinisten-di ploma. 'Go Infra' is vooral gericht op scholieren van basisscholen, brugklassers en straks ook de schoolverlaters in het voortgezet onder wijs. Want de grond-, water- en wegenbouw heeft niet alleen behoefte aan asfalteerders en machinisten. Vooral aan academisch ge schoolden en mensen uit het hoger beroeps onderwijs ontstaat in de komende tien jaar een schreeuwend gebrek: ingenieurs op aller lei niveau moeten Nederland een nieuw ge zicht geven. 'Go Infra' trekt - om de scholieren van nu te interesseren - met twee bussen langs de scholen, zorgt ervoor dat aannemers of ande re werkenden in de sector er speciale gastles sen geven, en zet alle zeilen bij om vooral op de langere termijn de instroom van nieuwe vakmensen te waarborgen. Tunnelen De SBW presenteert daarvoor volgende maand tijdens de Nationale Onderwijs Ten toonstelling in Utrecht een computerpro gramma, waarmee de schoolverlater zich een weg onder Nederland door kan 'tunnelen'. Bovengronds kan hij zich bij diverse infra- projecten laten informeren over het werk, over de banen en over de daarvoor benodig de opleidingen. „Het tunnelen heeft uitstraling", weet An neke Jeurink. „Zo'n computerprogramma sluit aan bij de belevingswereld van jongeren. We hopen ze op deze manier te interesseren en te laten nadenken over de mogelijkheden in onze sector. En tunnelen is natuurlijk ac tueel en wordt geassocieerd met hogere tech niek." De SBW is met 'Go Infra' inmiddels op drie niveaus actief: op basisscholen, waar kinde ren hun eigen project 'tunnelen' kunnen doen, onder begeleiding van de onderwijzer. Voor de scholieren van de brugklassen in het voortgezet onderwijs is er een simulatiespel, waarmee ze bijvoorbeeld een weg moeten aanleggen tussen de fictieve dorpen Malen- dam en Oosterberg, met inachtneming van tijdsduur, milieu-aspecten en problemen op het gebied van ruimtelijke ordening. Tot slot richt 'Go Infra' de pijlen op de schoolverlaters, te beginnen in het voorjaar en de zomer van 1997. Enigszins futuristisch is het wel, het computerprogramma waar mee de schoolverlater moet worden 'inge pakt', maar hij maakt wel kennis met vaklui in de infrastructuur: van projectingenieur tot betonstorter. De 18-jarige Patrick Huizebosch uit Drenthe heeft geen computerprogramma's nodig om te weten dat de grond-, water- en wegenbouw zo gek nog niet is: „Lekker bui ten, dat staat me wel aan. En ook altijd weer ergens anders", zegt hij. Huizebosch stamt uit een geslacht van wegenbouwers: zijn opa deed het werk, zijn vader legt spoorlijnen aan bij de NS en zijn oom heeft een eigen bedrijf. Patrick zit nu een half jaar op het SOMA-col lege en is deze middag bezig met het sleute len aan een laadschop. Behalve het bedienen ervan, moet een goede machinist het ding ook deels kunnen onderhouden, en storingen kunnen verhelpen als die zich tijdens het werk voordoen. Hoewel bij de GWW-bedrijven de nuchter heid nog de boventoon voert, laat de perso- neelsschaarste zich nu al geducht voelen. Verscheidene wegenbouwcombinaties heb ben problemen met het vinden van voldoen de werkkrachten. Vooral het vele 's nachts werken is daarvan.een oorzaak, zegt project leider Jan de Moree van het wegenbouwbe drijf Gebroeders Van Kessel „Daarom zetten we allemaal een stapje extra, zo werkt dat in ons vak." Volgens woordvoerder Linssen van Van Kes sel uit Buren, onder meer betrokken bij de bouw van het gloednieuwe verkeersplein Ou denrijn, is het voor het bedrijfsleven bijzon der moeilijk tijdig te anticiperen op de ko mende hausse in de grond- water- en wegen bouw. „Eigenlijk kunnen we er niet echt op inspelen, ook al weten we dat er veel werk op ons afkomt.". „Dat komt omdat onze bedrijfstak mis schien als geen ander ad hoe werkt. Dat ligt niet alleen aan de bedrijfstak maar ook aan de opdrachtgever, veelal de overheid. Bij ons is het personeelsbestand in de winter dertig tot veertig procent minder dan in de zomer periode. Tijdelijk zitten die mensen in de WW. Natuurlijk willen we wel graag leerover eenkomsten sluiten, maar dat gaat niet als je geen werkgaranties hebt. Als we vandaag on ze omzet met honderd man draaien, kunnen we er geen honderdtien hebben." De grond- water- en wegenbouw heeft er bovendien belangrijke concurrentie bij ge kregen nu overheden hun projecten Euro pees moeten aanbesteden en dus ook Belgi sche, Duitse of desnoods Italiaanse wegen bouwers in Nederland aan de weg kunnen komen timmeren. „Aannemers in Nederland zullen zich moeten afvragen hoe ze zich te gen die concurrentie kunnen teweerstellen, het maakt de zaak er in elk geval niet. gemak kelijker op", zegt Linssen. Toch hoeft niet te worden gewanhoopt, weet hij bijna zeker. „Er komt een buitenge wone hausse aan, zeggen ze. Eerst zien, dan geloven, zeg ik altijd maar. We hebben het al tijd op de oude vertrouwde manier gered, door gewoon alle zeilen bij te zetten als het moest. Dat gebeurde in de metaal, in de weg en waterbouw, en ook bij grote waterwerken zoals het inpolderen van het IJsselmeer en de Deltawerken. Dus zal dat nu ook wel weer zo gaan." Geld stinkt niet, moet papiergroothandel Grafisch Papier in Andelst hebben gedacht. Twee jaar geleden vroeg dit Betu wse bedrijf aan president Duisenberg van De Nederlandsche Bank of het oude bankbiljetten mocht verwerken tot briefpapier. Duisenberg vond het goed en sinds vorig jaar zomer iersturen steeds meer bedrijven hun rekeningen en aanmaningen op papier dat is vervaardigd uit oude briefjes an 10, 25, 100 en 1000 gulden. door JOH AN BOSVELD 1 lk jaar gaan er bij gelddrukkerij I Joh. Enschedé in Haarlem 140.000 kilo kapotte en verlopen bankbil jetten de verbrandingsoven in. Briefjes van 10, 25 en 100, maar ook van 1000 gulden ver dwijnen in de vlammen. Enschedé stookt er onder meer het eigen bedrijf mee warm. Doodzonde, vond de groothandel in papier Grafisch Papier in Andelst. In de Verenigde Staten had het Betuwse bedrijf gezien hoe oude dollars werden gerecycled tot briefpa pier. „Dat moest toch ook in Nederland kun nen", zegt marketingchef en produktontwik- kelaar Stefan Kirschner. Het bedrijf schreef ruim twee jaar geleden een briefje naar de toenmalige directeur van De Nederlandsche Bank, Wim Duisenberg. „Het idee om afgeschreven bankbiljetten op nieuw te gebruiken, sprak hem aan", herin nert Kirschner zich. Toch duurde heLnog tot afgelopen zomer voordat het bedrijf in An delst het groene licht kreeg voor het idee. „Bij De Nederlandsche Bank gaan ze niet over één nacht ijs." Grafisch Papier mocht af en toe een 'zak' versnipperde bankbiljetten ophalen in Haar lem. Drukker Enschedé leverde het geld in samengeperste worsten van duizenden snip pertjes. In één zak zit 600 kilo voormalig geld, oorspronkelijke waarde vele miljoenen gul Groothandel verwerkt versnipperde oude bankbiljeten tot papier dens. Medewerkers van Grafisch Papier se lecteren de geldworsten zelf op kleur. Voor een mooi resultaat moeten er verschillende kleurtjes in het eindproduct komen. Maar Grafisch Papier is een groothandel, er wordt geen papier gemaakt. Voor het ontwikkelen van nieuwe producten is het bedrijf afhanke lijk van fabrikanten. „We vonden uiteindelijk een kleine papierfabriek in Heelsüm, Schut, die voor ons aan het werk ging." Kirschner laat het resultaat zien. Briefpa pier, enveloppen en kartonnen omslagen waarin tientallen kleurrijke snippers van bankbiljetten zijn verwerkt. Aan de kleur van de snippers is te zien of ze van een briefje van 100 of van 1000 afkomstig zijn. Pecunia heet de papiersoort, naar het Latijnse woord voor geld. Bedrijven beschouwen het 'waardevol le' briefpapier als een mooi instrument om zich van collega's te onderscheiden. Kirschner ziet al jaren een tendens dat on dernemingen meer aandacht besteden aan de manier waarop ze zich presenteren. De tijd dat iedereen z'n brieven schreef op witte velletjes en ze vervolgens in witte enveloppen verstuurde, is voorbij. Ontwerpers maken overuren om bedrijven aan een nieuwe huis stijl te helpen. Het briefpapier speelt daarbij een belangrijke rol. Kirschner kan niet zeggen waarom bedrijven juist Pecunia willen ge bruiken. „Dat kan zijn omdat ze zich alleen willen onderscheiden, maar ook omdat ze het gewoon leuk vinden of omdat het idee van recycling aanspreekt." Eén ding staat echter vast: „Er is niemand die een Pecunia-brief in handen krijgt die hem meteen neerlegt. Mensen die een derge lijke brief ontvangen, vinden het een ontzet tend leuk idee. Ze kijken er naar en bewaren het papier vaak om het weer aan anderen te laten zien. De mensen herkennen het na tuurlijk ook, ze zien bijvoorbeeld een snipper van een briefje van 1000 zitten." Daarmee bereikt de nieuwe soort papier een doel waar menig pr-functionaris jaloers op is: het product is een uitstekend commu nicatiemiddel. Kirschner is niet bang dat de exclusiviteit van zijn product snel zal verdwij nen. Al zouden steeds meer bedrijven hun brieven op Pecunia schrijven dan is dat geen probleem. „Er zijn ontelbare toepassingen. Van geboortekaartjes tot kartonnen doosjes waar de juwelier zijn ringen in verpakt". Bang voor een tekort aan grondstoffen hoeft Grafisch Papier voorlopig niet te zijn. Van de 140 ton bankbiljetten die De Neder landsche Bank jaarlijks vernietigt, gebruikt het Betuwse bedrijf nog geen 2000 kilo. Al leen als na de zomer van 2002 de Nederland se bankbiljetten definitief worden vervangen door euro's verdwijnt de grondstof op den duur. Maar zelfs dan kan het bedrijf nog wel even vooruit. Op dit moment zijn er bijna 400 miljoen Nederlandse bankbiljetten in omloop. Voor dat die allemaal zijn opgestookt, gaat er nog wel een tijdje voorbij. „Bovendien moet je als bedrijf niet stilstaan. Je moet telkens nieuwe producten ontwikkelen", zegt Kirschner. Dus tegen de tijd dat De Nederlandsche Bank is 'uitverkocht', timmert Grafisch Papier wel weer met een andere papiersoort aan de weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 35