.ZOMERKRANT
>*4——
J
Koetsjes voor de dag van je leven
'Van alles en nog wat' in d' Soete Inval
Een bijenboer heeft nooit zomervakantie
Gabbers hakken en
spuiten op skaters
(15) Leiden
al
L
Business
Fiat op de vluchtstrook
t
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1996
Lcidsch Dagblad Horen, iicn cn...nid*n.
RUNSBURG ERIC DEJAGER
De zon schijnt, vlinders fladde
ren en mensen lopen zonder
jas buiten. Het lijkt wel zomer!
Voor de meesten is de zomer
vakantietijd. John en Marijke
Driebergen hebben echter
geen seconde tijd om te luie
ren. De bijna zeventig bijenvol
ken van de Rijnsburgers komen
pas bij warm weer in actie, zo
dat het echtpaar de handen vol
heeft aan de verzorging van
hun troeteldiertjes. Een imker
zet zijn sociale leven in de zo
mer op een laag pitje. „Je kunt
niet op het drukste moment
zeggen 'ik heb geen zin'. Een
boer moet altijd melken en ei
genlijk zijn wij bijenboeren",
zegt Marijke Driebergen.
In het tuintje voor de woon
boot aan de Oegstgeesterweg is
het een drukte van belang.
Zoemende bijen vliegen af en
aan, met als start- en landings
baan één van in totaal vijf bij
enkasten. Een glaasje ranja in
schenken in deze tuin lijkt zelf
moord, maar dat is volgens
Marijke Driebergen niet waar.
„Een bij is helemaal niet geïn
teresseerd in wat mensen eten.
Als wij in de tuin zitten, blijven
ze het liefst uit de buurt. Dit in
tegenstelling tot wespen, die
graag op zoetigheid in men
seneten afkomen." Toch be
grijpt Driebergen de angst voor
een bijensteek wel. Daarom be
perkt zij het aantal bijen in de
tuin. De meeste kasten verdeelt
het echtpaar over bloemenvel
den in het hele land. „Mij doet
het niets, maar mijn buur
vrouw wordt behoorlijk zenuw
achtig van al die beestjes. En ik
wil geen overlast veroorzaken."
Een imker is volgens Marijke
Driebergen zeker geen levend
speldenkussen. „Ik ben wel 'ns
gestoken, maar een prikje op
een volk van zestigduizend bij
en is peanuts. Bovendien raak
je immuun voor vervelende bij
werkingen." Eigenlijk wil een
bij helemaal niet steken, omdat
het diertje daarna sterft. Elk bij
envolk heeft zijn eigen per
soonlijkheid. „We proberen
zachtaardige volken te kweken,
die tegelijkertijd veel stuifmeel
halen Maar ja, wat is veel, als
je bedenkt dat een bij maxi
maal een speldenknopje van de
grondstof kan binnenvliegen.
Toch sjouwen de noeste wer
kers steeds weer voldoende bij
elkaar voor een flinke honing
voorraad, die de Driebergens
trots tentoonstellen in de tuin.
{f4)v\/armond
i
Leidsch HDagblad
Horen,zien en rtjdsh
OEGSTGEEST DIMITRI WALBEEK
W ee
rid
•pa
„Dit is een skateplek, maar we
moeten steeds meerwijken
voor die gabbers." Aan de
Irislaan in Oegstgeest brengen
enkele jongeren de lange vrije
vakantiedagen door bij hun
'half-pipe'. Over deze krom
me. betonnen halve pijp razen
de tieners overdag met hun
skateboards. Overdag, want 's
avonds kun je er als 'skater'
maar beter wegblijven. „De
'gabbers' moeten ons niet, die
'lakken op ons in als we ons
lier 's avonds vertonen", zegt
een verontwaardigde skater.
Voor de duidelijkheid: de 'ska
ters' noemen zich 'alto' en de
rest, dat zijn gabbers. Deze al
to's in Oegstgeest herken je
aan de wijde broeken, skate
board in de hand of aan het
stuur van de fiets en achterop
een tas voor het bezorgen van
kranten. „De gabbers spuiten
met verfbussen onze 'ramp'
(het opppervlakte van de ska-
te-baan) onder. Daardoor
wordt-ie steeds trager". Ook
zeggen de skaters dat ze door
gabbers bespoten worden. Een
ventje met spuitbus in de
hand, volgens Mol en zijn ma
ten één van de gabbers, voegt
verderop de daad bij het
woord; een nog kleiner man
netje ontvangt van de spuiter
huilend een wolk zwarte verf
op het gelaat. De skaters bekij
ken het voorval gelaten. „Kijk,
daar heb je het al. Hij spoot
net ook al de ramp onder",
constateert een andere alto.
De 'alto's' aan de Irislaan zijn
eigenlijk pas amateurtjes. In
de wijken Stevenshof en Lage
Mors in Leiden, daar skaten de
echt goede: „Die kunnen echt
stunten". Wouter en Arnold
gaan er vanmiddag ook nog
even kijken. In de toekomst
hopen ze in Warmond hun ei
gen veldje te krijgen. Dan kun
nen ze hun trucs oefenen zon
der de overlast van de storen
de gabbers.
Trouwen in een koets blijft populair.
FOTO HENK BOUWMAN
LEIDERDORP RUUD SEP
Het is een bekend gegeven. We trouwen
nog steeds, en als we trouwen doen we dat
liefst met veel toeters en bellen. Want je
trouwdag is de mooiste dag van je leven.
Dan stap je dus met veel poespas in het hu
welijksbootje en moet er ook een mooi ver
voermiddel worden gevonden om de jonge
echtelieden en hun gasten een dag lang van
hot naar haar te vervoeren. Een koetsje dus,
of nog mooier een hele stoet koetsjes.
Op een mooie vrijdagochtend - werkelijk
een uitgelezen dag voor een trouwerij: een
blauwe lucht met slechts hier en daar een
lieflijk schapenwolkje - staan ze daar op
een verscholen parkeerplaats aan de rand
van park De Houtkamp in Leiderdorp. Sie-
be en Dinie de Vries met drie negentiende
eeuwse koetsjes en een handvol paarden.
„Met dit open koetsje heeft de koningin nog
weieens met Koninginnedag haar rondrit
gemaakt. Toen het bruidspaar die foto zag,
waren ze meteen verkocht", vertelt Siebe
nog voordat de verslaggever een woord
heeft gezegd. Dan moet hij met de veewa
gen snel terug naar Gouda om nog meer
paarden te halen.
Vandaag is een vrij kleine trouwerij. Met
één open Landauwer voor het bruidspaar
en twee gesloten omnibussen die samen
plaats bieden aan 24 gasten. „We hebben
soms ook wel trouwerijen met zes of zeven
rijtuigen", vertelt Dinie. „Of twee trouwerij
en op één dag. Binnenkort hebben we zelfs
drie trouwerijen tegelijk." Omdat het echt
paar in de loop der jaren niet minder dan
elf rijtuigen heeft verzameld, levert zo'n si
multaan optreden geen probleem op.
De manier waarop de koetsen zijn bemach
tigd voldoet precies aan het romantische
beeld van de antiekjager. „We kopen ze
echt als wrakkenvertelt Dinie. „Mijn man
restaureert ze dan helemaal. In Nederland
vind je ze niet meer, maar in Duitsland en
Frankrijk kom je ze nog wel tegen: soms
half binnen en half buiten een schuur. Dan
koop je eigenlijk alleen maar een model, zo
erg ligt de boel van ellende uit elkaar."
Alle koetsen van De Vries zijn in de origine
le kleuren zwart en bordeaux geschilderd
en worden getrokken door bijpassende,
zwarte paarden. „We hebben alleen uitein
delijk één trouwkoets wit geschilderd. Dat
was onze enige concessie. Wit is geen origi
nele kleur, maar er is heel veel vraag naar.
De paarden krijgen dan ook nog witte
pluimpjes op - het is dan net een sprookje
van Cinderella dat over straat loopt."
Het trouwen met de koets is populair. In de
zomerperiode is het wat rustiger met ge
middeld twee trouwpartijen per week.
Daarna loopt de drukte snel op tot vier of
vijf. .Alleen in de winterperiode ligt het zo'n
beetje stil, met uitzondering van sinterklaas
dan. Half november moeten we op twee za
terdagen meest zo'n tien sinterklazen bin
nenhalen", vertelt Dinie.
Gezien de populariteit is het zaak er vroeg
bij te zijn. Maar sommigen overdrijven.
„Gisteren hadden we een stel dat voor mei
1998 wilde boeken. Dan moet ik wel even
slikken. Dat is zo ver weg. Je vraagt je af:
zijn we dan nog wel in leven?"
m
NOORDWUKERHOUT MARUN KRAMP
Mini-hotel d' Soete Inval heet
het, en dat is niet gelogen. Het
heeft vier kamers en de afgelo
pen vijftien jaar hebben die on
derdak geboden aan de meest
uiteenlopende types. Keurige
Duitsers, psychiatrische patiën
ten, exotische Japanners en van
huis weggelopen jongeren. 'Van
alles en nog wat' is te gast ge
weest bij mevrouw Zoet.
De eigenares van het pension
aan de 's Gravendamseweg in
Noordwijkerhout pakt het gas
tenboek erbij. Al bladerend
noemt ze de nationaliteiten op
die zij te gast heeft gehad. Bij de
Japanse bladzijde houdt ze even
stil. Ze wijst op de tekening.
„Die kinderen tekenen poppe
tjes met spleetogen. Grappig
hè? Die cultuurverschillen vind
ik ontzettend interessant. Daar
om besteed ik heel veel aan
dacht aan mijn gasten, ik ben
gewoon nieuwsgierig naar hun
leven. Vaak wordt dat gewaar
deerd. Met sommige schrijf ik
nog steeds. Ook komen veel
mensen terug.
Ze heeft een leuk maar ook
zwaar beroep vindt de pension
houdster. „Je moet alles tegelijk
zijn, gastvrouw, moeder, psy
choloog, pedagoog en ga zo
Mevrouw Zoet heeft heel wat meegemaakt in haar mini hotel d'Soete Inval.
maar door. In de afgelopen ja
ren heb ik wat dat betreft heel
wat geleerd. Ik trek me het lot
van mensen nogal snel aan en
dan heb je, voordat je het weet,
de meest vreemde types bin
nen. Zo heb ik weieens een knul
gehad die maar niet betaalde.
Elke keer als ik hem geld vroeg,
had hij weer een ander verhaal.
En ik geloofde hem. Totdat hij
een keer 's nachts in een taxi
FOTO HIELCO KUIPERS
thuiskwam. Zelf kon hij de auto
niet meer uitkomen, dat heeft
de chauffeur gedaan. Die heeft
hem ladderzat in de gang neer
gelegd. Ik heb hem toen met
water wakker gegooid. De vol-
In Noord wijk woedt een heuse 'bussenoorlog'. Busonderneniers
zijn er al weken in een bittere strijd verwikkeld met als inzet: de
reizigers van Noordwijk naar Langevelderslag en weer terug. Als
of het allemaal nog niet boeiend genoeg was. heeft inmiddels ook
de vakbond zich erin gemengd. Er Icornt zelfs een rechtszaak aan.
Het is al met al een kostelijke affaire, die mij jrersoonlijk zeer
aanspreekt. Ik heb namelijk iets met Noordwijk. (In het dagelijks
leven doe ik voor de krant met buitengewoon veel genoegen de
verslaggeving uit dat bij tijd en wijle volslagen maffe dorp.En ik
heb ook iets met bussen. (Da s logisch, hè). U begrijpt: bussen en
Noordwijk. dat is voor mij net zoiets als ijs met slagroom of een
foed gesprek met een mooie vrouw. Een ideale combinatie,
ortom.
Nou weet ik niet of u
het allemaal heeft ge
volgd, dus voor uw be-
gtip zal ik even kort
uitleggen hoe het zit.
Eind juli begint buson
dernemer Beuk met
een paar andere initia
tiefnemers) de Boule
vard Express, een bus
lijn van Katwijk naar
Noordwijk naar Lange
velderslag en weer te
rug. De vervoersbond
FNV is daar niet blij
mee. De bond vindt dat
de 'gewone' buslijn van
de ZWN en de NZH on
eerlijke concurrentie
wordt aangedaan en
legt de zaak aan de
rechter voor. En dan is
er ook nog Brouwers
Tours, die nog voordat
de Boulevard Express
PAUL DE VUEGER
ging rijden, een Zomer-
bus op pad
bus op pad stuurde op het traject Noordwijk - Langelderslag en
onaangeaam werd verrast door de komst van de concurrent. Een
beuk van Beuk, zeg maar. Na tussenkomst van de Rijksverkeers-
dienst - die zich er ook nog eens tegenaan ging zitten bemoeien -
is die Zomerbus van Brouwer trouwens inmiddels vervangen
dooreen Belbus.
Ik zie inmiddels door de bomen ook de bics niet meer, maar als
ik het goed begrijp, hebben we nu een Boulevard Ex press, een Zo
merbus, een Beukbus, een Belbus, een Brouwer s Bus. een Gewo
ne bus. een NZH-bus en een Z\VN-bus. En u begrijpt, als die alle
maal tegelijk op pad zijn, en dat ziin ze. komt het erop neer dat
russen Noordwijk en Langevelderslag één lange file van bussen
staar die niet voor- of achteruit kan.
Kijk, en daar ruik ik van de Zomerkrantbus mijn kans Die
van mij rijdt namelijk op elektriciteit en mag daarom als enige
over het fietspad. Gna. gna. En bovendien heb ik als enige een
gratis schuifpuzzeltje voor alle reizigers. Gna. gna. Mijn besluit
staat vast: ik ga ook in de busy bus-business. Langevelderslag.
here I come.
gende dag ging ik eens op zijn
kamer kijken. Die zat onder de
smerigheid en het matras was
zeiknat van de pies. Ik heb die
jongen nooit meer gezien. De
schadepost was enorm, ruim
tweeduizend gulden. Achteraf
bleek dat die jongen uit huis
was geschopt en al een tijdje in
hotels in de regio verbleef. Ner
gens had hij betaald." Door
schade en schande is ze wijs ge
worden. Wanbetalers pikt ze er
nu zó tussenuit. „Die krijgen
geen kamer meer."
Ook patiënten uit 'Sancta Ma
ria' heeft ze liever niet meer.
„Ze betalen netjes op tijd hoor
maar het zijn niet de makkelijk
ste gasten. Toch hebben we met
sommigen ook veel lol gehad.
Met opoe Takkenbos bijvoor
beeld. De kinderen noemden
haar zo vanwege haar uiterlijk.
Het was een krom mager oud
vrouwtje met een enorme bos
haar. Ze liep vaak met een ap
paraatje door het huis, op zoek
naar geesten en spoken. Hel
was echt een schatje. Maar ik
sliep op een gegeven moment
niet meer vanwege de proble
men van die mensen. Ik wilde
ze zo graag helpen. Uiteindelijk
kom je erachter dat dat niet
kan. Tegenwoordig heb ik een
korst op mijn hart.
Cees van Hoore is journalist bij deze krant. Hij schreef'Het
anti-vakantieboek, voor de thuisblijver en de vakantieganger',
dat is verschenen bij uitgeverij Kwadraat/Utrecht (ISBN 90
6481 2586. Prijs F 24,90). 'Het anti-vakantieboek' gaat over
reisleed, dat door Van Hoore op humoristische wijze wordt
beschreven. Anekdotes die de lezer doen huiveren. Hieronder
'Fiat op de vluchtstrook', één van de 24 verhalen uit de bun-
de).
Het is zomer, 1966. De wel
vaart is ook aan ons niet voor
bijgegaan. We hebben een au
to gekocht, een kleine, twee
dehands Fiat, waar we, als we
ons klein maken als Houdini's,
met ons vieren net in passen.
Mijn moeder zwaait naar de
buurman, een man die 's
nachts eenzame gastarbeiders
mee naar huis neemt. Hij kijkt
met een geamuseerde twinke
ling in zijn ogen naar mijn va
der, die de auto start en daar
bij grimmig voor zich uit kijkt,
omdat zijn vrouw door 'een
poot' met 'lekkere meid' wordt
aangesproken. Een man die
haar voor de grap wel eens
vraagt of ze een paar 'loden
oorbellen' van hem wil heb
ben. Onge
vaarlijk,
maar toch.
En dan zijn
we op weg
naar onze
vakantie
bestem
ming:
Eindhoven.
We passe
ren de pia-
nohandel
van Brink-
mann. Ik
zie hoe de
piano's in
de etalage
breed
grijnzen.
Om het
Prins Hen
drikplein
heen, To
renstraat, Jan Hendrikstraat, ja
hoor, en dan zijn wij op de
Grote Weg. We hebben een
lange, lange reis voor de boeg.
'Niet harder dan zeventig,
hoor', zegt mijn moeder, als
een vrachtwagen ons met flap
perende jaspanden voorbij-
raast. Vol afgrijzen kijken mijn
zusje en ik naar de grote ban
den van het gevaarte.
'Hier komen de vogels naar
toe om zelfmoord te plegen',
zeg ik tegen mijn vader, als wij
op het wegdek het zoveelste
geplette hoopje veren zien lig
gen.
'Denk je wel om je zusje', rea
geert hij kwaad.
De hitte in de auto wordt ver
stikkend. 'Zijn we nog niet bij
De Lucht?', vraagt mijn moe
der. 'Ik begin dorst te krijgen.'
'Heb jij geld voor De Lucht?',
antwoordt mijn vader. 'We
parkeren stralb wel even langs
de kant van de weg. Je hebt
toch van alles meegenomen?'
'Hè, mam, mogen wij dan li
monade?', vraagt mijn zusje.
Even later stoppen we langs de
kant van de weg. onder een
HET
VAKANTIE
BOEK
bord waarop met grote letters
'Breda' staat. Moeder zet het
klaptafeltje uit, terwijl vaderde
visstoeltjes uit de kofferbak
pakt. We kunnen gezellig gaan
picknicken.
Het is een prachtige dag. In de
verte trilt het wegdek van de
hitte. De wind die de voortra
zende auto's veroorzaken,
zorgt gelukkig voor wat koelte.
Soms zie je in die auto's men
sen die een zwarte sjerp om
hebben.
Mijn vader wil net zijn tanden
in een broodje zetten, als we
achter ons het geluid van een
sirene horen. Omkijkend, zie
ik dat er eem witte auto met
een oranje balk met hoge snel
heid op ons afkomt. 'Die wil
ons dood
rijden!',
schreeuwt
mijn moe
der in pa
niek. Met
piepende
remmen
komt de
auto voor
ons tot
stilstand.
Er stappen
twee agen
ten uit. Ze
hebben rij
broeken
aan en een
witte helm
op.
'Heeft u
pech, me
neer?',
vraagt een
van de agenten aan mijn va
der.
'Nee hoor, agent', zegt hij, op
de Fiat wijzend, 'ik heb hem
pas een paar dagen en hij
loopt als een zonnetje.'
'Maar wat doet u dan op de
vluchtstrook? Weet u dan niet
dat u hier niet mag parkeren?
Waar moet u naartoe?'
'We hebben een lange reis
voorde boeg', zegt mijn moe
der. "We moeten helemaal
naar Eindhoven.' Ze ziet dat
mijn vader zich begint te erge
ren en wil grofheden voor zijn.
'Zo, zo', antwoordt de agent,
terwijl hij steels naar zijn colle
ga kijkt. 'Het is nu - eens even
op mijn horloge kijken - tien
uur, dus als u voor het donker
in Eindhoven wil zijn, zou ik
nu echt maar vertrekken. Het
kan 's nachts behoorlijk spo
ken op de Grote Weg.'
'Zie je nou wel', zegt mijn va
der tegen miin moeder. 'Straks
moeten we door jouw toedoen
nog ergens duur overnachten.
Ik heb het je toch gezegd.
Eindhoven, dat ligt diep in
Brabant. Daar ben je niet zo
maar vanuit Den Haag.'