Weinig diepgang in iefdevolle biografie Boeken De kater van het onverdiende succes M LU 0 CL Poëzie is voor Kouwenaar nog altijd een ander woord voor cryptogram DAG VAN DE DODEN Opkomst en ondergang van rare kostgangers Literair eerbetoon voor zilveren Greenpeace 'Japanse' thriller van Peter Tasker verfrissend /RIJDAG 27 DECEMBER 1996 "uschinski bezorgde Nederland zijn mooiste bioscooptheater BIOGRAFIE «RECENSIE lij het schrijven van een historisch verhaal is het altijd loeilijk om het geheel niet in termen van de uitkomst te ien. Dat moet ook Henk van Gelder beseft hebben, toen ij begon aan de biografie van Abraham Tuschinski, de an oorsprong Poolse bioscoopexploitant die Nederland et mooiste filmtheater uit zijn geschiedenis bezorgde. Je unt bijna niet anders dan het leven van Tuschinski in iet licht stellen van diens dramatische einde in uschwitz, maar Van Gelder heeft die doem niet laten verheersen. Dat zou ook onrecht doen aan alles wat 'uschinski tot stand gebracht heeft, inclusief de prachtig ormgegeven bioscooptempel aan de Amsterdamse Re- uliersbreestraat. bescheiden, de loopbaan van Tuschinski als bioscooponder nemer, in een verbouwd kerkje aan de Coolvest dat heel tref fend De Hoop heette. Hoe be scheiden ook, Tuschinski zette zijn eerste onderneming (met geleend geld) meteen goed op. Het Thaliatheater spiegelde en blonk en daarmee mikte hij heel bewust op de beter gesitueer den die tot dan toe slechts hei melijk wilden toegeven dat ze ook door het nieuwe, populaire medium gefascineerd werden. Ondernemer Tuschinski werd zo één van de avontuurlijke ondernemers die de film voor een breed publiek openlegden, al was dat publiek in Nederland voor hem nooit breed genoeg. 'Terwijl wij dag aan dag vechten om de gunst het pu- 39,90. ij de geboorte van Abram leek uszynski, op 14 mei 1886 in et Poolse Brzezin, was er wei- ig dat vooruitwees naar een lanzende carrière in het Ne- erlandse bioscoopwezen. Ibram ontwikkelde zich in eer- tantie tot een bedreven leermaker, maar veel toekomst niet in deze bedrijfstak, lovendien lagen de ronselaars het Russische leger op de (Brzezin viel op dat mo- lent onder Rusland). Vandaar dat de jonge ambi- euze Tuszynski, die zijn naam iter veranderde in Tuschinski, esloot om net Is veel lotge noten naar merika te migreren. Al- ibraham Tus- hinski dat Be- )ofde Land ooit bereiken, lij bleef in lotterdam hangen, toen één de vele havensteden die een aste pleisterplaats vormden oor de eindeloze stroom land- erhuizers uit Oost-Europa. In Rotterdam ook begon, heel Nieuw jeugdboek van Bies van Ede Van bedreven kleermaker in Polen tot Jilmexploitant in Nederland bliek te houden en ons opofferin gen getroos ten, die niet evenredig zijn aan de resulta- ten. verdringt in het buiten- Jand het pu bliek zich voor de cassa', meld de hij later knorrig in zijn me moires. Hij had wel enige reden tot klagen, want Nederland was (en is nog steeds) een land met een extreèm laag bioscoopbe zoek per hoofd van de bevol king. Dat ontbreken van ware filmliefde in Nederland heeft Tuschinski er overigens nooit van weerhouden om drieste plannen te ontwikkelen. Bou wen was zijn lust en zijn leven, meldt Henk van Gelder ergens en bouwen heeft Tuschinski gedaan. Eerst in Rotterdam, waar hij uiteindelijk vier thea ters beheerde. Later ook in Am sterdam, waar hij in 1921 met de opening van het imposante Tuschinski-theater de kroon op zijn bioscoop-imperium zette. Niet slecht voor- een voormalige kleermaker die maar met moei te kon lezen en schrijven en daarom altijd een stempeltje met zijn handtekening op zak had, voor het geval er iets gete kend moest worden. Economische crisis Dat het leven van deze onder nemer in 1942 een tragisch ein de vond, is hierboven al geme moreerd. Minder bekend is dat Tuschinski het ook eerder op zakelijk vlak al moeilijk had. Niet zozeer door de antisemiti sche campagnes die in de jaren '30 tegen 'het Jodentheater Tus chinski' werden gevoerd, maar wel door de economische t die zijn projecten minder ren dabel maakte dan ze aanvanke lijk waren. Henk van Gelder heeft het le ven van de 'bioscoopkoning' met liefde opgetekend, waarbij hij weliswaar een enkele anek dote ontzenuwt (namelijk dat de latere filmproducent Samuel Goldwyn in zijn jonge jaren nog bij Tuschinski in Rotterdam ge logeerd zou hebben), maar aan de andere kant zelf ook rijkelijk met anekdotes strooit; over hoe Tuschinski een film die hij graag wilde vertonen met een pistoolschot veroverde, bij voor beeld. Diep graaft Van Gelder daarbij niet, maar het leverde wel onderhoudende lectuur op. JOKE DIEBEN - FRERICHS 'an Ede - De kat bleef zeven d Uitgeverij Leopold, 24,90 'e Haarlemse jeugdboeken- drijver (en oprecht kattenlief- ebber) Bies van Ede is een pro- uctief man. Sinds zijn overstap aar uitgeverij Leopold zijn er dat fonds alweer drie boeken n zijn hand verschenen. De itste is net uit en heet De kat leef zeven dagen. Helemaal aan et einde van dat verhaal kon- igt Van Ede in een soort na- oord aan dat-ie nog lang niet ?n zeker niet over de Felix lomesticus) is uitgeschreven: olgend jaar verschijnt onder de lel Vogels voeren z'n vierde eopold-jeugdboek. Uit datzelfde nawoord leren e, dat er in huize Van Ede naar liefst vijf muizenjagers andhopsen. Pukkie, Gijs, chorrie, Kaki en Zondag heten niet helemaal toevallig ijn dat ook de namen van het öezenvolk dat in De kat bleef zeven dagen z'n opwachting maakt. Van Ede voegt er zelfs nog^ eentje aan toe: Pippi Lang kous, een broodmager zwerver tje dat een week lang (opmerke lijk genoeg zonder dat de huis katten hem/haar een strobreed in de weg leggen!) logeert bij de tienjarige Emma en haar ou ders. Stille, kunstzinnige Emma haalt het diertje zélf in huis, maar krijgt daar al gauw spijt van. Want het is net alsof Pippi weet dat Emma een door haar pas gestorven opa gemaakte schets heeft nagetekend voor een ontwerpwedstrijd en alsof de zwerfkat daarom (namens opa de kunstschilder?) zint op wraak. Emma beleeft een paar benauwde dagen voor alles - nou ja, alles... - zich ten goede keert. De ontwerpwedstrijd die zij leek te gaan winnen wordt te elfder ure afgelast en de plots klaps spoorloos verdwenen Pip pi blijkt in een stil hoekje van de schuur voor altijd te zijn inge slapen. Emma begraaft hem, mèt haar van opa afgekeken ontwerp. En haar grafwens 'Word maar een boom' zegt ze feitelijk zowel tegen Pippi die kater van het onverdiende suc ces als tegen haar gestorven grootvader. Bies van Ede geeft het magi sche, van schuldgevoelens doortrokken denken van Emma weer in helder, beeldend proza. De kat bleef zeven dagen is een mooi, invoelbaar jeugdboek, met prachtige pré-puberale ob servaties over bij voorbeeld woorden die maar niet uit je keel willen komen: 'Een beetje vettig kleven ze aan je huig.' JEUGDBOEKEN RECENSIE Michael Morpurgo e.a. - De Regenboog krijger, een bundel verhalen ter viering van 25 jaar Greenpeace, met illustrates van onder meer Michael Foreman Uitge verij Facet, 42,50; Leo Bersee - Green peace naar Antarctica Uitgevenj Fontein, 19,90. Al vijfentwintig jaar lang zet Greenpeace zich in voor de pla neet aarde in het algemeen en bedreigde diersoorten in het bijzonder. De soms spectaculai re acties waarmee ze de aan dacht vestigen op (milieu) mis standen, wekken bewondering en doen een appèl op ieders ei gen verantwoordelijkheid ook op die van kinderen. Geen wonder dus dat er in het zilveren jubileumjaar van Greenpeace diverse jeugdboe ken verschenen zijn die het werk c.q. de idealen van de on verschrokken planeet-behoe ders in het zonnetje zetten. De dikste (en duurste) is De Regen boogkrijger, een mooi uitge voerde verhalenbundel op extra breed formaat, samengesteld door de Britse jeugdboeken schrijver Michael Morpurgo. Het boek omvat bijdragen van gerenommeerde auteurs als Anthony Horowitz, Joan Aiken, Margaret Mahy en uiteraard Morpurgo zelf. Hoe divers hun verhalen ook zijn: allemaal be nadrukken ze hoe waardevol en tegelijkertijd weerloos de wereld is waarin wij leven. Het werk van illustratoren als Quentin Blake en Michael Foreman geeft aan dit fraaie (voor)leesboek een chique uitstraling. Van een geheel andere orde is de Fontein-uitgave Greenpeace naar Antarctica, geschreven door de Castricumse onderwij zer Leo Bersee, die zelf als stuurman regelmatig meevaart op Greenpeace-missies. Zijn vlot geschreven jeugdroman is vooral een lofzang op zijn me de-actievoerders, die begin ja ren negentig met het schip Gondwana naar Antarctica voe ren om wereldwijd bekendheid te geven aan hun streven, het zuidpoolgebied om te tot Wereldnatuurpark. Hoofdpersoon van Bersee's boek is de 12-jarige IJmuide- naar Paul die zó gegrepen is door de Greenpeace-idealen, dat hij in de sluizen van IJmui- den aan boord van de Gondwa na glipt en als verstekeling mee uitvaart. Uiteindelijk mag on dernemende Paul als een soort 'jeugd verslaggever' meereizen en maakt zo de succesvolle ac ties in Antarctica van nabij mee. En aan het einde van zijn avon tuurlijke reis weet deze moder ne Scheepsjongen van Bonte koe het zéker: na de MAVO gaat hij naar de zeevaartschool, zo dat hij in de toekomst als vol waardig bemanningslid nog ve le Greenpeace-reizen kan mee maken. LU POEZIE RECENSIE HANS WARREN/GPD Gernt Kouwenaar - De tijd staat open. Uitgevenj Quendo Prijs 35,00. Gerrit Kouwenaar (73) staat nog altijd bij menigeen bekend als de dichter die taal en werkelijkheid zo dicht mo gelijk bij elkaar wil brengen. Dat stre ven leidde tot star werk: het gedicht moest een ding worden, kil en geslo ten, onaantastbaar en ontoegankelijk. Sinds zijn verzamelbundel Gedichten 1948-1978 is zijn poëzie echter van karakter veranderd. Leven en dood werden tot zijn werk toegelaten. Inti miteit, warmte en betrokkenheid mochten weer. Dat de dichter minder streng is dan in het verleden, blijkt ook uit zijn nieuwe bundel De tijd staat open. Er zijn een paar mooie gedichten in het boek te vinden: over de kringloop van al het bestaande, over de ouderdom, over wat de tijd met je doet. Maar ik kreeg meer en meer de indruk dat Kouwenaar opzettelijk het raadsel vergroot. Hij grijpt wel erg gemakke lijk, om niet te zeggen gemakzuchtig, naar de trefwoorden van zijn vroegere werk: vlees, eten, taal. En niet zelden maakt hij er zich met een foefje vanaf. Een wending als 'op het erf kijkt een blinde zich doof kan ik tenminste niet anders duiden. Zelfs in het hierbij afgedrukte Dag van de doden het verstaanbaarste gedicht uit de bundel maakt hij het zijn publiek nodeloos moeilijk. Hij schreef het op verzoek van het Natio naal Comité 4 en 5 mei en het werd dit jaar voorgelezen bij de dodenher denking. Welke toehoorder zou in de ze doolhof van taal de uitgang hebben gevonden? De eerste strofe kun je in al z'n om slachtigheid letterlijk nemen: dit gele genheidsgedicht ontstond blijkbaar op een winterse dag. Het vervolg is ook vrij eenvoudig te ontwarren: nu de woorden worden voorgelezen, valt er figuurlijk gesproken sneeuw. Het gaat om maar niet wil smelten', zoals het ver derop heet, zoiets als onze herinne ringen aan degenen die worden her dacht. Maar dan krijg je zo'n typisch Kouwenaar-zin, een ingewikkelde grammaticale knoop. Er staat dus niet: 'vandaag horen de woorden de stilte te bezweren'. Nee, in deze dicht regel is 'vandaag' het onderwerp. 'Vandaag' is de luisteraar die merkt dat de stilte door de woorden bezwo ren zou moeten worden. Aan het slot wordt duidelijk dat zo'n poging vergeefs is: de doden ko men niet meer tot leven en de zwarte bladzijden gaan niet uit de geschiede nis weg. Maar vóór die conclusie wordt bereikt, moet de lezer nog met heel wat regels worstelen die weinig overbrengen, maar je wel naar een gebruiksaanwijzing doen verlangen. Is poëzie volgens Gerrit Kouwenaar toch nog altijd een ander woord voor cryptogram? zij schreven vandaag, maar nu zij zich spreken sneeuwt het nog steeds op een doodstille stad vandaag hoort de woorden de stilte bezweren alsof de tijd ooit te stillen was 'i zich bij onteigende namen zij willen wat doodzwijgt verstaanbaar maken en roepen omlaag en omhoog in een gat en spellen de sneeuw die mpar niet wil smelten op voorjaarsbloemen en monumenten op vuilnisbelten en vazen met as de witte stilte wordt gaandeweg grijzer en wat de woorden ook willen ontzwijgen de doden zijn dood, de bladzij is zwart Droogkomische novellen van P.F. Thomése Abraham Tuschinski zette in 1921 met de opening van het in Art Déco-stijl gebouwde Tuschinski-theater aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam de kroon op zijn bioscoop-imperium. archieffoto Verhalenbundel en avontuurlijke jeugdroman P.F. (Frans) Thomése: mees terlijk in het be schrijven van de sfeer van de han gerigheid rond sluitingstijd. LITERATUUR RECENSIE engel' Uitgevenj Querido. Prijs: 29,90 Frans Thomése houdt van vast gelopen typen. Hij is gespeciali seerd in karakters, die niets dy namisch meer hebben en nog wat door sukkelen in een be- al ver over zijn hoog tepunt heen is. In zijn verhalen heerst daarom de sfeer van de hangerigheid rond sluitingstijd. Twee recente humoristische novellen, gebundeld in Haagse liefde 8e De vieze engel bevesti gen zijn meesterschap op dit punt. Thomése was in 1991 met zijn verhalenbundel Zuidland onder de genomineerden voor de AKO-literatuurprijs een vol strekte buitenstaander. Prompt won hij de prijs. Een debutant, die meteen zo in de prijzen valt, té enigszins te beklagen. Maar Thomése heeft zich niet dood laten knuffelen. Hij is blijven schrijven wat hij leuk vindt. Zijn roman Heldenjaren, over de chaos van een studentenle ven, viel tegen. Misschien kwam dat wel omdat deze roman te dicht bij het eigen leven van de schrijver stond. Met Haagse lief de 8e De vieze engel neemt Thomése weer gepaste afstand van zijn personages. Dat is maar goed ook, want in deze twee novellen komen rare kost gangers voor. Hoofdpersoon in Haagse lief de is de verzekeringsagent Van Poel van Avezaath. Een schuwe man, die tegen zijn pensioen aanzit. Om hem heen stoomt de nieuwe generatie verzekerings agenten op. Hij bijt zich vast in punctualiteit en vlijt. Er is geen schadegeval of hij vlooit de toe dracht na. Niks laat hij op zijn beloop. Want zo is Van Poel van Avezaath: een man die nog weet Jammer voor hem ziet nie mand anders deze voortreffelij ke eigenschappen. Hij wordt links en rechts gepasseerd en zijn collega's vinden hem een beetje uit de tijd. Van Poel van Avezaath is de typische onder geschikte, de vlijtige sukkel, die zijn leven heeft gewijd aan een volstrekt onbeduidende be- staansvervulling. Het huwelijkse leven van deze klerk is voorts niet beter dan het laffe andijvie- papje dat hij 's avonds krijgt voorgezet. Tot zover een kleine sfeerte kening. Die komt rechtstreeks uit de traditie van Elsschot. Een beetje karikaturaal is Thomése hier overigens wel. Dat al te makkelijke wordt overigens weer gecompenseerd door de journalistieke ijver waarmee hij de binnenkant van een verzeke ringsmaatschappij laat zien. Met haar afdelingen Leven (le vensverzekeringen), Schade en Calamiteiten maakt de schrijver er bijna iets allegorisch van. Zijn stijl is daarbij navenant droog komisch. Op een goede dag raakt Van Poel van Avezaath geobsedeerd door de dood van een verzeker de. Het betreft een nog jonge vrouw. Met terugwerkende kracht wordt de klerk verliefd op haar. Hij realiseert zich dat zij ook zijn vrouw had kunnen zijn. Zo wordt de overledene het symbool voor alle gemiste kan sen uit zijn verleden. Het ver haal ontwikkelt zich stormach tig. De saaie, emotieloze klerk komt tot een Grote Daad. Maar die leidt inmiddels nergens meer toe. Voor Van Poel van Avezaath eindigt alles even on beduidend als het verhaal be gon. Verbeelding Nog komischer, maar als ver haal zelf misschien wat minder evenwichtig, is de tweede no velle De vieze engel. De verbeel ding is hier echt glansrijk aan het werk geweest. Hoofdper soon uit dit verhaal is een res taurateur van oude, barokke plafonds. Ook hij leidt een on beduidend, uitgeblust leven, totdat er zich op een dag een sjofele meneer meldt, die zegt zijn beschermengel te zijn. Deze 'engel' slaagt er in bij de restaurateur een vonk aan te blazen, die uiteindelijk leidt tot laaiend artistiek vuur. Aan het eind van zijn actieve bestaan wordt de restaurateur van een eenvoudig, doch eerlijk am bachtsman tot een kunstenaar. Hij begint zelf engelen te pro duceren, dezelfde die hij in de loop van zijn leven op talloze plafonds heeft moeten restaure ren. Als een ware Rubens schenkt hij leven aan de ene na de andere vlezige gestalte. Zijn Maar ook hier gaat het fout. En hoe. Er is geen sprake van een beslissende wending in een middelmatig leven. Alles valt ten slotte weer terug in het ou de patroon. Succes, roem, hartstocht, liefde, ach, het zijn druppels die weer verdwijnen in een zee van alledaagse misluk- king. Meesterlijk verteller, die Thomése. Nu Hotz uitgeschre ven lijkt, zou Frans Thomése wel eens een waardige opvolger van hem kunnen worden. THRILLER «RECENSIE analist en Japankenner voor een smeuïg verhaal. Daarin staan een dubieuze sekte die erg veel lijkt op een bij voorbeeld in Duitsland zeer omstreden kerkgenootschap een compleet nieuw verdovend middel en ingenieus gerommel met aandelen, bedrijven, inves teringen en grote bankkredieten centraal. Hoofdpersonen zijn de morsi ge privé-detective Mori, de am- bitieuze Britse bedrijfsonder- zoeker Richard Mitchell en diens raadselachtige baas Ya- zawa, sekteleider O no en Sneeuwvogel de albino-top man van de yakuza (Japanse maffia). Hoewel Mori, Mitchell en Yazawa niet uitgesproken en -gedacht lijken over 'seks op z'n Japans', is het net als het geweld een goed gedoseerd sfeerele ment in Boeddhakus Na een spectaculaire ont snapping vanaf een eiland valt de afsluiting iets tegen. Ander zijds is dit einde zo goed gecon strueerd en hebben de karakters dermate veel, inhoud, dat een even goed vervolg in het ver schiet ligt. Bovendien maakt de ze thriller nieuwsgierig naar Taskers debuut Silent Thunder, dat (nog) niet in het Nederlands is vertaald. ARNO RUITENBEEK/GPD Peter Tasker - Boeddhakus Uitgeverij De Boekerij Prijs: 39,90 Boeddhakus is om veel redenen een verfrissende, overtuigende thriller. Peter Tasker koos als decor nu eens niet voor de VS, Groot-Brittannië of Rusland, maar voor Japan. Na de schier eindeloze stroom 'legal thrillers' is het een opluchting om in zijn boek geen rechters, officieren van justitie en advocaten tegen te komen. Seriemoordenaars en politiemensen zijn bij Tasker ook afwezig. De intrige is origi neel en de spanning zorgvuldig opgebouwd. De denkwijze, cultuur en sa menleving van landen als China en Japan blijven voor eenvoudi ge stervelingen uit het Westen iets mysterieus houden. Mi chael Crichton en John Tren- haile voelden dat al aan en schreven er enkele, soms fraaie thrillers over. Toch bleef het Land van de Rijzende Zon een vrijwel onont gonnen gebied in het genre. De in Japan gevestigde Britse jour nalist Peter Tasker haalt die achterstand in. Hij gebruikte zijn achtergrond als financieel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 19