Koloniale geschiedenis nader belicht z Het eeuwige verraad van de burger Boeken Nicolaas Matsier blijft 'Dicht bij huis' Het Trage Vuur, een berepoot in de literatuur Prentenboeken voor klein en groter grut O GQ H Z DONDERDAG 14 NOVEMBER 1996 Columns over het dagelijks leven HANS WARREN Nicolaas Matsier - Dicht bij huis, 268 pag. Uitgeverij De Bezige Bij. Prijs 37,50. Ooit had Nicolaas Matsier (geb. 1945) het plan 'een strikt particuliere krant te maken, voor gezinsgebruik, eenmalig. Op de voorpagina stelle men zich koppen voor als OMA NEL LELIJK GEVALLEN.' Zijn nieuwe boek Dicht bij huis is een superieure variant op zo'n persoonlijke krant. De tussen 1978 en 1996 geschreven co lumns handelen voornamelijk over het dagelijks leven van de auteur. Verwacht dus vooral geen sprankelende analyses of da verende polemieken of op zienbare onthullingen. Nee, op kalme en aandachtige toon bericht Matsier over wat er ge beurt in en om zijn huis aan de rand van het Amsterdamse centrum, dat hij samen mèt echtgenote, dochters en katers bewoont. Er komen wel eens onder werpen aan de orde als de dagboeken van Amiel of de schilderijen van Potter, een reis naar Wenen of een herin nering aan Joseph Brodsky, de bijverschijnselen van het schrijverschap of de proble men van het pseudoniem. Maar huishoudelijke thema's hebben toch sterk de over hand in deze bundel. In één van de geestigste stukken Oratio pro domo vergelijkt hij zijn talenten in dit opzicht met die van zijn vrouw. Matsiers eigen beheer, vindt hij tenminste zelf, 'wordt door orde en een soort kortaffe efficiency' gekenmerkt. Hoe anders ligt dat bij zijn echtge note. Hij beschrijft uitvoerig hoe chaotisch zij voorberei dingen voor een maaltijd treft: 'vorken die alleen een proef- prik hebben gegeven, gardes waaraan eigeel langzaam ver hardt, opengescheurde in plaats van opengemaakte pak jes boter als ik niet oppas, komt er geen eind meer aan deze opsomming, die aanvan kelijk slechts uit enkele voor beelden wilde bestaan. Ergens bekent Matsier bekend geworden door zijn mooie 'zelfportret met ouders' Gesloten huisdat hij 'detec tive van één enkel ogenblik' zou willen zijn. Hij betoont zich ook een conservator van snel vergeten dingen. In veel van deze stukken roept hij ge luiden en geuren van vroeger op. Alledaagse verschijnselen en voorwerpen worden ver eeuwigd. Wie schrijft er over het halfjaarlijkse bezoek aan de tandarts en over zijn erva ringen als 'zelfnaaiende man'? Wie maalt er om een verou derde telefoon en een kapot gloeilampje? Welke andere schrijver brengt belangstelling op voor schoenen en zakdoek? Is er verder nog iemand die met liefde zijn fietsbel ge bruikt? Nicolaas Matsier blijkt in al deze gevallen de grote uitzondering. Hij is zien van zijn merk waardigheden bewust: elke zin heeft even een weldadig bad in de zelfspot genomen. Maar de ironie heeft zijn geloof niet aangetast. Hij blijft in staat tot odes op de gewone dingen. Odes die zo ongewoon zijn dat zijn strikt particuliere krant heel wat lezers zal boeien. Wie dicht bij huis blijft kan veel verhalen. In Naam der Koningin tv-serie èn roman van Carl Tew es „De eerste Atjeh-oorlog (1873 - 1884) kostte Neder land, dat een smadelijke nederlaag leed, handenvol geld. Veel militairen kwa men om. Er moet wel een heel belangrijke reden zijn geweest om opnieuw de strijd aan te gaan met de moslimrebellen." Filmpro ducent Carl Tewes was al enige jaren gefascineerd door Indonesië en periodes over de koloniale geschie denis waar niet zoveel over bekend was, toen hij eind jaren zeventig die belang rijke reden 'ontdekte'. BOEK/TV-SERIE INTERVIEW JACQUES GELUK 'In naam der koningin'. Tv-serie vanaf 19 november op Nederland 1 (NCRV). Het boek van Carl Tewes is een uitgave van Conserve. Prijs: 29,95 of 39,95 (gebonden versie met 8 pagina's filmfo to's in kleur). Halteproza brengt van 18 november tot 30 november een fragment uit het boek in de Haalemse bushaltes. Die 'ontdekking' vormt uitein delijk de basis voor de tv-serie In naam der Koningin, die de NCRV vanaf volgende week dinsdag uitzendt en die later ook op de BRT komt. Maar daar houdt het verhaal niet op: Van Carl Tewes verscheen ook een roman met dezelfde titel. Carl Tewes produceerde eind jaren zeventig een documentai re over negentig jaar Koninklij ke Olie en spitte daarvoor dos siers, handgeschreven jaarver slagen en archieven door. In het Handelsblad van 1898 werd melding gemaakt van almaar dalende oliekoersen op de Am sterdamse Effectenbeurs. Te wes: „Door een verkeerde soort boring liep de productie in In- dië schrikbarend terug. Er moest olie worden gekocht in Rusland. Alles zakte dramatisch ineen. Voor het eerst werd aan geologen gevraagd verkennin gen te doen." Het werd voor Tewes steeds duidelijker dat aardolie de re den was om opnieuw oorlog te gaan voeren. Hij verifieerde zijn vermoeden bij journalist en Atjeh-kenner Paul van 't Veer. Die vond zijn hypothese inder daad aannemelijk, maar meld de dat dit nergens in de ge schiedenisboekjes is beschre ven. De Nederlandse oliebaron nen hadden in die tijd kennelijk uitstekende politieke contacten in Den Haag. Een plan voor een televisiese rie was snel gemaakt, maar bleef jaren liggen. Tewes: „De tijd was er niet rijp voor. Maar ineens ging de zaak rollen. De NCRV had net De zomer van '45 gemaakt. Ik dacht dat ze dan niet zo snel met een nieuw pro ject zouden beginnen. Maar toen ik mijn verhaal over dit stuk onbekende koloniale ge schiedenis vertelde aan radio- en televisiedirecteur Harry He- mink, die destijds voor de afde ling cultuur werkte, zei hij: 'We doen 't juist wel. We willen ons sterk maken voor kwaliteitsdra ma'. Ik wist er intussen zoveel vanaf dat ik de synopsis kon schrijven en de NCRV was daar gelukkig mee." Oerwoud In de vijfdelige reeks In naam der Koningin verdwaalt een Ne derlandse patrouille in het oer woud. Uitgeput door gebrek aan voedsel en bloedige aanval len proberen de soldaten naar hun kampement terug te keren. Dat wordt een tragedie. Cen traal in het verhaal staan twee jonge mannen en hun ambities. De één is een geoloog (Thom Hoffman) op jacht naar olie, de ander een beroepsmilitair (Rik Launspach) op zoek naar eer herstel. De geschiedenis van de twee de Atjeh-oorlog begint in 1898 in Den Haag, aan de vooravond van de kroning van prinses Wil- helmina tot koningin, met een bestuursvergadering van de Noord-Sumatra Aardolie Maat schappij. De stemming is ge spannen, want de resultaten van de oliewinning vallen tegen. Eén van de bestuursleden meldt, tot ongeloof van zijn col lega's, dat er voldoende olie in Atjeh te vinden is. Een gevaar lijk gebied, maar wanneer er druk op de politiek die rust en orde moet handhaven wordt uitgeoefend, moet een expeditie mogelijk zijn. De geo loog Moree, die met zandsteen en kleisteen in de hand de aan wezigheid van olie wil aanto nen, moet met de militairen (in werkelijkheid waren dat 35.000 man onder aanvoering van ge neraal Van Heutz) mee naar Atjeh. Opnamen De opnamen voor In naam der Koningin zijn in Nederland en op de Filipijnen gemaakt. Te wes is ervan overtuigd dat ook in Indonesië gefilmd had kun nen worden hij heeft dat ten slotte eerder gedaan voor De kris Pusaka„Hoewel het op de Filipijnen wat makkelijker is om filmvergunningen te krijgen." Vol lof is hij echter voor Freek Biesiot, de 'production desig ner', die erin geslaagd is een vrijwel authentiek dorp en een kampement voor officieren neer te zetten. In feite tot twee keer toe, want eind 1995 verwoestte een orkaan de hele set, die daarna opnieuw moest worden opgebouwd. Oktober vorig jaar is Tewes begonnen met het schrijven van zijn boek In naam der Koningin. „ik ben teruggegaan naar de sy nopsis van de film en heb het verhaal van daaruit weer opge bouwd. Het boek gaat verder dan de film, je kunt het op zich zelf lezen. Tijdens het schrijven heb je een voorstelling van hoe zo'n kampement er in Indië moet hebben uitgezien, maar tijdens een bezoek aan de set zie je het en die indrukken ver werkje weer." „Als je zo'n verhaal mag schrijven, zonder dat je met ie dereen rekening moet houden, geeft dat zoveel vrijheid. Dat is een genot. Je hebt alle vrijheid dieper in te gaan op de mate rie." Carl Tewes: 'Het boek gaat verder dan de film, je kunt het op zichzelf lezen.' foto gpd LITERATUURTIJDSCHRIFT» RECENSIE CEES VAN HOORE Stichting Het Trage Vuur, A Tinneplein 80, 2331 PN Lei den. Tel. 071 -532 43 14. Losse nummers ƒ19,95. Abonnement (2 nummers): 37,50. Kersenbloesems en kraanvogels. Daaraan denken de meesten van ons als we het heb ben over Chinese literatuur. Maar ook in China heeft de tijd niet stilgestaan. We wis ten dat sinds de Culturele Revolutie natuur lijk allang maar het wordt eens te meer be wezen door het eerste nummer van Het Trage Vuur, een nieuw tijdschrift over Chi nese literatuur. In de inleiding beschrijft de redactie de 'schrijnende geestelijke armoede' waarin het Nederlandse lezerspubliek verkeert als het gaat om Chinese literatuur. De titel van het tijdschrift verwijst naar 'een uiterst tijd rovende bereiding van een Chinees gerecht als bijvoorbeeld berepoot'. De inleider hoopt dat 'de vlam van het tijdschrift lang en gestaag moge branden, daarbij het leven schenkend aan een niet te versmaden ge recht.' Het moet gezegd: de inhoud van het tijd schrift valt zeker niet tegen, al is de humor soms ver te zoeken. Het eerste verhaal is van Ge Fei, die in 1964 in het district Dantu werd geboren en die behoort tot de Chinese avant-garde. Zijn bijdrage gaat over een man die in een privékliniek van zijn waan denkbeelden moet worden afgeholpen. Het thema in dit verhaal is of die waan nu ei genlijk niet meer werkelijkheidsgehalte heeft dan de werkelijkheid zelf. Het wordt door Ge Fei uitgewerkt in een mooi en beel dend geschreven verhaal. Wat de gedichten betreft: de poëzie van de in 1962 in Sjanghai geboren dichter Lu Yimin is uiterst somber.. Een aanhef als 'somber keer ik terug in mijn lijk/ opnieuw wordt mijn weke gelaat goudgeel' is repre sentatief voor deze poëzie, die mij soms enigszins ronkend aandoet. Maar de verzen van deze dichter kennen ook tal van verras sende wendingen en beelden en zijn daar om alleszins de moeite waard. LJU LU LU LU CL CL PRENTENBOEKEN RECENSIE CASPER MARKESTEUN Rosemary Wells - Lodewijk gaat logeren, uitgeverij Gottmer, 14,90; Anna Cur- rey - Hannibal uitgeverij 7.irkoon, ƒ22,95; Ingrid en Dieter Schubert - Abracadabra, uitgeverij Lemniscaat, 24,50; Jeanne Willis en Tony Ross - Het huismens, uitgeverij Leopold, ƒ24,90; Janet en Allan Ahlberg - De piepkleine puike postbode, uitgeverij Gottmer, ƒ36,90; Jean Richardson en Susan Winter - Beertje Ballerina, uitge verij Van Buuren. 19,90. Met de decembermaand weer in aantocht, een keuze uit re cente prentenboekenuitgaven. Voor kleuters zeer herkenbaar is Lodewijk gaat logeren van Rose mary Wells, want ergens anders moeten slapen kan nogal be dreigend zijn. Dat is ook zo voor beer Lodewijk die onverwacht bij Jeroen moet blijven slapen, omdat het erg is gaan sneeu wen. Lodewijk wil prompt niets meer en kan absoluut niet sla pen. Ten einde raad legt Jeroens vader sneeuwkettingen om de wielen en brengt Lodewijk naar huis. De berenverhaalfiguren zijn enigszins overbodig, maar doen het in de bijna ouderwets knusse tekeningen van dit mooi 'rond' geschreven verhaal heel goed. Voor kleuters is Hannibal van Anna Currey ook een heerlijk verhaal met prachtige, impo sante illustraties, waarvan er één door de voorlezer op een cruciaal moment plotseling kan worden uitgeklapt. En zie, niet één, maar drie gigantische tij gers achtervolgen opeens de opschepperige muis Hannibal, die beweert zelfs een tijger te durven kietelen. Hannibal ont komt door meer geluk dan wijs heid. Currey moraliseert geluk kig niet: Hannibal blijft gewoon de opschepper die hij was. Braver is de nieuwe Schubert Abracadabra Tovenaar Macro- bius handelt geheel conform de mores van opstandige tove naars en heksen: je hebt er als bosbewoner weinig last van, totdat hij of zij opeens de kolder in de kop krijgt en iedereen de stuipen op het lijf jaagt. Dat doet Macrobi- us ook. Hij laat alle dieren door zijn toverwerk voor aap lopen. Egel verzint een tegenzet: als monster verkleed bezorgen de dieren Macrobius zo'n angst, dat hij hen om raad vraagt. Die is niet moeilijk te geven. Een beetje afgezaagd verhaaltje dat echter volledig wordt gecom penseerd door de betoverende platen van de teken-tovenaars Schubert. Veel kunst en weinig kitsch. Net als je denkt dat tekenaar Tony Ross zichzelf wat gaat her halen, maakt hij samen met Je anne Willis Het huismens, een boek waar de spetters vanaf vliegen, een knaller van de eer ste orde. Bedacht Dolf Verroen ooit de vis die een jongen aan de haak had, Jeanne Willis cre- eert de hond Rex die een huis mens wil. Alle bezwaren die mensen tegen honden kunnen hebben, ventileren Rex' ouders tegen een huismens: nooit te vreden, ze zijn wild en vals, je kan ze niks leren, ze krijgen akelige trekjes etc. Tot Rex te gen een zwerfmensje aanloopt. Het slot moet je niet verklappen en de manier waarop Ross alle registers van zijn talent open trekt, kun je niet verklappen. Dat moetje zelf zien. Topklasse! Dat kan ik niet zeggen van De piepkleine puike postbode van Janet en Allan Ahlberg. De ver wijzingen naar Alice in Wonder land, inclusief Hoedenmaker en Haas, de ingewikkelde woord spelingen, het soms hoogdra vende taalgebruik ('Een Postbo de geteisterd, Van angst be zweet en klam') maken dit boek tot een voor jonge kinderen vrij ontoegankelijk geheel. Met het nogal overbodige, bijgevoegde vergrootglas kun je in ieder ge val heel goed de spelfout zien: 'hij komt om jouw op te vreten'. Echte 'balletmeisjes en -jon gens' zullen plezier beleven aan Beertje Ballerina. Beertje Balle rina kan er ook niets aan doen dat zij als balletdanseresje is aangekleed. De andere poppen lachen haar uit, want dansen kan ze niet. Ze wordt echter he lemaal geaccepteerd als zij op een feestje niet danst, maar ver telt over een balletvoorstelling. Hertog van Egypte fascinerende roman van Margriet de Moor ROMAN RECENSIE WIM VOGEL Margriet de Moor - Hertog van Egypte, 288 blz. Uitgeverij Querido Prijs 37,50 Die witte plekken in onze ge schiedenis. De slavenhandel, de arrogantie en onderdruk king in de koloniën, de slappe houding toen joodse Nederlan ders werden afgevoerd: we worden er niet graag aan herin nerd. Wie ons daarmee lastig valt (Poncke Princen, Graa Boomsma), weten we te vin den. Met Hertog van Egypte, haar derde roman, confron teert Margriet de Moor ons met nog zo'n witte plek: onze hou ding tegenover de zigeuners. Vrijbuiters en vreemdelingen zijn het, die zich niets aantrek ken van regels, voorschriften, bepalingen en wetten. Op 16 mei 1944 helpen daarom Ne derlandse agenten de Duitsers honderden zigeuners op te pakken. Een week later zitten de meesten in Auschwitz. Veer tig mensen keren slechts terug. Of de vermoorden een monu ment hebben gekregen, is mij niet bekend. Wel weet ik dat we met Hertog van Egj'pte een ro man hebben die een vergeten fragment uit onze geschiedenis weer een smoel geeft. Eentje die het onvoorwaardelijk voor alle zigeuners opneemt: daar kan geen monument tegenop. Die onvoorwaardelijkheid heeft zijn consequenties. Mar griet de Moor beschrijft zigeu ners als nobele wilden, levend volgens een eigen code. Zo'n romantische visie stileert per sonages waardoor individuele eigenschappen, bij uitstek het domein van de literatuur, ont kend dreigen te worden. Als De Moor ons in deze essayistische roman meeneemt naar andere tijden en andere streken, ont komt ze niet aan die stereoty pering, waarin de zigeuner al tijd als een kind zo goed is en de gevestigde burger verrader lijk en niet te vertrouwen. Toch is dit detailkritiek, niet door slaggevend bij een roman waarin het wonderlijke huwe lijk wordt beschreven van Lu cie, een eigenzinnige, mysteri euze Twentse boerendochter om wie een lichte waanzin hangt en Joseph Plato, een al even eigengereide en ongrijp bare zigeuner. Hertog van Egj'pte is in vele opzichten een klassieke roman. De vijf hoofdstukken leiden on afwendbaar naar afbraak en ondergang, die door allerlei kleine verwijzingen en terloop se opmerkingen subtiel worden voorbereid in het eerste hoofd stuk. En net als in een klassiek drama klinkt er voortdurend de stem van het koor, dat iedere gebeurtenis van commentaar voorziet, dat weet wat er in het verleden gebeurd is en wat de toekomst brengen zal. Het is wel een sympathiek koor, zeer begaan met zijn spelers en als een altijd aanwezige engel bewaarder de enige met iets van-inzicht in hun doen en la ten. Wat er gebeurt in deze lief desroman laat zich vlot samen vatten. In 1963 ontmoet Joseph in Twente Lucie. 'Lucie is vreemd. Ze staart. Lucie is zo iemand die niet kon meeko men op school en ze heeft dat metalig rood haar dat je meteen doet begrijpen, waar om ze als kind op straat werd uitgescholden.' Beiden worden onvoorwaardelijk verliefd op het vreemde in de ander. Hun huwelijk is gebaseerd op trouw en begrip. Zo begrijpt Lucie waarom Joseph in het voorjaar de kriebels krijgt, zijn auto pakt, door Europa trekt, familie bezoekt en zijn handeltjes drijft. Lucie, die op de boerderij bij hun drie kinderen en haar oude vader blijft, is in dat be grip even ondoorgrondelijk als Joseph die zestien zomers weg is. Hun liefde wordt niet geana lyseerd: Margriet de Moo: houdt niet van gepsychologi seer dat alles tot 'een reduceert. Wie sneeuw ondei zoekt, houdt water over. Van september tot en me april is Joseph thuis en leid met straffe hand en veel succes de paardenfokkerij. Dan men ook zijn verhalen k want helemaal volgens de tn ditie van de orale zigeunerliie ratuur, behoort het verlede doorverteld te worden. Ova zijn noodlottige eerste hu\« lijk. Over de gruwelijke familie geschiedenis. Over de zig ners die met drie beren in begin van de eeuw door ore land trokken en hoe treurig da bezoek eindigde voor een aiv der bleek en rossig meisje. Ove de Tweede Werëldoorlog Joegoslavië, waarvan details angstig veel lijken op details ui de laatste burgeroorlog. Ove het kille en harde optreden ook na de oorlog, van de Ne derlandse autoriteiten. En als hij zwijgt, is er altiji nog het koor dat van andeu wreedheden verhaalt. Va: achttiënde-eeuwse geselingen verkrachtingen en moordpai tijen. Ook de verhalen van Ge rard, de vader van Lucie, dra gen bij aan het orale karaktet Zijn verzetsgroep, waarvan |o sephs vader deel uitmaal® werd verraden door een dorp; genote, zoals jaren later het hu welijk van Lucie en Joseph 'vei raden' zal worden door een art dere, jaloerse inwoonster. Volgens de wetten van klassieke tragedie dient hf kwaad uiteindelijk gezuiverd li worden. Van die zuivering gf tuigen de laatste bladzijden waarin niet alleen de dood val Joseph wordt beschreven, maa waarin hij ook terugkeert zoal hij altijd terugkeerde. 'Nader ken', schrijft Margriet de Moo: 'is eigenlijk luisteren.' Luo blijft zijn stem horen en daaf mee zijn verhalen waarin vot de derde maal, maar nu voi het laatst, over een boerenmei met rossig, hooggotisch haa wordt verteld die 'weet di haar leven geen enkele zu meer heeft als...' als zij me! net als Lucie, meegenomd wordt door de hertog val Egypte. Wie door deze roman we 'meegenomen' wordt, luiste! slecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 12