Sport
De kroonprins
heeft vele zonen
Jan Ullrich valt niet voor verleidingen van het succes
1996
Mark Wotte is gehecht aan Den Haag
De vrede is dichtbij. „Ik heb de overtuiging dat wij met
ADO Den Haag de strijd tegen het vandalisme gaan
winnen en naar de eredivisie promoveren". Zie en hoor
Mark Wotte, de succesvolle trainer: het is avant-garde in
het Zuiderpark.
„Zo kroonprins." Tijdens het Coaches Be
taald Voetbal Symposium over 'Het Voet
bal van de Toekomst', afgelopen zaterdag
in het Golden Tulip Palace Hotel in Brus
sel, werd Mark Wotte door vrienden en
collega's hartelijk welkom geheten. Door
Bert Jacobs 's avonds laat nog op een
barkruk, terwijl de drank overvloedig was
in de man.
Zoveel lof maakte de jonge (36) trainer
even verlegen. „Wat nou kroonprins? Wat
heb ik nou nog bewezen? Ik kom net kij
ken. Een kroonprins heeft succes behaald,
ik nog niet. Met ADO Den Haag hebben
we een periodetitel gewonnen, maar na
tuurlijk nog niet de nacompetitie of het
kampioenschap. En daar gaat het om."
Periodekampioen en koploper: HFC ADO
Den Haag lééft warempel nog. „Ik denk
dat ik geen slechte trainer ben. Bovendien
heb ik gezien wat er fout is gegaan in de
tijd van Co Adriaanse en Nol de Ruiter.
Begrijp me goed, buiten de schuld van
beiden. Daarvan heb ik geleerd. Ik wil dui
delijkheid. Twijfel is dodelijk in het voet
bal. Bovendien wil ik respect. Mijn num
mer 1 behandel ik met evenveel respect
als mijn nummer 20. We zijn nu een half
jaar onderweg en ik heb nog niet één con
flict gehad met de groep. Dat zegt-iets over
de groep, maar het zegt ook iets over mij."
De oosterling is gehecht in Den Haag. Na
achttien hectische jaren is de liefde diep
geworteld. Het Nederlands elftal werd in
1978 in Buenos Aires vice-wereldkam-
pioen en in diezelfde lange, hete zomer
reisde de jongeling uit Enschede verwach
tingsvol naar het westen, voor een studie
(aan de Haagse Academie voor Lichame
lijke Opvoeding) en een contract (bij FC
Den Haag). Van zijn ouders pa ex-voet
baller van Sportclub Enschede, ma ex-
turnster kreeg Mark Wotte mee eerst
zijn studie af te maken. Maar intussen
maakte hij in de kleedkamer van het Zui
derpark wel kennis met Aad Mansveld,
Aad Kila en Henk van Leeuwen. En die
handen heeft hij nooit meer losgelaten.
„Ik ben gepakt door het Haagse voetbal-
bolwerk. Er gebeurt hier altijd wat. Het
leeft altijd. Je hebt eenvoudig geen tijd om
in slaap te vallen. De supporters staan óf
bol van enthousiasme óf ze klagen steen
en been. Ik hou van Den Haag vanwege
die uitersten en vanwege dat eeuwige on
begrip bij de mensen: hoe kan het nou dat
het nooit meer wordt wat het vroeger was?
Bikkelhard
De technisch-directeur in het Zuiderpark,
die vorig jaar de amateurs van FC Lisse
onder zijn hoede had, staat voor een niet
geringe opgave. Hij heeft vele zonen. Niet
alleen de spelers moeten in toom worden
gehouden, ook de fanatiekste fans soms
op de tribune.
„Aan de overkant, op Midden-Noord, zit
ten meestal zo'n drieduizend man, maar
het lijkt wel of er tienduizend zitten. En
die gasten zijn bikkelhard. Ze hebben hu
mor en ze zijn creatief. Ze maken de
Haagse topscorer aller tijden, Harrie van
der Laan, weer net zo gemakkelijk met de
grond gelijk als hij hier met Cambuur
komt voetballen. Midden-Noord is een
fantastische twaalfde man, maar kom ik
jongens tegen die de belangen van de club
in gevaar brengen dan ben ik in staat om
er wat van te zeggen."
Vóór de training kreeg Mark Wotte laatst
bezoek van een jongeman die voor de
duur van vijf jaar van de club een stadion
verbod heeft opgelegd gekregen. 'Trainer',
vroeg hij, 'kun jij er wat aan doen dat mijn
stadionverbod wordt opgeheven?'. Ergens
heb ik nog sympathie ook voor zo'n jon
gen, die voor zijn club desnoods door een
muur heen loopt. Maar aan de andere
kant brengt hij door zijn gedrag natuurlijk
het voortbestaan van de club in gevaar.
Om die laatste reden moetje dus bikkel
hard zijn tegen die jongens."
„Deze voormalige supporter heeft ervoor
gezorgd dat ADO Den Haag op het ogen
blik twee punten te weinig heeft. Met nóg
zes anderen klom hij begin oktober, in de
rust van de thuiswedstrijd tegen FC Den
Bosch, over het hek. De stand was 1-1. Ze
hadden nog een rekening te vereffenen
met een paar Bosschenaren. Een akke
fietje nog van vorig jaar. Ik kom met mijn
spelers het veld op voor de tweede helft en
ik zie die ellende. Ik stuur mijn spelers er
op af om de zaak te sussen. Ik zeg: 'Jon
gens, probeer het, we moeten verder'. Ik
had dat niet moeten doen. Die supporters
bleken totaal niet voor rede vatbaar.
„Pim Langeveld heeft nog nooit suppor-
tersrellen meegemaakt. Johan Vogelaar
heeft nog nooit supportersrellen meege
maakt. Michel Groenteman heeft nog
nooit supportersrellen meegemaakt en
Dennis Iliohan ook niet. Ik had er vijf, zes
spelers bij die dachten: wat gebeurt hier
nou in ons eigen stadion? De wedstrijd
moest vijf minuten worden stilgelegd,
maar intussen waren mijn spelers zó de -
kluts kwijt, dat ze de hele tweede helft niet
meer in hun normale spel kwamen en we
de wedstrijd niet wonnen."
„Eén-één thuis tegen FC Den Bosch en
dat terwijl we thuis alles winnen. Adam,
Gentile, Lems en Valk zouden over zo'n
incident hun schouders hebben opge
haald. Maar deze eerstejaars-proces niet.
Die-schrikken ervan. En dus kostten die
zeven supporters ons twee punten."
„Ik heb dan ook geen medelijden dat die
zeven nu zwaar zijn gestraft. Supporters
moeten ervoor zorgen dat de spelers een
stapje harder lopen. Met hun twaalfde
man-functie kunnen ze wedstrijden voor
je winnen. Hun club hebben ze bena
deeld. Berouw komt na de zonde. Pas de
volgende dag, als ze nuchter zijn, realise
ren ze zich wat ze hun club hebben aan-
Maar dan is het te laat."
Crimineel
Het was een relletje, het enige dit seizoen
in het Haagse voetbalstadion. In het Zui
derpark is de vrede dichtbij.
„Met de spelers hebben we vanmiddag op
de club geluncht, samen met tien schil
ders. Tien op en top Den Haag-suppor
ters. Tien diehards. Tien kansloze jonge
ren. Zonder opleiding. Sommigen met een
crimineel verleden. De losers van de
maatschappij. Maar intussen geven ze op
vrijwillige basis voor hun club wel het hele
stadion een opknapbeurt. Ze doen het nu
al een jaar en ze móeten nog een jaar met
z'n tienen. Ze zijn er altijd, weer of geen
weer. Soms hoor ik mijn spelers na de
training wel eens klagen. Ik hoef dan maar
naar die jongens bovenop de steigers te
wijzen. Dan beseffen ze meteen weer dat
ze het mooiste beroep ter wereld heb
ben."
„Voor dit soort supporters heb ik diep res
pect. Daarom laat ik mijn spelers aan tafel
dus voor ze klappen. Het zijn jongens die
helemaal niks hebben. Die gast die naast
me zat, vroeg ik: hoe kom je nou bij Den
Haag terecht? Vroeger, op Midden-Noord,
zei hij, werd er voor de wedstrijd altijd
zo'n grote vlag gespannen. Het kleinste
jongetje moest er dan op gaan liggen en
die werd dan tot groot vermaak van ieder
een omhoog gegooid. Ze pakten hém
toen. Zes, zeven meter werd hij in de lucht
gegooid. En sindsdien is hij verslaafd aan
die club. Dat vertelt zo'n jongen en dan
laat 'ie zijn tatoeage zien op zijn schouder,
een geelgroene ooievaar van Den Haag."
„Het zijn één van de vele momenten dat
je als trainer geniet. Het is prachtig om
zulke jongens aan tafel te kunnen neerzet
ten samen met hun favoriete voetballers.
Sprakeloos kwamen ze binnen en dat ter
wijl die Haagse ratjes normaal toch niet
op hun bekkie zijn gevallen. Nu moet ik
zeggen dat ik zelf ook een wereldgroep
heb. Er zitten geen hautaine, arrogante ve
detten bij. Het zijn stuk voor stuk jongens
die beseffen dat ze gewoon wat geluk heb
ben gehad in het leven en dat ze voetbal
prof mochten worden."
Racisme
Het oog van de trainer kan ver over het
voetbalveld heen kijken. „Ik geef mijn spe
lers, als 't aan de orde is, desnoods vrij
voor een scholenproject over pesten en
racisme. Dat is goed voor hun eigen ont
wikkeling. Daar worden ze sociaal beter
van. Dan realiseren ze zich meteen weer
in welke riante positie ze zelf verkeren.
Daarvoor geef ik graag een training weg.
In het betaalde voetbal is dat vrij exceptio
neel."
'Je bent een held als je niet pest of niet aan
racisme doet'. Twee van mijn spelers
moeten daarover dan met een groep 8 van
een basisschool een discussie aangaan.
Drie kwartier praten, daarna drie kwartier
voetballen op het schoolplein. De leerlin
gen begrijpen wat er wordt bedoeld. Ze
mogen niet pesten. Natuurlijk moeten ze
lief zijn voor elkaar. Maar daarna is het tijd
voor een partijtje voetbal. En wat gebeurt
er dan? Je houdt het niet voor mogelijk. Bij
het eerste het beste duel waarbij een Turk
se jongen een Marokkaanse jongen een
schop geeft, klinkt het weer: 'vuile kole-
returk."
„Dik Heesen, mijn aanvoerder, stond erbij
en keek ernaar. Hij was stomverbaasd. Er
was niemand die er wat van zei. Zei Dik
tegen dat Marokkaantje: 'Wat zeg je nou,
joh?'. 'Ik? Ik zeg toch niks? Alleen kole-
returk, wat is daar nou verkeerd aan?'. Ze
staan er niet eens meer bij stil wat ze zeg
gen. Van een racistische lading zijn ze zich
niet bewust. Het is spreektaal geworden."
Zie en hoor Mark Wotte: „Het zijn goede
dingen die wij met ADO Den Haag op het
ogenblik aan het doen zijn. Maar goed, al
les staat of valt met die drie punten elke
week. Je kunt nog zulke mooie projecten
verzinnen, het gaat er toch om dat je het
publiek vermaakt. Maximale inzet is het
minste dat ik van mijn spelers vraag. Het
grootste gedeelte van het Haagse publiek
komt voor inzet, voor heel veel strijd en
voor drie punten. De meesten maakt het
niet uit hóe we spelen, als we maar win
nen. Dan kunnen ze weer zingen: 'Daar
hoog in de bergen, daar zit een wereld
club. Zijn naam is Den Haag en ze winnen
weerv
„Je hebt onder het publiek een doelgroep
die alleen van de techniek houdt. Je hebt
ook mensen die komen voor de onver
schrokkenheid van mannen als Theo
Laseroms, Johan Neeskens en Cor Lems
vroeger. En je hebt de neutrale toeschou
wers voor wie het allemaal niet zo veel uit
maakt wie er wint. Maar die heb je niet
zoveel meer in Den Haag. Wel is er tegen
woordig de nouveau riche, de business
man, ja, óók in Den Haag."
Multinational
„Ik heb de overtuiging dat wij met ADO
Den Haag de strijd tegen het vandalisme
gaan winnen, net als in Engeland. Chelsea
'96 of Chelsea '92 is een wereld van ver
schil en dat komt niet alleen door Gullit.
Chelsea '92 had de meest gewelddadige
aanhang van Engeland na Wimbledon.
Dat vandalisme is daar nu dood. En die
kant gaat ADO Den Haag ook op. Boven
dien gaan wij naar de eredivisie. Als je in
de eredivisie speelt, als je zoals wij het
vandalisme hebt beteugeld, als je over een
eredivisie-waardige accommodatie be
schikt en als je een jeugdopleiding hebt
die vergelijkbaar is met die van Ajax en
bovendien een achterland van 1,4 miljoen
mensen, vertel mij dan eens waarom een
multinational daar niet in zou stappen. Ik
zou een zeer teleurgesteld man zijn, in
dien die multinational zich tussen nu en
medio 1998 niet heeft aangemeld. Onze
sponsor, Ed Maas, kan best wat extra
steun gebruiken.
In de meest bizarre Tour de France van de
laatste jaren stond een talent op van wie
de kennecs verwachten dat hij 'tussen
paus' Bjarne Riis al volgend jaar opvolgt
als winnaar van 's werelds belangrijkste
wielerevenement. Zijn naam: Jan Ullrich.
Weinigen kenden de in de DDR opge
groeide renner vóór de Tour, velen vereer
den hem nadat hij als tweede in Parijs was
aangekomen. Tussen de kitsch van de
Spaanse kust bereidt de groeidiamant van
Oost-Duitse makelij zich voor op een
nieuw seizoen.
Mercedes en Marbella, ze horen al veel
langer bij elkaar dan Opst- en West-Duits-
land. Sinds mensenheugenis is de toeris
tenstad aan de Costa del Sol een verza
melplaats van Duitsers die komen laten
zien dat het hen goed gaat. Met liefst het
laatste model rijden ze een paar keer per
jaar plankgas hun ster achterna in de rich
ting van de beloofde badplaats.
Jan Ullrich uit de voormalige DDR was
pas zestien toen op 9 november 1989 de
Muur viel en sindsdien is hij wel vaker ge
confronteerd met de wijze waarop zijn
huidige landgenoten hun rijkdom etale
ren. Maar wat zich stapvoets - zodat ieder
een het goed kan bewonderen - over de
boulevard van Marbella voortbeweegt, zó
veel decadentie heeft hij zelden bij elkaar
gezien.
De verrassende nummer twee van de
Tour de France van dit jaar was een
modale DDR-burger uit een doorsnee-ge-
zin in een gemiddelde Oost-Duitse stad en
dus is hem geleerd de pronkzucht van het
Westen uit te leggen als het gevolg van een
gebrek aan morele kracht. Jan Ullrich
(Rostock, 2 december 1973) zou niet meer
terug willen naar de tijd van voor die
Wende - daarvoor is er uiteindelijk toch te
veel ten goede gekeerd - maar wie ver
wacht dat hij zijn afschuw uitspreekt over
'Het Systeem' is aan het verkeerde adres
Jan Ullrich:
Als je ervan
een sport
man op zijn
27ste op zijn
top zit dan
kan het al
leen nog be
ter gaan."
FOTO
REUTERS
bij de sensatie van de voorbije Ronde van
Frankrijk.
Hij draagt een portable telefoon in de
binnenzak van zijn trainingskloffie, een
zilveren ring door zijn linkeroor en onder
zijn linkermouw tikt een horloge van forse
afmeting. Het zijn de enige 'versiersels'.
Met zijn sobere verschijning is Jan Ullrich
een verademing tussen zijn pronkende
landgenoten.
Hij weet wat het is om met minimale
middelen te moeten rondkomen. Die er
varing leidt bij velen tot een extreem be
stedingspatroon, maar Jan Ullrich hecht
niet zo aan luxe. „Het went snel", zegt hij
terwijl hij een blik werpt op de bolides.
Ullrich zou zijn rijkdom nimmer zo ten
toonstellen, zo verzekert hij. Hij zal zijn
middenklasser nooit uitdagend tussen de
Trabantjes parkeren op het pleintje voor
zijn ouderlijk huis in Rostock. Al was het
maar uit respect voor zijn moeder die in
haar eentje haar drie zoons opvoedde.
Met zijn vader heeft de 23-jarige renner
geen enkel contact meer gehad sinds se
nior vijftien jaar geleden zijn vrouw en
drie kinderen verliet. „Ik weet niet beter
dan dat er nooit een vader was. Als ik zou
willen, zou ik hem kunnen opzoeken,
want mijn moeder weet waar hij woont.
Hij moet immers nog elke maand kinder
geld betalen. Maar ik heb er geen behoefte
aan. Ik hen gewend aan de situatie."
Hij voelt het als verraad tegenover zijn
moeder die na het vertrek van pa Ullrich
van de ene op de andere dag alleen voor
de opvoeding van haar kroost stond. „Ze
heeft dat heel goed opgepakt. Gelukkig
voor haar waren wij geen al te lastige kin
deren. We leefden voor de sport en op
school ging het ook best redelijk."
Het was een opluchting voor haar dat in
navolging van haar oudste zoon Stephan
ook Jan Ullrich mocht toetreden tot de Ju-
gend Sportschule in Berlijn, een iitstituut
waar de grootste talenten uit de DDR wer
den verzameld en uitgekristalliseerd. Hen
werd 'Ordnung en Disziplin' bijgebracht
en geen leerling die ooit tegensputterde
want het sportinstiuut was dé mogelijk
heid te vluchten uit de werkelijkheid.
„.Waarmee ik niet wil zeggen dat het leven
vóór de val van de Muur zo slecht was. Er
was zekerheid en niemand was werkloos.
We hadden precies genoeg geld om te ko
pen wat we nodig hadden."
Jan was pas negen toen hij met zijn
broer Stephan meedeed aan een bosloop
in Rostock waar niet geheel toevallig de
Oost-Duitse talentenjager Peter Sager
aanwezig was. „Hij pikte mij eruit, ik kon
meteen aardig meekomen. Later pas ben
ik aan een cyclocrossen gaan deelnemen
en dat ging meteen heel goed. Zo ben ik in
'86 naar Berlijn gegaan waar een sportop-
leiding met school werd gecombineerd."
Hoewel opgegroeid met de oude DDR-
doctrine had Ullrich geen problemen met
de veranderingen. Met zijn trainer Peter
Becker en enkele ploeggenoten uit de na
tionale ploeg vond hij onderdak in een
huis in Hamburg waar Becker de Oost-
Duitse lijn doortrok. Dat dat een juiste
keuze was bewees hij met de amateurwe
reldtitel van Ullrich in Oslo (1993).
Walter Godefroot bood hem onmiddel
lijk daarna een profcontract aan, maar Jan
Ullrich bleef nog een jaar amateur. Na zijn
derde plaats op het WK-tijdrijden op Sici
lië trad hij toe tot het Telekomteam en na
een voorzichte aanloop in 1995 begon dit
jaar de victorie in de Tour de France.
Hef gemak waarmee hij volgde in het
hooggebergte, de overwinning in de tijdrit
op de voorlaatste dag in St. Emilion waar
hij zijn kopman Riss bijna onttroonde en
de tweede plaats in het algemeen klasse
ment op slechts 1.41 sec. achter de Deen
se winnaar, beloven veel. Negentien jaar
na zijn landgenoot Didi Thurau, die in
1977 eveneens als 22-jarige vijftien dagen
de gele trui droeg, rust er weer een last op
de schouders van een jonge Duitser. Thur
au wist er geen raad mee en koos voor het
geld in plaats van te investeren in presta
ties. Hij haalde nog maar zelden het ni
veau van die Tour. Ullrich uit het armoe
dige Rostock lijkt verstandiger dan de
glamourjongen uit het rijke Frankfurt.
„De druk is er, zeker, maar ik heb al eer
der aangetoond daarmee overweg te kun
nen. Ik ben al wereldkampioen bij de
amateurs geweest en heb daarna mijn
gouden medaille waargemaakt. Veel ren
ners gaan minder trainen omdat ze den
ken dat ze er al zijn. Ik denk dat het met
Thurau ook zo was. In je kop moet het
kloppen. Ik weet best dat ik dit jaar in de
schaduw van Bjarne Riis heb kunnen rij
den. Mijn enige doel was Parijs halen. Dat
is een prettiger uitgangspositie dan van je
wordt verwacht dat je de Tour wint. De
druk lag duidelijk bij Bjarne. Ik besef dat
de situatie volgend jaar anders is. Maar,
nogmaals, ik weet om te gaan met Lei-
stungsdrück."
„Iedereen is benieuwd waartoe ik dan in
staat ben. Ikzelf eigenlijk ook. Lichamelijk
kan ik alleen nog maar sterker worden. Ik
heb mezelf nog niet kapot gefietst. Dit jaar
alleen de Tour gedaan. Als je er van uit
gaat dat een sportman op zijn 27ste op
zijn top zit dan kan het alleen nog beter
Quote van het jaar: We gaan
iets nieuws doen."
Arrestatie van het jaar: Johan V.,
alias De Hakkelaar, terwijl hij
naar Studio Sport zat te kijken,
met een bord stamppot op
schoot.
Popconcert van het jaar: Cliff
Richard tijdens een regenpauze
op Wimbledon.
Tranen van het jaar: Ronald de
Boer na Grasshoppers-Ajax.
Uitspraak van het jaar: „He
should not put his head in other
player's ass." (Edgar Davids
over bondscoach Guus Hiddink,
tegen een Duitse verslaggever na
Nederland-Zwi tserland).
Invaller van het jaar: Pierre van
Hooijdonk tijdens Wales-Neder-
land.
Invalbeurt van het jaar: Marcio
Santos tijdens Ajax-PSV.
Vervoermiddel van het jaar:
klapschaats.
Comeback van het jaar: Falko
Zandstra.
Hart van het jaar: Nwankwo
Kanu.
Hard van het jaar: Gilles de Bil
de van Anderlecht versus Krist
Porte van Eendracht Aalst.
Hardst van het jaar: Evander
Holy field versus Mike Tyson.
Striptease van het jaar: Miguel
Indurain uit het geel.
Naakst van het jaar: streakster
op centrecourt van Wimbledon
tijdens finale Krajicek-Washing-
ton.
Miskoop van het jaar: Iwan
César Gabrich.
Transfer van het jaar: de vrien
din van Ronaldo voor een jaar
salaris van 35.000gulden naar
damesvoetbalelftal van FC Bar
celona.
Blessure van.het jaar: Ellen van
Langen.
Gemiste tocht van het jaar: Elf
stedentocht.
Transplantatie van het jaar: ijs-
ti ansplantatie.
Nieuw woord van het jaar:
kwalsterkrabber.
Nutteloost gebruiksvoorwerp
van het jaar: decoder.
Gemiste penalty van het jaar:
Clarence Seedorf tegen Frank
rijk.
De afivezigste van het jaar in de
selectie van oud-internationals
voor de traditioele nieuwjaars
wedstrijd tegen Koninklijke
HFC: Edgar Davids.
Meest gehoorde verwijt van het
jaar: „De kabel zat ons dwars.
(Guus Hiddink na de opgave
van Oranje in Engeland).
Meest gehoorde verwijt van het
jaar: „De kabel zat ons dwars.
(John de Mol na de opgave van
Sport 7 in Nederland).
Sudden death van het jaar: sud
den death.
Kampioen van-het jaar: New
York Yankees.
Vangbal van het jaar: 12-jarige
Yankee-fan vangt hoge klap van
Derek Jeter voordat Tony Taras-
co van Baltimore Orioles dit kan
doen.
Fan van het jaar: Jeffrey Maier
(12, zie boven) die 'zijn'team
aan een illegale, maar toch toe
gekende homerun hielp.
Slechtste voorbeeld van het jaar:
de kroonprins (voor minder dan
de helft van zijn 'misdragingen
zou andere supporters een le
venslang stadion verbod worden
opgelegd).
Coach van het jaar: Joop Alber-
da.
Sportman van het jaar: Richard
Krajicek.
Sportvrouw van het jaar: Anna-
marie Thomas.
Sportploeg van het jaar: Neder
lands volleybalteam.
Sportelftal van het jaar: Neder
lands hockeyteam.
Sportachttal van het jaar: de
Holland acht.
Bochtentechniek van het jaar:
Jos Verstappen.
Rendabelst wegenwachtabonne
ment: zie bochtentechniek van
het jaar.
Sneeuwbui van het jaar: zondag
8 december 24.00 uur, Sport 7.
Gras van het jaarArenagras.
Gemiste kans van het jaar: Tijja-
ni Babangida voor leeg doel te
gen Grasshoppers.
Winst van het jaar: Willem van
Kooten die zijn aandelen in het
sportkanaal met 12 miljoen
winst afstond aan de wakkerste
krant van Nederland.
Vraag van het jaar: Spaart u
zegeltjes of air-miles?" (Shell-
pompbediende tegen Dennis
Bergkamp).
Geheugensteuntje van het jaar:
„Mag ik li er misschien even aan
helpen herinneren dat niet ik.
maar iets nieuws wilde?" (Jo-
rien van den Herik tijdens
KNVB-vergadering in repliek op
Jos Staatsen).