De tweede jeugd van een industrieel monument ^Provincie wil deel meelfabriek als rijksmonument 'Hij hoort hier te staan' Leiden Extra Leidse raad verdeeld over meelfabriek IRDAG 14 SEPTEMBER 1996 mei Hl MAARTEN KEULEMANS het aan de provincie Zuid- )jC ï.oo-i üand ligt, kan men over een jr). |je op Open Monumenten- ook een bezoek brengen een gedeelte van de meel- riek. De provincie wil dat ketelhuis en het silogebouw ide meelfabriek op de rijks- numentenlijst komen. De Mot eegebouwtjes staan op een metkandidaat-monumen- ofe ia\ te rco De entree van het Xltoorgebouw ademt sfeer van vervlogen dagen. De enorme, ™jnet koper beslagen draaideur die zich maar moeizaam in weging laat zetten. "J)e schemerige gang t kleine tegeltjes op de vloer, waar voetstappen hol sssjiken. Het massieve trappenhuis met zwarte, granieten treden. „Zo'n oude ■entree heeft wel wat. Het gros van onze ilanten vind het ook prachtig", zegt E. Kamerling van 'Big Ben,'het iurantiekantoor dat in één van de gebouwen van de meelfabriek is restigd. „Een mooie intree ja", vindt Th. Pieterse van het Regionaal ënten/Consumen ten Platform Zuid- lland-noord. „Maar praktisch nadeel is wel dat ons kantoor hier niet erg toegankelijk is voor [ehandicapten, met lie draaideur en het trappetje bij de ingang." ten die begin oktober bij de ge meente in de bus valt. Het silogebouw, dat in 1904 werd opgeleverd, is bijzonder omdat het waarschijnlijk het eerste grote gebouw van gewa pend beton in Nederland is. Het ketelhuis werd in 1898 af gerond en ontleent zijn monu mentale waarde aan het half ronde plafond. De Stichting In dustrieel Erfgoed Leiden (Stiel) en het Projectbureau Indus trieel Erfgoed (PIE) vinden ove rigens dat eigenüjk het hele ge bouw op de monumentenlijst hoort. De Leidse meelfabriek is één van de best bewaarde in zijn soort, stelde het PIE al in 1992. Bovendien is het gevaarte aan de Oosterkerkstraat de eer ste Leidse fabriek die groten deels op elektriciteit draaide en is het het laatste grote produc tiebedrijf binnen de singels. H. Budel, voorzitter van de Stiel, vergelijkt de fabriek wel eens met het Muiderslot. „In 1825 wilde men dat slot slopen omdat men het in die tijd een lelijke klomp steen vond. Maar koning Willem I heeft toen in gegrepen. Niet omdat hij het Muiderslot mooi vond, maar omdat hij het idee had dat het een belangrijk historisch pro ject zou worden." De Leidse monumentencom missie wil uiteindelijk ook be kijken of de drie jongere ge deelten van de fabriek niet als nog op de gemeentelijke mo numentenlijst geplaatst kun nen worden. „Ik denk dat het heel cruciaal wordt of er voor het complex goede hergebruik- mogelijkheden zijn", zegt het hoofd van de gemeentelijke af deling monumentenzorg, J. Vellekoop. Provincie en Rijk roepen liever een gebouw dat ergens voor wordt gebruikt uit tot monument dan een ge bouw waar niets mee gebeurt. Vellekoop: „De eigenaar zal, al dan niet in combinatie met de gemeente, opdracht moeten geven om te onderzoeken wat er mogelijk is." Eerst moet de gemeenteraad zich echter beraden op het ad vies van de provincie. Een pro cedure, die nog tenminste tot maart zal duren. md ibriek is de meelfabriek sinds 1988 buiten lik, maar van de gebouwen wordt nog wel gebruik gemaakt. Een deel van de ruimte dienst als atelier voor verschillende beelden- mstenaars. Ook zitten er ruim twintig bedrij- n de gebouwen - bedrijven in alle soorten en n. Zo huurt het video-montagebedrijf Beel- Producties er een kamertje. „Historisch ge- zegt deze fabriek me wel wat", vertelt mede ster W. van der Voort. „Op oude filmopna- van Leiden kan je zien dat het hier allemaal strie is geweest. Deze fabriek is het enige his- :he wat er uit die tijd over is." is geen g/ossykantoorruimte", zegt Th. Pie- van het Regionaal Patiënten/Consumenten )rm Zuid-Holland-noord. „Maar het is wel feerrijke behuizing. Neem nou die glazen S tnop de fabriek: die hoort bij het stadsbeeld fiden, die heeft nostalgische waarde." algische waarde. Die term zal de komende maanden ongetwijfeld veelvuldig vallen, wanneer de politici zich beraden op de toekomst van de kolos van de Oosterkerkstraat. Dat werd ook wel tijd, vindt J. van Leeuwen. Van Leeuwen is één van de werknemers die na de sluiting in de meel fabriek is blijven werken. In een statig kantoor op de begane grond houdt hij de ad ministratie bij. Terwijl er pop muziek uit een radiootje schalt. „Als je dit pand geen nieuwe bestemming kan ge ven, moet je het slopen. Persoonlijk zou ik dat ui teraard heel jammer vinden, maar dat doet niet ter zake. Je kan gebouwen die geen functie heb ben niet tot in het oneindige behouden." Een verdieping hoger vindt P. Bancsi van het elektronicabedrijf Qubix dat het gebouw al lang weer een functie heeft. Als kantoorpand, bijvoor beeld. „Ik zou het behoorlijk stom vinden als ze het slopen. Het is de meelfabriek. Een lelijk, maar ontzettend herkenbaar punt. Er zit hier een fors 'Zonder nieuwe bestemming moet je de meelfabriek slopen veelbelovende be drijven. Alleen al voor het onderne mingsklimaat zou het ontzettend zonde zijn als ze de meelfabriek zouden inruilen voor woningen." De bedrijven in de meelfabriek betalen een zacht prijsje voor hun kantoor. Voor dat geld krijgen ze een rustig gelegen locatie binnen de singels. Mèt parkeerplaats. „Hier zitten veel starters, begin nende bedrijfjes", zegt Kamerling. „De meeste CHEF HANS JACOBS, 071-5356414. PLV -CHEF RUDOLF KLEUN, 071-5356429 Puist Elke keer als ik in het nachtelijk duister naar de badkamer dwaal, zie ik door het raam het flauwe schijnsel van een gro te 'S'. De letter lijkt ingebrand in de hoge, massieve toren die mij het uitzicht op een gedeelte van de oostelijk stad ontneemt. Even heb ik gedacht dat het obstakel nooit zou verdwijnen, maar sinds deze week ben ik hoopvol gestemd. Er zijn con crete plannen in voorbereiding om de grootste puist van Leiden - de Meelfabriek (de 'S' is van Sleutels) - te laten zak ken. Het kan mij niet snel genoeg gebeuren. Ik trap daarmee ongetwijfeld de erfgoedbewaarders van Stiel ongenadig op hun ziel. Deze stichting beijvert zich na melijk voor behoud van industriële monumenten, en de Meelfabriek staat bovenaan hun lijst. Een argument voor behoud is dat het gebouw één van de eerste grote toepas singen (rond 1900) is van gewapend beton in Nederland. Dat is op zich een aardig gegeven. Wat mij betreft komt er dan ook een mooi boekje waarin alles over de 'unieke' fa briek nog eens uitgebreid - met veel foto's uiteraard - wordt vermeld. Dat is een gepast eerbetoon aan een betonnen doos waarvan nu niet en nooit iets bijzonders te maken is. De koude muren van het gebouw vertolken een stukje Leid se geschiedenis. Vele Leidenaars hebben er gewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat mensen tranen hebben ge plengd toen de fabriek jaren geleden na veel inkrimpingen sloot. Maar het opblazen van een betonnen casco zal weinig emoties onder Leidenaars los maken. Door mijn badkamerraam kan ik het allemaal uitstekend zien. Vanaf het boren van de gaten voor de staven dynamiet tot en met de grote stofwolk na de explosie, kan ik het nauwgezet volgen. Het gaat mij te ver u allen in mijn huis voor dit schouwspel uit te no digen. LUCHTFOTO PICTURE POST/FRANK ROMBOUT kunnen geen huren van makelaars ophoesten. Bij sloop ontstaat er dus ook een ander probleem: waar moeten al die bedrijfjes heen?" Hoewel iedereen van tevoren werd gewaar schuwd dat de toekomst van de fabriek onzeker is, rekent niemand er echter op dat het snel voor bij is. „Toen we hier een jaar geleden kwamen", zegt Bancsi, „kregen we te horen dat we hier voorlopig goed zaten. Ook de gemeente heeft ons gegarandeerd dat we hier nog een flinke tijd kon den blijven. Een paar jaar in elk geval." Bancsi kan slecht tegen het 'getreuzel' van eige naar Meneba en de gemeente. „Het is onbegrij pelijk dat Meneba het gebouw niet verkoopt aan iemand die er iets mee wil doen. In Den Bosch hebben ze een indoor skibaan gebouwd. En laatst zaten we hier te brainstormen over indoor bun- geejumping in zo'n silo. Ik ken zat mensen die in zo'n gebouw als dit willen investeren. Maar het loopt stuk op de gemeente en de eigenaar." LEIDEN MAARTEN KEULEMANS Slopen of opnieuw gebruiken? De gemeenteraad is er nog lang niet uit wat er met de meelfabriek moet gebeuren. PvdA, CDA en SP vinden het gebouw 'een grote pukkel' die ze het liefst zo snel mogelijk zien verdwijnen. Helemaal, of in ieder geval grotendeels. De fracties van D66, WD en LWG/De Groenen denken er anders over. Daar spreekt men van 'dat prachtige, monumen tale gebouw' en wil men eerst heel goed onderzoeken of de meelfabriek na een grondige verbouwing niet een tweede leven kan krijgen. „Voordatje zo'n beeldbepalend gebouw sloopt moet je drie keer na denken", verwoordt D66-aan- voerder O. Welling de gevoe lens. „En wat ons betreft zijn we bij de eerste keer. Welling acht nog niet bewezen dat er niets meer met het pand te beginnen valt. PvdA-fractie- voorzitter R. Hillebrand wèl. „We denken dat een herbe stemming van de fabriek fi nancieel en praktisch onmo gelijk is", stelt hij vast. CDA- voorman P. Klück en SP'er D. Sloos houden minder slagen om de arm. Ze vinden het ge bouw ronduit lelijk. „Je kan er heel emotioneel over doen", zegt Klück, overigens op per soonlijke titel. „Maar eerlijk gezegd ken ik geen mooie fa brieken in Leiden. Aan de meelfabriek is kraak noch smaak te bekennen." En Sloos, die zelf lid is van de Stichting Industrieel Erfgoed Leiden, verontschuldigt zich: „Het spijt me verschrikkelijk, maar ik vind het een hele kolos waar je nauwelijks meer iets moois van kan maken." Eén van de grootste voorstan ders van behoud van de fa briek is, opmerkelijk genoeg. WD-fractievoorzitter A. Geert - sema. „Wat mooi en lelijk is, daar moet je als politicus enorm mee oppassen. Ik heb begrepen dat het om een fa briek gaat met een zekere zeldzaamheid. En als het zo is dat de sloop grote problemen met zich meebrengt en het ge bouw nu al een andere functie heeft, dan moet je je er niet mee bemoeien." De WD schreef destijds in haar verkie zingsprogramma dat er een plan moet komen om de fa briek een tweede leven te ge ven en te behouden. GroenLinks moet, net als de meeste partijen, nog overleg gen over de fabriek. Fractie voorzitter R. Peeters voorspelt een pittige discussie. Groen- Links-wethouder J. Laurier wierp zich in het verleden al eens op als beschermheer van de meelfabriek. „Maar de groene gordel en woningen zijn ook belangrijk", zegt Peet ers. „Ik vermoed dat er ook voorstanders zijn van sloop van een gedeelte van de fa briek." Hillebrand draait de redene ring liever om. „Stel dat we nu met het plan zouden komen om een meelfabriek als De Sleutels in de stad te projecte ren. Ik zou wel eens willen zien hoeveel bezwaarschriften van buurtbewoners we dan zouden krijgen." De meelfabriek als overbuurman HERMAN JOUSTRA staat nèt niet in de Zeehel- •buurt, maar voor de bewo- s van die wijk hoort de elfabriek er wel degelijk bij. dat veel mensen in de wijk 'ebben gewerkt. En omdat 'teen die de deur uitstapt fabriek hoog boven de hui- uit ziet rijzen, elke keer !t. Wie aan de Zijlsingel ont, hoeft zelfs de deur niet om de fabriek te zien. Een luit het raam is voldoende, sen hoeft een vertrouwde schijning nog niet per se I geliefde verschijning te Hoe staan de bewoners de Zijlsingel tegenover ntuele sloop van hun gigan- heoverbuurman? vrouw E. Bavelaar, Zijlsin- 51: „Ik wil absoluut niet •ie wordt gesloopt. Wat eten we nou met woningen die plek? Ik vind toch al dat er te veel wordt gebouwd in de stad. Laat ze eerst nog maar eens goed nadenken over alter natieven. Al die ruimte kan best op een andere manier gebruikt worden. Voor exposities bij voorbeeld. Ik woon hier nu vanaf 1981, ik ben best gehecht aan de fabriek. Hij hoort bij Leiden. Ik heb dat gevoel ook een beetje van mijn vader mee gekregen. Die was altijd heel fanatiek waar het het behoud van oude gebouwen in de stad betrof." Haar buurman van een paar huizen verden „Ik weet niet beter dan dat-ie er staat. Ik ben echt iemand van deze buurt, mijn hele leven heb ik er ge woond. De laatste jaren hier aan de singel, dus recht tegen over de fabriek. Hoe hij er van Binnen uitziet weet ik ook goed. Ik moest er een tijd lang zelf nog elke dag meel ophalen. Dat bracht ik dan weer naar de bakkers. Kennissen van mij hebben in de meelfabriek ge werkt, dus voor mij is het iets vertrouwds. Maar om nou te zeggen dat ik eraan gehecht ben, nee. Mooi vind ik die ge bouwen niet. Als ze de fabriek slopen, zal ik dat niet zo erg vinden. Aan de andere kant: hij staat mij niet in de weg. Ik moet trouwens nog zien dat-ie gesloopt wordt. Ze hebben het er zo vaak over gehad, maar tot nu toe staat de fabriek er nog." Meneer C. Duivenvoorde, Zijl singel 41: „Van mij mag-ie ge sloopt. Het kan alleen maar be ter worden, ik vind de meelfa briek afschuwelijk om te zien. Misschien komt dat ook wel omdat ik geen echte Leidenaar ben. Ik woon hier pas zes jaar. Maar dan nog, mooi kan ik hem niet noemen. Door die hoge toren vlak aan het water gaat de zon ook eerder weg in mijn achtertuin. Als er een ho ge flat voor in de plaats komt, neem ik aan dat die toch iets naar achter komt te staan. Als er dan ook nog een groen strook bijkomt, zou dat hele maal mooi zijn." Meneer B. Söll, Zijlsingel 40: „Ik zou het vreselijk vinden als hij wordt gesloopt. Ik vind hem prachtig. Het is industrieel erf goed. Van historische waarde. Ik woon hier nu 20 jaar, hij hoort hier te staan. Gebruik hem dan anders. Hier in Leiden is een gigantisch tekort aan atelierruimte en aan theater ruimte. Wees dan inventief en deel de ruimten anders in. Al leen de gemeente is ahdie jaren impotent gebleken, ze kunnen maar niet bedenken hoe de fa briek op een andere manier te gebruiken zou zijn. Heel triest. Een gebrek aan creativiteit. Eén ding weet ik zeker: wat er voor in de plaats komt, zal vreselijk zijn. Er worden vast lelijke wo De Zijlsingel en zijn overbuurman, de gigantische meelfabriek. ningen neergeploft. Want er is geen geld, dus komt er geen mooie architectuur." Mevrouw J. Nauta, Zijlsingel 39: „Ik'ben tegen sloop. Niet zozeer om wat er dan weggaat, maar om wat er dan voor in de plaats komt. Flats zijn nog af ARCHIEFFOTO LOEK ZUYDERDUIN schuwelijker dan deze gebou wen. Als er nou alleen een park voor in de plaats zou komen, zou ik zeggen: ja. In elk geval, in de zes jaar dat ik nu in Lei den woon, ben ik hem niet mooi gaan vinden." Meneer M. Giezen, Zijlsingel 35: „Niet slopen. Ik zie het als een stukje erfgoed. Ik ben aan nemer, ik weet dat de construc tie van die silo's en dat ketel huis zeer goed en zeer degelijk is. Als ze dat alles willen slopen, zal het nog een hele klus wor den. Dat kost echt wel wat. Ik geloof die verhalen ook niet dat onderhouden en verbouwen duurder is dan slopen en iets nieuws neerzetten. Neem nou die silo's. Een silo wordt zo ge bouwd dat hij grote druk kan opvangen. Doe er bijvoorbeeld graan in. Kijk je er deze volgen de dag naar dan is dat graan een stuk gezakt. Het blijft ook zakken. De druk onderaan wordt dan enorm groot. Er is dus een hele zware betoncon structie nodig om die druk op te vangen. Een slopersbedrijf kan zo'n silo nooit metlucht- hamers slopen. Daar moeten explosieven voor worden ge bruikt. Nee, de bouw van de fa briek is op zich perfect. Loop er maar eens omheen. Je ziet ner gens een scheurtje. Dat stuk op de hoek, bij de brug, ziet er he lemaal nog fantastisch uit."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 19