'Niet watje krijgt telt,
maar watje verliest'
Binnenland
|r dan eens brandde de af-
pen jaren het licht in de
e kamer van het politiebu-
aan de Koudenhorn tot in
ate uurtjes. Zijn chauffeur
itte geduldig in de kamer
ast tot zijn zwaar bekriti-
de baas, hoofdcommissa-
I ies Straver was uitgeschre-
Thuis kreeg het piekeren
een vervolg tot in de vroe-
chtend. Het mocht niet
n.
idanks de inhoud van zijn
hriften die hem en zijn
s moesten vrijpleiten. De
e deuren van het Haar-
ie politie-onderkomen
n eind december voor de
;te keer achter Ries Straver
it.
ig maakte burgemeester
coop van Leiden bekend
ies Straver welkom is als
iwe politiebaas van Hol-
Js Midden. Daarna is de
fdcommissaris zijn koffers
n pakken voor een vakan-
Üie vandaag begint,
tl de vooravond daarvan,
B hij tegenover onze ver-
;evers Allard Besse en Jan
zijn mening en gevoelens
in rijtje.
ritatie groeit als de namen van ex-re-
leurs Langendoen en Van Vondel van
minele Inlichtingendienst vallen. De
aans milde blik van hoofdcommissa-
Straver verstrakt. Hij speelt wat met
ïafscheidelijke pijp, denkt lang na en
ïog een keertje diep adem voordat hij
ordt. „Ik wil eigenlijk niet al te veel
over die jongens. Ze hebben me
en deel menselijk teleurgesteld en
daar maar bij. Door die gasten ben ik
lijn korps kwijtgeraakt. Ik weet nog
niet wat hen bezielde, wat ze precies
i met dat 'saptraject', waarom ze met
leel geld sleepten en waar dat van-
kwam. Zelfs de rijksrecherche weet
meer dan een jaar onderzoek nog
niet." Zijn samengeknepen ogen
innen weer. Zijn mildheid keert te-
Als ze door justitie vervolgd worden,
ik dat ze eindelijk een goede verkla-
ebben, waaruit blijkt dat ze niet cor-
ijn."
lijkt weer enigszins hersteld van een
Irie jaar durend gevecht tegen 'de he-
eld'. Een gevecht om de eer van zijn
waar hij tot de dag van vandaag pal
taat. De beschimpingen en verwijten
hem diep in zijn ziel en rekende hij
ersoonlijk aan. Tot diep in de nacht
hij naar oorzaken en gevolgen. Analy-
hij situaties en beweringen. In die
s de IRT-affaire voor hem een fysieke
tg, die jaren achtereen energie vrat.
ïn voortdurende mentale belasting
Je bent immers de baas van dit korps
s maak je je sterk voor mensen die
eschadigd voelen."
hem en zijn korps is aangedaan
thij nauwelijks te beschrijven. „Ieder-
eeft er last van gehad. Er is heel wat
lijn mensen heengekomen. Ze waren
aangeslagen. Dan moet je zorgen dat
ps niet gedemoraliseerd raakt. Daar-
;bben we overal tekst enVuitleg gege-
•e collega's willen zien dat de leiding
'men niet uit de weg gaat; dat de lei-
liet zielig is. Ik denk dat dat gelukt is:
irps heeft nog steeds een rechte rug."
Ongemakkelijke positie
wezen) korpschef van de politie Ken-
'land is nooit een straatvechter ge-
Dat is niet zijn stijl. Sinds die onver-
ke 7 december 1993 bevindt hij zich
een zeer ongemakkelijke positie. Zijn
lalige goede vriend en Amsterdamse
a Eric Nordholt maakte die dag on-
chts bekend dat de hoofdstedelijke
en justitie hun handen aftrokken van
terregionale Rechercheteam (IRT) dat
ns de korpsen in Noord-Holland en
it jacht maakte op Neerlands zwaar-
minelen. Sinds die tijd verging het het
emse korps zeer slecht.
•licatie na publicatie toonde de Spaar-
J als een poel des verderfs waar losge-
politiemensen drugs importeerden
iet crimineel geld rondzeulden. De
waaruit deze informatie opborrelde,
d zich onmiskenbaar in Amsterdam,
aarlem onder leiding van Straver
Waarom? Omdat Straver niet ge-
is van ordinair, en plein public knok-
>Het gaf mij vooral een gevoel van gè-
Korpschef Ries Straver ziet om in teleurstelling
ne, zoals Nederland politieland in die tijd
rollebollend over straat ging." En nog
steeds wil Straver zich niet schuldig maken
aan het teruggooien van modder. „Ik heb er
een streep onder gezet."
Straver is geen rancuneus mens. Zegt'ie.
Maar als 'super' procureur-generaal Doc-
ters van Leeuwen ter sprake komt, de man
die bijna eigenhandig zijn graf groef, wordt
het lastiger voor de korpschef van de politie
Kennemerland. Hij zwijgt liever dan dat hij
ook maar één woord over de PG rept.
De opper-PG zorgde er immers voor dat
Straver evidente informatie, die tijdens het
rijksrecherche-onderzoek naar de CID van
Kennemerland was opgedaan, werd ont
houden. Een onderzoek waar diezelfde
Straver persoonlijk om had verzocht, maar
waar hij geen enkele greep op had. Sterker
nog. De onderzoekers kregen uitdrukkelijk
de opdracht om de korpsleiding niet van
hun bevindingen gaande het onderzoek op
de hoogte te stellen.
„De conclusies van de rijksrecherche
stonden verdorie nog eerder in de krant
dan dat ik ze had." Deze motie van wan
trouwen jegens zijn persoon deed en doet
hem pijn. „Dat ze mij... iemand die bekend
staat als de meest integere korpschef van
Nederland... onthielden van informatie... Ik
had het gevoel alsof ik in een roman van
Kafka leefde. Verbijsterend. Anderen gingen
aan de haal met het rijksrecherche-onder
zoek. Het liep bij mij weg en ik kon er niets
tegen doen. Ik kreeg geen enkele informatie
meer en kon dus ook geen maatregelen ne
men."
Om nog enigszins toezicht te houden op
het onderzoek was er een regiegroep ge
vormd waarin Haarlems burgemeester Jaap
Pop, tevens korpsbeheerder van Kennemer
land, plaats nam. Wat Haarlem echter ont
ging, was het bestaan van een nog kleinere
regiegroep waarin de echte, belastende en
onthutsende onderzoeksresultaten werden
besproken. Nota bene terwijl Straver in het
bijzijn van minister Dijkstal van Binnen
landse Zaken juist te horen kreeg dat Lan
gendoen 'koosjer' was. De lange tijd verbor
gen gehouden uitkomsten deden de Twee
de Kamer minister Dijkstal van Binnen
landse Zaken uiteindelijk dringend verzoe
ken maatregelen te treffen tegen met name
Straver.
Terwijl 'het land' in Straver zijn zondebok
heeft gevonden, is de Haarlemse politie
baas er nog steeds van overtuigd dat hem
weinig te verwijten valt. „Wanneer we sig
nalen kregen dat er iets niet in de haak was
bij de CID lieten we al-tijd de rijksrecherche
een onderzoek instellen. Keer op keer kre
gen we te horen dat alles in orde was. Ik
heb gedaan wat ik moest doen. Punt uit'"
Zijn vuist komt met een doffe dreun neer
op de tafel.
Kwader en kwader
Samen met zijn naaste collega's en burge
meester Pop volgde hij het kamerdebat via
de televisie. De behandeling in de Tweede
Kamer kreeg een wending die Straver lang
zaam kwader en kwader maakte. „Het de
bat werd enorm op mijn persoon gefocust.
Daar is mij onrecht aangedaan. Ze deden
niets met ons verweer, onze kritiek op het
rijksrecherche-rapport. Daar werd aan
voorbij gegaan. Er had een enorme veren
ging van het onderwerp plaats. Daar ben ik
wel in teleurgesteld. En als je korps dan ook
nog wordt vergeleken met een Augiasstal
die gereinigd moet worden... Dat was onge
past. Ik voelde mij op dat moment tot op
het bot gekrenkt. Er werd bovendien over
mijn korps gepraat alsof er nog steeds van
alles aan de hand was, terwijl we de boel
hier al sinds 1995 op orde hebben. Er is
geen CID zo ingrijpend gereorganiseerd als
de onze. De begeleiding is veel strakker. De
normen zijn explicieter. Ik heb er daarom
een redelijk vertrouwen in dat de grenzen
niet meer overschreden zullen worden. Ik
ben er van overtuigd dat de voorschriften
en rapportages nu zodanig zijn geregeld dat
de ongewenste autonomie van de CID tot
een verleden behoort."
Grenzen
Het duurde wel even voordat hij zich neer
legde bij de opvatting van de Tweede Ka
mer dat hij zijn biezen moest pakken. „Ja,
ik realiseerde mij pas na een paar dagen dat
het de Kamer niet zozeer ging om de vraag
van mijn verwijtbaarheid, maar om het feit
dat aan mijn eindverantwoordelijkheid
voor het korps en de CID consequenties
verbonden dienden te worden. Dat is
nieuw; dat gold tot voor kort alleen voor po
litieke functies, maar ik heb daar als demo
craat rekening mee te houden. Je kunt wel
steeds hartstikke bureaucratisch beweren
dat de top precies moet weten wat op de
werkvloer speelt, maar dat heeft wel zijn
grenzen."
Tot na het kamerdebat was hij nog vast
besloten geen millimeter van zijn plaats te
wijken. Daarna zag Straver echter de bui
hangen. „De politieke realiteit was dat Dijk
stal een probleem met de Kamer zou heb
ben als ik op mijn stoel zou blijven zitten.
Dus het was wel duidelijk dat ik sowieso
plaats moest maken."
Als hij het hoog had gespeeld en de zaak
rond een gedwongen vertrek was uiteinde
lijk bij de ambtenarenrechter terecht geko
men, zou alle ellende opnieuw over Kenne
merland neerdalen. De wanboel bij de CID
was eens te meer opgerakeld en vanwege
een mogelijk te treffen financiële regeling
zou Straver als een geldwolf worden afge
schilderd. „Nog meer negatieve publici
teit." Een 'eer' waar Straver hartelijk voor
bedankte. „We hebben het zo langzamer
hand wel gehad, het korps en ik. Bovendien
zou ik met een juridische procedure mijn
korps niet terug krijgen."
Dus besloot hij vrijwillig mee te werken
aan een overplaatsing. „Ik ga knokken niet
uit de weg, maar het moet wel tot iets kun
nen leiden. Ik heb dus stappen van dé mi
nister niet afgewacht, maar hem laten we
ten dat ik bereid was om aan een oplossing
mee te werken. Je kunt maar beter meespe
len dan dat er met je gespeeld wordt."
Nieuwe bestemming
'Ze' in Den Haag konden de Haarlemse po
litiebaas niet zo maar ergens parkeren. Ere
baantjes op buitenposten zouden resoluut
worden weggewuifd. Er waren maar weinig
korpsen waar Straver zich wel in zou kun
nen vinden. „Ik wil me wel op mijn plaats
kunnen voelen in mijn nieuwe korps. Daar
aan voldoet Hollands Midden. Dat was een
van de korpsen die ik genoemd heb en
waar ik nu - formeel nog steeds - in de be
noemingsprocedure zit. Het is net als Ken
nemerland een vernieuwend korps, een
korps met uitstraling."
Maar er waren meer korpsen. Straver
lacht. „Die doen er niet meer toe, dat is
voorbij." Ontkennen dat hij Utrecht altijd
een mooie stad heeft gevonden, doet hij
niet. En zijn sympathie voor Breda, het
korps waar hij een jaar lang tijdelijk de
scepter zwaaide, is nog steeds aanwezig. En
dan was er de residentiestad. Den Haag.
Zijn geboorteplaats en de stad waar eens
zijn vader als commissaris werkte.
Tot zijn verbazing hoorde hij tijdens zijn
zomervakantie, die overigens voor het
grootste deel in het teken stond van telefo
nisch contact met de Koudenhorn, dat de
ministers hem het Korps Landelijke Politie
diensten aanboden. Tijdens de autorit op
weg naar zonniger oorden zette Straver, ter
wijl zijn vrouw chauffeerde, alle 'voors' en
'tegens' op een rijtje. Langs de kant van de
weg meldde hij per mobiele telefoon zijn
'zaakwaarnemer', Haarlems burgemeester
Pop, dat de balans naar de positieve kant
was doorgeslagen. Maar het 'feest' ging niet
door, zo kreeg hij later te horen tijdens een
van de vele gesprekken die hij voerde, hoog
in de bergen. Het aanbod was uitgelekt en
Stravers overstap naar het landelijke korps
was van de baan.
Het duurde lang voordat de politiecar-
rousel op volle toeren draaide. Pas twee we
ken terug stemde korpschef Van Hulst van
Hollands Midden in met een overgang naar
elders. Op dat moment wordt het vertrek
van Straver definitief. Het komt voor hem
toch nog als een koude douche.
Verstandelijk had hij misschien al wel af
stand genomen van zijn korps, maar emo
tioneel? Nee, het was toch een aangrijpend
moment. „Ik heb een lang telefoongesprek
gehad met Sybrand van Hulst, mijn collega
uit Hollands Midden. Die voelde exact het
zelfde. Op zo'n moment telt niet wat je
krijgt, maar watje verliest."
Veel tijd om in mineur te geraken, was er
dat weekeinde niet. „Nee. Onze dochter Pa
tricia kwam met haar man over uit Frank
rijk. Dat werd een plezierige familiereünie,
met een barbecue en al. Dat weekeinde
kwamen ook Jaap Pop en zijn vrouw Mar-
greet nog even bij ons binnenvallen. Zij
voelden heel goed aan dat ze er nu even
moesten zijn. De maandag daarop richtte ik
me al weer op de toekomst. Dat moest ook
wel, want die dag had ik mijn eerste ge
sprek in Hollands Midden."
Stravers vertrouwen in de mensheid is sinds
de IRT-affaire en de kwestie rond zijn CID
zwaar op proef gesteld. De vijand zocht
hem op. Het criminele milieu wist hem be
gin 1995 thuis te vinden. De CID Rotterdam
en de rijksrecherche meldden hem dat hij
de dreigementen van de in het nauw gedre
ven criminele informant serieus moest ne
men. „Zo serieus dat er echt rekening mee
werd gehouden dat er iets kon gebeuren."
Om Straver buiten schot te houden werden
'beveiligingsmaatregelen' genomen en
moest hij zijn 'gedrag aanpassen'. „Sinds
dien woon ik in een beveiligd huis."
Ook vriendschappen leden eronder. Eric
Nordholt en Ries Straver mogen dan wel
hun conflict hebben uitgepraat, maar het
zal toch nooit meer worden zoals vroeger.
Herinnerd aan de steun en vertrouwen die
hij Langendoen schonk, zucht hij. „Ik voel
me echt belazerd." Hij is teleurgesteld in de
dames en heren politici in Den Haag aan
wie in de affaire nuances niet waren be
steed. Niet dat hij het niet begrijpt. „Een
parlementaire enquête leidt altijd tot sim
pele vragen: 'Wie krijgt de Zwarte Piet?' en
'Wiens kop moet rollen?' Van Houwelingen
(voormalig staatssecretaris en nu burge
meester van Haarlemmermeer, red) voor
spelde mij het al."
Toch waren er voor Straver in de donkere
tijden ook lichtpunten te ontwaren. „Zoals
collega Sybrand van Hulst, die bereid bleek
plaats te maken voor mij. Ik kreeg steun van
mensen uit de departementen zoals Harry
Borghouts en van mijn collega's. Daar ben
ik dus ook 'rijker' van geworden."
Ook de dag dat de onthutsende uitkom
sten van het rijksrecherche-onderzoek naar
de CID van Kennemerland openbaar wer
den, heeft nog steeds een speciale beteke
nis voor hem. „De dag ervoor vroeg ik me af
hoe ik het korps dit nu weer moest vertel
len. Maar ik kreeg die dag een steunbrief
van het wijkteam Oost met de handteke
ningen van alle teamleden. Toen wist ik dat
ik het korps kracht moest bieden. Ik dacht:
Ook deze crisis komen we te boven. Die
ochtend in de kantine vergeet ik van mijn
leven niet. Als er maar honderd mensen
hadden gezeten, was het mis geweest, maar
er zaten er wel vijfhonderd - de helft van
mijn korps - en niet alleen uit Haarlem,
maar uit de hele regio. En die moesten we
vertellen: 'Dit zijn de verschrikkelijke resul
taten.' De uitkomsten van het rapport zorg
den voor een enorm onbegrip, maar er
barstte vervolgens een ovationeel applaus
voor me los."
Dergelijke spontane reacties uit het korps
deden hem goed. „Die gaven me kracht. Ik
kreeg briefjes, telefoontjes en er werd thuis
een bloemetje van zo maar iemand uit het
korps bezorgd."
Mede die reacties maken zijn afscheid
zwaar. Straver had graag nog een paar jaar
in het Haarlemse willen oogsten. „Ik ben
kennelijk het type dat zich hecht aan men
sen en zijn omgeving. Hier voelde ik me als
een vis in het water. Maar ongetwijfeld was
toch ooit het moment - dat ik zelf had geko
zen - gekomen om nog een keer elders aan
de slag te gaan. Niet per se bij een groter
korps, wel bij een goed korps. Want: ik werk
liever bij het beste dan bij het grootste
korps."
Hoofdcommissaris Ries Straver gefotografeerd tegen het hem zo dierbare decor van het hoofdbureau aan de Koudenhorn. „Ik voelde mij hier als een vis in het water.
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER