ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
De stad Goma in Oost-Zaïre
viel begin november in handen
van een alliantie van ten
minste vier Zaïrese
verzetsgroepen. Daaronder de
'myamulenge (Zaïrese Tutsi's).
Hoewel een overwinning door
velen als een bevrijding werd
gezien, kwam de stad al snel in
de greep van hongeren ziekte.
Door Goma bijna twee weken
van de buitenwereld af te
sluiten, veroorzaakten de
rebellen al snel ernstige
tekorten. De overwinningsroes
maakte plaats voor wanhoop.
Een reportage over het lot van
de bevolkmg.
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1996
achtjes tikt de rebel met een groot
slagersmes op de ijzeren slag
boom. Intimiderender kan haast
Over zijn schouder draagt hij een AK47,
:af en toe naar beneden glijdt. Hij is eigen-
Ik te iel gebouwd voor het machtige wapen,
ar hij is op dit moment nu eenmaal de
s in de stad en wil dat duidelijk maken
de groep journalisten die het land graag
[wil. Pas als zijn commandant het zegt, mo-
ze doorlopen. Als iemand te dichtbij
t, steekt hij zijn geweer dreigend in de
licht. Zijn kameraad tracht omstanders af te
door heel boos te kijken.
De journalist die een dag eerder een bordje
de tekst 'Mobutu Avenue' had willen
nemen, krijgt bij een tweede poging op-
w te horen dat het niet mag. „Dat be
rt Zaïre toe. Afblijven." De stad is totaal
bijl eg geplunderd, maar het waardeloze straat-
aambordje mag het land niet uit. De jonge
bel, niet veel ouder dan een jaar of zestien,
ekvpist het uit de hand van de Europeaan en
t het ver de bosjes in. Uit woede schopt
egen een van de vele lege bierflesjes die
het douanekantoortje liggen. Als hij een
/Va aar dagen later in zijn eentje de slagboom
loet openen om het eerste hulpkonvooi
te laten, blijken zijn krachten erg be-
Langer dan vijftien seconden weet hij
omhoog te houden.
Ieder voor zich
stad die net is veroverd door een losse
iantie van verzetsgroepen (met vaak erg
nge rebellen), totaal is leeggeroofd en ge-
hel ikt gaat onder een nijpend tekort aan voed-
tellen rede en logica niet meer. Het is ie-
voor zich. Om het laatste beetje eten te
n0 machtigen, worden ter plekke regels ver-
innen en toegepast. Jongens met wapens
;kken steeds aan het langste eind. De een
lt om die reden de hele dag met een mor-
rond. De ander heeft handgranaten aan
broekriem bengelen. Buitenlandse jour
listen worden alleen maar bedreigd als ze
de regels houden. Op de eigen
,'olking wordt geschoten.
de medische centra worden da-
lijks inwoners van Gonïa met schotwonden
inengebracht. Geraakt door een verdwaal-
of slachtoffer geworden van een af-
:ening. Mensen die als vijand worden be-
touwd, of waarmee iemand nog een appel-
te schillen had. „In de otide situatie waren
t de Tutsi's die stelselmatig werden dwars-
zeten en vermoord en stond je als Hutu
de goede kant. Nu is het precies anders-
zegt Jackson Kahindo, inwoner van de
ik Katindo. Ook de aanhoudende beschie-
door de zich rond het Mugunga-
'chtelingenkamp ophoudende Interaham-
(Hutu-milities - red.) en leden van het
ormalige Rwandese leger vergen iedere
g opnieuw slachtoffers. Goma blijft voorlo-
g een belegerde stad.
Kleine jongetjes zijn, zoals altijd, gefasci-
«rd. Op blote voeten lopen ze door de dui-
iden glasscherven waarmee een winkelga-
in het centrum bezaaid ligt. Akim heeft
een paar stukken hout een 'machinege-
r' in elkaar gezet en kruipt er door een
'roken ruit een souvenirwinkel mee bin-
i. Een paar andere jongetjes hebben bin-
houten maskers gevonden en houden
voor hun gezicht. Ze lachen, maar Akim
ft ernstig en gebaart dat ze de spullen
'eten terugleggen.
Gevaarlijk
aten meeslepen door een dergelijk intrige-
'dschouwspel, is echter gevaarlijk. Kinder-
-1 en bittere realiteit liggen namelijk erg
fit bij elkaar in Goma. Van diverse kanten
neens echt geweervuur te horen. Verderop
'ven mensen weg. Wat te doen? Onze auto
at nog steeds aan de Rwandese kant van
grens. Staande in het midden van de
aat voel je je op zo'n moment ohbe-
'ermder dan ooit.
lassan is een Tutsi-rebel uit Burundi en
"nt, gezien de gewapende bescherming
hij in zijn van de VN gestolen auto geniet,
r l
IV
Chaos in Goma
Geweld en honger regeren in Oost-Zaïre
een belangrijke plaats in binnen het nieuwe
rebellenleger. Hij geeft toe dat er regelmatig
communicatiepro'blemen zijn met zijn overal
in de stad geposteerde jongens en dat ze het
bezoekers, zoals journalisten, wel eens onno
dig lastig maken. Maar er wordt aan gewerkt.
„De revolutie is nog jong", zegt hij bars.
Over zichzelf of hun achtergrond praten de
rebellen niet graag. Maar na enig aandringen
vertelt Hassan toch, zij het op een koele inge
houden manier, over zijn beweegredenen om
deel te nemen aan de strijd in Oost-Zaïre.
„Mijn vader heeft mij van kinds af aan ver
teld over de onderdrukking van de Tutsi's.
Toen zowel in Rwanda als Burundi weer een
Tutsi-bewind aan de macht was, was de tijd
duidelijk rijp om ook onze broeders in Zaïre
te hulp te komen. Daarom ben ik nu hier."
Na een paar dagen komen er steeds min
der mensen naar het centrum. De opwinding
van het tussen de rotzooi zoeken naar bruik
bare goederen is er.af. Bovendien is' men in
de grote winkelstraat aan het opruimen ge
slagen. Zowel binnen in de winkels als buiten
op straat wordt geveegd en rommel wegge
haald. De meeste stedelingen hebben echter
andere dingen aan hun hoofd. Het wordt
noodzaak om op zoek te gaan naar voedsel.
In het geplunderde restaurant Le Nyira, tot
voor kort het trotse eigendom van een Belg,
is echter weinig eetbaars meer te halen. De
koelkast staat nog wel aan, maar de deur is
opengelaten en de potten olijven verspreiden
inmiddels een onaangename geur. We stui
ten op twee jongetjes die bezig zijn met het
verzamelen van lege schoolschriftjes die hier
op de een of andere manier terecht zijn geko
men. Ze schrikken even als we over de liters
olijfolie die over de vloer zijn uitgegoten bin
nen komen glijden, maar gaan rustig verder
als ze zien dat we geen bedreiging vormen.
Ze komen zelfs naar me toe en vragen om
een 'Bic', zodat ze thuis de schriftjes tenmin
ste kunnen gebruiken.
Twee opgemaakte en goed geklede meisjes
die bij de ingang wat staan te dralen, willen
wel wat bijverdienen en vragen of wij mis
schien een vertaalster nodig hebben. Een
jongen komt aanlopen en vraagt gewoon om
een dollar. Onze chauffeur Anestase wil graag
even bij zijn huis gaan kijken hoe de zaken er
nu voorstaan. Hij is net voor de strijd in
Goma met zijn auto en familie naar Rwanda
gevlucht, maar heeft zijn meeste bezittingen
in de haast achter moeten laten.
De deuf van het houten huis in de wijk Vi-
runga, met op de achtergrond de imposante
vulkaan Nyiragongo, staat open. Wat Anesta-
de kreet 'Ai ai ai' ontlokt. Binnen is
het een chaos. „De televisie, mijn radio, mijn
schoenen, alles is weg." Je vraagt je af hoe de
plunderende Zaïrese soldaten alle gestolen
waar hebben meegetorst Op hurt vlucht uit de
stad en wat ze er nu ergens midden in de
bush al vechtend misschien nog wel
mee doen.
Plunderingen
Maar, zeggen'Anestases buren, het waren
niet alleen de nationale manschappen die
winkels en huizen hebben leeggeroofd. Toen
het Zaïrese leger vertrokken was, sloeg ook de
eigen bevolking aan het plunderen. Anestase
kijkt wantrouwend naar bekenden uit zijn
wijk. Terug in de auto zegt hij later dat hij
graag even bij zijn buren binnen was gaan
kijken, maar niet durfde.
Maar misschien is het allemaal wel minder
onrechtvaardig dan het op het eerste gezicht
lijkt. Vanwege zijn auto kon Anestase op tijd
vluchten en verdient hij nu honderd dollar
per dag door journalisten rond te rijden. Hij
kan in Rwanda kopen wat hij wil. De achter
blijvers zijn iedere bron van inkomsten kwijt
en kunnen nauwelijks nog aan voedsel ko
men. De markten zijn leeg en wat er nog te
krijgen is, is peperduur geworden. Zaïrees
geld had al nauwelijks enige betekenis, maar
lijkt nu helemaal waardeloos. Overal waar je
kijkt, wapperen de biljetten met het norse
hoofd van dictator Mobutu doelloos in de
wind.
Jongo Kambale handelde voor de oorlog in
frisdrank. Hij verdiende goed geld, genoeg
tenminste om zijn gezin van vier te onder
houden. Toen de beschietingen begonnen,
sloten ze zich allemaal op in hun huis. Ze
kwamen er pas weer uit toen het uren achter
elkaar stil bleef. Van de buren, die al eerder in
de stad waren gaan kijken, hoorden ze dat
het leger, verdreven was en de rebellen nu de
dienst uitmaakten. Ze juichten, want ze wa
ren altijd op de meest vernederende wijze
behandeld door hun eigen, Zaïrese soldaten.
Maar wisten ze eigenlijk wel wie de rebel
len waren en wat hun nieuwe bestuur zou in
houden? „Nee, niet echt. We hadden via de
radio wel gehoord van de Banyamulenge.
Verteld werd dat dat de vijand was die moest
worden vernietigd omdat zij ons anders zou
den vermoorden. Maar zo slecht als het Zaï
rese leger kunnen de rebellen volgens ons
nooit zijn. We weten echter nog te weinig
over de leiders en hun plannen om ze nu al
volledig te vertrouwen.
De vreugde over de veranderingen in de
stad was echter maar van korte duur. Toen
Kambale zijn bedrijfje bezocht, kon hij wel
Een vluchtelingenboot komt aan in Goma.
huilen. Alle plastic kratjes, die nu in de hele
stad door de rebellen als wegversperring wor
den gebruikt, lagen door elkaar en alle flesjes
in gruzelementen. „Hoe krijg ik dat ooit weer
opgebouwd?" Zijn vertwijfeling spreekt boek
delen. Bevrijding is voor de meerderheid niet
rechtvaardig.
FOTO REUTERS PETER ANDREWS
Buiten op een veldje voor de kathedraal
van Goma spelen jochies van een jaar of
acht, negen een partijtje voetbal. Hun inzet is
opmerkelijk gezien hun lege magen. John Ka-
bango heeft zes kinderen en is de hele dag
weggeweest, op zoek naar voedsel. Tegen de
avond komt hij thuis met niet meer dan een
armetierig plastic tasje met melkpoeder. „Het
enige dat ik gevonden heb. Iedereen heeft
honger, maar er is niks anders meer te vin
den. Kunnen jullie niet ergens voor zorgen"?
Ondanks de magere oogst kijken zijn kin
deren allemaal gespannen toe hoe hun moe
der het poeder aanlengt met water. De sterk
ondervoed ogende baby, het gezichtje vol
tranen en snot, krijgt de eerste beker. De vier
kinderen van buurman Jean Kalonda moet
het die avond met slechts één blikje sar
dientjes in tomatensaus doen, dat hij via-via
heeft weten te bemachtigen. Ook bij de re
bellen duiken die blikjes steeds weer op. Tot
dat ze echt allemaal op zijn en wanhoop zich
meester maakt van de bevolking.
Honger
Mensen die je langs zien rijden, maken alle
maal onmiddellijk gebaren die op honger
wijzen. Zodra het gerucht zich verspreidt dat
er nog ergens extra voedzame biscuitjes te
vinden zijn, stormt een grote menigte erop af
en doet wanhopige pogingen er een paar van
mée te grissen. Rebellen slaan op de mensen
in en schieten in de lucht. Maar de honger is
sterker en de menigte blijft terugkomen.
Zware wolken laten zich aan het eind van
de middag langzaam over de krater van de
Nyiragongo zakken en even later valt er een
tropische stortbui over de stad. De condities
voor een cholera-epidemie en andere aan
water gerelateerde ziekten worden met de
dag sterker. Medicijnen worden schaars en
de bevolking zwakker. Sommige Zaïrese fa
milies besluiten hun boeltje of wat er nog van
over is te pakken en een vluchtpoging rich
ting Rwanda dat in tegenstelling tot 1994'
in hun ogen nu het paradijs is te wagen.
Soms tevergeefs, als ze aan de Zaïrese kant
van de grens weer worden teruggestuurd. An
deren slagen er wel in zich onder Rwandese
vluchtelingen te mengen en de grens over te
steken.
Voor Jackson Mapelle hoeft het echter alle
maal niet meer. Hij blijft waar hij is. Wat er
ook gebeurt. Hij vluchtte de stad uit toen de
gevechten tien dagen geleden uitbraken en
trok naar het zuiden, waar hij in het dorpje
Sake terechtkwam. Toen de strijd voorbij was
en hij terug wilde gaan, moest hij weer vluch
ten toen zijn groep Mugunga (het grote kamp
met Hutu-vluchtelingen uit Rwanda) nader
de en de Hutu-extremisten hen lastigvielen
en geld afhandig wilden maken en zelfs op
hem schoten. „Dat", zegt Mapelle vastbera
den, „was mijn laatste vlucht."
Voedseldistributie in Goma. Er moet een dreigend wapen aan te pas komen om de orde te handhaven.
FOTO REUTERS GEORGE MULALA