jy
'Niets menselijks is mij vreemd'
Omzet
196
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1996
Vrouwen praten meer dan mannen.
Of het waar is, weet ik niet, maar
het wordt al heel lang beweerd.
Veelal door mannen, lijkt me. Al uit
de oudheid zijn ons uitspraken be
kend over de babbelzucht, de praat-
lust, de spreekneiging, de kletshon-
ger, de woordenrijkdom, de welbe
spraaktheid, de onstuitbare woor
denstroom van vrouwen. Meestal,
het zij meteen vermeld, als ongun
stig gezien. Het zijn inderdaad
mannen die dat vaststellen. Wat dat
betreft is er geen verschil tussen
oudheid, middeleeuwen en moder
ne tijd.
Maar is het waar? Spreken vrouwen wer
kelijk meer dan mannen? Voor de oud
heid is dat natuurlijk moeilijk meer na te
gaan. Maar hoe is het in onze tijd? Zetten
vrouwen meer om dan mannen? Het is
makkelijker beweerd dan bewezen.
De zaak wordt er niet beter op als psy
chologen en cultuurkenners en vrouwkun-
digen meteen met verklaringen komen.
Vrouwen zouden emotioneler zijn, of taal
gevoeliger, of meer communicatief inge
steld. Of zelfs dat allemaal tegelijk. Ik wil het
niet ontkennen, al was het maar omdat ik
er niks van weet. Maar het is een gevaarlijke
drogreden als je iets aardig kunt verklaren,
dat het dan ook inderdaad zou bestaan. Dat
valt nog te bezien. Voorlopig zijn het verkla
ringen voor iets waarvan we niet eens zeker
weten of het echt zo is.
Mannen kunnen er ook wat van. Maar
wie wint het? Als we de kwaliteit van de
conversatie erbuiten laten, waar veel voor te
zeggen is, want wie zal uitmaken wat zinnig
is, dus als we het puur over aantallen woor
den hebben, wie zouden het dan winnen?
De mannen of de vrouwen? Dat zou ik wel
eens willen weten.
De kwestie interesseert me. In de eerste
plaats omdat het al zo lang beweerd wordt,
zonder een zweem van bewijs. In de tweede
plaats omdat ik me afvraag of de verhou
ding historisch gezien constant is. Het kan
best zo zijn dat tegenwoordig de vrouwen
meer spreken dan de mannen, terwijl het in
de vorige eeuw andersom was. Spreken we
trouwens, gemiddeld, nu even veel als hon
derd jaar geleden? Of is onze taalomzet wel
licht over de hele linie toegenomen? Of af
genomen?
Hoeveel woorden gaan er op een gemid
delde dag doorheen? Ik bedoel: per per
soon? Heeft u enig idee? Dat zouden we
toch moeten weten, voordat we beweren
dat vrouwen er aanzienlijk meer woorden
doorheen jagen. Ik heb op dit moment geen
mening, maar ik ben wel nieuwsgierig. Ik
mag ook graag nadenken over technieken
om het te meten.
Het moet te doen zijn. We hebben een
groep proefpersonen nodig, een represen
tatieve groep, mannen en vrouwen, gevari
eerd naar leeftijd, opleiding en beroep. Elk
van hen krijgt een microfoontje om de nek,
verbonden met een klein opneemappa-
raatje. 's Morgens bij het opstaan meteen
aandoen, en 's avonds pas afdoen bij het
slapen gaan. Dat registreert precies alles
wat de proefpersoon die dag zegt. En dan
maar tellen. We zouden meteen nog andere
dingen kunnen tellen: behalve het aantal
woorden ook bijvoorbeeld de variatie in
woorden, de lengte van de zinnen, of men
vaak voor z'n beurt spreekt of anderen on
derbreekt.... De uitkomst zou onthullend
kunnen zijn. Misschien is dat wel de reden
dat een dergelijk onderzoek, bij mijn weten,
nooit gedaan is. Nee, ik weet niet waarom.
In ieder geval kan men, zolang we feitelijk
niet weten hoe het staat, makkelijk van alles
beweren. Compleet met overtuigende ver
klaringen voor de be'weersels. Terwijl het
toch met betrekkelijk eenvoudige middelen
te onderzoeken valt. We zouden zelfs jaar
cijfers kunnen berekenen, en nagaan of er
toename is of daling.
Uzou de kwestie ondertussen eens met
een paar kennissen of familieleden kun
nen bespreken. Liefst in een gemengd ge
zelschap. Het zit er dik in dat u het dan niet
eens wordt met elkaar. En het zit er ook dik
in dat in die discussie de mannen veel meer
zeggen dan de vrouwen. Maar dat zegt na
tuurlijk helemaal niet dat mannen, over 24
uur bezien, ook meer zeggen.
Ik raad u deze discussie aan omdat u na
afloop meteen inziet waarom er beslist zo
gauw mogelijk zo'n onderzoek moet ko-
Het had heel laat kunnen worden. Maar
op een gegeven moment zagen de heren in,
dat hoe meer argumenten zij naar voren
brachten, dus hoe langer ze aan het woord
waren, hoe zwakker in feite hun standpunt
werd.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands
Programmamaakster heeft genoeg van vooringenomenheid en preekt het positieve denken
kinderen niet in de verleiding brengen. Ze
zien al veel te veel.
Dat is trouwens toch mijn bezwaar van het
medium, de impact op kinderen. Ze schrik
ken nergens meer van. Niet van oorlog, niet
van lijken, niet van seksuele agressie. En ook
in dit verband zullen psychologen dan wel
weer zeggen: maar dat is juist goed, want dan
zijn ze overal op bedacht. Maar dat is hande
len naar de verkeerde omstandigheden en
dus niet goed. Ik vind dat je een kind zolang
mogelijk kind moet houden.
Wat er nu allemaal naar buiten komt, sorry
hoor, het is niet goed. Het slaat door. Zo erg
zelfs dat mensen er niet meer uit komen. Ik
ben van de ouwe generatie en ik zeg je dit:
verstoppen is niet goed, maar je kan het ook
overdrijven. Ik heb heel lang weinig geweten
op dat punt, en ik heb het niet gemist. Een
van mijn pleegzonen had een slechte moe
der. Ze sloeg hem, zette 'm in een koud bad,
gaf hem geen eten, treiterde. Toen ik het
hoorde was ik pas 35 jaar. Daarvoor had ik
nog nooit van slechte moeders gehoord.
Ik vertelde het verhaal van m'n pleegzoon
tegen een vriendin en wat zei ze? Tinus, bij
mij was het niet veel beter. Ook mijn moeder
deugde niet. Daar ben ik helemaal kapot van
geweest. Ten eerste omdat ze het gewoon
maar zei, maar óók omdat ze het nooit ge
zegd zou hebben als ik de ervaring van m'n
pleegzoon niet had verteld. Het zat allemaal
dus heel dichtbij en ik heb het nooit geweten.
Dat was een schok.
Maar ben ik er nu beter van geworden? Dat is
de vraag. Is het goed als je alles weet? Is het
goed datje steeds achterdochtiger wordt? Ja
ren geleden raak ik in gesprek met een floor
manager en die vertelt dat hij als kind mis
bruikt was. Ik vroeg er niet naar en hij had
niet zitten popelen om het te vertellen. Het
ontstond. Enfin, zijn verhaal is verteld en ik
begin me toch te janken.
M'n ex-man zat verbijsterd naar me te kij
ken. Wat gebeurt hier in vredesnaam? Wat
blijkt nu? Voor het eerst na veertig jaar zag ik
mezelf op schoot bij een ijscoman. Ik kreeg
een ijsje en terwijl ik van dat ijsje likte, kuste
hij m'n been. En met z'n hand deed hij iets
wat ik niet begreep, maar ik wist dat het fout
was. Het gebeurde bij hem thuis in de keu
ken en in de woonkamer zaten nog zes ande
re kinderen op het ijsje en op hun beurt te
wachten.
De dag erna ben ik uit de klas geplukt door
de politie. Dat ging heel tactisch. Er stonden
twee grote agenten in de opening van de
deur, in de tijd dat alle meesters nog heilig
waren en Tineke de Nooy moest mee naar
het politiebureau. Vertel eens, wat heeft die
ijscoboer gedaan? Heeft-ie je gedwongen? Ik
was acht jaar.
Nee, hij had me niet gedwongen. Want
daar gaat het om, hè? Dwingen. Maar dat
had-ie niet gedaan. Al die kinderen waren uit
eigen wil met hem meegegaan vanwege dat
ijsje. Het was een man die alléén maar aardig
was. Hij heeft ons niet bedreigd of gemarteld;
hij rukte zichzelf alleen maar af. Alleen toen
kende ik die handeling nog niet.
Ik zat daar twee uur lang bij de politie en
werd doorgezaagd. Daarna moest ik mee
naar de dokter om te worden onderzocht. Je
gaat door een hel. M'n moeder erbij, m'n
moeder huilen. M'n vader uit z'n werk ge
haald, hij was timmerman bij de omroep en
daar stond-ie: in overall, huilen. Maar nie
mand zei wat. M'n vader en moeder zijn naar
huis gefietst, met mij achterop, ik zie dat
beeld nog steeds voor me, zij met de armen
om elkaar heen en ik in m'n eentje achterop.
En er is nooit meer ée fi woord over gespro
ken. Het werd verdrongen.
Totdat 35 jaar later die floormanager zijn
verhaal vertelde en toen brak ik. En weet je
wat me het meeste pijn deed? Niet dat ritueel
in die keuken. Nee, dat ik die ijscoman bij de
politie verraden had. Exact dezelfde gevoe
lens als van m'n floormanager. Ik voelde me
schuldig. Omdat toen, 43 jaar geleden, een
pedofiel nog gewoon pedofiel was. Hij hield
van kinderen, maar deed er foute dingen,
mee. Nu is die pedofiel een agressor. En
waarom is hij een agressor? Door de invloe
den van buitenaf, door de mogelijkheden van
buitenaf en door de inspiratiebronnen. Een
kantonrechter heeft eens een keer gezegd dat
hard porno in relatie tot pedofilie verslavend
is. Eigenlijk wordt de grens dus al overschre
den als iemand een kinderpornofilm gaat hu
ren. Dan al is hij op de foute weg en zou er
moeten worden ingegrepen.
En om op dat doorslaan terug te komen; het
is dus niet per definitie goed om het op te ra
kelen. En zeker niet in het openbaar. Dat is
ook de reden waarom sommige mensen die
de vernietigingskampen van nazi-Duitsland
hebben overleefd er nooit meer over hebben
willen praten en toch hebben kunnen doorle
ven. Die hebben op een gegeven
moment zichzelf toegesproken:
wil ik leven? Ja! Laat me dan le-
Tineke de Nooy,
televisiemaakster. Een
ongecompliceerde mevrouw
van 55 jaar die vier kinderen
opvoedde zonder alimentatie.
Die ontplofte van woede toen
Sonja Barend haar ooit op
erwijtende toon vroeg waarom
t commercials deed. Maar die
ik ontploft als ze lacht. Tineke
kNooy over verkeersgedrag, de
wlitiek, reality-tv, de toekomst
mi Nederland, de cultuur van
de VARA en kindermisbruik.
■EEBHM
I Mijn auto is beveiligd. Zelfs als ze
'm maar aanraken gaat het alarm
Mijn huis is een vesting. Altijd dicht en
loit alleen. Alles is vergrendeld. Als ik weg
n, zitten er binnen mensen op m'n honden
spulletjes te passen. Naast de deur staat
n honkbalknuppel en toen er laatst in de
lurt weer eens werd ingebroken, zei m'n
idelievende man: Tinus, ik geloof dat ik
aai 'es een pistool ga kopen.
Zover zijn we nu. Dit is het beeld van Ne
iland en laten we 't nou niét ontkennen of
en ze ons vanuit Den Haag nou geen knol-
ivoor citroenen verkopen, want ik ben een
i «van de wereld en dit is de realiteit. Het
fout hier en het wordt steeds fouter: ik hou
n hart vast.
Dat pistool komt er niet, laat daar geen
3 verstanden over bestaan. Natuurlijk komt
tpistool er niet, nooit van z'n leven. Maar
tfeit op zich al dat zelfs mijn man de sug-
stie in z'n mond durft te nemen, geeft aan
ever het water tot aan onze lippen is geste-
n. Overal loert de agressor. Alleen als je 't
rs pis het niet waar of je krijgt uit delen van
te maatschappij de wind van voren, want
n vinden ze dat je de boel zit óp te ruien.
int daar zijn we goed in hier, ontkennen,
n net doen alsof er niks aan de hand is.
Gisteren neem ik met de auto een bocht. Ik
cm 'm niet goed, omdat ik me moest ori-
r leren op de borden. Achter mij rijdt een
ntmet z'n duim op de toeteren tegen mijn
mper aan. Ik schrok me een ongeluk. En-
i die vent passeert me en terwijl hij me
"eert maak ik met mijn hand een bewe-
g, zo van: een beetje rustig aan, hè.
neens gaat-ie op z'n rem staan, komt met
i heel verwilderde kop z'n auto uit en
s 'Pt op me toe. Ik dacht: die verkoopt me
'lel, dwars door de ruit heen. M'n hart zat
m'n keel. Vlak bij de ruit herkent-ie me,
'dat was m'n mazzel. Maar zo'n kop. Een
cagressieve man, nota bene met kinderen
de achterbank.
let is doodeng allemaal.
j schrik als de koningin zegt daf we in het
'2020 hier in Nederland achttien miljoen
I 'oners hebben. Want wie betaalt dat alle-
\j al? Slechts dertig procent van de Neder-
Iers werkt. Tot die dertig behoor ik. Wij
"den dus de rest in leven. Oké, geen punt.
ar waar is de grens?
'e mensen in Nederland worden ouder,
ar de sociale zekerheid loopt terug. Heel
paam. Sprongsgewijs. Bijna met 'n tacti-
e virtuositeit. Elke keer iets meer, want de
ten zijn op. Ondertussen zijn we gastvrij.
;fcben gastvrij en sociaal voelend. Ik heb
twee pleegkinderen opgevoed, dus vind
okdat we ontheemden uit andere landen
Wen opvangen, maar tot hoever? Wan-
- 'is in dit land de grens bereikt dat je zon-
gevaar van verdachte sympathieën mag
jen: jongens, het kan toch zo niet langer?
'e hebben een slappe regering. Ik ben van
Iteratie die met de Partij van de Arbeid
"Uien is, vervolgens heel bewust overge-
0 'f naar D66 en toen weer terug naar de
'j van de Arbeid om je afkomst niet te
lochenen. Maar nu ben ik al jaren zover
ze het heen en weer kunnen krijgen. Ik
t niet meer. Het is nu WD. Absoluut. Ik
■i dat er eindelijk best eens wat meer ge-
terd mag worden naar onze meneer Bol-
lein.
„Er is op televisie een run op emoties. Als jij voor de camera vertelt dat je kind verdronken is en je huilt niet meteen, gaan ze tegenwoordig net zo
lang door totdat ze je op de knieën hebben. En die reality-tv is af en toe te schaamteloos voor woorden."
ARCHIEFFOTO FOTOPERSBURO DIJKSTRA
Hij mag het dan niet altijd even tactisch
brengen, jij je zin, maar ik neem het toch
maar weer even voor hem op, want die man
is realist. Erica Terpstra is ook realist. Al die
vrouwen in de regering doen 't goed. Er moe
ten méér vrouwen in de regering en minder
Pronken. Ik reis de hele wereld over, dus ik
weet donders goed wat er in-de ontwikke
lingslanden te koop is en ik zeg je: Jan Pronk
gaat een stap te ver.
Iedereen gaat een stap te ver. Niet alleen in
de politiek, nee, op alle, fronten. Ook in de
journalistiek. Er is een degeneratie. De came
ra's kunnen overal bij. Journalisten vragen
niet meer, journalisten trekken. Iemand zegt:
mijn kind is verdronken en hup, meteen gaat
de journalist ervoor zitten. Een brand in een
woning, een kind gestikt; zelfs de regionale
radioverslaggevers rusten niet voordat ze de
huilende moeder voor de microfoon hebben.
Wat ging er door u heen? Wat dacht u? En dat
gaat dan zo'n tien minuten door, of het nu
Ruud ter Weijden is of een of andere blonde
huppeltante die net het vak binnen is geko-
Ouwe rotten, jonge mensen, iedereen in dit
vak maakt zich tegenwoordig schuldig aan
dat trekken. Er is een run op emoties. Als jij
vertelt dat je kind verdronken is en je huilt
niet meteen, gaan ze net zolang door totdat
ze je op de knieën hebben. Want op je knieën
zal je! En daar word ik gek van. Reality-tv; het
is te schaamteloos voor woorden af en toe.
En nu de andere kant van de medaille. Wil
je kijkers trekken, dan moet je het doen. Ik
ben realist. Daarom kan ik het me van de
programmadirecteuren van commerciële
zenders ook voorstellen dat ze 't willen. Het
scoort. Geen twijfel over mogelijk. Ik heb
eens een keer een vrouw die vreemd was ge
gaan, vanaf het bordes van het stadhuis in
Rotterdam haar man zien toezingen. Ik was
er in tranen van. Ik dus ook. Ik was heel
agressief gaan zitten, zo van: dit kan niet.
Maar ik vond het prachtig. Hoge cijfers. Met
andere woorden: ik ben dus zelf net zo ver
antwoordelijk, want ik kijk. Erger nog, ik zit
op het puntje van m'n stoel en ik jank. Niets
menselijks is me vreemd.
Bovendien zou ik zelf ook geen televisie
willen maken voor een halve man en een
paardenkop, dus er komt óók nog eens bij
dat ik 't begrijp. Ik heb 's één keer een cul
tuurprogramma gemaakt met kunst aan de
muur, maar niemand die de kunst begreep.
Een kijkdichtheid van niks en toen dacht ik:
hier heb ik geen zin in. Moraal van het ver
haal: ik wil dus ook scoren.
Dat ga ik ook niet meer verdedigen en ik laat
me er ook niet over interviewen, want ik
word altijd meteen neergesabeld. Ik was een
keer bij Sonja Barend en dan vraagt ze: waar
om doe jij commercials? Dan denk ik: waar
om doe ik commercials? God beter 't, ik ben
33 jaar in vaste dienst geweest met 3.300 gul
den in de maand, ik had een gezin met vier
kinderen die ik moest opvoeden zonder ali
mentatie en dan moet jij, trut, aan mij vragen
waarom ik commercials doe? Begrijp je? Eeu
wig en altijd dat aanvallen.
Boudewijn Büch ook. Altijd kritiek. Het is
zo typisch VARA, vreselijk. Een bekrompen
heid waar je gek van wordt en dat zit in feite
al in hun structuur; het géén respect hebben
voor de opvatting van een ander. Alleen wat
wij doen is goed. De VPRO heeft daar ook
zo'n handje van. Theo van Gogh idem dito.
Dan merk ik heel naïef dat ik me erop ver
heug om een goed gesprek met hem aan te
gaan, dan ga ik zitten, maar hef eerste wat-ie
dan vraagt is: 'Waarom lach je? Waarom had
je zo weinig kritiek op die paranormale we
reld?' Een uur verder kom ik dan tot de con
clusie dat ik me weer een uur lang heb zitten
verdedigen en dat ik er dus weer ingestonken
ben. En nu ben ik zover dat ik zeg: ze kunnen
me allemaal m'n rug op. Als collega's me in
hun programma willen hebben oké, maar
dan moeten ze me vantevoren melden waar
over het gaat en hoeveel tijd ik krijg; en ik
wens geen opnames meer te doen, want dan
wordt er geknipt. Daar hebben ze zich maar
aan te houden.
Ik ben een ongecompliceerde vrouw, vro
lijk en positief. Moeilijke woorden sla ik over.
Als een journalist als Boudewijn Büch dan
niet de moeite neemt om te onderzoeken
waarom ik positief ben, maar alleen maar ge
focust is op een stukje dat waarschijnlijk het
lekkerst leest als ik word neergesabeld, voor
uit dan maar. Ik ben niet zo flauw om te zeg
gen dat het me niet stoort, het stoort me al
tijd, iedere keer opnieuw; maar ook weer niet
zo dat ik de tijd reserveer om hem op te bel
len en te vragen of ik hem wellicht iets zou
mogen uitleggen. Ik weet toch dat het niet
helpt. Dan wacht ik maar totdat Rick Felder-
hof me uitnodigt om naar Zuid-Frankrijk te
komen met Boudewijn Büch als andere gast.
Kijk, tegen vooringenomenheid.valt niet te
strijden en een positieve uitstraling mag niet
in dit land, althans niet in bepaalde kringen.
Die kringen willen dat je de hele dag kritisch
tegen alles aankijkt. Vierentwintig uur wan
trouwen, mijn God, wat lijkt me dat vermoei
end.
Bovendien zou het publiek het ook niet
van me willen. Men wil me zoals ik ben. In
volle omvang, Tinus ten voeten uit. Ga straks
maar met me de straat op, dan zie je mijn
doelgroep. In 1980 was Mies Bouwman de
populairste vrouw, de koningin de tweede en
ik een goeie derde. Die lol heb ik dus alle
maal al gehad, omdat ze weten dat ik werk
met inachtneming van mijn eigen waarden
en normen en dat zijn ook hun waarden en
normen. Geen verderf, geen onverschillig
heid. Ook geen reality. En zeker geen haken
kruisjongens, want wie zegt 'laat het maar
zien en laat je afgunst maar horen' gebruikt
zijn energie verkeerd. Want mensen horen
slecht, kijken slecht en lezen slecht. Maak
niet de fout om ze té hoog in te schatten. Het
risico is veel te groot. Je moet verkeerde men
sen niet wijzer maken dan ze zijn en vooral