Plagiaat: voer voor psychologen 'Ze laten René vallen als een baksteen' Feiten &Meningen 'Grootste deel van mijn boeken heb ik zelfbedacht' j Diekstra blijft de professor van het volk 'Diekstra wil de mensen juist helpen' DONDERDAG 29 AUGUSTUS 1996 IN m nd Beschuldigingen van plagiaat leiden in universitaire kring van oudsher tot de grootst mogelijke opschudding. Wei nig ontsporingen brengen universiteiten zo in paniek als deze, omdat zij vrezen dat de reputatie van de hele in stelling hiermee wordt bezoedeld. Twijfel aan de weten schappelijke integriteit van een hoogleraar is altijd reden voor een grondig onderzoek. De omslag van het omstreden werk 'Het onder ste boven'. Hele pagina's uit het boek zijn letterlijk overgeschreven uit Amerikaanse standaardwerk 'Caring of the Mind' FOTO GPD Aan de Leidse universiteit, die nu heeft te maken met beschul digingen van plagiaat aan het adres van de hoogleraar psy chologie prof.dr.R. Diekstra, speelde in 1933 een plagiaat-af faire die het hele land in rep en roer bracht. Het betrof de be faamde historicus H.Th. Colen brander, die in aanwezigheid van koningin Wilhelmina een feestrede had gewijd aan de vierhonderdste geboortedag van Willem van Oranje. Colen brander had zijn wijsheden over Willem van Oranje, die hij pu bliceerde in het tijdschrift De Gids, zonder bronvermelding ontleend aan onderzoek van de Belgische historicus Pirenne. Een nationaal schandaal was het gevolg. Er deden zelfs vers jes de ronde over Colenbrander: Hij was groot en beroemd, hoe hij dat lapte Vraag 't Pirenne van wie hij alles gapte. Colenbrander werd in een on derzoeksrapport aan de schandpaal genageld, maar hij kon wel aanblijven als redacteur van De Gids en als hoogleraar. De universitaire gezagsdragers waren van oordeel dat zij met de openbaarmaking van het on derzoek genoeg hadden gedaan om de reputatie van weten schappelijke onkreukbaarheid te herstellen. Recenter is een plagiaat kwestie rond de hoogleraar maatschappijwetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, prof. H. Beunders. Als medewerker van NRC Han delsblad had hij bij het schrij ven van reportages nogal vrij moedig en opzichtig geput uit andermans werk. Ook dit geval liep met een sisser af, omdat de Erasmus Universiteit eigenlijk niet bij de zaak was betrokken. Vaak, maar lang niet altijd, is plagiaat een inbreuk op het au teursrecht. De Auteurswet en de internationale verdragen ter be scherming van het auteursrecht kennen echter het begrip pla giaat helemaal niet. Het komt in geen enkele wet voor. Wie pla giaat pleegt, moet zich schamen wegens het overtreden van een fatsoensnorm, maar is daarmee op zich nog niet strafbaar of schadeplichtig. Het uit het Grieks afkomstige woord plagiaat bete kent letterlijk: slink se praktijk. Het slinkse zit in de mis leidende voorstel ling dat de plagiaris zelf iets zou hebben verzonnen wat hij in werkelijkheid in het werk van anderen heeft aangetroffen. Om de beschuldi ging van plagiaat te ontlopen, is soms een sirfipele bron vermelding vol doende. AJle weten schapsmensen staan immers op de schouders van hun voorgangers, alle onderzoe kers zijn schatplichtig aan het werk van andere onderzoekers. Zolang zij dat zorgvuldig ver antwoorden, is er geen pro bleem. Maar letterlijk overschrijven of vertalen wat professor GUSSCHREUDERS juridisch medewerker Diekstra zoals weekblad Vrij Nederland heeft aangetoond veelvuldig en uitvoerig heeft ge daan uit Amerikaanse boeken houdt een inbreuk in op het auteursrecht van de oorspron kelijke schrijvers. Wie dat doet, is zonder meer schadeplichtig. Gezien het succes van zijn boe ken, die vele drukken beleefden, staat Diekstra een forse geldclaim te wachten. Bij het onderzoek dat de Leidse uni- versiteit inmiddels heeft aangekondigd, gaat het om de ge loofwaardigheid en wetenschappelijke integriteit van de hoogleraar. Met de inbreuk op het au teursrecht ligt het anders. Daar staat de universiteit bui ten. De eventuele afkoopsom of scha deloosstelling is een juridische aangelegenheid tussen Diekstra en de auteurs of uitgevers van de Amerikaanse boeken waar aan hij blijkens Vrij Nederland tientallen pagina's letterlijk heeft ontleend. Het begrip waar het om draait in het auteursrecht is verveel voudiging. Ongevraagd overne men van gedeelten uit ander mans werk heet nabootsing, of wel: verveelvoudiging zonder toestemming van de rechtheb bende. Dat is verboden. Wel bestaan er. in het belang van de vrije informatievoorzie ning en in het belang van het onderwijs, enkele uitzonderin gen op het strenge verbod op overschrijven uit andermans werk. Zo kent de Auteurswet het citaatrecht: het verlof om korte gedeelten uit eerder openbaar gemaakte geschriften over te nemen ten behoeve van recen sies, polemieken of weten schappelijke verhandelingen. Ook voor readers en bloemle zingen bestaan uitzonderings bepalingen. De wet eist dan wel uitdrukkelijk een bronvermel ding en een billijke vergoeding. Alleen listige plegers van pla giaat ontspringen de dans: zij nemen wel ideeën van anderen over, maar gebruiken eigen, nieuwe formuleringen. Het is dan moeilijk een inbreuk op het auteursrecht aan te tonen. Zo putten romanschrijvers vaak uit wetenschappelijke boeken en journalistieke publicaties. Door het materiaal vrij te interprete ren, ontstaat dan een werk van literaire fictie. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Daar zijn de talloze bewonderaars van professor Diekstra van overtuigd. De trouwe lezers van zijn boeken en co lumns nemen dan ook nogal laconiek kennis van de plagiaatkwestie rond de grenzeloos populaire schrij ver en hoogleraar. „De verkoop leeft zelfs weer iets op", meldt een boekhandel in Leiden. Wekelijks wordt nog een nieuwe voorraad besteld. „Niemand ontkent dat hij iets verkeerd heeft ge daan maar het kan de doelgroep niets schelen concludeert E. Eskens van boekhandel De Kier in Leiden, thuishaven van Diekstra. Helemaal onbe roerd laat de affaire het publiek niet. „Ze beginnen er zelf over en schrijven hem zelfs om hun steun te betuigen. Als ze zijn boeken zien liggen, voelen ze zich geroepen om er iets over te zeggen. De populariteit van de rad sprekende hoogleraar kent geen grenzen. De spreekbeurten die de boek handel organiseerde zodra een nieuwe bundel uit kwam, trokken honderden belangstellenden. Slechts een kleine minderheid van voornamelijk acade misch geschoolden stoort zich aan de perikelen rond de hoogleraar en spreekt over een schandaal, signaleert de in- en verkoper van boeken Eskens. Maar hij meent dat die groep vaak toch al iets tegen Diekstra had en hem beschouwt als een gevaarlijke populist. De bijklussende hoogleraar kon altijd rekenen op waardering bij een breed publiek. Hij publiceerde het ene boek na het andere, schreef columns en had zelfs een eigen tv-programma bij Keihard-de-lekker- sle-ornroep Veronica. Toch was de waardering niet beperkt tot de gewone man. De scheve ogen die hij in academische kring trok, weerhielden het presti gieuze Nederlands Instituut van Psychologen en uit geverij Van Gorcum er in september 1994 niet van hem te lauweren, omdat hij met zijn publicaties over zelfmoord en relatieproblemen 'een groot publiek trefzeker aanspreekt En zo is het. Diekstra wist het ingewikkelde me chaniek van het menselijke brein en gedrag met suc ces aan zijn publiek uit te leggen. Gekkigheid schuwde de bestseller-auteur daarbij niet. Hij wist het publiek ervan te overtuigen dat hij in elk geval niet zat opgesloten in de ivoren toren van de weten schap en belangrijker nog: dat wetenschap leuk is en interessant. De fans van deze professor voor het volk lieten dit dan ook van zich horen toen de eerste berichten over plagiaat bekend werden. Natuurlijk had het niet moeten gebeuren, realiseerden ze zich. maar van zelfsprekend had de hoogleraar het nooit zo be doeld. Er was sprake van een misverstand, daarvan wist Diekstra zijn bewonderaars moeiteloos te over tuigen. Het achterwege laten van bronvermelding was niet meer dan een 'administratief foutje', meen de Jan C. van der Heide dan ook in een ingezonden brief aan het Leidsch Dagblad. Hij omschreef de auteur als 'een perfectionist, nauwgezet, met een sterk verantwoordelijkheidsge voel, schuld- en boetebesef die beschikt over een bijna dwangmatige eerlijkheid'. De column in deze krant waarin Diekstra vertelt dat de zaak hem had opgescheept met een authentiek doodsverlangen, moet die overtuiging nog hebben versterkt. Na de nieuwe onthullingen neemt hypno-thera- peut Van der Heide wat afstand. „Als dat zo is. hoort mijn brief in de prullenbak thuis." De scribent kent Diekstra niet beter 'dan alle anderen die op radio en televisie komen', maar had toch het gevoel dat hem onrecht werd aangedaan. „Ik neem aan dat een pro fessor, iemand met zo'n hoge positie, zoiets niet doet. Als dat wel zo is, is dat uiterst laakbaar", zegt de man die ook enkele therapieboeken op zijn naam heeft staan. „Maar het moet natuurlijk wel eerst worden bewezen. Teleurstelling maakt zich ook meester van gepen sioneerd leraar Engels I. Schreuder uit Leiderdorp. Hij schreef de krant dat het doel van de hoogleraar wel wat middelen heiligt - 'zonder het overnemen van ideeën van anderen zouden wij maar erg traag vooruit komen' - maar nu blijkt dat het niet meer om een faxfoutje gaat. wordt zelfs de mantel der lief de te krap: „Ik had hem moreel wat hoger inge schat". Dat neemt allemaal niet weg dat de waarde ring voor het werk van de psycholoog blijft. Een Maastrichtse fan - drs. C. Stevens - steekt Diekstra een hart onder de riem met de woorden dat hij zich 'niet moet laten neerhalen door een stel in tellectuele terroristen'. Verder memoreren de scri benten veelvuldig dat een hoofd dat boven het maaiveld uitsteekt doorgaans wordt afgehakt. „René Diekstra heeft zoveel kwaliteit, dat hij geen plagiaat nodig heeft om succes te hebbenschrijft H. Schot kamp uit Amersfoort. Academische afgunst en facultaire haat en nijd worden gezien als bron van alle narigheid. Een leze res uit Heemskerk springt voor Diekstra in de bres: „Dat hij iets letterlijk over zou hebben genomen kun je zien als gemakzucht, maar het kan ook een vorm zijn van respect voor de originele schrijver". B. van der Lugt in Haarlem prijst Diekstra's be reidheid mensen te helpen die in geestelijke nood verkeren „Ik begrijp niet dat er lieden zijn die pro beren die man onderuit te halen. Waarschijnlijk zijn het mensen die niet uit kunnen staan dat hij zo'n charisma heeft. D€N HAAG THEO HAERKENS Onlangs werd de schrijf111 A.F.Th. van der Heijden nog een dergelijke werkwi1?: beticht. Hij baseerde zich inP11 jongste delen van zijn romanrS clus De Tandeloze Tijd - irj' bronvermelding - op journar^ tiek werk van Wim Kayzer i Toni Bouwman. Adriaan \Kc Dis ontleende voor zijn Zur Afrikaanse reisboek Het belogj de Land enkele passages $te een Amerikaanse antropoloog echter zonder bronvermeldif-jj Het stormpje dat opstak tq>k dit werd ontdekt, ging snel wtn - liggen nadat Van Dis zijn exfcrc ses had gemaakt en zijn boekje: van inlegvelletjes met de brifcr vermelding had voorzien. raa Dat zijn allemaal grensgeMrs len. Maar wetenschapsbeoefir naars of schrijvers die tientalft pagina's van anderen ovjgk schrijven, laten geen ruin voor twijfel aan hun misleide de opzet. Het vreemde is, datpl tevoren zouden kunnen wet dat ontdekking bijna onvemr- delijk is. Hun geldingsdrang echter zo machtig dat zij wust het risico nemen, voortt rend in angst verkerend v< ontmaskering en schande. F giaat is dus eigenlijk meer v voor psychologen dan voor risten. 'P VERVOLG VAN VOORPAGINA] Diekstra gaat in zijn verklaring niet ex pliciet in op de rol die het Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid (NFGV) heeft gehad bij de totstandko ming van het boek Het onderste boven. Volgens derden had het fonds de au teursrechten en contracten met Ameri kaanse schrijvers moeten regelen. Het fonds staat in Het onderste boven met naam en toenaam vermeld, maar wijst elke verantwoordelijkheid van de hand en zegt dat de inhoud is verzorgd door niemand anders dan Diekstra, aldus verklaart NFGV-directeur prof. dr. J. Dijkhuis. Volgens Diekstra heeft het NFGV wel degelijk met hem afgesproken dat zij zorg zou dragen voor het auteursrecht Maar hij vindt het wijzer hier 'nog niet op in te gaan'. Diekstra heeft gisteren een lang gesprek gehad met rector magnificus prof. Leertouwer en zijn ad vocaat, mr. G. Verkade. Hij zal zich voorlopig, hangende het onderzoek, te rugtrekken van de universiteit, zijn be langrijkste werkgever. In een verklaring vanmorgen aan deze krant wijst Diekstra op de grote tijds druk waarin zijn boeken tot stand zijn gekomen. Toch is volgens hem het me rendeel van zijn boeken eigen werk: „Het gebruik van de psychotherapeut Gordon When living hurts) als zo'n be langrijke bron van ideeën en formule ringen, ook waar het ervaringen betrof die door mij persoonlijk werden her kend, neemt niet weg dat veruit het grootste deel van het boek qua tekst door mij is bedacht en geformuleerd en dat Gordons formuleringen en ideeën daarin zijn gepast". „Mijn doelstelling bij deze en andere publicaties is eerst en vooral geweest om inzichten en handvatten bijeen te sprokkelen en door te geven die kunnen helpen bij het begrijpen en waar moge lijk oplossen of verminderen van emo tionele en relationele problemen. Ik heb al van heel jongsaf aan hiertoe een gro te gedrevenheid gevoeld." LEIDEN CEES VAN HOORE EN CAROLINE VAN OVERBEEKE Vermoeide Diekstra zegt interview op het laatst af Na een dag van moeilijke en emotionele gesprekken zit René Diekstra voorlopig thuis. De Leidse hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie is offi cieel met 'ziekteverlof gegaan. Na indringend overleg met L Leertouwer, rector magnifi cus van de Leidse Rijksuniversi teit, zal de professor zich voor lopig niet meer vertonen aan de Wassenaarseweg. Eerst komt er een grondig onderzoek naar de omvang van het plagiaat in al zijn werk. 's Morgens, na het lezen van het Vrij Nederland-artikel waarin hij wordt beschuldigd van het overnemen van tientallen pagi na's uit het Amerikaanse werk Caring for the mind van Diane en Robert Hales, zegt de hoog leraar dat hij met een verklaring zal komen. Even later laat hij weten dat hij daar voorlopig van afziet. Hij wil er eerst nog eens goed over nadenken. 'Ik red het niet voor jullie sluitingstijd', schrijft hij in een fax. 'Morgen kom ik met een verklaring.' Er volgt langdurig overleg met zijn juridisch adviseur. Aan het begin van de middag doet een van zijn zonen thuis de deur open. „Mijn vader zit bij zijn advocaat. Hij zal zo wel thuiskomen. Ik denk niet dat hij daarna ergens anders heengaat, hij laat zich in deze situatie lie ver niet zien op straat." Na ongeveer een kwartier komt de hoogleraar, samen met zijn vrouw, terug van de advocaat. Hij ziet er vermoeid en droevig uit. Hij zegt dat hij een docu ment in zijn bezit heeft, waaruit zou blijken dat hij destijds het Nationaal Fonds voor Geestelij ke Volksgezondheid (NFGV) op dracht heeft gegeven de au teursrechten te regelen en voor de bronvermelding te zorgen. „Maar ik moet nu meteen door naar de rector." Datzelfde fonds, in de persoon van prof. I. Dijkhuis, heeft per fax laten weten dat het 'niet in houdelijk betrokken is geweest bij de totstandkoming van het boek'. 'De inhoud is verzorgd door prof. dr. W. Diekstra.' Als dit Diekstra wordt voorge houden. reageert hij met een hopeloos gebaar. „Ik sta hele maal alleen. Ongelooflijk. Ik heb na dat eerste stuk in Vrij Neder land zelf de universiteit geadvi seerd een commissie in te stel len die mijn werk volledig op eventuele slordigheden zou na- vlooien. Dat advies heeft men ook gevolgd. Maar ze blijven maar doorgaan met het afbre ken van mij en mijn werk." Zijn vrouw: „Het is echt niet te geloven. Elke maandag werd ik door het NVFG gefaxt en werd me gevraagd of er alweer een hoofdstuk klaar was. En nu la ten ze René als een baksteen vallen. Ze schuiven alles op hem Plagiaat valt 'op geen enkele manier te verdedigen'. Als het waar is dat Diekstra zonder zijn bronnen te noe men tientallen pagina's uit andere boeken heeft overgenomen, dan is dat 'volstrekt verkeerd'. Maar, zo zegt de Groningse hoogleraar psychologie dr. W. Hofstee, het voert wat ver om nu als wolven op Diekstra aan te val len en handenwrijvend van genoegen een brandstapel voor de populaire publicist Diekstra op te bouwen. „Ik weet niet exact wat er is ge beurd. Maar ik ken Diekstra al jaren en ik weet dat hij buitengewoon no bele motieven heeft. Waarom houden mensen zich bezig met psychologie en psychiatrie? Omdat ze anderen willen helpen. En dat is ook de drijf veer voor Diekstra geweest, ook voor wat betreft zijn vele publicaties", be toogt Hofstee, die door de Rijksuni versiteit Leiden is gevraagd een ge dragscode te ontwikkelen voor bron vermelding bij populair-wetenschap- pelijke publicaties. Volgens de Leidse universiteit is het gewenst dat er zo'n gedragscode komt, om'dat niet altijd duidelijk is wanneer je wel en wan neer je geen bronnen moet vermel den in artikelen die voor een breed publiek worden geschreven. Volgens Hofstra, die samen met prof. J. van den Berg, directeur van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten, zitting neemt in deze com missie, is het goed dat die richtlijnen er komen. Maar zijn die richtlijnen ei genlijk wel nodig: plagiaat is toch pla giaat en dat deugt toch gewoon niet? Hofstee: „Veel zaken spreken inder daad voor zichzelf: plagiaat mag niet, dat is duidelijk. Maar als je die stelling nu eens onder de microscoop legt in het geval van populair-wetenschap- pelijke artikelen, dan ligt het soms iets ingewikkelder. Want je kunt een artikel nu eenmaal niet om de haver klap onderbreken met bronvermel dingen, verwijzingen en toelichtin gen, dat leest niet lekker. Welnu, we moeten voor dit schemergebied, tus sen wetenschappelijke verhandeling en populair artikel, misschien wat na dere regels gaan stellen". Volgenspr hoogleraar is het ook zo dat de cofd voor bron- en auteurvermelding inne ene tak van wetenschap anders lig$n dan in de andere en het is goed bo dat te inventariseren. rt Volgens Hofstee is het niet waa schijnlijk dat Diekstra uit is gewqd op geldelijk gewin. „Met boe|p schrijven in Nederland verdien je ij c zoveel. Het is eigenlijk peanuts jkl dat oplevert. Wat er precies is misjei gaan, weet ik niet. Maar ik kan jle zeggen dat René Diekstra geen boft is en ook geen grote boef! Daarfcfi kan hij wel dingen fout doen, wagb ook afkeur. Maar ik denk dat zijn rfcl tieven liggen in die van iedere pa; choloog: mensen helpen, in dit gorg door veel te Schrijven." Universiteiten hebben vorig ji- een protocol opgesteld, waarin onj andere het opsporen van wettm schappelijk wangedrag als plagil1 gemakkelijker wordt gemaakt. Da! volgens de voormalige president de Koninklijke Nederlandse Acai mie van Wetenschappf prof. P. Drenth, gebeurd omdat t vermoeden bestaat dat wetenschP pelijk wangedrag de laatste jar1 meer voorkomt dan vroeger. n „Dat komt waarschijnlijk door^ enorme druk waaronder wetenschi* pelijke onderzoekers staan om te nj bliceren, om out-put te leveren, gé6 teerd te worden, te scoren", all® Drenth, die thans hoogleraar psycre logie is aan de Vrije Universiteit®1 Amsterdam. De meeste universiteir1 werken met het protocol. Als de beschuldigingen van plagih aan het adres van Diekstra waar zP gaat het om wetenschappelijk wanff drag, stelt Drenth. „Onder die nr. mer valt ook het vervalsen van ge^ vens of het sjoemelen ermee. Wem- schappelijk wangedrag is onaf vaardbaar, omdat niet alleen de p chologie maar de wetenschap in T algemeen erdoor wordt geschaad. GRONINGEN/DEN HAAG HANS DE PRETER j MAARTEN PRONK Diekstra gefotografeerd begin dit jaar toen hij voor Veronica op tv het programma 'het onderste boven' pre senteerde. FOTOPERSBUREAU DIJKSTRA af. terwijl zij wel degelijk partij zijn. Ze beweren niks met de tekst van het boek te maken te hebben. Maar het is ook onder hun verantwoording tot stand gekomen. René is nog niet eens contractant. En waar ik dan echt helemaal misselijk van word, is dat ze vandaag ook nog een bos bloemen sturen als steunbetuiging voor René". Diekstra belooft na een bezoek aan de rector magnificus van de universiteit bereid te zijn tot het geven van een interview waarin hij de zaken nader uiteen zal zetten. Na een tweede bezoek zegt zijn vrouw aan de deur dat hij nog niet terug is van het overleg. Ze wil niks zeggen, om dat ze denkt dat dat de positie van haar man kan schaden. „Ik ben juriste en weet ook wel iets van auteursrecht. Ik zou wel van de daken willen schreeuwen hoe de vork werkelijk in de steel zit, maar dat kan tegen ons wor den gebruikt." „Het boek Het onderste boven is onder grote tijdsdruk tot stand gekomen. En toen kwam er ook nog ineens een telefoontje dat het dikker moest. Toen René van die slordigheden op de hoogte kwam via Vrij Neder land, zei hij tegen zichzelf: "Wat ben ik toch een klojo!' Maar ik kan niet te veel vertellen." Mevrouw Diekstra belooft dat haar man zal terugbellen. Het is laat in de avond als de telefoon gaat, het is Diekstra: „Morgen kom ik met een verklaring. En jullie mogen me interviewen". Vanmorgen even na acht uur belt een vermoeide Diekstra: „Nee, geen interviews, ik ben kapot, dat zullen jullie wel be grijpen". LEIOEN CEES VAN HOORE EN CAROUNE VAN OVERBEEKE BIOGRAFIE/PUBLICATIELIJST Diekstra, Prof.dr. R.F.W., geboren in Sneek op 20-07-46, functie: hoogleraar Kli nische en Gezondheidspsychologie van de Rijksuniversiteit Leiden (1979). Verder Psycholoog-Psychotherapeut RLAGG Zuid-Holland-Noord, Leiden (1979), Consultant Wereldgezondheidsorganisatie WHO, Geneve 1987) President International Academy on Suicide Research IASP (1990) First Vice-President International Association for Suicide Prevention (1989) Columnist Leidsch Dagblad (1986) en later Haarlems Dagblad en Hmuider Cou rant en Geassocieerde Pers Diensten GPD (ook sinds '86), radiocolumnist TROS (1990) en 'Het Onderste Boven' Veronica-tv (1996) Lid wetenschappelijke raad Stichting Philadelphia Voorzieningen (1993) loopbaan: Gymnasium-A in Sneek, in '64, doet in '70 eindexamen psychologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, promoveert daar in 73 tot doctor in de Sociale Wetenschappen (cum laude). Vestigt zich in '86 als d 1 i in uuai3ui*i.iiuii.'u^- psychotherapeut en is van '70 tot '78 wetenschappelijk medewerker KU Nijme gen. is verder hoofd psychologische dienst Herstellingsoordwezen en van '74 - 75 psychotherapist aan het Institute for Advanced Study in Rational Psychothe rapy te New York. P Hij is van '93 tot '95 decaan van de faculteit der sociale wetenschappen van de Rijksuniversiteit Leiden en heeft een lijst van 280 wetenschappelijke artikelen boeken op zijn naam staan. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 2