PORT
Keeper in de eredivisie
is dat nou zo bijzonder?'
Kritiek zit Genie Knetemann nog altijd dwars
Elftalfoto
UTERDAG 5 OKTOBER 1996
Rob van Dijk kwam pas óp 18-jarige leef
tijd tot de ontdekking dat hij meer keeper
dan voetballer was. Het was nog niet te
laat voor een mooie loopbaan. Hij heeft
sinds enkele maanden een plaats veroverd
in de eredivisie als eerste doelman van
RKC. De 27-jarige Voorhouter wordt er
niet lyrisch van. ,,Het werd een keer tijd.
Vier jaar op de bank bij Feyenoord was te
lang."
Dat een jeugdvoetballer van amateur
club Foreholte het schopt tot de beste
achttien keepers van Nederland, dat is
toch iets. Van Dijk haalt zijn schouders op.
„Het zegt me allemaal niet zoveel. Ik denk
namelijk dat er nog meer is dan keeper
zijn van RKC. Al moet ik voorlopig nog
maar bewijzen dat ik dit kan, want het is
allemaal nieuw voor me."
Het is de laatste maanden snel gegaan
met Van Dijk. Bij Feyenoord werd hij als
tweede keeper in vier seizoenen slechts
vier keer opgesteld voor een competitie
wedstrijd als Ed de Goey geschorst of ge
blesseerd was. „Dit seizoen was anderhal
ve week oud en ik had al net zo veel wed
strijdervaring opgedaan als in vier seizoe
nen Feyenoord. Ik kan niet genoeg wed
strijden spelen, want dit is de enige ma
nier om te groeien tot een volwaardige
eredivisiekeeper. Het liefst zou ik de hele
competitie in het ritme van zondag
woensdag-zondag spelen.
Voetballers oogsten op 27-jarige leeftijd,
want dan zijn ze zegt men op hun
sterkst. Rob van Dijk staat op deze leeftijd
als het ware aan het begin van zijn carriè
re. Gelukkig gaan keepers langer mee. Hij
kan de top nog halen. „Ik heb in de eerste
twee jaar ontzettend veel geleerd van Pim
Doesburg, maar in de laatste twee jaar
stagneerde de ontwikkeling. Ik werd niet
getest in grote wedstrijden. In Feyenoord
2 speelde ik meestal met een ploeg die do
mineerde, waardoor ik amper ballen
kreeg. Soms stond ik een half uur een
zaam in dat doel en dacht: kom nou eens
keer mijn kant op voetballen. Nu is het
precies andersom. RKC staat vaak onder
druk en soms zou ik wel eens willen dat ze
wegbleven uit mijn gebied. Het is een
enorme verandering voor een keeper."
De ploeg uit Waalwijk heeft in 8 wed
strijden al 16 goals tegen en staat vijftien
de. Van Dijk speelde een keer niet mee
vanwege een blessure (4-0 verlies bij PSV)
en zit dus op 12 uit 7. Nog altijd een te
hoog gemiddelde vindt hij. „Maar het
aantal tegendoelpunten zegt niet alles
over je functioneren als keeper.
Zoals hij ook vindt dat de memorabele
momenten in zijn eerste wedstrijden voor
RKC niet 'alles zeggen'. Van Dijk was al
een paar keer opvallend aanwezig in of
voor zijn doel. Zo stopte hij al twee penal
ty's in deze competitie. Hij relativeert die
hoogtepunten meteen. „Een penalty die
gestopt wordt, is niet genomen door een
specialist. Die wacht namelijk net zo lang
tot de keeper een hoek heeft gekozen. Ja,
natuurlijk beweegt een keeper altijd te
vroeg, anders stop je geen penalty."
Maar zijn 'dieptepunt' relativeert hij
ook. Dat slippertje in Groniqgen. In de
slotminuten kreeg hij een terugspeelbal en
ging aan de wandel in zijn strafschopge
bied. Dat meevoetballen werd direct afge
straft met een tegendoelpunt. „Zo'n blun
der blijft hangen. Niet het feit dat ik daar
in Groningen mijn beste wedstrijd voor
RKC tot op heden heb gekeept."
Dat in het wekelijkse programma Eu
rogoals de bloopervan Van Dijk heel Euro
pa doorging en dat de mensen dachten
dat hier de eerste de beste grabbelaar aan
de gang was, het zij zo. Van Dijk: „Dat
denk ik namelijk ook als ik die Franse kee
pers soms zie schutteren bij Eurogoals.
Maar misschien keepen zij over de hele
wedstrijd wel net zo goed als ik in Gronin
gen. Trouwens, ik heb helemaal geen me
ning van anderen nodig over mijn keepen.
Omdat het ene goede of slechte moment
vaak bepalend is voor die mening en om
dat ik zelf veel beter weet of ik het goed of
slecht heb gedaan."
Toen hij de blunder in Groningen had
verwerkt, kon hij er thuis in Voorhout voor
de buis met zijn vriendin best om lachen.
„Ach, het is altijd koddig als een keeper zo
de bal verspeelt. Het was een beetje over
moed. Het stond al 0-2 en we hadden mi
nutenlang balbezit. Gelukkig wonnen we
met 2-1. Zo'n fout werkt bij mij niet da
genlang door. Ik ga er volwassen mee om.
Het moet een keeper gewoon overkomen.
Het is een verplicht onderdeel van mijn
leerproces."
Want Van Dijk is nog aan het leren.
„Het verschil tussen de competitie van de
tweede elftallen en de eredivisie is me erg
tegengevallen. Het is me opgevallen dat
de tegenstanders van RKC zo ontzettend
veel kansen krijgen."
Hij is in een andere wereld terechtgeko
men. Na De Kuip is het qua ambiance en
accommodatie een stap terug. Maar de
eredivisionist die jarenlang werd afge
schilderd als 'de fietsenstalling' van het
betaalde voetbal, heeft sinds kort wel een
nieuw stadionnetje. „Dat moest ook wel,
want ik ben hier nog eens met Feyenoord
geweest en toen konden we niet met de
hele selectie in dc kleedkamer. Toen zei
de trainer tegen de wisselspelers: gaan jul-
lie maar even een bakkie doen. Als de ba
sisspelers zijn omgekleed kunnen jullie.
Dat is verleden tijd. RKC heeft nu een
mooie en moderne accommodatie."
Hij denkt dat het knusse, gemoedelijke
Waalwijk voor hem een goede omgeving is
om te presteren. „Ik heb voor twee jaar
getekend en wil twee seizoenen onder de
lat staan bij RKC. Dan zien we wel ver
der." Hij is gematigd tevreden over zijn
eerste twee maanden. Hij scoorde in elke
wedstrijd wel eens zesje of zeven in Voet
bal International. „Ja, ik heb de VI in huis
en kijk naar die punten. Maar veel waarde
moet je er niet aan hechten.
Volgens trainer Cees van Kooten van
RKC is Van Dijk bezig met het inhalen van
een achterstand. „Hij heeft jarenlang geen
competitie gehad en moet nu opeens aan
de bak op het hoogste niveau. Hij moet in
zijn rol groeien en krijgt dus krediet, waar
bij hij die slippertjes voor mij niet per se
hoeft te maken." Achter Van Dijk staat Jo-
han Garrelfs (ex-Alphense Boys) 'te sprin
gen' zegt Van Kooten. Voorlopig heeft de
Nieuwkoper de slag verloren van de
nieuwkomer.
Van Kooten denkt dat Van Dijk op ter
mijn een eredivisie-waardige doelman
wordt die 'beter dan middelmaat' is. „Rob
heeft een erg goed lichaam voor een kee
per. Daar moet hij straks iets mee uitstra
len. Persoonlijkheid. Dat is er nu nog niet.
Hij is bovendien wat verlegen, al begint hij
de laatste tijd een beetje te praten in het
doel."
Van Dijk noemt zichzelf 'rustig, maar
niet stil'. Hij is geen showkeeper, praatjes
maker of iemand die het publiek bespeelt
en gebruikt. Hij is niet zoals Oscar Moens
van AZ die terugspuugt naar toeschou
wers achter het doel. Of zoals Hans van
Breukelen die een speler die een penalty
ging nemen een minuut lang intimideer
de. „Dat kan ik allemaal niet." Van Dijks
pr bestaat uit ballen tegenhouden en ver
der niets. Hoewel. „Uiterlijk kan ook be
langrijk zijn. Ik wil hoe dan ook met witte
kousen keepen. Een andere kleur bestaat
voor mij niet als doelman." Het is een van
de weinige 'zwakheden' die hij toelaat in
zijn nuchterheid.
Hij beseft dat hij als sluitpost in het elf
tal verbaal iets meer aanwezig mag zijn.
„Het coachen schiet er wel eens bij in. Ik
ben druk bezig met mezelf, je zoekt zeker-
heidjes. Bij hoge ballen pluk ik alleen die
ballen eruit waarvan ik helemaal zeker
ben dat ik ze pak. Anders blijf ik op de lijn.
Uitstraling komt als het goed is vanzelf.
Uitstraling krijg je door ballen te pakken.
Bij Van der Sar en De Goey duurde het
ook even. Dat waren volgens de kenners
in het begin ook slungels en te magere
keepers zonder charisma. Toen ze ballen
pakten, sloeg het snel om."
Van der Sars entree bij Ajax ging ook ge
paard met enkele rare fratsen in de zestien
en de lange goalie was in het begin geens
zins een toonbeeld van rust en zekerheid.
Van Dijk bedoelt maar. Edwin van der Sar
- ruim een jaar jonger - heeft veel gemeen
met Van Dijk. Beiden geboren Voorhou-
ters, beiden via Foreholte en Noordwijk
naar het betaalde voetbal. „Het is allemaal
puur toeval, verder niets. Ik spiegel me
niet aan Edwin, ook al verlopen veel din
gen parallel. We komen elkaar in het dorp
wel eens tegen en maken een praatje.
Over voetbal natuurlijk en andere dingen.
Maar echte vrienden, nee. Gewoon dorps
genoten en collega's. We bellen elkaar
nooit om over ons vak te praten."
Van Dijk benadert het voetbal rationeel.
Sterrenstatus en vedetteneigingen kent hij
niet. Soms voelt hij niet eens dat hij in een
volle Kuip staat, terwijl miljoenen alleen
maar mogen dromen van het idee. „Toen
ik De Goey een keer verving en in de basis
stond bij Feyenoord - Ajax bemerkte ik dat
volle stadion nauwelijks. Pas toen ik er la
ter iets van op tv terugzag dacht ik: verrek,
45.000 mensen die naar jou zitten te kij
ken, dat zijn er nogal wat."
Soms wordt hij wakker geschud en raakt
hij pas geïmponeerd als een wedstrijd of
belangrijk spelmoment voorbij is. „Zoals
bij mijn eredivisiedebuut. Het was mijn
eerste jaar bij Feyenoord en had alleen
nog maar in de dug out gezeten. Tegen Vi
tesse moest ik er opeens in. Het spel werd
hervat met een vrije trap vanaf twintig
meter. Die ging er meteen in, zonder dat
ik ook maar een bal aanraakte. Toen even
later het spel op de andere helft was en ik
daar alleen stond, schrok ik opeens. Jezus,
wat is dit een groot stadion, dacht ik plot
seling. Terwijl ik er al zes maanden speel
de. Maar ik was alleen die dug out ge
wend. In dat doel voelde ik me opeens
heel klein en alleen op de wereld."
Rob van Dijk praat over zijn beroep als
of ballenvanger in de eredivisie hetzelfde
is als banketbakker. „Als ventje spaarde ik
ook voetbalplaatjes en was keeper worden
in de eredivisie misschien een jongens
droom. Nu ik het meemaak, vind ik het
normaal. Dat is eigenlijk wel raar, nou je
het zegt. Maar het gebeurt me gewoon. Ik
keepte in Foreholte 2, ik keepte in Fore
holte 1, toen in Noordwijk 2 en in Noord-
wijk 1. Toen kwam Feyenoord 2 en nu
RKC. Steeds een stapje erbij. Het is nou
niet dat ik zeg: joh, wat doe jij iets bijzon
ders. Iedereen doet waar-ie goed in is.
Klaar."
Genie Knetemann, bondscoach van de
Nederlandse ploeg die volgende week
deelneemt aan het WK-wielrennen, be
leefde een 'hetere' zomer dan hem lief
was. De oud-wereldkampioen kreeg forse
kritiek van de Nederlandse wielrenners op
zijn selectiebeleid voor de Olympische
Spelen. Knetemann trok zich die kritiek
aan. Ruim twee maanden later reist hij
met een aantal van de criticasters naar de
mondiale strijd om de regenboogtrui in
Lugano waar het parcours zó zwaar is dat
van de Hollanders geen rol van betekenis
mag worden verwacht. De perikelen rond
Atlanta hebben Knetemann lange tijd in
de greep gehouden. Met het WK voor de
boeg wil hij met een schone lei beginnen.
Maar in zijn oordeel over de huidige gene
ratie Nederlandse wielrenners klinkt At
lanta' nog steeds door.
De algemene kritiek voor Atlanta was
dat Knetemann te lang wachtte met het
bekendmaken van zijn ploeg. Zo voelde
Bart Voskamp zich gekrenkt dat de bonds
coach hem voor het eerst benaderde na
dat hij een Tour-etappe had gewonnen.
Blijlevens wilde behalve Tristan Hoffman
ook Maarten den Bakker meenemen naar
Atlanta. Maar Knetemann wenste zijn
ploeg niet compleet rond de sprinter op te
bouwen. De kans op een massaprint was
webswaar groot, maar hij wilde niet het ri
sico nemen om alles op één kaart te zet
ten. Verder waren er de misverstanden
over het parcours waarvan Knetemann zei
dat de Hollanders het niet hoefden te vre
zen. Blijlevens was daar niet zo zeker van.
Knetemann voelde zich door de kritiek
'een paar dagen vreselijk verlaten en al
leen'. „Zo heb ik dat echt gevoeld. Ik ben
door de media als een halve zool neerge
zet. Ik kan me wel sterker voordoen dan ik
ben, maar ik voelde me 'in die tijd echt
heel lullig. Ik wil mijn werk zo eerlijk mo
gelijk doen en dan krijg ik de kritiek dat ik
een windenwaaier ben. Dat zit me echt
dwars."
Het klinkt vreemd uit de mond van de
man die kritiek op zijn werk of zijn per
soon normaal gesproken met een kwink
slag pareert. „Kijk, alles gaat in samenwer
king met de ploegleiders. Maar als die
denken dat hun renners niks te zoeken
hebben op de Spelen, dan ben ik uitge-
boerd. In de Tour heeft iedereen elkaar
zitten opfokken en werd de kritiek op mij
steeds gekker. Ik weet toch precies hoe dat
gaat. De Kneet heeft er dertien gereden!
Als je In de Tour zit, denk je dat het de na
vel van de wereld is. Het is een lulverhaal
om te zeggen dat de selectie te laat be
kend is gemaakt."
„Deze generatie wielrenners is opge
groeid in luxe. Ons konden ze vroeger nog
gek maken met een buitenlandse wed
strijd. Maar tegenwoordig? Als je alleen al
hoort waar ze op vakantie naartoe gaan.
Allemaal naar tropische oorden. Blijkbaar
is deze generatie zo. Maar we moeten niet
té negatief zijn. Ik heb ook respect voor
Bfijlevens. Hij rijdt wel de Ronde van
Spanje uit terwijl hij daar de laatste etap
pes niks meer te zoeken had. Neem maar
van De Kneet aan dat het een zware koers
is."
Knetemann ziet licht in de duisternis,
maar volgens hem duurt het nog jaren
voordat Oranje uit het dal is. „Een paar
jaar geleden is de grote fout gemaakt. Jon
gens die prof werden, moesten zich afbeu
len voor buitenlandse kopmannen. Zeven
jaar geleden heb ik met Genie van Ger-
wen en Pascal Kolkhuis Tanke al een rap
port geschreven over de gevolgen. Het is
uitgekomen. Maar wij waren blijkbaar te
vroeg met onze conclusies. Voor de meute
uitlopen is niet goed. De Rabobank doet
nü wat wij toen op papier hebben gezet.
Maar intussen is er wel een hele generatie
weg. In de Tour is het even goed gegaan,
maar het lijkt tijdelijk te zijn geweest."
„Michael Boogerd heeft een etappe in
de Tour gewonnen, maar laten we nu niet
denken dat hij de redder des vaderlands
is. En Maarten den Bakker is zoals-ie is.
Volgens mij is hij beter dan ik vroeger was.
Maar waar het om gaat is het venijn, de
bezieling. Hij is een lieve jongen, maar lie
ve jongens lees je meestal niet terug in de
uitslag."
„In mijn tijd waren we allemaal rotzak
ken. Nooit tevreden. Ik heb idee dat deze
generatie te snel content is. Ik hoor niet
anders dan: maar ze rijden zo hard. Hallo,
zeg ik dan, vroeger werd óók hard gereden
hoor. Het heeft met eerzucht te maken.
Het gaat niet om hardrijden. Het gaat over
business. Hoe je wint maakt niet uit, al ga
je achterstevoren op de fiets zitten. Je
moet beter willen zijn dan je tegenstan
der. In alles. Beter willen koersen, beter
willen slapen, beter willen verzorgen. Nu,
na mijn carrière, heb ik het nóg. Alleen, ik
kan mijn eerzucht niet meer kwijt."
„Op het moment dat ik niet meer ja
loers was op de winnaar, heb ik besloten
te stoppen. Ik had geen drijfveer meer.
Dan wordt wielrennen werken en dat vind
ik niks. Ik was altijd jaloers op de winnaar.
Zelfs na bergetappes, die ik nooit kon win
nen, was ik toch, als was het maar een
miljoenste van een seconde, jaloers op de
winnaar. Tegenwoordig is men zo lief voor
elkaar. Ik zou er goed geld voor over heb
ben als straks op het WK de ene Hollander
de andere terugpakt."
„Anderen hebben het weer over pieken:
ook zo'n uitdrukking. De grote mannen
rijden veel wedstrijden hóór! Rominger,
Jalabert, Zülle en alle Italianen. Die gasten
hier klampen zich vast aan trainers. Zo'n
Adrie van Diemen (begeleider van aantal
Nederlandse profs) vraagt zijn renners el
ke dag in de spiegel te kijken om zich af te
vragen hoe ze zich voelen. Wat denk je dat
er gebeurt! Dan ga je je op den duur van
zelf rot voelen hoor! Schei toch uit, een
renner heeft zij eigen verantwoordelijkhe
den. Den Bakker en Breukink hebben Van
Diemen nu weggestuurd. Ze zijn er blijk
baar achter gekomen dat wielrennen niet
alleen hardrijden is. Dat is maar de helft.
Wielrennen is improviseren. Eerst het
bordje van je concurrent opeten en dan
pas aan je eigen maaltje beginnen. Ik hoor
van de renners dat ze van hun trainer
soms dagen thuis moeten zitten als ze
zich niet goed voelen. En die coureurs vin
den het wel prettig zo. Het lijkt soms wel
of ze helemaal geen zin hebben om te
koersen. Neem van de Kneet aan: een
wielrenner kan maar één ding en dat
moet-ie dus doen."
Rob van Dijk: „Zo'n blunder als in Groningen blijft hangen. Niet het feit dat ik daar mijn beste wedstrijd voor
RKC tot op heden heb gekeept." foto kees van hoogdalem
Hoe zou clat in zijn werk zijn ge
gaan? Hoe is Hiddink alleen al
op de gedachte gekomen
Is het wel Hiddinks idee?
Zit anders Staatsen er achter?
Die slaat wel meer nieuwe we
gen in - en een ongediplomeerd
oefenmeester in dienst van de
bond. dat is nu met recht iets
De diplomaloze trainers van
Heracles en Veendam werden
vorig jaar het leven nog flink
zuur gemaakt, Reker schreef een
boze brief, persconferenties wer
den geboycot en voor straf
mochten de raddraaiers niet fi
gureren in het reclamefilmpje
van Van Gaal over een alcohol
vrij merk bier (je kunt je afvra
gen wat erger is, bier zonder al
cohol of een trainer zonder di
ploma, maar dit terzijde).
Dat Johan ooit nog eens op de
bank zou komen te zitten bij het
Nederlands elftal verwondert
ons niet in het minst, maar dut
dit Neeskens zou zijn des te
meer. Als er één onvergetelijke
speler in de vergetelheid was ge
raakt, dan was het namelijk
Neeskens wel.
Mijn eerste vraag toen ik het
verrassende nieuws over Nees
kens vernam, hoe zou het toch
laatstelijk met die Neeskens zijn,
was uiteraard door dit nieuws
zelf direct al beantwoord, met
Neeskens ging het zeer naar te
vredenheid, hij was zojuist aan
gesteld als de tweede man van
Oranje. Maar dé vraag blijft
vanzelfsprekend, hoe heeft dit
kunnen gebeuren? Neeskens zelf
kon ons wat dit betreft ondanks
veel goede wil van zijn kant
nauwelijks van dienst zijn. Hij
snapte er ook weinig van.
Zijn Duitse amateurclub had
onlangs met 4-1 gewonnen -
zo'n grote overwinning had de
Verein in jaren niet behaald en
het bestuur was dan ook razend
enthousiast over Der Neesch, te
meer daar de kantineomzet van
FC Singen '04 de stoutste ver
wachtingen overtrof, de braad
worst en het bier waren niet aan
te slepen geweest, maar déze po
sitieverbetering kon men de
sympathieke Niederlander niet
weigeren, de voorbereidingen
voor een bonte avond, waarop
men uit eerbetoon het FC Singen
'04-pupillentoernoQi blijvend
naar johan vernoemen zal, zijn
inmiddels in volle gang - maar
dat de spectaculaire vorderingen
van het elftal uit Singen tot het
telefoontje uit de Achterhoek
hebben geleid, moet uitgesloten
worden geacht.
Wat dan? Wat bracht Hiddink
ertoe om Neeskens op te bellen
(en waar haalde Hiddink über
haupt de tijd vandaan om te
midden van al zijn drukke tele
fonisch verkeer met Davids ook
nog eens Neeskens in de Alpen
op te sporen?)
'Er is voor je gebeld', kreeg
Neeskens van zijn Zwitserse ega
te horen. 'Ene Gustaph Hid-
dich... had een sympathieke
stem... zei dat het dringend was.
Zo moet het ongeveer zijn ge
gaan, want Neeskens verklapte
'dat het hem enige dagen heeft
gekost eer hij de boodschap van
zijn geliefde ontcijferd had. je
bedoelt toch niet Hiddink, Guus
Hiddink?' 'Ik weet het niet meer.
Het klonk als Giedich, oder Hit-
tig. Warum rufstdu nicht an?'
Dat had er nog aan ontbro
ken, dat in navolging van Da
vids ook Neeskens taal noch te
ken gaf
Uren, dagen heeft Hiddink
naar die elftalfoto zitten turen.
De lichting van '88 had geen
trek. Gullit en Wouters hebben
een club, Rijkaard zit in de on
derbroeken, de Koemannen zijn
nog niet uitgevoetbald en Van
Basten legt zich momenteel toe
op de autoracerij.
Dan maar 1974. Cruijff viel
af, commentator geworden en
Hiddink zou die commentaren
evenmin als u of ik voor geen
goud willen missen. Jongbloed,
nee. Hiddink heeft aan één
Doesburg al meer dan genoeg.
Haan, Feyenoord. Rijsbergen,
NAC. Rep, de KNVB zou zich de
afkoopsom aan Zwarte Schapen
niet kunnen permitteren. Suur-
bier, nam niet op. Jansen, het
tijdsverschil met Japan bleek een
sta-in-de-weg, als Hiddink sliep
was Jansen op en als Jansen pit
te stond Hiddink te putten. Van
Hanegem. te druk met de eerste
divisie. Krol, even onthouden.
Rensenbrink, bal op de paal,
brengt geen geluk. Neeskens...
hmmm - en Hiddink wist ter
stond wie hij de volgende keer de
beslissende penalty laat nemen
en even later al nam Frau Nees
kens de hoorn op.
Frank
Snoeks is
verslagge
ver van Stu
dio Sport
Knetemann: „In mijn tijd warei
deze generatie te snel content i
allemaal rotzakken. Nooit tevreden. Ik heb idee dat
foto cpd