Een pakketje van drie miljoen
Jeugdtheater De Wip
scoort met sprookjesmix
De inrichting van de grote Jan van Goyen-tentoonstelling
JAN STEEN,
alias de ideale
schoonzoon
993
'Gezicht op De Kaag' (1655) van Jan van Goyen, een olieverf op paneel van 33 bij 41,9 centimeter.
foto pr/de lakenhal
doorWIM KOEVOET
Sassenheimer John van Santen
van jeugdtheater De Wip is een
liefhebber van de eenvoud.
„Decor, kostuums, licht en ge
luid vervullen hooguit een on
dersteunende functie. Het gaat
om het spel, dat moet goed zijn.
Ik zoek altijd naar eenvoudige
middelen want ik wil zowel bin
nen als buiten kunnen optre
den. Ik word in m'n opvattingen
hierover gestimuleerd door het
financiële plaatje", licht hij
grijnzend toe.
Zijn voorkeur komt ook voort
uit z'n levenshouding. Van San
ten heeft een broertje dood aan
gewichtigdoenerij en hij voelt
zich er zelf ook niet prettig bij
als anderen tegen hem opkij
ken. „Als ik ergens binnenkom
dan wil het nog wel eens gebeu
ren dat de mensen beginnen te
knikken en te buigen. Zo van:
daar is hij, de artiest! Ik zet dat
dan direct recht."
„Ik bedoel: ik rijd met m'n
theater rond in een gehuurd
voertuig, ik heb geen fax en over
een computer beschik ik ook al
niet. Ik fantaseer over een eigen
bus. Zelfs in m'n dromen is dat
niet meer dan een tweede-
hands-exemplaar. De dromer in
mij weet klaarblijkelijk ook dat
als ik eens een keer veel geld
binnenkrijg ik zo stom ben om
dat weer in nieuwe theaterpro
ducties te stoppen."
Van Santen komt uit de bouw
en is ook nog boekhouder ge
weest. Hij is nu vijf jaar actief in
het kindertheater. De laatste
twee jaar werkt hij voor zichzelf.
„Zonder subsidies", voegt hij er
niet zonder trots aan toe. „Dat
is beter voor de motivatie."
Met zijn eigen jeugdtheater
heeft hij tot dusverre twee stuk
ken gespeeld in tientallen scho
len, bibliotheken en clubhuizen.
'Stamppot, een sprookjesmix' is
zijn nieuwste productie. „Ik
gooi de andere niet weg, dat
kan ik me niet veroorloven. Er
zijn omstandigheden denkbaar
dat ik 'De kus van de ballerina'
of 'Toeters en bellen' nog eens
doe. Ik ben zuinig op m'n werk.
Ik speel een stuk ook zo lang
mogelijk."
Van Santen heeft er zo'n tien
try-outs van 'Stamppot, een
sprookjesmix' opzitten. De re
acties zijn tot dusverre uiterst
bemoedigend voor de Sassen-
heimse theaterman. „De kinde
ren genieten van de voorstel
ling. Ze gaan er helemaal in op.
Soms gaan ze staan, zonder dat
ze er zelf erg in hebben. De kin
deren achter ze zien dan niets
meer. Die gaan dan ook staan.
Maar voor mij is het ook be
langrijk dat hun begeleiders
John van Santen in 'De kus van de
Ballerina', foto pr/sweet forest
m'n werk waarderen. Die boe
ken me immers. Ik merk ook
dat de titel goed is gekozen. Ik
ben al 35 keer ongezien ge
boekt. Dat ik 'iets' met sprook
jes doe, is dikwijls al voldoen
de."
Van Santen heeft geprobeerd
zijn 'sprookjesmix' een serieuze
ondertoon mee te geven. „Sub
tiel, hoor, heel subtiel. Ik wil
niet belerend overkomen. De
kinderen moeten vrolijk huis
waarts keren."
door AD VAN KAAM
Het heeft wel wat weg van zo'n
ouderwetse Sinterklaasavond.
Met eenzelfde sfeertje van jon
gensachtige bravoure, van het
morrelen en rommelen aan
plakband dat maar niet los wil
laten, van spanning ook wel een
beetje over wat er dan uiteinde
lijk tevoorschijn zal komen, ter
wijl je toch eigenlijk allang weet
wat zich onder het bruine pak
papier verbergt. „Maar het blijft
toch altijd een verrassing hoe
het er in werkelijkheid uitziet",
grinnikt drs. Christiaan Voge
laar, conservator van het Stede
lijk Museum De Lakenhal nu
toch wat verlegen over zijn ei
gen enthousiasme. „Doe je wel
voorzichtig met dat mes, Frank?
Ik zou niet graag willen dat je
een stuk van het doek afsnijdt."
Een kwartier en veel gepruts la
ter, hangt 'Open water bij
stormachtig weer'als eerste
schilderij tegen de pastel-groe
ne wand van de geheel gereno
veerde zaal in De Lakenhal.
Tussen nu en 11 oktober zullen
nog eens 58 doeken en schetsen
van Jan van Goyen op een der
gelijke manier worden uitge
pakt. En vervolgens opgehan
gen in de drie zalen die Voge
laar tot zijn beschikking heeft
gekregen voor de eerste grote
overzichtstentoonstellingvan
de Leidse schilder uit de Gou
den Eeuw sinds 1960. Een klus
waaraan de conservator drie
jaar geleden is begonnen en die
een voornaam deel van zijn tijd
heeft opgeëist.
Dat de grootste voorzichtigheid
bij het uitpakken is geboden,
ligt voor de hand. „Wat dit doek
van 40 bij 55 centimeter uit
Zwitsers particulier bezit moet
opbrengen als het op een vei
ling komt?" herhaalt Christiaan
Vogelaar de wat oneerbiedige
vraag. „Tussen de twee en drie
miljoen gulden", is het ant
woord, dat wordt uitgesproken
zonder blikken of blozen. „Maar
Van Goyen, precies 400 jaar ge
leden in Leiden geboren, is dan
ook één van de grote land
schapsschilders van zijn tijd, zo
niet de allergrootste.
„Jan van Goyen", debiteert hij
dan „was een vernieuwer, een
trendsetter die op formidabele
wijze hele generaties kunste
naars in dit genre aan zich heeft
verplicht. Hij was de eerste die
er op uittrok om het Hollandse
landschap in zijn schetsboek
vast te leggen. Hij was ook de
eerste die beweging en verande
ring in zijn landschappen sug
gereerde en componeerde. On
danks zijn enorme productie
van 1200 schilderijen en ruim
800 tekeningen - ja, hij had een
bijzonder snelle en trefzekere
pen - heeft hij de markt klaar
blijkelijk niet overvoerd. Goed
geconserveerde Van Goyens'
zijn heel veel geld waard. Zoals
in dit specifieke geval dus enke
le miljoenen."
Stad en land heeft Vogelaar af
gereisd om de werken van Van
Goyen bij elkaar te krijgen.
Twee uitgangspunten stonden
hem daarbij van meet af aan
voor ogen. Ten eerste wil hij op
de exibitie de vernieuwende rol
van Van Goyen benadrukken en
ten tweede wil hij een relatie
leggen tussen schets en schilde
rij. „Hartstikke spannend", zo
omschrijft hij de onderneming
die hem voerde van Portugal
naar Zweden eri van Engeland
naar Liechtenstein. „Je voelt je
soms net een schatgraver. Want
natuurlijk is al het werk van Van
Goyen gerubriceerd, maar des
ondanks weetje van tevoren
nooit precies zeker wat je ter
plekke aantreft. Neem het mu
seum van Leipzig bijvoorbeeld.
Dat is 40 jaar lang onbereikbaar
geweest voor westerlingen.
Twee werken daar vandaan zijn
straks in Leiden te zien. Er zijn
maar heel weinig mensen die
daar eerder een blik op moch
ten werpen."
Andersom kan het ook tegen
vallen. „De helft van de doeken
is afkomstig uit particulier bezit.
Vooral daar kom je soms rare
dingen tegen. Vergis je niet, te
genwoordig hebben we kli
maatkamers en geavanceerde
methodieken om schilderijen te
restaureren. Maar vroeger, in
vorige eeuwen, keek men niet
zo nauw. Beviel iemand een
molen niet, dan sneden ze die
net zo gemakkelijk weg. Of
kleurden op hun manier een in
hun ogen 'flets' doek zelf even
bij. Zulke dingen moet ik na
tuurlijk niet hebben. Jawel, dat
heb ik echt aangetroffen. Schrij
nende gevallen, hoor."
De verzekering, de verpakking
op maat, de klimaatcontrole,
het transport, de bewaking en
vooral de speciale eisen en wen
sen van de eigenaar maken het
inrichten van omvangrijke ten
toonstellingen als deze tot een
zeer kostbare zaak. „Iedereen
die wat uitleent, wil feitelijk een
tegenprestatie. Dat varieert van
100 extra catalogi tot speciale
vermelding en van drie man be
waking tot bijvoorbeeld ver
plicht reizen over land aan toe.
Het onderhandelen neemt heel
veel tijd in beslag. Al met al is de
begroting van deze tentoonstel
ling gesteld op een half miljoen
gulden. Met die aantekening
dat de Staat garant staat in ge
val er iets mis zou gaan met een
schilderij. Anders zou het hou
den van een dergelijke manifes
tatie vandaag de dag volstrekt
onmogelijk zijn.
De tentoonstelling van Jan van
Goyen, die parallel loopt aan
die van diens nog beroemdere
schoonzoon Jan Steen in het
Rijksmuseum, zal internatio
naal veel aandacht trekken,
daar is Christiaan Vogelaar van
overtuigd. „Rembrandt en Lie-
vens trokken destijds 45.000
mensen naar De Lakenhal. Ik
hoop op zo'n zelfde aantal.
Voor mensen uit de regio is het
werk van Van Goyen nog extra
interessant. Hij woonde en
werkte in Leiden en omgeving.
Dat vind je terug in veel van zijn
doeken. Zeer herkenbaar der
halve."
Tentoonstelling: Jan van
Goyen (1596 -1656). Stedelijk
Museum De Lakenhal. Van 12
oktober 1996 tot en met 13 ja
nuari 1997.
door AD VAN KAAM
Grietje van Goyen was haar naam en dat
er in 1996 twee tentoonstellingen in Am
sterdam en Leiden parallel lopen die inter
nationaal de aandacht zullen trekken, is
mede aan haar te danken. Deze dame was
vier eeu wen geleden namelijk de 'bindende'
factor tussen de grote vernieuwer onder de
landschapsschilders Jan van Goyen - haar
vader - en de later nog veel beroemder ge
worden fijnschilder Jan Steen, haar echtge
noot, met wie ze in 1649 in het huwelijk
trad.
Het Rijksmuseum in Amsterdam en het
Stedelijk Museum De Lakenhal eren
tegelijkertijd deze twee Leidse
kunstenaars uit de zeven
tiende eeuw met over
zichtstentoonstellingen.
Zowel voor de vader
(1960) als de schoon
zoon (1958) geldt
dat het meer dan
dertig jaar gele
den is dat hen,
posthuum, een
dergelijke eerbetoon te beurt is gevallen.
Jan Steen (1626-1679) staat vooral bekend
als schilder van volkse taferelen en wel zo
danig dat onze taal daaraan later nog het
spreekwoord'Een huishouden van Jan
Steen' heeft ontleend. Maar het zou te wei
nigeer zijn om hem louter af te schilderen
als een grappenmaker. Want deze tijd- en
stadgenoot van Rembrandt van Rijn was
wel degelijk een groot kunstenaar met veel
fevoel voor compositie, sfeer, handeling en
leur.
In het Rijksmuseum zijn 49 schilderijen
van Steen bijeengebracht die een overzich
telijk beeld geven van de rij
ke variatie aan onder
werpen in zijn oeu
vre. Op twee na
waren deze
werken vori
ge maand
alvast te
zien in de
National
Gallery
of Art te
Was
hington.
„a We"