Abortusdebat moet houvast bieden i 'Uiteindelijk geven ze altijd toe' Feiten &Meningen Chirac krijgt dreun na dreun van onderdanen Rieks Smeets slaa gewoon keertje ovs )kk£ f\ MAANDAG 20 JANUAR11997 152 Medische wetenschap maakt morele keuzes steeds moeilijker j Terug van lang weggeweest: de abortusdiscussie. Jarenlang is er niks over te doen geweest. Waar om ook? Het aantal abortussen in Nederland is laag. Zo 'n 21.000 Nederlandse vrouwen laten jaar lijks hun zwangerschap onderbreken. Dat is 6 promille van alle vruchtbare vrouwen. Anticoncep tie is algemeen geaccepteerd. Er zijn juist heel veel mensen die kinderen willen, en dus veel ge wenste kinderen. En dan is er ineens een discussie over de vraag of het niet 'te gemakkelijk' is om een abortus te krijgen. Flet debat werd aangezwengeld door de EO, die vorig jaar met behulp van een verbor gen camera probeerde te bewijzen datje zelfs voor een skivakantie een abortus kunt krijgen. Afgelopen week barstte de bom echter pas goed. In een documentaire van het tv-programma Zembla zeiden twee abortusartsen dat zij het niet hun taak vin den vrouwen op andere gedachten te bren gen. De vrouw heeft er volgens hen goed over nagedacht. Zij beslist. En de arts helpt. ,,Ook al is het omdat het buiten regent", zei abortusarts Van den Bergh. Het afgelopen weekeinde zei hij erbij dat dat een oude uit drukking uit de jaren zeventig is die aan geeft dat een vrouw niet altijd zegt wat ze bedoelt en voelt, omdat ze dat niet kan. Hoe het ook zij, de bal is aan het rollen ge bracht. Maar leidt het debat ook ergens toe? Na een lange, vaak emotionele maatschap pelijke discussie kwam in 1981 de Wet af breking zwangerschap tot stand. In die wet staat dat er sprake moet zijn van een 'nood situatie', een bedenktijd van vijf dagen en een gesprek over de keuze tot abortus. Het begrip noodsituatie werd echter niet duidelijk omschreven. Daarover was poli tiek noch maatschappelijk overeenstem ming te bereiken. Bovendien was het onbe gonnen werk om een werkbare omschrij ving te geven van de geestelijke en sociale redenen die bij een individueel persoon tot een noodsituatie leiden. De vrees is terecht dat dat nog steeds het geval is. Ook al gaan we nu op herhaling, het zal behelpen blij ven in al die individuele gevallen. Want kun je een vrouw terugsturen die onder druk van haar man een vierde dochter en wéér geen zoon een noodsitua tie vindt? Terwijl je een vrouw die in de steek gelaten door haar vriend een zwan gerschap niet aankan, wel helpt? Minister Borst (volksgezondheid) kan zich voorstel len dat een abortusarts ook die eerste vrouw helpt, hoewel de minister principieel tegen geslachtskeuzes is. Juriste Dorien Pessers daarentegen ziet de echtgenoot lie ver achter de tralies. Maar geldt dat ook voor de vriend uit het tweede voorbeeld, wiens onverantwoordelijkheid zijn vriendin in een noodtoestand brengt? Natuurlijk moeten al dat soort kerels heropgevoed worden. Maar help je als abortusarts niet als er toch nog eentje blijkt te bestaan? Ook al laat de wet ruimte voor interpretatie, het heeft geen zin om hem helemaal om te gooien. Niets wijst er op dat de 'tijdgeest' sinds begin jaren tachtig dusdanig is veran derd, dat abortus aan veel striktere of rui mere voorwaarden moet worden gebon den. Wel is het de vraag of de zorgvuldig heidseisen (vijf dagen bedenktijd, een ge sprek over draagkracht en het draagvlak van de beslissing) wel worden nageleefd. Een onderzoek van het ministerie van volksgewondheid naar de abortuspraktijk moet duidelijk maken of aan die zorgvul digheidseisen wordt voldaan. De arts kan zich volgens de wet niet aan zijn eigen ver antwoordelijkheid onttrekken met een be roep op het enkele feit dat de vrouw de zwangerschapsafbreking wenst, zoals enke le artsen in Zembla leken te doen. Van het onderzoek is overigens niet al te veel te verwachten. Stel dat de officier van justitie in actie gaat komen als artsen on voldoende hebben doorgevraagd? Moeten artsen doen wat de politiek niet lukte, na melijk de normen voor een 'noodtoestand' definiëren? Met als gevolg dat alleen vrou wen die de 'politiek correcte' antwoorden geven op de vragen van de dokter nog een abortus krijgen? Maar als artsen helemaal niks meer tegen werpen, hebben we er dan vrede mee dat zwangere vrouwen geheel op zichzelf moe ten terugvallen bij het stellen van die norm? De abortuskliniek als professioneel bedrijf, dat klinisch geheel verantwoord vruchten afdrijft, met naar behoefte een opbeurend gesprek achteraf? De conclusie dat de wet tekortschiet als het gaat om dit soort kwesties van leven en dood, is al vaker getrokken. Maar zonder wettelijke kaders kunnen we niet, al was het maar om de uitwassen te voorkomen. Daar dient de discussie zich dan ook op te rich ten. De opvattingen over abortus mogen dan sinds 1981 niet schokkend zijn gewij zigd, de medische wetenschap is wel dra matisch vooruitgegaan. En die zorgt voor extreme situaties. Al heel vroeg in een zwangerschap, ruim voor de 24ste week (de uiterste grens voor het uitvoeren van een abortus) kan tech nisch al worden vastgesteld of er grote li chamelijke of geestelijke afwijkingen bij het kind zullen zijn. Het is niet onwaarschijnlijk dat medische onderzoekers in de toekomst nog meer te weten komen over een jonge ongeboren vrucht. De kans dat daaruit di lemma's voortkomen voor de ouders neemt dus toe. Nu nog gaat het om grote afwijkin gen, maar wat te doen als in de toekomst kleinere afwijkingen kunnen worden ge constateerd? Op de echo kun je ook ziej welk geslacht het kind heeft. De kleun< de ogen niet, ook al waarschuwde CDA- der Heerma daar al voor. Het is de medische vooruitgang die toti echte morele dilemma's leidt. Wordt hp verleidelijk voor ouders om foetussend k niet perfect voldoen aan het ideaalbeeli tijdig af te drijven in de abortuskliniek? Ti Maar ook: hoe sta je ouders bij die vooi eJ moeilijke keuze komen te staan of ze« kind met een erfelijke ziekte of een and aandoening wel of niet geboren laten v u. den? Dat is geen abortus-discussie in de klas ke zin. Het gaat er niet om of je een kir,; wilt of niet. Het probleem is datje dite kind niet wilt of het niet aankunt het op H voeden, omdat je al op de echo hebtku ni nen zien wat er aan mankeert. Het is te ff pen dat de nu opgelaaide discussie ertoe leidt dat daarover een maatschappelijk P1 bat ontstaat. w De morele keuzes zullen er niet gemak ker op worden. Het is onwaarschijnlijk Vf dit soort 'noodsituaties' ooit in het kern van een wet of regeling kunnen wordei fl goten. Want mag een abortus wel alshe ongeboren kind een armpje mist, man k als alleen een handje ontbreekt? Andere tö zonder enig houvast komen vrouwen, t d( mannen en de artsen, die met het lood; di re dilemma kampen, pas echt alleen te n; staan. a2 d( DEN HAAG ANS BOUWMANS en MAURICE WILBRINK Pi Alsof hij niet meer was dan een toeschou wer aan de zijlijn klaagde president Jacques Chirac vorig jaar over het 'conservatisme' van de Fransen. Treinmachinisten en vrachtwagenchauffeurs legden het land stil en er was niets dat de president daartegen kon doen. Chirac wilde het spoorwegbedrijf sane ren, maar het personeel was tegen. Hij wil de CIC, een groep verliesgevende banken in de regio, privatiseren, maar de regio was te gen. Hij had gepland om de gigant Thomson te privatiseren, maar de bureau cratie sprak een veto uit. Zo vaak werd Chirac het afgelopen jaar knock-out geslagen, dat het voorbeeld aan stekelijk werd. Afgelopen vrijdag bezetten werknemers van Crédit Foncier, een verlies gevende bank, het hoofdkantoor. Hun eis: intrekking van het door Chiracs regering bedachte saneringsplan. Zelfs schendingen van de wet blijven on bestraft. Toen vrachtwagenchauffeurs eind vorig jaar tot verbijstering van de buurlan den half Europa ontregelden met illegale wegblokkades, nodigde Chiracs regering hen uit voor een gesprek. En het personeel van Crédit Foncier verdiende zaterdag een zelfde invitatie door hoofddirecteur Meys- sonnier in het bezette hoofdkantoor in gij zeling te nemen. Een actie die nog steeds voortduurt. Buitenlandse bedrijven en regeringen kij ken met stijgende verbazing toe hoe Chirac, wiens partij in het parlement een absolute meerderheid heeft, zijn greep op het land volkomen heeft verloren. In november vorig jaar verkocht Jacques Chirac de militair-electronische gigant Thomson voor één luizige franc aan Lagar- dère Groupe, een ander Frans concern. De verkoop werd alom gezien als een blijk van goed leiderschap. Door het huwelijk van Lagardère en Thomson zou een militair be drijf ontstaan dat zich met de grootsten ter wereld meten kon. En Lagarère zou de ver liesgevende elektronica-poot, Thomon Multimedia, gewoon overdoen aan het Ko reaanse Daewoo. Maar luttele weken later liet president Chirac zich al terugfluiten door een privati seringscommissie. Die sprak zijn veto over de transactie uit nadat het land te hoop was gelopen tegen de verkoop van Thomson Multimedia aan Daewoo. De commissie achtte het niet wenselijk dat de Koreanen een Frans bedrijf in handen zouden krijgen dat met Frans belastinggeld groot was ge worden. Dit speelde zich af anno 1996, jaar van de globalisering van de economie. Daewoo verklaarde de handelwijze, die riekte naar racisme, 'schandalig' te vinden. En toen Chirac vorige week een gezant naar Seoul zond om de zaak uit te leggen, werd de man door president Kim Young-sam op een woede-uitbarsting onthaald. Frank rijk", fulmineerde de Koraanse leider, „is ons vertrouwen niet meer waardig." Ge vreesd wordt nu dat Zuid-Korea, dat een miljardenorder heeft geplaatst voor de aan leg van een TGV-lijn, de Franse hogesnel heidstrein ook niet meer wil. Het gemak waarmee Chirac zwicht voor zijn actievoerende onderdanen is des te verbijsterender, omdat Frankrijk schreeuwt om hervormingen. Elders in Europa roept het woord 'staatsbank' slechts herinnerin gen op aan een lang vervlogen tijd, maar in het Frankrijk van Chirac moeten grote ban ken als CIC en Crédit Lyonnais nog altijd worden geprivatiseerd. Alleen die laatste al heeft een schuld van 125 miljard franc, een erfenisje van Chiracs voorganger Mitterrand, die van Crédit Lyonnais Europa's grootste bank wilde ma ken. Mitterrand plaatste een bevriende, maar onervaren prutser aan het hoofd van de bank, rustte de man uit met een cheque boek, en voila de ene desastreuze deal was nog niet gesloten of de volgende kat-in- de-zak diende zich alweer aan. Crédit Foncier, waar werknemers thans hun directeur gijzelen, herhaalde op lande lijke schaal de fouten die Crédit Lyonnais op wereldschaal maakte. De bank leende in het begin van de jaren negentig met grote ruimhartigheid kapitaal aan eenieder die maar huizen, hotels, golfbanen of winkel centra wilde kopen, geen moment besef fend dat een onroerend-goedmarkt ook wel eens kon instorten. Die markt klapte enkele jaren later inderdaad in elkaar, met als ge volg dat de bank, ooit het neusje van de zalm in Frankrijk, in 1995 een verlies boekte van ruim tien miljard franc. Chirac, ook ruimhartig, kocht de bank in december om haar voor de ondergang te behoeden. Achterliggend doel was de sane ring van Crédit Foncier door een gedeelte lijke samenvoeging met een andere bank en de afvloeiing van de helft van het personeel. Een goed plan, zo leek het. Maar dat was voordat de werknemers hun directeur in gijzeling namen. PARUS CEES VAN ZWEEDEN Bernard Bot bij het gebouw van de Nederlandse ambassade in Brussel. foto gpd phil nijhuis We moeten vooral niet denken dat pre mier Major als enige in Europa dwars ligt. Bernard Bot, de Nederlandse per manente vertegenwoordiger bij de Eu ropese Unie in Brussel, geeft bij hoge uitzondering een interview 'on the re cord'. Een opmerkelijk inkijkje in het Europese machtsspel met een belang rijke speler achter de schermen. „Er is altijd wel iemand die vervelend doet." Bernard Bot (59) geldt in Brussel als een van de best geïnformeerde Nederlan ders. Wekelijks treft hij zijn collega-am bassadeurs van de overige veertien lid staten in een vertrouwelijk overleg. In Eurospeak heet dat overleg 'Coreper'. Daar wordt de Europese agenda voorbe reid en worden de meeste besluiten voorgekookt. Ooit zei de Franse oud-mi- nister Cheysson: „Het Coreper is nog machtiger dan de Europese Commis sie". Zover wil Bot niet gaan, maar hij erkent wel dat in het Coreper de Europese tem peratuur soms beter wordt aangevoeld dan in de hoofdsteden. Zo riep zijn voorganger Nieman in 1991 al weken lang dat het Nederlandse ontwerpver drag voor een federaal Europa schip breuk zou leiden. Den Haag sloeg die waarschuwingen echter in de wind. Uit een rondreis langs de hoofdsteden was toch duidelijk gebleken dat er voldoende steun was voor het Nederlandse voor stel, zo redeneerde men daar. Maar op de beruchte Zwarte Maandag bleek dat Nieman het goed had gezien: alleen de Belgische premier Dehaene zei 'ja' tegen het Nederlandse plan. Bot was destijds secretaris-generaal op Buitenlandse Zaken in Den Haag. Hij herinnert zich de deceptie nog goed. „Het probleem was dat de Haagse politi ci die Europa hadden rondgereisd de signalen die ze kregen anders interpre teerden dan de collega's in Brussel, die toch een vrij goede antenne hebben en het hele veld kunnen overzien." Hij licht toe: „Hoe gaat dat? Je bent als minister een paar uur bij zo'n vreemde regering die zich niet onvriendelijk wil opstellen. Dus zegt men: dat is erg inte ressant wat u daar voorstelt, daar moe ten we echt nog eens op studeren. Dat betekent: eigenlijk willen we het liever niet op die manier. Als je dan conclu deert dat iedereen 'ja' heeft gezegd, kom je aan de onderhandelingstafel van een koude kermis thuis. Want daar laat men de beleefdheden varen en zegt men bik kelhard waar het op staat. Dat is precies wat er gebeurde". Bot is inmiddels van Den Haag verhuisd naar de hoogste diplomatieke post in Brussel en bezweert dat Nederland zich geen tweede keer aan dezelfde steen zal sto ten. „We hebben veel van die ervaring ge leerd. Toen hebben we hoog ingezet en zijn we lager geëindigd. Nu zetten we laag in en hopen hoog te eindi gen. Er is veel beter en uitvoeriger geconsul teerd, niet alleen naar buiten toe, maar ook binnenlands-politiek. In 1991 waè het Nederlandse voorstel voor velen een verrassing, nu kan iedereen weten waar we op afkoersen. Omdat we al anderhalf jaar aan het onderhandelen zijn, weten we bijna tot de millimeter waar we met de lidstaten aan toe zijn. De enige vraag is of men in de laatste paar weken van de onderhandelingen nog bereid is con cessies te doen. De dierbaarste kaarten houdt men nu eenmaal het langst aan de borst en die komen pas in juni tijdens doorwaakte nachten op tafel." Bot wijst er op dat de Europese rege ringsleiders en staatshoofden Nederland mooi voor het blok hebben gezet. „Wij hebben in het begin nog laten blijken dat we graag bereid waren om de herzie ning van het verdrag van Maastricht door te schuiven naar Luxemburg, mocht dat nodig zijn. Maar nee, tijdens diverse Europese toppen is steeds her haald dat de kogel in Amsterdam door de kerk moet. Dat is een probleem, want het legt een enorme prestatiedruk op het Nederlandse voorzitterschap. Terwijl wij niet kunnen bepalen of het ook lukt. Daarvoor moet je alle veertien andere lidstaten meekrijgen." Toch is de diplomaat niet pessimistisch: „Iedereen ziet de noodzaak van een nieuw verdrag en er zit nu al genoeg vlees aan de botten om een aanpassing interessant te maken. Ik zou zeggen: het is 99 procent zeker dat we in juni een Verdrag van Amsterdam hebben Voor het zover is, moet wel de Britse re gering tot meer inschikkelijkheid wor den verleid. Niemand verwacht dat dit voor de Britse verkiezingen in mei zal gebeuren. Bot tekent aan: „Het is waar dat de Conservatieve rege ring nogal wat zand in de Europese raderen strooit. Maar we moe ten niet denken dat de Britten de enigen zijn die dwarsliggen. Nogal wat lidstaten vinden het heel prettig dat Major nu de oppositie voert; dan hoeven zij het niet te doen. Het is niet zo dat veertien lidstaten dapper voortmarche- ren en dat alleen de Britten achterblij ven. Op sommige punten zijn het maar tien of twaalf regeringen die vooruitgang willen boeken". Naar een voorbeeld hoeft hij niet lang te zoeken. „Neem het gezamenlijke bui tenlandse en veiligheidsbeleid. Daar wil len we af van het vetorecht en besluit vorming met algemene stemmen. Maar de waarheid is dat de grote lidstaten op dit punt niet willen bewegen. De Fran sen liggen even dwars als de Britten, om van een paar anderen nog maar te zwij gen. De grote lidstaten blijven het toch erg prettig vinden om hun eigen buiten landse politiek te blijven voeren." Meer vooruitgang verwacht Bot in de justitie- en asielpolitiek, wat in het Ver drag van Maastricht de 'derde pijler' heet. „Dit is voor ons heel belangrijk omdat het de Europese burgers zo direct raakt. Het bestrijden van de georgani seerde misdaad, mensensmokkel, drugs handel en het reguleren van asielstro men is in ieders belang. Hier kan de zo geheten 'flexibiliteit' uitkomst bieden. Een aantal lidstaten dat op deze terrei nen verdergaand wil samenwerken, moet daarvoor de mogelijkheid krijgen." Premier Major heeft tijdens zijn bezoek aan het Catshuis laten weten dat hij op dit punt 'constructief wil meewerken. De duivel bleek echter zoals zo vaak in het detail te zitten: terug in Londen zei Major dat het Verenigd Koninkrijk wil kunnen bepalen op welke terreinen wel en geen flexibiliteit wordt toegestaan. Bot: „Dat wordt nog een groot pro bleem, want met zo'n vetorecht komt er van de hele flexibiliteit natuurlijk niets terecht. Maar hoe dan ook: links of rechtsom moeten we trachten de Britten aan boord te krijgen". Het onderhande lingsklimaat is volgens Bot sedert 1991 niet wezenlijk verslechterd. „Ik loop met enige tussenpozen al sedert de jaren zestig mee in Brussel en ik kan zeggen: er is altijd wel iemand die vervelend doet. We hebben de Fransen gehad die dwars lagen bij de Britse toetreding, de Denen die het Verdrag van Maastricht in een referendum verwierpen, de Grieken die de samenwerking met Turkije sabo teerden. Wij ontkomen niet aan de Eu roscepsis, dat is waar. Maar het is een normale reactie op elke stap voorwaarts. Mensen zijn van nature conservatief en het is aan de politici om af en toe iets uit te proberen. Ik bedoel: het heeft in En geland vijftien jaar geduurd om de me tro te kunnen aanleggen. Waarom? De dominees dachten dat je dichter bij het vagevuur kwam als je zo diep ging gra ven. Als de politici daar indertijd hun oren naar hadden laten hangen, reed men er nu nog met paard en wagen." Volgens Bot wordt het Europese project steeds weer op het allerlaatste moment gered doordat de regeringsleiders en staatshoofden beseffen dat er geen alter natief is voor verdergaande samenwer king. „Daarom geven ze uiteindelijk al tijd toe." BRUSSEL PAUL KOOPMAN CORRESPONDENT Ambassadeur Bot geeft Verdrag van Amsterdam 99 procent kans Tsjetsjenië kiest eind deze maand een nieuw ment. De verkiezingen in de seperatistische Russia deelrepubliek zijn een uitvloeisel van het vredesal- koord dat Aleksandr Lebed vorig jaar bewerkstellig De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerkingc ropa (OVSE) heeft Nederland gevraagd waarnema naar de Kaukakus te sturen. Den Haag heeft echte moeite om vrijwilligers te vinden. Leidenaar Rieks Smeets legt uit waarom hij dit keer thuis blijft. Controleren of de 'nieuwe naties' wel netjes metli kieswet omgaan. Vooral na het uiteenvallen vandt jetunie en Joegoslavië is het waarnemerschap bijn kiezingen boomingbusinessvoor landendeskundig Na missies in Georgië, Armenië en Rusland laat de Leidse wetenschapper Henricus (Rieks) Smeets de beurt nu eens aan zich voorbijgaan. De verkiezing Tsjetsjenië, zondag 27 januari, zullen ook zonder; aanwezigheid wel 'rustig' verlopen. Waarnemers moeten een oordeel vellen overhebt loop van de verkiezingen. Aan het oordeel van deO het orgaan waarvoor de waarnemers werken, word veel waarde gehecht. „Als je zegt dat de verkiezing free and fair (vrij en eerlijk, red.) verliepen, stel jed volking teleur. Die heeft met eigen ogen kunnena wat er allemaal fout ging", weet Smeets. Keurt deC 11 de gang van zaken af, dan verliest de winnende pa v elke legitimatie. „Vaak zit het geheel wel snor", aid Smeets, „maar zijn er toch kleine oneffenheden.' moet je dan zeggen?" Smeets, universitair docent vergelijkende taalwet schappen, heeft op het ministerie van buitenlands ken naam gemaakt als Oost-Europadeskundigei ervaren waarnemer van verkiezingen. Met de Tsjetsjeense stembusgang in het verschiet hebben hem nu ook weer gevraagd. „Ze bellen op en vn kun je? Daarmee is normaal de kous af." Ditmaal! Smeets (50) de beurt echter aan zich voorbijgaan Volgens een recent artikel in De Volkskrant zou wege de onzekere toestand in Tsjetsjenië nee hel gezegd. De Leidenaar werd afgeschilderd als 'toti geraar'. Zelf legt hij uit: „Ik heb alleen maar bei' dat doe ik heus wel vaker". De ene keer is er net kantie geboekt, de andere keer zit hij midden in ei tentamenperiode. „Alleen nu vind ik de situatie te plekke ook iets te gevaarlijk", verduidelijkt hij. In® cember zijn zes medewerkers van het Rode Kruisi Tjetsjenië vermoord en een paar dagen geleden een priester ontvoerd. Het waarnemerschap heeft in de beeldvorming ha sche trekjes. Iets voor stoere mannen die huis enh verlaten om het recht te do.en zegevieren. „Ach,hi wel mee. Het is niet bepaald een zeemansbestaari ontmantelt hij de sokkel waarop hij wordt geplaats Wetenschapper Smeets wordt vooral aangetrokkes door de exclusieve inkijkjes in de Oost-Europeses J] menlevingen die hij zich als waarnemer kan pei ren. Voor het voorspellen van het verkiezingsverloopi rj) Tsjetsjenië hoeft hij overigens geen glazen bolleni V raadplegen. Zo'n 350.000 Tsjetsjenen zijn de gren- gevlucht. Hun registratie in het kiesregister baart m Smeets grote zorgen. „De verkiezingen zullen was schijnlijk niet eerlijk verlopen en dat wordt dan po afgedekt", voorspelt hij. LEIDEN MARCEL SMEETS l Rl mal! J eses j - Smeets: niet naar Tsjetsjenië.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2