2CVauto
met een ziel
Kleingeld gaat stinken
V
ZATERDAG 12 OKTOBER 1996
zoals de bank had gehoopt. Want zeer tegen
de zin van de bank in namen de meeste reke
ninghouders onmiddellijk het gehele salaris
op zodra het geld was overgemaakt. Om dit
tegen te gaan werd in 1967 de betaalcheque
en de creditcard geïntroduceerd. De echte
doorbraak kwam in 1985 met de invoering
van de pin. Nu die vrijwel overal is geaccep
teerd achten de banken de tijd rijp om de
chipkaart te lanceren.
Niet de extra service aan en het gemak
voor de klant zijn de werkelijke redenen voor
de introductie van de chipkaart. De klant zal
de service van de bank letterlijk in z'n porte-
monee voelen. Wat de banken dwars zit, is
dat de Nederlandse consumenten samen da
gelijks voor tientallen, zoniet honderden mil
joenen guldens over straat slepen. Contant
geld dat in de portemonnee zit of los in de
broekzak. Geld ook dat niets oplevert, niet
voor de consument, maar ook niet voor de
bank. Dat verandert met de chipkaart. Zodra
iemand de chipknip oplaadt, wordt het geld
bedrag van de privérekening overgeschreven
naar een tussenrekening van de bank. De
bank blijft over dit geld beschikken. En ver
dient daar dus aan. Zodra met de chipkaart
wordt afgerekend en de winkelier vervolgens
aan de bank opdracht geeft het geld aan hem
over te maken, is de bank het geld 'kwijt'.
Goedkoper
Voor de banken geldt: hoe meer de geldstro
men via een elektronische weg verlopen, hoe
goedkoper. En daar hebben de banken graag
wat voor over. Er zijn miljoenen guldens ge-
investeerd in de ontwikkeling van de chip
kaart en er zullen nog eens miljoenen gul
dens worden uitgetrokken om de kaart aan
de man te brengen. Nederland is een van de
eerste landen waar de chipkaart massaal
wordt ingevoerd. Volgende maand wordt in
het RAI-congrescentrum in Amsterdam het
derde Nationaal Chipcard Congres een
initiatief van het Nationaal Chipcard Plat
form (NCP) gehouden. Het motto daar is:
'Hoe inspelen op de massale acceptatie van
de chipknip?' Een 'businessline-manager'
van PTT Telecom en een 'senior business ad
visor' van een adviesbureau zullen spreken
over 'het gemak voor thuis, in de winkel en
onderweg' en over de 'meerwaarde voor de
burgers'. Albert Heijn stuurt een 'senior pro
jectmanager' die het allemaal in een 'breder
perspectief gaat plaatsen. Tweede-Kamerle
den van WD, PvdA en D66 ten slotte gaan er
babbelen over 'paars en de politieke impact
van de chipcard'.
Stuivers, dubbeltjes en kwartjes gaan stin
ken. En er is geen weg terug.
Op een warme julidag in 1990 liep om
vier uur 's middags de laatste 2CV van
de band. Toen nummer 5.114.961 het
fabrieksterrein afreed, leek het doek definitief te
zijn gevallen voor een unieke auto de enige ter
wereld waarin zonder probleem een mand met eie
ren over een knollenveld kon worden vervoerd. De
productie werd gestaakt, maar de 2CV weigerde te
sterven. In het Verenigd Koninkrijk stortte een poli
tieke partij zich in het verkiezingsgeweld met de
leuze 'Redt de 2CV'. En in Oslo deed de 2CV vorig
jaar augustus nog van zich spreken toen tegenstan
ders van de Franse kemproeven er één opbliezen
voor de Franse ambassade.
Dat de Noren de 2CV kozen als symbool voor de
Franse president Jacques Chirac, die opdracht had
gegeven tot de kemproeven, lag voor de hand. Kort
tevoren had Chirac, die in Frankrijk de bijnaam
'bulldozer' heeft, op een vraag op welk voertuig hij
het meest geleek, geantwoord: „De 2CV."
Zes jaar nadat in de laatste fabriek het licht uit
ging, staat de 2CV als vanouds in de schijnwerpers.
In Frankrijk bloeien achtendertig 2CV-clubs en dit
jaar verscheen over de auto een boekwerkje dat alle
voorgaande publicaties overbodig maakte. Het was
van de hand van Jacques Wolfgensinger, die als de
eerste PR-manager als geen ander had bijgedragen
aan het magische imago van de 2CV.
Antwoord
Het prototype zag het licht in '39, het jaar waarin
de nazi's hun laarzen begonnen te poetsen. De 2CV
was Frankrijks antwoord op de Duitse Kever, de au
to die iets weg had van een Wehrmachthelm. Hit-
Ier, die in 1938 zelf de eerste steen had gelegd voor
de Keverfabriek, liet twee jaar later de 2CV-produc-
tiehallen in Frankrijk bombarderen. Daar werden
toen weliswaar al geen auto's meer gemaakt, maar
de vrucht van vele jaren research ging goeddeels
verloren.
En zo kon pas in 1948 de 2CV op de autobeurs
van Parijs worden onthuld. De auto sloeg in als een
bom. Meer dan een miljoen Fransen trotseerden
lange rijen om een glimp op te kunnen vangen van
het curieuze vervoermiddel. De meesten lachten
besmuikt bij het aanschouwen van een auto waar
van het dak uit een oprolbaar kleedje bestond. En
Jean Bonnet, de autospecialist van het dagblad L'E-
quipe, verwoordde de mening van velen toen hij
schreef: „Ik geloof dat de 2CV al door de tijd is in
gehaald."
De journalist zou zich vergissen. Bij de gerucht
makende onthulling van de 2CV had Citroën ge
weigerd technische gegevens bekend te maken, een
slimme zet die de nieuwsgierigheid aanwakkerde.
Wat voor een miraculeuze vering had deze auto,
waarin een mand vol eieren probleemloos over een
akker kon worden vervoerd? Kon hij echt niet har
der rijden dan een paard?
De nieuwsgierigheid nam zulke vormen aan dat
kort na de autobeurs een 2CV tijdens een proefrit
werd klemgereden. Twee heren stapten uit, sloegen
de chauffeur neer, openden de motorkap, en...
maakten aantekeningen.
Slinger
De 2CV die uiteindelijk in 1949 op de markt ver
scheen, overtrof de stoutste verwachtingen. De au
to hoefde niet als een grasmaaimachine met een
koord te worden aangetrokken, maar had gewoon
een moderne slinger. Hij was ook niet van teerpa-
pier gemaakt, zoals het eerste prototype, maar van
metaal. En de koplampen waren niet gevuld met
vuurvliegjes, maar met heuse gloeilampjes. En de
motor van de 375 cc gaf de 2CV een 'top' van 65 ki
De Lelijke Eend als speedboat.
lometer per uur, sneller dan het snelste paard.
De 2CV veroverde eerst het hart van de boer,
toen dat van de zwartgejurkte plattelandspastoor,
vervolgens dat van de jeugd, en ten slotte dat van
heel Frankrijk. De rest van de wereld kwam daarna.
In tien jaar tijds werden er 150.000 van verkocht,
een enorm aantal in de jaren vijftig.
Vanaf het begin was de 2CV een auto met een
ziel. Brigitte Bardot liet haar 2CV met pluche bekle
den, zodat bewonderaars de auto konden strelen in
plaats van haarzelf. Een Nederlandse modejourna
liste, Margot Coumans, kleedde haar 2CV in jeans.
En een Franse eigenaar transformeerde zijn witte
exemplaar in een soort camper, compleet met keu
kentje, koelkastje, wijnkeldertje, douche en wc.
Daarna doopte hij hem 'Breakfast in Bed'.
Jacques Wolgensinger schreef in zijn boek ('La
2CV - Nous nous sommes tant aimés'): „Eenieder
die er ooit in heeft gereden, zal toegeven dat de
2CV minder dan een auto is en tegelijkertijd meer
dan een auto."
In Nederland werd de auto 'Lelijke Eend' ge
noemd, een kwalificatie die in de meeste Noord-
Europese landen werd overgenomen. En in het
voormalige Joegoslavië ging de 2CV als 'Spatcek'
(Straatjongen) door het leven. Welke andere auto
kon zich op een voornaam laten voorstaan?
Maar de 2CV was meer dan alleen ziel, zoals elke
automobilist zal bevestigen die ooit in zijn gepolijs
te wagen heeft gepoogd een tien jaar oude 2CV in
de bocht bij te houden. Drie jaar nadat de eerste
2CVs op de markt waren gekomen, begonnen twee
Fransen met de 2CV aan een tocht rond de Middel
landse Zee. Niemand geloofde dat zij de 14.000 ki
lometer ooit zouden afleggen, maar Michel Bernier
en Jacques Huguier deden het in 37 dagen. Hun
enige fout: ze hadden voor 250 kilo a
derdelen meegesleept, die ze in het geheel niet no
dig hadden gehad.
„Veel auto's hadden in die tijd problemen met
pakkingen", noteerde Jacques Wolgensinger. „Ci
troën had dat probleem eenvoudig opgelost: de
2CVhad geen pakkingen."
Betrouwbaar
Het geheim van de betrouwbaarheid van de 2CV
was eenvoudig: wat gemakkelijk stuk kon gaan,
werd eenvoudig weggelaten. Een verdeelkap, het
onderdeel dat bij vochtig weer startproblemen
geeft? Zat er niet in. De benzinemeter, die vaak stuk
ging?'De koper kreeg bij zijn 2CV gewoon een peil
stok, die hij in de tank kon houden.
Het resultaat was verbluffend. In 1953: 2CV rijdt
van Canada naar Rio, en na oversteek via Afri
ka terug naar Parijs. Jaar later: 2CV begint aan een
wereldreis, die zeveneneenhalf jaar en 300.000 kilo
meter zal duren.
Toen eenmaal de betrouwbaarheid van de wagen
gemeengoed was geworden, was geen uithoek
meer veilig voor de 2CV. De Gobi Woestijn, de An
des, de jungle van Laos. Nova Zembla overal
dook de auto op. Zelfs werd de auto op water gesig
naleerd, omgebouwd tot speedboot.
Een van de honderdduizenden 2CV-adepten, een
Belgische baron, zei het zo: „De Duitse Kever heeft
nooit dezelfde status gekregen als de Franse 2CV,
omdat hij te veel op een auto leek. De 2CV bijvoor
beeld had geen echt dak, maar een doek. Je opende
hem zoals je een blikje sardientjes opent."
„De 2CV", zo sprak baron Slingeneyer de
Goeswin, „is geen auto. Het is een gemoedstoe
stand."
elijke eend
weigert te 'sterven'
)e productie is allang gestaakt,
naar de 2CV weigert te verdwijnen,
tij duikt nog geregeld op, dat
piieke Franse autootje, dat in de
ren vijftig de wereld veroverde.
Ontworpen als het antwoord op de
'uitse Kever werd het een begrip.
1e 2CV is geen auto, maar een
•moedstoestand.
m d en Harrie zijn bekende verschij-
I i ningen in de binnenstad van Gro-
ningen. Een groot deel van hun
lag draait om het verzamelen van kleingeld,
[e bedelen. Voor een snack bij de Febo, voor
flesje bier en voor het slaaphuis waar een
vernachting twee tientjes kost. Harrie neemt
enoegen met een bijdrage van één gulden,
et minimumtarief van Ed („want ik steel
ooit") is een knaak.
De ophanden zijnde massale invoering van
e chipkaarten gaat aan hen voorbij. Toch
uilen zij vroeg of laat met het nieuwe ver-
:hijnsel worden geconfronteerd: ze krijgen
ngetwijfeld minder kleingeld omdat veel
iensen dat niet meer bij zich dragen. De
traatmuzikant, de collectant en de orgelman
allen eveneens de gevolgen ervan in hun
ortemonnee gaan voelen. En wat te denken
an de verkopers van de (succesvolle) dak-
izenkranten in de grote steden, want het is
iet erg waarschijnlijk dat zij straks met een
hipkniplezer de straat zullen opgaan.
In het Scryption in Tilburg opende presi
dent Duisenberg van de Nederlandsche Bank
jnlangs een tentoonstelling over 50 jaar be-
alingsverkeer: 'Van loonzakje tot chipkaart'.
i)p een kaart aan de muur van de tentoon-
jtellingsruimte staat de tekst: 'Als er over een
par of acht bijna geen munten meer zijn,
lebben de huis-aan-huiscollectanten een
irobleem'. De tekst is opgetekend uit de
nond van P. Sligter, hoofd fondswerving van
iet Leger des Heils.
Is het reëel te denken dat kleingeld gaat
jerdwijnen? De meningen lopen uiteen. Feit
s dat bankinstellingen er alles aan doen om
let gebruik van kleingeld (en bankbiljetten)
linimum te beperken. Voor de ban-
ten is het eeuwenoude betaalmiddel lastig,
aefficiënt er duur. Van de 3,5 miljard beta-
^■ngen die jaarlijks in ons land plaatshebben,
HBordt tachtig procent uitgevoerd in contant
jgld. Bij zeventig procent van die transacties
jaat het om minder dan 25 gulden. De ban-
ten gaan ervan uit dat over tien jaar zestig
jrocent van het kleingeld dat nu in omloop is
M ils gevolg van de komst van de chipkaart uit
Ie roulatie zal zijn genomen. Bij een 'maxi-
g haal succes' zelfs tachtig procent.
Tegengas
arel de Geus uit Eindhoven volgt de ontwik-
lelingen rond de chipknippen en de chippers
liet belangstelling. Hij is munthandelaar en
lorzitter van de Nederlandse Vereniging
Munthandelaren. „Ik ben geïnteresseerd
ndat het over geld gaat." Niet dat het mo-
i betalingsverkeer zijn hart sneller doet
lloppen. „Ik ben wereldburger en deze ont-
'ckeling is blijkbaar niet tegen te houden.
Twee pilsjes 'chippen'en weg is de fooi
De chipknip en de chipper
komen eraan, of de
consument nu wil of niet.
Contant geld stinkt
plotseling. Maar flipperen
meteen chipper, kan dat?
Anders gezegd: kan
Nederland wel zonder
stuivers, dubbeltjes en
kwartjes? In oktober
beginnen de banken een
reclamecampagne. Eind dit
jaar moeten er al drie
miljoen mensen met de
chipkaart rondlopen en
begin 1998 zullen dat er naar
verwachting meer dan tien
miljoen zijn.
Maar zelf doe ik er zo weinig mogelijk aan
mee."
Op de deur van zijn zaak heeft De Geus
een sticker geplakt met de tekst: 'Hier kunt u
nog betalen met muntgeld en bankbiljetten'.
Om een beetje tegengas te geven, zegt hij. De
chipknip en de chipper zal de Eindhovenaar
niet snel in huis halen, zoals hij tot nu toe
ook de pin heeft geweerd. „Totdat het echt
niet meer zonder kan. Maar ik zal een van de
laatstenzijn."
'Iedereen krijgt een chipknip', stond recent
op Teletekst. Krijgt! Alsof de consument er al
jaren om zeurt. Reclamecampagnes de
Rabobank is al begonnen barsten binnen
kort in alle heftigheid los. De consument
moet worden ingepeperd dat de chipkaart
talloze voordelen biedt. En dat het gedoe met
kleingeld maar lastig is. Alsof contant geld
plotseling stinkt. De chipkaart wordt uitge
legd als een service van de bank aan de klant.
Omdat het zoveel gemakkelijker zou zijn. Een
brood bij de bakker reken je straks niet meer
af, maar dat 'chip' je. In twee seconden. En
de ontwikkelingen op dit gebied gaan ra
zendsnel. De Free Record Shop plaatste on
langs zeven cd-automaten in hallen van
treinstations. Met behulp van de pinpas kun
je er een cd 'trekken'. Slaat dit aan, dan wordt
het aantal cd-automaten uitgebreid.
Ruzie
Ondertussen maken de banken nog wel ruzie
over wie de beste chipkaart heeft. De VSB-
bank, ABN/Amro en de Rabo werken samen
in Interpay en lanceren volgende maand de
chipknip. Daarmee kan ook worden gepind.
Concurrent ING/Postbank (die samenwerkt
met PTT Telecom) komt begin volgend jaar
met de chipper. Daarmee kan niet alleen
worden afgerekend, want de kaart is ook te
gebruiken in de telefooncel en als spaarkaart.
Ondernemingen als Albert Heijn, Edah, HE-
MA, V&D, Shell en Esso studeren op eigen
chipkaarten, al dan niet in samenwerking
met de banken en al dan niet in combinatie
met bijvoorbeeld de Air Milespas.
Arme winkelier. Hij zal zijn toonbank moe
ten volstouwen met allerlei digitale kaartlees-
apparatuur. Uit een recente enquête van het
vakblad Vakkrant Karwei blijkt dat een op de
vijf middenstanders niets te maken wil heb
ben met welke chipknip of chipper dan ook.
Maar het zal niet eenvoudig zijn om dit nieu
we verschijnsel te negeren. Net zoals bij de
pin gebeurde, zal de klant erom vragen en zal
de winkelier uiteindelijk onder die druk over
stag gaan. Vrijwillig, want (voorlopig) is de
chipknip noch de chipper een wettig betaal
middel.
De winkelier is niet de enige die zal moe
ten dansen naar het pijpen van de banken.
Bertus Donks is voorzitter van de Bovok, de
Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders.
Hij zucht diep en zegt: „Nee, gelukkig ben ik
er niet mee. De banken zadelen ons hiermee
op zonder dat we erom gevraagd hebben. De
kermis is een van de branches waar kleingeld
een belangrijke rol speelt." Op 'zijn' jaarver
gadering wil Donks de kwestie aan de orde
stellen. „Want een oplossing voor het pro
bleem heeft zich nog niet aangediend."
De brancheorganisatie voor speelautoma
ten in Nederland, de VAN in Rosmalen, buigt
zich al geruime tijd over het chipknippro
bleem. „En dat wij een probleem hebben,
mag duidelijk zijn," zegt mevrouw B. Benne.
Zij is secretaris van de VAN-chipknipwerk-
groep. „Een halfjaar geleden riepen de werk
geversorganisaties dat het allemaal wel mee
zou vallen met die chipknips en chippers.
Niemand hoefde zich zorgen te maken. In
middels weten we beter. We moeten nu actie
ondernemen om straks niet achter de feiten
aan te lopen."
Benne schetst de problemen van de gok-
en speelautomatenbranche. Technisch is het
niet zo moeilijk de automaten om te bouwen
en geschikt te maken voor een chipkaart.
Maar de Wet op de Kansspelen bepaalt dat
speelautomaten alleen mogen werken op de
Nederlandse pasmunt. „Met de chipkaart
mogen we dus helemaal niets", zegt Benne.
„Maar we willen wèl. De wet zal moeten wor
den aangepast en dat moet niet te lang op
zich laten wachten."
Er is meer dat de VAN hoofdbrekens be
zorgt: hoe bijvoorbeeld moet een gokauto
maat de winst uitkeren? Zoals nu, in contant
geld? Of is het mogelijk dat een fruitmachine
de winst bijschrijft op de chipper? „We zijn
daar nog niet uit. Wel staat voor ons vast dat
wij enorme investeringen voor onze kiezen
krijgen." In Nederland staan 35.000 (legale)
kansspelautomaten de gokkasten en
een evengroot aantal behendigheidsautoma
ten (vooral videospelen).
Benne zou wensen dat de chipkaart haar
enige probleem is. „Wat dacht je van de Eu
ro?", zegt de VAN-secretaris. .„Automaten
herkennen alleen Nederlandse munten.
Straks moeten ze ook Euro's accepteren.
Zoals het er nu naar uitziet krijgt elk land een
eigen afbeelding op die munt, maar je kunt
dus wel met de Franse of Duitse Euro in Ne
derland betalen. De zogenaamde 'muntvoe-
ler' in de automaat moet straks heel veel ver
schillende munten gaan herkennen. Dat
vraagt om een heel fijne en heel gevoelige af
stelling. Met alle kansen op storingen en on
terechte weigeringen van cüen.
Dit laatste wordt bevestigd door G.J. Lod
der, voorzitter van de 'chipknipcommissie'
van de VIDA, de grootste brancheorganisatie
voor drank- en voedselverstrekkende auto
maten. Daarvan staan er zo'n 130.000 in Ne
derland. De VIDA voert momenteel een zwa
re lobby in Brussel die moet bewerkstelligen
dat de Euro's straks niet al te veel van elkaar
afwijken. Maar ook de chipkaart is een 'hot
item' binnen de VIDA. Het zijn „woelige tij
den", zegt Lodder die onderhandelt met zo
wel Interpay als met de Postbank. „Voor ons
is het behoorlijk vervelend dat er twee ver
schillende chipkaartsystemen naast elkaar
komen." Lodder hoopt stilletjes dat „de mi
nister van Financiën ingrijpt" en een einde
maakt aan het gebakkelei tussen de banken.
Fooi
De VIDA verwacht, net als de VAN, dat klan
ten (overheid, onderwijsinstellingen en het
bedrijfsleven) zullen eisen dat de automaten
be 2cv onder de motorkap: Wat gemakkelijk stuk kon gaan.
Werd gewoon weggelaten.
Stuivers, dubbeltjes en kwartjes. Kan Neder
land zonder? foto gpd
worden voorzien van een 'betaalterminal'.
„Dat is het ding dat chipknippen en chippers
kan lezen". Lodder geeft toe dat de chipkaart
ook voordelen te bieden heeft. „Het voor
komt veel kleingeldgedoe. Nu moeten de au
tomaten regelmatig worden leeggehaald en
het geld moet worden geteld en worden ge
transporteerd. Dat kost nogal wat."
Lodder verwacht dat de meeste automaten
straks zowel van een munt- als van een kaart
systeem worden voorzien. Parkeerautomaten
en sigarettenautomaten wacht hetzelfde lot.
Ook de horeca staat niet te juichen. Twee
pilsjes 'chipknippen' en daar gaat de fooi.
Banken piekeren er al sinds de jaren vijftig
over hoe zij zich kunnen ontfermen over het
geld van dc consument. In 1959 stelde De
Twentsche Bank (opgegaan in wat nu de
ABN Amro is) als eerste een salarisrekening
in die was bedoeld voor de niet zo vermogen
de particulier. Het publiek reageerde niet