'Annie was de beste' Quink serveert harde kerstbollen 'Musica ad Rhenum liegt Cultuur&Kunst Echte Leidenaar Nieuwe opera over Reinaert ruig drama Schwab in goede handen bij Boermans Verdi's 'Un ballo in maschera' naar Den Haag Opnieuw Prix des Ambassadeurs den haag De Prix des .Ambassadeurs wordt nieuw leven inge blazen. De boekenprijs van buitenlandse ambassadeurs in Den Haag werd vier jaar geleden voor het laatst toegekend. In januari maakt één van de drie genomineerde Nederlandse schrijvers weer kans op 10.000 gulden. De jury zal de onderscheiding voortaan jaarlijks toekennen aan fictie of non-fictie. De juryle den kiezen volgend jaar uit non-fictie: Sterven op drift. Over doodsverlangen en onmacht (B.E. Chabot), De vloek van Oeso- vo. Een dorpsgeschiedenis van Rusland (R. van der Heijden) en Onzalig Jeruzalem (Marcel Kurpershoek). Jazzmuzikant Ronnie Scott overleden londen De Britse jazzmuzikant Ronnie Scott, wiens club in Londen het Britse podium bij uitstek voor moderne jazz was, is op 69-jarige leeftijd overleden. De tenorsaxofonist stortte maan dagavond in zijn woning in Chelsea in en overleed ter plekke. Een doodsoorzaak iS niet bekend. Scott werd geboren in de Lon- dense achterbuurt East End. Vanaf zijn zestiende speelde Scott professioneel muziek. In de jaren veertig zat hij in de destijds populaire Ted Heath Dance Band. Na een bezoek aan New York in 1959 opende hij zijn Ronnie Scott's Club in Soho, die al snel uitgroeide tot de plek in Londen waar iedere liefhebber van mo derne jazz moest zijn. Jaarlijks feest voor 'Sint' Godfried utrecht Op 22 december wordt voortaan een nieuwe feestdag gevierd ter ere van de schrijver Godfried Bomans: Sint Godfried. „Godfried zou dit geweldig hebben gevonden," aldus Michel van der Plas, biograaf van de jonge Bomans (hij beschreef zijn leven van 1913 tot 1945). „Een studiedag, helemaal aan hem ge wijd." Er zijn in Nederland zo'n 200 fervente Bomans aanhan gers. AndréBreedland met eerbetoon aan Annie M.G. Schmidt Eén ding staat voor hem als een paal boven water: ,,Ik word geen Annie M.G. Schmidt-specialist. Ik wil niet tot in lengte van dagen betrokken raken bij het sa menstellen van cd's of het maken van boeken op ba sis van het repertoire van één van mijn favoriete schrijvers." Maar juist zijn enorme kennis over de in mei 1995 overleden Neder landse schrijfster was voor producent Joop van den Ende reden André Breed land te benaderen voor een voorstelling over Annie Schmidt. recensie li dy van der spek Quink Vocaal Ensemble: Machteld van Woerden (sopraan), Marjolein Koetsier (Sopraan), Corrie Pronk (alt), Harry van ne (tenor), Kees Jan de Koning (bas). Gehoord: 26/12, Stadsgehoorzaal, Leiden. Quink moet zich presenteren met 20ste eeuws repertoire. Zestiende eeuwse componisten als Palestrina, Byrd of Tallis zijn beduidend beter af bij Paul van Nevels kamerkoor. Waar Van Nevel gewichtsloze, transparan te, veelkleurige zeepbellen to daar bakt Quink ongenu anceerde, hard getinte nikkelen kerstbollen. Slechts de laatste aangehouden tonen krijgen die i doorleefde klankeenheid het hele motet recht op heeft. Het lijkt me onmogelijk dat Quink in deze keuze van 'internationale allure' is, zoals zelf in het programmaboekje verkondigen. Na de pauze wordt het een heel ander verhaal. Negatieve datails werken nu in hun voor deel. De doordringende altstem hier functioneel, de heldere, metalige eerste sopraan effectief en de (verkouden) tweede so praan leunt daar warm en pret tig tegenaan. De tenor maakt de mooiste stembuigingen en is zelfs in staat om volkomen on verwacht Louis Armstrong in de arm te nemen. De bas laat de melodie zijn natuurlijke gang gaan, is in elke carol (óók in de 16e eeuwse motetten overigens) heel soepel en glansrijk aanwe zig. Quink blijkt na de pauze zeer professioneel, Quink over tuigt. De drie carols van Benjamin Britten zijn van een superieure kwaliteit. Prachtige nét even wrikkende harmonieën in 'A boy was bom'. Zangerige melo dieën, die met een golvende duik verglijden in de volgende zin, in 'A shepherds carol'. Beel dende, sfeerrijke contrasten in 'A Wealdentrio'. De calypso swingt, 'Follow the star' is van een buitenaardse schoonheid, de stemmen zwe ven, de close-harmonieën zijn als vloeibare honing. Quink schittert van buiten, èn van bin- 'Hoera! We zijn normaal' luidt de titel van een compilatie-pro gramma waarvoor Breedland (36) rijkelijk putte uit het enor me oeuvre dat de schrijfster heeft nagelaten. Dinsdag 7 ja nuari is de voorstelling te zien in de Leidse schouwburg. Gedichten, cabaretteksten, liedjes, radio- en televisieseries, musicals, toneelstukken, kin derboeken, columns. Het is on voorstelbaar hoeveel Annie Schmidt heeft geschreven tus sen haar 35e en 84e levensjaar. „Ik denk dat zij, samen met Guus Vleugel, de beste was in haar genre", vertelt Breedland. „Ze kon op een heel directe ma nier de mensen aanspreken via haar teksten. Jan Boerstoel en Ivo de Wijs, die ook beschikken over bijzondere talenten, heb ben dat toch iets minder." „Wat altijd zal meespelen, is dat veel van haar werk in de op voeding zit. Ik heb hele vage herinneringen aan de tijd van 'Ja zuster, nee zuster'. En op de lagere school leerde ik liedjes zingen die Annie Schmidt had geschreven. Mijn allereerste plaatje was van Ibbeltje, een hoorspel van haar hand. Dat plaatje heb ik gelukkig nog steeds. Bij het samenstellen van 'Hoera! We zijn normaal' werd ik opnieuw verrast door het on gelofelijk grote -oeuvre dat zij heeft achtergelaten. Twee maanden lang stortte Breedland zich in die overvloed. „Ik heb alles gelezen wat ik te pakken kon krijgen. Al dat ma teriaal is haast publiek eigen dom. Wat mij opviel, is dat vooral de liedjes zijn gebleven. Ik heb geprobeerd om aan de hand van die liedjes een over zicht te geven van wat zij alle- André Breedveld: „De show heeft mijn kleur, maar ze blijft honderd procent Annie Schmidt." maal gedaan heeft, zonder er een documentaire van te willen maken. Daarnaast wilde ik voorkomen dat het een nostal gisch programma zou worden; dat gevaar is namelijk bijzonder groot." Op niveau „Wat mij ook opviel, was dat drie generaties zijn opgegroeid met Annie Schmidt. Die genera ties voer ik ten tonele. Ik laat zien hoe ze met elkaar omgaan en hoe ze tegen het leven aan kijken. Annie Schmidt is daar in de loop van de vijftig jaar dat ze schreef ook zelf in geëvalueerd; toen ze dertig was schreef ze anders dan toen ze tachtig was. Dat is ook heel logisch. Het bij zondere is, dat de kwaliteit van haar werk altijd op niveau is ge bleven. Je kunt bij haar niet zeg gen: dat was haar top-periode en dét waren haar mindere tij den." De liedjes staan dus centraal. Om te voorkomen dat het een soort van 'het beste van...' pro gramma zou worden, verwerkte Breedland ook dialogen in de voorstelling. „De show heeft mijn kleur, maar ze blijft hon derd procent Annie Schmidt. Ik ben niet de schrijver, maar de samensteller van de voorstel ling. Alle teksten zijn afkomstig uit het werk van Annie. Ik heb er geen woord of zin tussenge- plakt die niet van haar is. De ge sproken teksten vormen als het ware het cement zodat er toch een verhaal wordt verteld. „Nee, het samenstellen van de voorstelling was geen lij densweg. Integendeel. Het ma ken van dit programma was een wonderlijke periode: je zit con tinu boeken te lezen en platen te draaien van één van je favo riete sdirijvers en dan mag je ook nog zeggen dat je werkt. Dat maak je niet zo vaak mee. Het was wèl moeilijk. Je bent bezig met het materiaal van ie mand die niet meer leeft. Dus moet je uitgaan van je eigen smaak. Ik ben benieuwd of mensen liedjes zullen missen. Natuurlijk ontbreken er. Vaak omdat ze niet pasten binnen het kader van deze voorstel ling." Kinderachtig Breedland heeft Annie Schmidt nooit persoonlijk ontmoet. „Ik zag haar jaren geleden over het Leidseplein lopen richting de schouwburg. Toen kreeg ik dat kinderachtige gevoel over me van: 'hé, dat is ze'. Ik ben haar even een stukje achterna gelo pen. Nu ik dit zo vertel, weet ik niet eens helemaal zeker of ze het ook daadwerkelijk was. Mijn bewondering voor haar gaat niet zo ver dat ik graag met haar had willen praten over deze voorstelling. Ik kan ook niet in schatten of zij ze goed zou vin den." „Ik ben zorgvuldig geweest met haar teksten, juist omdat haar oeuvre publiek eigendom is. Ik heb het script naar Flip van Duyn, Annie's zoon, ge stuurd. Hij zei dat ik teveel ont zag had voor de teksten en dat ik best hier en daar mocht kap pen. Die vrijheid heb ik me uit eindelijk ook veroorloofd. In de zin van dat ik namen heb aan gepast. Want wie weet tegen woordig nog wie Van der Louw is? Annie Schmidt paste haar teksten overigens ook aan als dat nodig was. Toch ben ik daar heel zorgvuldig in geweest. Om dat ik me niet kan verplaatsen in iemand anders. Dus kun je alleen maar hopen dat je het goed hebt gedaan. Vandaar ook die zorgvuldigheid. Speciaal voor 'Hoera! We zijn normaal' zijn zeven gedichten van Annie Schmidt op muziek gezet door componisten als Joop Stokkermans, Ruud Bos, der Linden Bert óp cle hoek van de heringerichte Beestenmarkt met cle Nieuwe Beestenmarkt staat Hotel- Café 'The Rose'. De graffiti op de eens witte muur aan cle kant van de Nieuwe Beestenmarkt geeft The Rose een wat verpau perd aan- Rechtsbo- ven de graf fiti bevindt wel een prachtige en kleurige ge velsteen. Op de steen gers met reusachtige druiven- Daaronder de tekst: 'INT. LAT. VANBE LOFTEN - INDE. NIE- VESTADT'. Volgens de nu vigeren de spelling: in het land van belofte - in de nieuwe stad. Het inschrift herinnert aan de door landmeter Jan Pietersz. Dou ontworpen stadsuitleg van 1611. Ed Taverne gebruikte in 1978 dit inschrift als titel voor zijn magistrale boek over de ruimtelijke ontwikkeling van Hollandse steden zoals Leiden in de jaren 1580-1680. Deze maand was cle gevelsteen op nieuw de bron van inspiratie voor een boektitel. In het nieuwe boek van de Dirk vah Eck-Stichting staan echter niet de gebouwen cen traal, maar de mensen. Dit blijkt al uit de volledige titel: 'In de nieuwe stad, nieuwkomers in Leiden, 1200-2000'. Verschillen- laten zien hoe door i heen vreemdelingen, onder wie veel vluchtelingen, naar Leiden kwamen, deel gin gen uitmaken van de Leidse sa menleving en wezenlijk bijdroe gen aan de welvaart van de stad. Zij of anders wel hun na zaten werden echte Leidenaars. Kenmerkend voor een echte stad is de bonte verscheidenheid van mensen die er wonen, wer ken en leven. (Hierin verschilt een stad essentieel van een dorp). Hoe groter de verschei denheid aan mensen is, des te interessanter en aantrekkelijker is de stad. In een bijlage van 'In de nieu we stad' kunnen we zien clat Lei den per 1 juli 1996 mensen van 123 nationaliteiten herbergde. Het percentage niet-Neclerlan- ders (7,7 procen t) is in vergelij king met andere Nederlandse steden aan de lage kant. Het the ma van de integratie van nieuwkomers is ook voor Leiden actueel. In zijn voorwoord bij het boek spreekt wethouder Jan Laurier zijn zorg erover uit, dat het voor nieuwko- van de Leidse sa menleving deel te gaan uit maken. Om een echte Lei denaar te worden, doet het er niet toe je bent. Dat kan in Addis Abeba, Ankara, Antwepen of zelfs, zoals bij Cees Goe- koop blijkt, in Amsterdam zijn. Uiteraard is het gemakkelijker om je een ech te Leidenaar te voelen, als je in Leiden geboren bent. Hoeveel van de huidige inwoners van Leiden zijn ook in Leiden gebo ren? Hij en zij clie zich thuis voe len in de stad, meeleven met het wel en wee van de stad, zich er geren aan de stad maar er voor al trots op zijn; dat zijn de echte Leiclenaren. De fascinatie door en liefde voor een stad is niet aan grenzen gebonden. Ook wie buiten de Leidse stadsgrenzen woont, kan en mag zich een ech te Leidenaar voelen. Verknochtheid aan Leiden houdt niet het loslaten van die aan andere steden in. Cees Goe- koop mag zich ook Amsterdam mer blijven voelen. Het zich wel of niet echte Lei denaar voelen, ligt in het hart van de mensen. Iedere nieuwko mer kan het gegeven zijn, een echte Leidenaar te worden. Een voorwaarde is natuurlijk wel, dat de Leidenaars ruimte voor integratie geven, zoals het echte stedelingen betaamt. Leiden profileert zich als 'Leiden, Stad van Vluchtelingen' en zal vol gend jaar 'Stad van Culturen' zijn. Het jaar 1997 kan daarmee ook het jaar van vele nieuwe echte Leidenaars worden. Zo bezien kan het ook een ie der gegeven zijn, zich een echte Leidenaar te voelen. Een voor waarde is natuurlijk wel, dat andere Leidenaren ruimte voor integratie geven, zoals echte ste delingen betaamt. Muziekgroep zou ten onrechte ontdekking muziekstuk claimen Het Utrechtse muziekensemble Musica ad Rhenum zou ten on rechte de vondst van een bij zonder muziekstuk uit de 18e eeuw. hebben geclaimd: 'Kerst- muziek 1796' van de Leidse componist Christian Friedrich Ruppe. Dit werk presenteerde Musica ad Rhenum vorige week in de Nicolaïkerk in Utrecht als een 20e eeuwse première van een stuk dat zij zelf zouden hebben herontdekt. Sander den Haan, die de 'Kerstmuziek 1796' al in 1987 onder het stof vandaan heeft gehaald, voelt zich ernstig be nadeeld door het ensemble. „Musica ad Rhenum liegt en is met de eer gaan strijken van werk waaraan wij jaren zijn be zig geweest", zegt archivaris Sander den Haan. Musica ad Rhenum geeft toe dat de naam van de onderzoeker vermeld had moeten worden in het pro grammaboekje, maar vindt het verder terecht dat het werkt als een eigen vondst is gepresen teerd. In 1987 kreeg Den Haan, toen werkzaam bij het Gemeentear chief in Leiden, opdracht van een oude Leidse liefdadigheids instelling om 65 meter archief te ordenen waarin documenten van de veertiende tot de twin tigste eeuw waren onderge bracht. Tijdens zijn werkzaam heden stuitte Den Haan op een dik pak muziekpartijen van de Leidse componist Christian Friedrich Ruppe (1753-1826). Daarbij zat ook de Kerstmuziek 1796. Een bijzondere vondst, waar mee een stukje Leidse geschie denis weer tot leven kwam: de Kerstmuziek 1796 was het eer ste en grootste werk waarmee het Leidse weeskinderkoor, waarvoor het was geschreven, in de openbaarheid trad. In 1990 werd het stuk uitgevoerd door een Leids ad hoc-ensem- ble onder leiding van Henk Briër. Den Haans onderzoekscolle- ga, de Haagse componist Peter Kann, zorgde dat het muziek stuk bij het Haags Gemeente museum op microfiche werd gezet. Daar is het aangetroffen door Jed Wentz, muzikaal leider van Musica ad Rhenum. Volgens Norbert Kunst, zake lijk leider van Musica- ad Rhe num, treft hem en zijn gezel schap geen enkele blaam. „Jed Wentz is in de bibiotheek in Den Haag op de microfiches met de muziek van Ruppe ge stuit. Vervolgens zijn wij ermee aan de gang gegaan. Dat Wentz nu claimt het stuk ontdekt te hebben, is terecht, dat is de re guliere gang van zaken. Hij heeft het toch in de bibliotheek gevonden?" Kunst beweert dat Musica ad Rhenum niet op de hoogte was van het feit dat de muziek al eerder was uitgevoerd en dus geen 20e eeuwse première kan worden genoemd. „We wisten van die uitvoering niets af'. oude patroon. „Ja, van een vrije wil is inderdaad geen sprake", zegt librettist Jo Willems die inder tijd ook voor de Werkmanopera het libretto schreef. „Het is gebaseerd op de roman 'De Wa penbroeders' uit 1955 van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. In dat opzicht wordt het geen schelmenopera, hoewel er wel steeds wat te la chen valt. Het is qua kleur meer vergelijkbaar met een muziekdrama als 'Lady Macbeth' van Sjostakowitsj, met scabreuze en grove scènes". „Ja, het is een hard verhaal", geeft ook Lameris toe. „waarin dieren als mensen optreden en mensen als dieren. De busbegeleiders tussen de scènes door zijn gekleed als de dieren uit Rei naert - daarvoor willen we nog amateurspelers oproepen". De componisten Gerard van Ammerlaan, Jacob ter Veldhuis en de Belgische Boudewijn EJuckinx komen op 15 januari voor het eerst bij elkaar om de muzikale lijn uit te zetten en te brainstormen over de aanpak. Voor een Belgische componistis gekozen vanwege „de Vlaamse toon" in de mu ziek - Reinaert de Vos is immers een Vlaamse volksheld. 'Van Alle Tijden, Van Alle Streken', heet de nieu we opera van de Stichting Aa die in 1995 in Gro ningen en daarbuiten ook de Werkmanopera produceerde. De tweede opera gaat over de listen en lagen van Reinaert de Vos. Een opera die zich op drie heel verschillende locaties afspeelt, waarbij het publiek steeds met bussen van de ene naar de andere acte wordt ver voerd. Zakelijk leider Geert Lameris houdt nog alle slagen om de arm („de Werkmanopera werd uit eindelijk ook heel iets anders dan ons in het be gin voor ogen stond"), maar heeft al wel drie lo caties op papier staan. Reinaert de Vos is een Vlaamse, Middeleeuwse legende die door middel van dierenfiguren de menselijke aard wil verbeelden. In de eerste acte van 'Van Alle Tijden, Van Alle Streken' is de oor log afgelopen en besluit Reintje zijn leven te bete ren en het moorden en stelen af te zweren. Maar door complotten van andere dieren en onder de druk der omstandigheden, vervalt hij weer in zijn theater recensie max smith De Trust met 'De hemel mijn lief mijn ster vende prooi' van Werner Schwab. Regie: Theu Boermans. Gezien: Trust-theater, Amsterdam. Aldaar nog te zien tot en-met 30 december (niet op zo/ma) en van 7 t/m 25 januari. Realisme, noch algemeen gang baar taalgebruik kun je ver wachten in Werner Schwabs stuk 'De hemel mijn lief mijn stervende prooi'. Als opening van het nieuwe Trust-theater op de Kloveniersburgwal in Am sterdam is voor dit stuk geko zen, dat een vervolg is op Volks vernietiging of Mijn lever is zin loos. De woonkeuken van de ar metierige souterrainwoning van moeder en zoon Wurm doet nu voornamelijk dienst als atelier en slaapkamer van Hermann Wurm. Her en der hangen er zijn naakten. Ter wille van het schildertalent van haar zoon heeft ze zich tevreden gesteld met het al even morsige zijka mertje. Hermann, behept met een klompvoet, ontleent zijn artisti citeit mede aan dit euvel. Hij is niet gelukkig met zijn inmiddels beroemde schilderijen, die hij diskwalificeert als 'slijmfiguren, onbemand en afwasbaar'. Op zoek naar een nieuwe kunst die alle andere kunsten achter zich laat, schuwt hij niet zich door radicale denkbeelden (geperso nifieerd door Hitler-aanhan- gers) te laten molesteren en ver dachten, zich als een tweede Vincent van Gogh voor gek te laten verklaren. Nu weer merk je dat een stuk van Schwab in uitstekende han den is bij regisseur Theu Boer mans en zijn gezelschap De Trust. Alles wat in 'De hemel mijn lief mijn stervende prooi' samengebald is wordt compro misloos op de toeschouwer af gevuurd. Het is wel aandachtig luisteren naar dat eigen idioom van Schwab. Wie dat kan op brengen, krijgt er iets interes sants voor terug. den haag De Nationale Reisopera begint het nieuwe jaar met 'Un ballo in maschera' van Verdi. Op zaterdag 4 januari is de uitvoering in het Danstheater te Den Haag. De muzikale begeleiding wordt verzorgd door het Gelders Orkest en staat onder leiding van dirigent Lawrence Renes, die vorig seizoen lovende kritieken ontving voor zijn directie van Mozarts 'Le nozze di Figaro'. De regie is in handen van Pierre Constant. Hij ontving vorig jaar uit handen van de Franse pers de prijs voor 'Le meilleur spectacle lyrique de l'année 1995'. Een keur aan zangsolisten, onder wie Henk Poort en Ellen van Haaren (zie foto), verlenen hun medewerking aan de opera-uitvoering. Kaarten zijn tot 1 januari te bestellen bij het uit-bureau van K&O, Oude Vest 45 te Leiden. K&O biedt voor deze avond tevens gratis busver voer aan van Leiden naar Den Haag en terug. foto hermann/clara baus

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 17