Plagiaat: voer voor psychologen
'Ze laten René vallen als een baksteen'
Feiten &Meningen
'Grootste deel van mijn boeken heb ik zelfbedacht'
j
Diekstra blijft
de professor
van het volk
'Diekstra wil de
mensen juist helpen'
DONDERDAG 29 AUGUSTUS 1996
IN
m
nd
Beschuldigingen van plagiaat leiden in universitaire kring
van oudsher tot de grootst mogelijke opschudding. Wei
nig ontsporingen brengen universiteiten zo in paniek als
deze, omdat zij vrezen dat de reputatie van de hele in
stelling hiermee wordt bezoedeld. Twijfel aan de weten
schappelijke integriteit van een hoogleraar is altijd reden
voor een grondig onderzoek.
De omslag van
het omstreden
werk 'Het onder
ste boven'. Hele
pagina's uit het
boek zijn letterlijk
overgeschreven
uit Amerikaanse
standaardwerk
'Caring of the
Mind'
FOTO GPD
Aan de Leidse universiteit, die
nu heeft te maken met beschul
digingen van plagiaat aan het
adres van de hoogleraar psy
chologie prof.dr.R. Diekstra,
speelde in 1933 een plagiaat-af
faire die het hele land in rep en
roer bracht. Het betrof de be
faamde historicus H.Th. Colen
brander, die in aanwezigheid
van koningin Wilhelmina een
feestrede had gewijd aan de
vierhonderdste geboortedag
van Willem van Oranje. Colen
brander had zijn wijsheden over
Willem van Oranje, die hij pu
bliceerde in het tijdschrift De
Gids, zonder bronvermelding
ontleend aan onderzoek van de
Belgische historicus Pirenne.
Een nationaal schandaal was
het gevolg. Er deden zelfs vers
jes de ronde over Colenbrander:
Hij was groot en beroemd, hoe
hij dat lapte
Vraag 't Pirenne van wie hij
alles gapte.
Colenbrander werd in een on
derzoeksrapport aan de
schandpaal genageld, maar hij
kon wel aanblijven als redacteur
van De Gids en als hoogleraar.
De universitaire gezagsdragers
waren van oordeel dat zij met
de openbaarmaking van het on
derzoek genoeg hadden gedaan
om de reputatie van weten
schappelijke onkreukbaarheid
te herstellen.
Recenter is een plagiaat
kwestie rond de hoogleraar
maatschappijwetenschappen
aan de Erasmus Universiteit in
Rotterdam, prof. H. Beunders.
Als medewerker van NRC Han
delsblad had hij bij het schrij
ven van reportages nogal vrij
moedig en opzichtig geput uit
andermans werk. Ook dit geval
liep met een sisser af, omdat de
Erasmus Universiteit eigenlijk
niet bij de zaak was betrokken.
Vaak, maar lang niet altijd, is
plagiaat een inbreuk op het au
teursrecht. De Auteurswet en de
internationale verdragen ter be
scherming van het auteursrecht
kennen echter het begrip pla
giaat helemaal niet. Het komt in
geen enkele wet voor. Wie pla
giaat pleegt, moet zich schamen
wegens het overtreden van een
fatsoensnorm, maar is daarmee
op zich nog niet strafbaar of
schadeplichtig.
Het uit het Grieks afkomstige
woord plagiaat bete
kent letterlijk: slink
se praktijk. Het
slinkse zit in de mis
leidende voorstel
ling dat de plagiaris
zelf iets zou hebben
verzonnen wat hij in
werkelijkheid in het
werk van anderen
heeft aangetroffen.
Om de beschuldi
ging van plagiaat te
ontlopen, is soms
een sirfipele bron
vermelding vol
doende. AJle weten
schapsmensen staan
immers op de schouders van
hun voorgangers, alle onderzoe
kers zijn schatplichtig aan het
werk van andere onderzoekers.
Zolang zij dat zorgvuldig ver
antwoorden, is er geen pro
bleem.
Maar letterlijk overschrijven
of vertalen wat professor
GUSSCHREUDERS
juridisch
medewerker
Diekstra zoals weekblad Vrij
Nederland heeft aangetoond
veelvuldig en uitvoerig heeft ge
daan uit Amerikaanse boeken
houdt een inbreuk in op het
auteursrecht van de oorspron
kelijke schrijvers. Wie dat doet,
is zonder meer schadeplichtig.
Gezien het succes van zijn boe
ken, die vele drukken beleefden,
staat Diekstra een
forse geldclaim te
wachten.
Bij het onderzoek
dat de Leidse uni-
versiteit inmiddels
heeft aangekondigd,
gaat het om de ge
loofwaardigheid en
wetenschappelijke
integriteit van de
hoogleraar. Met de
inbreuk op het au
teursrecht ligt het
anders. Daar staat
de universiteit bui
ten. De eventuele
afkoopsom of scha
deloosstelling is een juridische
aangelegenheid tussen Diekstra
en de auteurs of uitgevers van
de Amerikaanse boeken waar
aan hij blijkens Vrij Nederland
tientallen pagina's letterlijk
heeft ontleend.
Het begrip waar het om draait
in het auteursrecht is verveel
voudiging. Ongevraagd overne
men van gedeelten uit ander
mans werk heet nabootsing, of
wel: verveelvoudiging zonder
toestemming van de rechtheb
bende. Dat is verboden.
Wel bestaan er. in het belang
van de vrije informatievoorzie
ning en in het belang van het
onderwijs, enkele uitzonderin
gen op het strenge verbod op
overschrijven uit andermans
werk. Zo kent de Auteurswet het
citaatrecht: het verlof om korte
gedeelten uit eerder openbaar
gemaakte geschriften over te
nemen ten behoeve van recen
sies, polemieken of weten
schappelijke verhandelingen.
Ook voor readers en bloemle
zingen bestaan uitzonderings
bepalingen. De wet eist dan wel
uitdrukkelijk een bronvermel
ding en een billijke vergoeding.
Alleen listige plegers van pla
giaat ontspringen de dans: zij
nemen wel ideeën van anderen
over, maar gebruiken eigen,
nieuwe formuleringen. Het is
dan moeilijk een inbreuk op het
auteursrecht aan te tonen. Zo
putten romanschrijvers vaak uit
wetenschappelijke boeken en
journalistieke publicaties. Door
het materiaal vrij te interprete
ren, ontstaat dan een werk van
literaire fictie.
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Daar zijn
de talloze bewonderaars van professor Diekstra van
overtuigd. De trouwe lezers van zijn boeken en co
lumns nemen dan ook nogal laconiek kennis van de
plagiaatkwestie rond de grenzeloos populaire schrij
ver en hoogleraar. „De verkoop leeft zelfs weer iets
op", meldt een boekhandel in Leiden. Wekelijks
wordt nog een nieuwe voorraad besteld.
„Niemand ontkent dat hij iets verkeerd heeft ge
daan maar het kan de doelgroep niets schelen
concludeert E. Eskens van boekhandel De Kier in
Leiden, thuishaven van Diekstra. Helemaal onbe
roerd laat de affaire het publiek niet. „Ze beginnen
er zelf over en schrijven hem zelfs om hun steun te
betuigen. Als ze zijn boeken zien liggen, voelen ze
zich geroepen om er iets over te zeggen.
De populariteit van de rad sprekende hoogleraar
kent geen grenzen. De spreekbeurten die de boek
handel organiseerde zodra een nieuwe bundel uit
kwam, trokken honderden belangstellenden. Slechts
een kleine minderheid van voornamelijk acade
misch geschoolden stoort zich aan de perikelen
rond de hoogleraar en spreekt over een schandaal,
signaleert de in- en verkoper van boeken Eskens.
Maar hij meent dat die groep vaak toch al iets tegen
Diekstra had en hem beschouwt als een gevaarlijke
populist.
De bijklussende hoogleraar kon altijd rekenen op
waardering bij een breed publiek. Hij publiceerde
het ene boek na het andere, schreef columns en had
zelfs een eigen tv-programma bij Keihard-de-lekker-
sle-ornroep Veronica. Toch was de waardering niet
beperkt tot de gewone man. De scheve ogen die hij
in academische kring trok, weerhielden het presti
gieuze Nederlands Instituut van Psychologen en uit
geverij Van Gorcum er in september 1994 niet van
hem te lauweren, omdat hij met zijn publicaties over
zelfmoord en relatieproblemen 'een groot publiek
trefzeker aanspreekt
En zo is het. Diekstra wist het ingewikkelde me
chaniek van het menselijke brein en gedrag met suc
ces aan zijn publiek uit te leggen. Gekkigheid
schuwde de bestseller-auteur daarbij niet. Hij wist
het publiek ervan te overtuigen dat hij in elk geval
niet zat opgesloten in de ivoren toren van de weten
schap en belangrijker nog: dat wetenschap leuk is en
interessant.
De fans van deze professor voor het volk lieten dit
dan ook van zich horen toen de eerste berichten
over plagiaat bekend werden. Natuurlijk had het niet
moeten gebeuren, realiseerden ze zich. maar van
zelfsprekend had de hoogleraar het nooit zo be
doeld. Er was sprake van een misverstand, daarvan
wist Diekstra zijn bewonderaars moeiteloos te over
tuigen. Het achterwege laten van bronvermelding
was niet meer dan een 'administratief foutje', meen
de Jan C. van der Heide dan ook in een ingezonden
brief aan het Leidsch Dagblad.
Hij omschreef de auteur als 'een perfectionist,
nauwgezet, met een sterk verantwoordelijkheidsge
voel, schuld- en boetebesef die beschikt over een
bijna dwangmatige eerlijkheid'. De column in deze
krant waarin Diekstra vertelt dat de zaak hem had
opgescheept met een authentiek doodsverlangen,
moet die overtuiging nog hebben versterkt.
Na de nieuwe onthullingen neemt hypno-thera-
peut Van der Heide wat afstand. „Als dat zo is. hoort
mijn brief in de prullenbak thuis." De scribent kent
Diekstra niet beter 'dan alle anderen die op radio en
televisie komen', maar had toch het gevoel dat hem
onrecht werd aangedaan. „Ik neem aan dat een pro
fessor, iemand met zo'n hoge positie, zoiets niet
doet. Als dat wel zo is, is dat uiterst laakbaar", zegt
de man die ook enkele therapieboeken op zijn naam
heeft staan. „Maar het moet natuurlijk wel eerst
worden bewezen.
Teleurstelling maakt zich ook meester van gepen
sioneerd leraar Engels I. Schreuder uit Leiderdorp.
Hij schreef de krant dat het doel van de hoogleraar
wel wat middelen heiligt - 'zonder het overnemen
van ideeën van anderen zouden wij maar erg traag
vooruit komen' - maar nu blijkt dat het niet meer
om een faxfoutje gaat. wordt zelfs de mantel der lief
de te krap: „Ik had hem moreel wat hoger inge
schat". Dat neemt allemaal niet weg dat de waarde
ring voor het werk van de psycholoog blijft.
Een Maastrichtse fan - drs. C. Stevens - steekt
Diekstra een hart onder de riem met de woorden dat
hij zich 'niet moet laten neerhalen door een stel in
tellectuele terroristen'. Verder memoreren de scri
benten veelvuldig dat een hoofd dat boven het
maaiveld uitsteekt doorgaans wordt afgehakt. „René
Diekstra heeft zoveel kwaliteit, dat hij geen plagiaat
nodig heeft om succes te hebbenschrijft H. Schot
kamp uit Amersfoort.
Academische afgunst en facultaire haat en nijd
worden gezien als bron van alle narigheid. Een leze
res uit Heemskerk springt voor Diekstra in de bres:
„Dat hij iets letterlijk over zou hebben genomen kun
je zien als gemakzucht, maar het kan ook een vorm
zijn van respect voor de originele schrijver".
B. van der Lugt in Haarlem prijst Diekstra's be
reidheid mensen te helpen die in geestelijke nood
verkeren „Ik begrijp niet dat er lieden zijn die pro
beren die man onderuit te halen. Waarschijnlijk zijn
het mensen die niet uit kunnen staan dat hij zo'n
charisma heeft.
D€N HAAG THEO HAERKENS
Onlangs werd de schrijf111
A.F.Th. van der Heijden nog
een dergelijke werkwi1?:
beticht. Hij baseerde zich inP11
jongste delen van zijn romanrS
clus De Tandeloze Tijd - irj'
bronvermelding - op journar^
tiek werk van Wim Kayzer i
Toni Bouwman. Adriaan \Kc
Dis ontleende voor zijn Zur
Afrikaanse reisboek Het belogj
de Land enkele passages $te
een Amerikaanse antropoloog
echter zonder bronvermeldif-jj
Het stormpje dat opstak tq>k
dit werd ontdekt, ging snel wtn -
liggen nadat Van Dis zijn exfcrc
ses had gemaakt en zijn boekje:
van inlegvelletjes met de brifcr
vermelding had voorzien. raa
Dat zijn allemaal grensgeMrs
len. Maar wetenschapsbeoefir
naars of schrijvers die tientalft
pagina's van anderen ovjgk
schrijven, laten geen ruin
voor twijfel aan hun misleide
de opzet. Het vreemde is, datpl
tevoren zouden kunnen wet
dat ontdekking bijna onvemr-
delijk is. Hun geldingsdrang
echter zo machtig dat zij
wust het risico nemen, voortt
rend in angst verkerend v<
ontmaskering en schande. F
giaat is dus eigenlijk meer v
voor psychologen dan voor
risten.
'P
VERVOLG VAN VOORPAGINA]
Diekstra gaat in zijn verklaring niet ex
pliciet in op de rol die het Nationaal
Fonds Geestelijke Volksgezondheid
(NFGV) heeft gehad bij de totstandko
ming van het boek Het onderste boven.
Volgens derden had het fonds de au
teursrechten en contracten met Ameri
kaanse schrijvers moeten regelen. Het
fonds staat in Het onderste boven met
naam en toenaam vermeld, maar wijst
elke verantwoordelijkheid van de hand
en zegt dat de inhoud is verzorgd door
niemand anders dan Diekstra, aldus
verklaart NFGV-directeur
prof. dr. J. Dijkhuis.
Volgens Diekstra heeft het NFGV wel
degelijk met hem afgesproken dat zij
zorg zou dragen voor het auteursrecht
Maar hij vindt het wijzer hier 'nog niet
op in te gaan'. Diekstra heeft gisteren
een lang gesprek gehad met rector
magnificus prof. Leertouwer en zijn ad
vocaat, mr. G. Verkade. Hij zal zich
voorlopig, hangende het onderzoek, te
rugtrekken van de universiteit, zijn be
langrijkste werkgever.
In een verklaring vanmorgen aan deze
krant wijst Diekstra op de grote tijds
druk waarin zijn boeken tot stand zijn
gekomen. Toch is volgens hem het me
rendeel van zijn boeken eigen werk:
„Het gebruik van de psychotherapeut
Gordon When living hurts) als zo'n be
langrijke bron van ideeën en formule
ringen, ook waar het ervaringen betrof
die door mij persoonlijk werden her
kend, neemt niet weg dat veruit het
grootste deel van het boek qua tekst
door mij is bedacht en geformuleerd en
dat Gordons formuleringen en ideeën
daarin zijn gepast".
„Mijn doelstelling bij deze en andere
publicaties is eerst en vooral geweest
om inzichten en handvatten bijeen te
sprokkelen en door te geven die kunnen
helpen bij het begrijpen en waar moge
lijk oplossen of verminderen van emo
tionele en relationele problemen. Ik heb
al van heel jongsaf aan hiertoe een gro
te gedrevenheid gevoeld."
LEIDEN CEES VAN HOORE
EN CAROLINE VAN OVERBEEKE
Vermoeide Diekstra zegt interview op het laatst af
Na een dag van moeilijke en
emotionele gesprekken zit René
Diekstra voorlopig thuis. De
Leidse hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie is offi
cieel met 'ziekteverlof gegaan.
Na indringend overleg met
L Leertouwer, rector magnifi
cus van de Leidse Rijksuniversi
teit, zal de professor zich voor
lopig niet meer vertonen aan de
Wassenaarseweg. Eerst komt er
een grondig onderzoek naar de
omvang van het plagiaat in al
zijn werk.
's Morgens, na het lezen van het
Vrij Nederland-artikel waarin hij
wordt beschuldigd van het
overnemen van tientallen pagi
na's uit het Amerikaanse werk
Caring for the mind van Diane
en Robert Hales, zegt de hoog
leraar dat hij met een verklaring
zal komen. Even later laat hij
weten dat hij daar voorlopig van
afziet. Hij wil er eerst nog eens
goed over nadenken. 'Ik red het
niet voor jullie sluitingstijd',
schrijft hij in een fax. 'Morgen
kom ik met een verklaring.' Er
volgt langdurig overleg met zijn
juridisch adviseur.
Aan het begin van de middag
doet een van zijn zonen thuis
de deur open. „Mijn vader zit
bij zijn advocaat. Hij zal zo wel
thuiskomen. Ik denk niet dat hij
daarna ergens anders heengaat,
hij laat zich in deze situatie lie
ver niet zien op straat."
Na ongeveer een kwartier komt
de hoogleraar, samen met zijn
vrouw, terug van de advocaat.
Hij ziet er vermoeid en droevig
uit. Hij zegt dat hij een docu
ment in zijn bezit heeft, waaruit
zou blijken dat hij destijds het
Nationaal Fonds voor Geestelij
ke Volksgezondheid (NFGV) op
dracht heeft gegeven de au
teursrechten te regelen en voor
de bronvermelding te zorgen.
„Maar ik moet nu meteen door
naar de rector."
Datzelfde fonds, in de persoon
van prof. I. Dijkhuis, heeft per
fax laten weten dat het 'niet in
houdelijk betrokken is geweest
bij de totstandkoming van het
boek'. 'De inhoud is verzorgd
door prof. dr. W. Diekstra.'
Als dit Diekstra wordt voorge
houden. reageert hij met een
hopeloos gebaar. „Ik sta hele
maal alleen. Ongelooflijk. Ik heb
na dat eerste stuk in Vrij Neder
land zelf de universiteit geadvi
seerd een commissie in te stel
len die mijn werk volledig op
eventuele slordigheden zou na-
vlooien. Dat advies heeft men
ook gevolgd. Maar ze blijven
maar doorgaan met het afbre
ken van mij en mijn werk."
Zijn vrouw: „Het is echt niet te
geloven. Elke maandag werd ik
door het NVFG gefaxt en werd
me gevraagd of er alweer een
hoofdstuk klaar was. En nu la
ten ze René als een baksteen
vallen. Ze schuiven alles op hem
Plagiaat valt 'op geen enkele manier
te verdedigen'. Als het waar is dat
Diekstra zonder zijn bronnen te noe
men tientallen pagina's uit andere
boeken heeft overgenomen, dan is
dat 'volstrekt verkeerd'. Maar, zo zegt
de Groningse hoogleraar psychologie
dr. W. Hofstee, het voert wat ver om
nu als wolven op Diekstra aan te val
len en handenwrijvend van genoegen
een brandstapel voor de populaire
publicist Diekstra op te bouwen.
„Ik weet niet exact wat er is ge
beurd. Maar ik ken Diekstra al jaren
en ik weet dat hij buitengewoon no
bele motieven heeft. Waarom houden
mensen zich bezig met psychologie
en psychiatrie? Omdat ze anderen
willen helpen. En dat is ook de drijf
veer voor Diekstra geweest, ook voor
wat betreft zijn vele publicaties", be
toogt Hofstee, die door de Rijksuni
versiteit Leiden is gevraagd een ge
dragscode te ontwikkelen voor bron
vermelding bij populair-wetenschap-
pelijke publicaties. Volgens de Leidse
universiteit is het gewenst dat er zo'n
gedragscode komt, om'dat niet altijd
duidelijk is wanneer je wel en wan
neer je geen bronnen moet vermel
den in artikelen die voor een breed
publiek worden geschreven.
Volgens Hofstra, die samen met
prof. J. van den Berg, directeur van de
Vereniging van Nederlandse Ge
meenten, zitting neemt in deze com
missie, is het goed dat die richtlijnen
er komen. Maar zijn die richtlijnen ei
genlijk wel nodig: plagiaat is toch pla
giaat en dat deugt toch gewoon niet?
Hofstee: „Veel zaken spreken inder
daad voor zichzelf: plagiaat mag niet,
dat is duidelijk. Maar als je die stelling
nu eens onder de microscoop legt in
het geval van populair-wetenschap-
pelijke artikelen, dan ligt het soms
iets ingewikkelder. Want je kunt een
artikel nu eenmaal niet om de haver
klap onderbreken met bronvermel
dingen, verwijzingen en toelichtin
gen, dat leest niet lekker. Welnu, we
moeten voor dit schemergebied, tus
sen wetenschappelijke verhandeling
en populair artikel, misschien wat na
dere regels gaan stellen". Volgenspr
hoogleraar is het ook zo dat de cofd
voor bron- en auteurvermelding inne
ene tak van wetenschap anders lig$n
dan in de andere en het is goed bo
dat te inventariseren. rt
Volgens Hofstee is het niet waa
schijnlijk dat Diekstra uit is gewqd
op geldelijk gewin. „Met boe|p
schrijven in Nederland verdien je ij c
zoveel. Het is eigenlijk peanuts jkl
dat oplevert. Wat er precies is misjei
gaan, weet ik niet. Maar ik kan jle
zeggen dat René Diekstra geen boft
is en ook geen grote boef! Daarfcfi
kan hij wel dingen fout doen, wagb
ook afkeur. Maar ik denk dat zijn rfcl
tieven liggen in die van iedere pa;
choloog: mensen helpen, in dit gorg
door veel te Schrijven."
Universiteiten hebben vorig ji-
een protocol opgesteld, waarin onj
andere het opsporen van wettm
schappelijk wangedrag als plagil1
gemakkelijker wordt gemaakt. Da!
volgens de voormalige president
de Koninklijke Nederlandse Acai
mie van Wetenschappf
prof. P. Drenth, gebeurd omdat t
vermoeden bestaat dat wetenschP
pelijk wangedrag de laatste jar1
meer voorkomt dan vroeger. n
„Dat komt waarschijnlijk door^
enorme druk waaronder wetenschi*
pelijke onderzoekers staan om te nj
bliceren, om out-put te leveren, gé6
teerd te worden, te scoren", all®
Drenth, die thans hoogleraar psycre
logie is aan de Vrije Universiteit®1
Amsterdam. De meeste universiteir1
werken met het protocol.
Als de beschuldigingen van plagih
aan het adres van Diekstra waar zP
gaat het om wetenschappelijk wanff
drag, stelt Drenth. „Onder die nr.
mer valt ook het vervalsen van ge^
vens of het sjoemelen ermee. Wem-
schappelijk wangedrag is onaf
vaardbaar, omdat niet alleen de p
chologie maar de wetenschap in T
algemeen erdoor wordt geschaad.
GRONINGEN/DEN HAAG HANS DE PRETER j
MAARTEN PRONK
Diekstra gefotografeerd begin dit jaar toen hij voor Veronica op tv het programma 'het onderste boven' pre
senteerde. FOTOPERSBUREAU DIJKSTRA
af. terwijl zij wel degelijk partij
zijn. Ze beweren niks met de
tekst van het boek te maken te
hebben. Maar het is ook onder
hun verantwoording tot stand
gekomen. René is nog niet eens
contractant. En waar ik dan
echt helemaal misselijk van
word, is dat ze vandaag ook nog
een bos bloemen sturen als
steunbetuiging voor René".
Diekstra belooft na een bezoek
aan de rector magnificus van de
universiteit bereid te zijn tot het
geven van een interview waarin
hij de zaken nader uiteen zal
zetten. Na een tweede bezoek
zegt zijn vrouw aan de deur dat
hij nog niet terug is van het
overleg. Ze wil niks zeggen, om
dat ze denkt dat dat de positie
van haar man kan schaden. „Ik
ben juriste en weet ook wel iets
van auteursrecht. Ik zou wel van
de daken willen schreeuwen
hoe de vork werkelijk in de steel
zit, maar dat kan tegen ons wor
den gebruikt."
„Het boek Het onderste boven is
onder grote tijdsdruk tot stand
gekomen. En toen kwam er ook
nog ineens een telefoontje dat
het dikker moest. Toen René
van die slordigheden op de
hoogte kwam via Vrij Neder
land, zei hij tegen zichzelf: "Wat
ben ik toch een klojo!' Maar ik
kan niet te veel vertellen."
Mevrouw Diekstra belooft dat
haar man zal terugbellen. Het is
laat in de avond als de telefoon
gaat, het is Diekstra: „Morgen
kom ik met een verklaring. En
jullie mogen me interviewen".
Vanmorgen even na acht uur
belt een vermoeide Diekstra:
„Nee, geen interviews, ik ben
kapot, dat zullen jullie wel be
grijpen".
LEIOEN CEES VAN HOORE
EN CAROUNE VAN OVERBEEKE
BIOGRAFIE/PUBLICATIELIJST
Diekstra, Prof.dr. R.F.W., geboren in Sneek op 20-07-46, functie: hoogleraar Kli
nische en Gezondheidspsychologie van de Rijksuniversiteit Leiden (1979).
Verder Psycholoog-Psychotherapeut RLAGG Zuid-Holland-Noord, Leiden
(1979), Consultant Wereldgezondheidsorganisatie WHO, Geneve 1987)
President International Academy on Suicide Research IASP (1990)
First Vice-President International Association for Suicide Prevention
(1989)
Columnist Leidsch Dagblad (1986) en later Haarlems Dagblad en Hmuider Cou
rant en Geassocieerde Pers Diensten GPD (ook sinds '86), radiocolumnist TROS
(1990) en 'Het Onderste Boven' Veronica-tv (1996)
Lid wetenschappelijke raad Stichting Philadelphia Voorzieningen (1993)
loopbaan: Gymnasium-A in Sneek, in '64, doet in '70 eindexamen psychologie
aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, promoveert daar in 73 tot doctor
in de Sociale Wetenschappen (cum laude). Vestigt zich in '86 als d 1
i in uuai3ui*i.iiuii.'u^-
psychotherapeut en is van '70 tot '78 wetenschappelijk medewerker KU Nijme
gen. is verder hoofd psychologische dienst Herstellingsoordwezen en van '74 -
75 psychotherapist aan het Institute for Advanced Study in Rational Psychothe
rapy te New York. P
Hij is van '93 tot '95 decaan van de faculteit der sociale wetenschappen van de
Rijksuniversiteit Leiden en heeft een lijst van 280 wetenschappelijke artikelen
boeken op zijn naam staan.
-