'Het is wennen,
hier op kantoor'
'Ik heb Zoeterwoude altijd met zwaard en schild verdedigd'
Leiden Regio
hunsnnsnom
Nieuwe korpschef Hollands Midden is het liefst op de 'werkvloer'
Een jong broekie was hij, net
aangetreden als inspecteur bij de
Haarlemse politie. Op die
regenachtige dag moest een
hoofdagent zich vanuit een ander
kantoor bij hem melden. Druipnat
stapte deze vijftiger van zijn scooter af
en presenteerde zich bij de toen 23-
jarige Ries Straver. Keurig volgens de
regeltjes stond hij in de houding,
precies zoals je toen hoorde om te
gaan met een meerdere. „Die man
was zo oud als mijn vader, leek op
mijn vader", zegt Straver nu.Jk dacht
direct 'zó wil ik het niet'. Dat moet
toch informeler kunnen.
Ries Straver: „In de uitbreiding liggen onze kansen."
foto henk bouwman
Geboren:
1 december 1943 Den Haag
Burgerlijke staat:
Gehuwd, drie kinderen
Woonachtig:
Vijfhuizen (Haarlemmer
meer)
Opleidingen:
HBS-A Eindhoven (1963)
Rijksinstituut Hogere Politie
ambtenaren (1966)
Nederlands recht Utrecht
(1975)
Loopbaan
1966: In dienst gemeente
politie Haarlem
1967: Chel'Verkeerstoezicht
1968: Chef Bureau Centrum
1974: Chef Surveillancedienst
1975: Projectgroep Organisa
tiestructuren
1980: ChefStaf Korpsleiding
1984: Commissaris van
Politie Haarlem
1987: Hoofdcommissaris
Haarlem
1989: Interim-korpschef
Breda
1994: KorpschefKennemer-
land
1997: Korpschef Hollands
Midden
Nevenfuncties
1975 - 1985: docent Politie
Academie
1985 - 1994: lid Raad Kinder
bescherming
1989 - heden: vz. beroeps
groep Amnesty Int.
verkort weergegeven
verkort weergegeven
„Ik heb geen moment geaarzeld.
Leiden lijkt op Haarlem. En Hol
lands Midden lijkt op Kennemer-
land." foto loek zuyderduin
Inmiddels is Marinus Albertus Straver, de nieu
we korpschef van de politie Hollands Midden,
53 jaar oud. Een lange, grijze, indrukwekkende
man. Blauwe, vriendelijke ogen. Voortdurend
trekkend aan, of spelend met zijn onafscheide
lijke pijp. „Natuurlijk, nog steeds mag iedereen
me gewoon Ries noemen", zegt hij. De afgelo
pen weken had hij het razend druk, druk met
kennismaken. Dat eerste rondje langs de dis-
trictsbureau's zal niet het laatste zijn. Straver is
van plan om ook in de toekomst vaak zijn ge
zicht te laten zien buiten het hoofdkantoor in
Leiderdorp.
Gehuwd metIrène M. Straver-Henning, ballet
lerares en tolk-vertaalster Spaans Nederlands.
We hebben drie kinderen, te weten Patricia (32),
Nathalie (22) en Remco (20) die inmiddels allen
uit huis zijn, schreef Straver in zijn curriculum
vitae. Hij komt uit een echte politiefamilie. Zijn
vader was hoofdinspecteur in Den Haag en later
commissaris in Eindhoven. Zijn dochter Natha
lie werkt eveneens bij de politie, in Zandvoort.
„Ik heb haar zelf beëdigd, dat was toch wel een
bijzondere ervaring.
De afgelopen jaren was hij vooral in het
nieuws vanwege de IRT-affaire. Volgens 'Den
Haag' moest zijn kop rollen. Maar in de vele ver
halen, die inmiddels zijn geschreven, komt Stra
ver telkens naar voren als een man, die bij zijn
eigen mensen en in andere Haarlemse kringen
bijzonder geliefd was. 'Politieman in hart en
nieren', 'man met een groot rechtvaardigheids
gevoel', 'een slimme vogpl', 'de meest integere
korpschef van allemaal', 'de geestelijke vader
van het wijkgericht denken', 'een vaderfiguur',
zijn zo van die kwalititeiten die hem worden
toegedicht.
Vele mensen zagen hem met lede ogen uit
Haarlem vertrekken en eigenlijk waren er ook
veel mensen in Hollands Midden die zich in de
handjes knepen bij het nieuws dat hij naar Lei
derdorp zou komen. De vorige korpschef, Sy-
brand van Hulst, had met grote voortvarendheid
de reorganisatie van de politie op poten gezet,
een zware klus die hij tot een goed einde bracht.
Maar de zakelijke sfeer riep nu en dan ook weer
stand op. In de wandelgangen klonk steeds va
ker de roep om 'wat meer warmte', om een per
soonlijkerbenadering.
Wennen
Straver houdt van de 'werkvloer'. „Het is wen
nen hier op dat hoofdkantoor. Het is écht een
kantoor en geen bureau. In Haarlem zat ik mid
den tussen de mensen, werden beneden de aan
giftes opgenomen", zegt hij. „Ik vind het plezie
rig om feeling te houden met het echte vak. Ik
denk dat ik maar vaak op bezoek moet gaan bij
de districtskantoren, bij de wijkbureaus." Hij
voelt zich welkom in Hollands Midden. Dat
korps stond ook hoog op zijn verlanglijstje toen
duidelijk werd dat hij als gevolg van de IRT-af-
faire weliswaar zijn politiepet niet aan de wilgen
hoefde te hangen maar dat hij wel uit Haarlem
moest vertrekken.
„Ik heb geen moment geaarzeld", zegt hij.
„Leiden lijkt op Haarlem. En Hollands Midden
lijkt op Kennemerland. Het is nog overzichtelijk.
En het is een korps met veel uitstraling, waar na
de reorganisatie sprake is van veel elan. Er is
hier duidelijk een klimaat waar vernieuwingen
mogelijk zijn. En de Randstad trekt. Per slot van
rekening kom ik uit Den Haag."
Veel woorden wil hij trouwens aan de hele af
faire rond zijn persoon niet meer vuil maken.
„Dat is voorbij, dat boek is gesloten. Ik wil me
nu op de toekomst richten", zegt hij. En al be
kent hij grif dat het zware jaren waren; stoppen
heeft hij nooit overwogen. „Nee, want ik weet
dat ik altijd naar eer en geweten heb gehan
deld."
Simpel
Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig heeft hij
overigens wél nadrukkelijk met die gedachte ge
speeld om het bijltje er bij neer te gooien. Op
verzoek van hogerhand had hij toen, samen met
andere 'coming men' als Wiarda (Utrecht) en
Nordholt (Amsterdam), zitting genomen in een
projectgroep die de organisatiestructuur van de
politie destijds moest doorlichten. De bood
schap van het drietal was even simpel als ver
bluffend. 'Alles' moest anders. Het hele systeem,
zo constateerden zij, was vastgeroest in een be
stel waarin bureaucratie hoogtij vierde. De poli
tie moest véél dichter bij de burgers komen te
staan, luidde de belangrijkste aanbeveling van
het drietal. En dat werd de troika niet in dank af
genomen.
„Op applaus behoefden we niet te rekenen",
glimlacht Straver, zijn pijp nog maar eens stop
pend. „Sterker nog, we werden voor knettergek
versleten, als gevaarlijke radicalen afgeschilderd.
Toen ik, na drie jaar, terugkeerde in het korps,
werd ik door mijn toenmalige baas min of meer
met de nek aangekeken. Ik heb drie maanden in
het strafbankje gezeten. Dacht toen: dit is het
einde. Ik moet maar iets anders gaan doen. In
organisatieadvieswerk, of zo."
De tegenwerking ten spijt vonden Ries Straver
en de zijnen langzaam maar zeker toch een
draagvlak voor de beoogde veranderingen. In
het begin van de jaren tachtig mondde dat uit in
de oprichting van de eerste wijkteams in Haar
lem, een doorbraak in de bestaande structuren.
„De resultaten waren spectaculair. In 1983
stond Haarlem derde op de lijst van onveilige
steden. Drie jaar later kwam de stad niet meer in
de top-vijftien voor. Ja, dat was louter en alleen
te danken aan de wijkteams. Het hele project is
wetenschappelijk begeleid. We waren een soort
proeftuin voor Amsterdam.
Verwondering
Over vernieuwingen bij Hollands Midden wil hij
zich nog niet te veel uitlaten.
„Ik heb veel stukken, plannen, rapporten gele
zen de laatste tijd", zegt de nieuwe korpschef.
„Ik kom een hoop dingen tegen die ik in Hol
lands Midden bewonder. En ik moet toegeven,
er zijn ook een aantal zaken waar ik me over
verwonder. Welke? Nee... Nou ja, laat ik er één
noemen. Het gebiedsgebonden, wijkgericht
werken staat al heel lang bij de uitgangspunten
voor het beleid van Hollands Midden. Maar als
je kijkt naar de invulling, dan zitten er op die
wijkbureaus te weinig mensen."
Daar komt verandering in. Hollands Midden
verkeert in de riante positie dat het korps de ko
mende jaren mag uitbreiden met zo'n 300 extra
plaatsen. „Daar liggen onze kansen", zegt Stra
ver. „Het grootste gedeelte van die extra plaat
sen gaat naar de basispolitiezorg."
Burgemeester Houdijk gaat met gerust hart met pensioen
Het mooiste moment van de bijna
zeventien jaar dat hij burgemeester
van Zoeterwoude was, beleefde A.
Houdijk vorige maand. „In één
week tijd, eind december, gebeurde
alles. Op maandag meldde de
Commissaris van de Koningin dat ik
een echte opvolger krijg, diezelfde
avond nam de Kamer het besluit
om de hogesnelheidslijn in een
tunnel onder het Groene Hart aan
te leggen en vrijdag kwam het
kabinet met de boodschap dat de
Grote Polder groen moet blijven.
Dat was een hele goede week.
Daardoor kan ik nu met een gerust
hart vertrekken. De
omstandigheden zijn nu redelijk
gunstig, hoewel niemand kan
voorspellen hoe het verder zal
lopen." Houdijk gaat op 31 januari
met pensioen. Eerder deze week
werd mevrouw M. De Sutter-
Besters benoemd tot waarnemend
burgemeester.
Het burgemeesterschap van
Houdijk in Zoeterwoude is gete
kend door jarenlange gevechten
om polders, herindelingen en
de zelfstandigheid van de ge
meente. „Toen ik in 1980
kwam, werd de Geerpolder be
dreigd door een ontgrondings
procedure. Zoetermeer wilde de
polder hebben voor zandwin
ning en waterrecreatie. De pro
cedures daarover hebben tot
1986 geduurd. Gelukkig is de
Geerpolder behouden. Een
prachtig plekje, heel romantisch
in dat dal met de dijken er om
heen."
Ook de zelfstandigheid van
Zoeterwoude stond aan het be
gin van Houdijks burgemeester
schap al op de tocht. „De pro
vincie wilde Zoeterwoude her
indelen bij de toenmalige ge
meenten Hazerswoude, Koude
kerk en Benthuizen, maar is
daar toch van afgestapt omdat
wij zelfstandig wilden büjven.
Stompwijk hadden wij wel
graag gewild, dat lag voor de
hand omdat het karakter van
dat dorp heel dicht bij de aard
van vooral Zoeterwoude-Dorp
ligt. We hebben door al die dis
cussies altijd veel te maken ge
had met wat van buiten af op
ons afkwam. We hebben hier al
tijd met een''zwaard en een
schild gestaan om de gemeente
te verdedigen. Never a dull mo
ment."
Houdijk durft nu een voor
zichtig vertrouwen uit te spre
ken. „Het vechten voor het
groene karakter van Zoeterwou
de is hier altijd een tweede na
tuur geweest. Door geluk of de
juiste inzet zijn we er altijd goed
uitgesprongen. Daarbij hebben
we de provincie vaak aan onze
kant gehad. Nu heeft de verant
woordelijke gedeputeerde een
heel andere opstelling over het
groen houden van de Grote Pol
der. Dat gaat van dik hout zaagt
men planken, maar gelukkig
hebben wij minister De Boer en
het kabinet als schutspatronen
van Zoeterwoude.
Con amore
Houdijk blijft tot het laatste mo
ment de voorzichtige politicus
die zijn gemeente tegen de boze
buitenwereld verdedigt. Hij
blijft daardoor uiterst voorzich
tig in zijn bewoordingen over
vriend en vijand. „Ook Leiden is
heel erg geporteerd van bou
wen. Dat zou kunnen suggere
ren dat wij problemen hebben
met Leiden, maar we hebben
altijd een perfecte samenwer
king gehad. Het is jammer dat
de ruimtelijke kwestie ertussen
is gekomen. Maar we hebben
con amore ingestemd met de
regionale samenwerking, niet
omdat het zwaard van de herin
deling boven ons hoofd hing."
De burgemeester kijkt met
trots naar de plattegrond van
zijn gemeente om aan te wijzen
wat in Zoeterwoude sinds zijn
komst is ontwikkeld. „Toen ik
kwam, was de Detme^sweg nog
niet geasfalteerd en stonden er
altijd files op de Noordbuurtse-
weg. Op de Miening kon je in
die tijd niet lopen of staan, dat
was echt een rampzalige toe
stand. Er is dertig jaar lang ge
sproken over de aanleg van
rijksweg 11, omdat er een vol
strekt ondraaglijke situatie was
aan de Hoge Rijndijk. Het was
daar niet te harden. De HSL
kwam ook driftig aarimarcheren
De scheidende burgemeester Houdijk: „Gelukkig hebben we minister
De Boer en het kabinet als schutspatronen van Zoeterwoude."
foto loek zuyderduin
en daar hebben we ook veel
aandacht aan besteed. We zijn
gelukkig ontsnapt, want de aan
leg van de flitsiijn langs de A4
zou een ramp zijn geweest voor
Zoetewoude."
Steun
Houdijk kan het niet laten te
benadrukken dat Zoeterwoude
niet alleen aan zijn eigen hachje
denkt. „Dat groene gebied is
niet alleen voor Zoeterwoude.
We hebben zoveel mogelijk
fietspaden aangelegd en de ker-
kepaden verbeterd, niet alleen
voor onszelf, maar ook voor
mensen uit de stad. De ruimte
lijke ordening is hier perfect ge
regeld. Dat heb ik niet bedacht,
er was hier altijd een grote zorg
voor het groen houden van het
landschap. We hebben nu de
niet aflatende steun van de re
gering nodig om de grenzen van
het Groene Hart te handhaven."
Toch moet Houdijk bekennen
dat hij moeilijke momenten
heeft gekend in Zoeterwoude.
„De eerste twee jaar had ik wo
ningbouw en personeelszaken
in mijn portefeuille en later
kwamen daar openbare werken
en milieu bij. Tot in 1990 hele
ambitieuze wethouders in het
veld traden. En dat is ook te
recht. Openbare werken hoort
ook niet in handen van de bur
gemeester, want dat is een poli
tiek gevoelige portefeuille. Dat
hoort bij uitstek in handen van
een wethouder thuis."
Die politieke gevoeligheid
bleek in 1989 tijdens een dis
cussie over het monumenten
beleid. Houdijk ontsnapte toen
ternauwernood aan een motie
van treurnis, omdat hij onjuiste
informatie zou hebben gegeven.
Een jaar later stond zijn functio
neren opnieuw ter discussie,
ditmaal omdat hij de raad zou
hebben misleid over de verbre
ding van de Nieuweweg tussen
Zoeterwoude-Dorp en de Wei
poort. „Die weg was eigenlijk te
smal en we konden hem met
provinciale steun opknappen.
Het ging denk ik allemaal te
snel, want we hadden in die tijd
heel wat om handen. Er kwam
een motie van afkeuring, maar
ik weet niet eens meer precies
waarom. In elk geval kwam een
speciale commissie tot de con
clusie dat er niks verkeerds was
gebeurd. Iedereen is dat nu al
weer vergeten, maar ik denk er
niet met plezier aan terug, dat
mag je best weten. Er was niets
verkeerd gegaan, maar de rela
tie met de raad was een paar
maanden lang niet goed."
Ook de herinnering aan de
discussie over de lage grond
prijs die Houdijk moest te beta
len voor de uitbreiding van zijn
tuin, zorgt nog altijd voor een
lichte irritatie in Houdijks stem.
„Dat was vervelend en op een
gegeven moment heb ik gezegd:
laat maar zitten. Maar het wo
nen van een burgemeester
komt heel gauw breeduit in de
publieke belangstelling. Sinds
de ambtswoningen zijn afge
schaft, is daar in allerlei ge
meenten gedoe over geweest.
Maar nu heb ik er tenminste
geen zorg over dat ik zou moe
ten verhuizen."
Bevrijding
Houdijk heeft wel eens gepro
beerd elders burgemeester te
worden. „Soms dacht ik: 'ik wil
wel naar een rustige polderge
meente'. Ik had het hier echt
naar mijn zin, want ik hoefde
me nooit te vervelen. Maar ik
heb wel eens ergens anders ge
solliciteerd. Als het dan niet
doorging, voelde ik toch wel een
zekere bevrijding. Toch is een
periode van zestien-en-een-half
jaar in één gemeente vrij lang.
Meer doorstroming zou- goed
zijn voor de burgemeester èn de
gemeente."
Houdijk en zijn vrouw heb
ben er wel eens over gedacht te
rug te gaan naar Gouda, waar
Houdijk voor zijn komst naar
Zoeterwoude wethouder was.
„Ik ben aan rand van de stad
geboren, een plattelands Gou
wenaar. Mijn vrouw is een
stads-Goudse. We hebben er
wel eens rondgekeken, maar we
willen een huis met een tuin in
de stad. We hebben ook geen
behoefte om op stel en sprong
te vertrekken. Leiden is ook een
heel aantrekkelijke stad. En
Zoeterwoude sprak me door
mijn polderjeugd vanaf het be
gin al aan."