De Spelen verloren hun onschuld DGEI _!eiip \rt, de Spelen van 1936 in 'WB%lijn zijn de meest ■mierende uit de Olympische iorie tot nu toe. Voor en tier de schermen gebeurde teel dat er nu nog altijd over fubliceerd wordt. In de wtigjaar die eraan vooraf iigen waren de Spelen nooit •er geweest dan een wangrijke sportgebeurtenis, litici bemoeiden zich er maar tien mee. Dat veranderde in toen de nazi's er een weldig stuk propaganda voor tDerde Rijk uit sleurden. De den verloren er definitief Jr'85 '"fin onschuld, de politiek en ter de commercie zouden het inement niet meer uit het ig verliezen en er invloed op wen uitoefenen. «tig jaar na de Spelen van 'tlijn wijdt het Museum tpografie des Terrors in die tot 18 augustus een grote «toonstelling aan '1936. Die lympischen Spiele und der stionalsozialismus'. Het is een ■er informatief werkstuk dat iets onbelicht laat. Historici "ken nieuw materiaal op en 25 jt stemt zo mogelijk nog ra iterder dan wat we al wisten. Het Olympisch vuur bereikt Berlijn in 1936. De Hitier Jugend staat en masse aangetreden. Een vlaggentoren in Berlijn, met maar één type vlag. Berlijn had de organisatie van de Spelen van 1936J:oegewezen gekregen in 1931. De nazi's die toen nog niet aan de macht wa ren, lieten er zich zeer negatief over uit. De Spelen waren een product, zo schreef het partijblad VölkischerBeobachter, 'van het internationale jodendom' en daar hadden rechtgeaarde nationaal-socialisten niets te zoeken. Een paar jaar later, met Hitier aan het roer van Duitsland, veranderde dat ra dicaal. Dat gebeurde door een paar woor den die dr. Theodor Lewald (1860-1947), de voorzitter van het Berlijnse Olympische or ganisatie-comité in 1933 liet vallen in een onderhoud dat hij had met Hitier en de mi nistervan Voorlichting, Goebbels. Lewald zocht de steun van de nieuwe Duitse rege ring, want hij had een pijnlijk tekort aan middelen. In dat gesprek wees hij Hitier en Goebbels erop dat de Spelen 'zo'n prachtige •propaganda voor het land zouden kunnen betekenen'. Goebbels raapte die woorden met groot enthousiasme op: dit was demo gelijkheid om het buitenland te laten zien waartoe het nazidom in staat was. De me ning van het buitenland telde in die dagen nog voor Hitier en zijn companen. Forse bedragen werden het Duits Olym pisch Comité meteen ter beschikking ge steld. Maar het door Lewald aangeboden ere-voorzitterschap van het organisatie-co mité werd door Hitier geweigerd. Korte tijd later werd duidelijk waarom. In bladen als Angriffe n VölkischerBeobachter werden fel le aanvallen gedaan op Lewald en zijn rech terhand, secretaris Carl Diem. Het waren mannen opgevoed en opgeleid in het kei zerlijke Duitsland en die dienden plaats te riiaken voor nationaal-socialisten. Van Le wald werd onthuld dat hij half-jood was en Diem werd ervan beschuldigd 'altijd met de joden te hebben geheuld'. Maar die vlieger ging niet op. De Belgische voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), graaf de Baillet-Latour, liet de Duitse auto riteiten weten dat Lewald (ook IOC-lid) en Diem het vertrouwen genoten van de inter-' nationale sportwereld en niet vervangen konden worden zonder dat dit ernstige ge volgen zou hebben: de Spelen konden Ber lijn worden ontnomen. Voor dat dreige ment weken de nazi's. In de praktijk kwam het er nu verder op neer dat Lewald voor het buitenland als vl^ggeschip werd ge handhaafd, maar dat de nazi's via ReichssportführerVon Tschammer und Os- ten intern bepaalden wat er wel en niet diende te gebeuren. De verdere eis van het IOC dat joden in principe een plaats behoorden te kunnen krijgen in de Duitse Olympische ploeg werd na enig wazig heen en weer gepraat door de nazi's toegezegd en vervolgens vlot om zeild. Zij nodigden de in Amerika levende schermster Helene Mayer, al Olympisch kampioene in 1928, als enige (half)joodse sporter uit voor hun Olympische team, waarbij de Duitse pers de opdracht niets over haar afkomst te schrijven. Zo had men dan aan 'het principe' voldaan. De andere joodse sporters, zo liet men het IOC weten, waren eenvoudig niet goed genoeg om Duitsland te vertegenwoordigen. Onder hen bevond zich toch de Duitse recordhoudster hoogspringen Gretel Bergmann. Ze ontving een briefje dat haar prestaties dusdanig wa ren geweest dat ze, zoals ze zelf ook wel zou begrijpen, niet was uitverkoren. Wel kreeg ze gratis kaartjes (staanplaatsen) om de Olympische atletiekwedstrijden bij te wo nen... Het IOC liet het erbij zitten. De top van dat lichaam had ook niet veel op met joden, zoals blijkt uit een nu opgedoken brief die IOC-vice-voorzitter Sigfried Edström, te vens voorzitter van de internationale Atle- tiekunie, in 1935 aan de voorzitter van het Amerikaans Olympisch Comité, Avery Brundage, schreef. Oh, neen hij had niets tegen joden, maar dan: „Er zaten te veel Russische en Poolse joden in Duitsland in ziekenhuizen en rechtbanken en dat moest wel veranderen, wil Duitsland een blanke natie (white nation) blijven". Edströms eni ge bezwaar was dat de Duitsers de maatre gelen tegen de joden zo 'abrupt' hadden ge nomen, dat had geleidelijker gemoeten. Typerend voor de houding van het IOC was voorts dat het enige IOC-lid dat stevig pro testeerde tegen de maatregelen tegen de jo den en tegen het houden van Spelen in Ber lijn, de Amerikaan Lee Jahncke, 'wegens verraad aan de Olympische beginselen' uit de rijen van de Olympische kardinalen werd gestoten. De onverschilligheid die het IOC in de jaren dertig had getoond voor zaken die direct buiten de sfeer van de sport lagen, zette het na 1945 voort. Het is opmerkelijk dat de tandem Edström-Brundage, inmiddels OC-voorzitter Avery Brundage (r) met zijn boezemvriend Karl von Halt (I) op een Duits bierfeest in de jaren vijftig. voorzitter en vice-voorzitter van het IOC ge worden, al spoedig na de oorlog aan de slag gingen om de Duitse IOC-leden Von Halt en Mecklenburg, die waarlijk de nodige bo ter op hun hoofd hadden, weer salonföhig te maken. Vooral van Von Halt was duide lijk dat hij absoluut niet had gedeugd. Maar Brundage wilde geen kwaad woord over hem horen. Er is een document waarin hij zijn onthutsend gebrek aan kennis van za ken in deze kwestie heeft neergelegd. Het Nederlandse IOC-lid kolonel b.d. Scharroo (in 1940 de verdediger van Rotterdam) ver zette zich heftig tegen de terugkeer van bei den, zo blijkt uit gevonden corresponden tie. Niet de representanten van een verder felijk regime behoren IOC-lid te zijn, maar onbelaste jonge Duitse sportleiders, zo be toogde hij. Edström en Brundage schoven zijn argumenten eenvoudig terzijde. Von Halt en Mecklenburg namen hun zetel weer in of er niets was gebeurd en bleven tot hun dood IOC-lid. Perfect De Spelen van Berlijn waren van de buiten kant bezien een enorm succes. Nooit had de sportwereld zulke accommodaties aan schouwd, nimmer zo'n perfecte organisatie. Het Olympisch Dorp was van een ongeken de weelde en schoonheid en er heerste vriendelijkheid alom. SS Reichsführer Hein- rich Himmler had de Duitse politie op dracht gegeven tegen iedereen de beleefd heid zelve te zijn en bovendien verordon neerd dat geen enkele buitenlandse gast, wat hij ook had gedaan, zonder zijn mede weten mocht worden opgepakt, zo blijkt uit een order van hem. De fagade hoefde maar veertien dagen in stand te blijven. Dat even buiten Berlijn tezelfdertijd aan een nieuw concentratiekamp werd getimmerd, werd zorgvuldig buiten zicht gehouden. De Spelen werden bijgewoond door vele tienduizenden buitenlandse bezoekers en je zou denken dat dat voor het Duitse on dergrondse verzet tegen Hitier een goede gelegenheid bood om in pamfletten en an dere geschriften de andere, verschrikkelijke kant van het regime te tonen. (Dat Duitse verzet moet er zijn geweest, want de eerste concentratiekampen waren tenslotte ge bouwd voor de tegenstanders van de na zi's). Het is merkwaardig hoe weinig mate riaal de tentoonstelling daarvan kan bieden. Er is blijkbaar weinig van dien aard ge beurd. Er hangt maar één document van betekenis: een vlugschrift van het Duitse 'Volksfront' dat de bezoekers opriep 'achter de coulissen' te kijken. „Berlijn is een 'Po- temkin-achtige stad'. Al die feestelijke vlag gen verhullen de waarheid: er is in Duits land geen persvrijheid, geen vrijheid van vereniging en partijvorming en geen vrij heid van meningsuiting". Naar sporters in het Olympisch Dorp werd het een en ander aan verzetsteksten ver stuurd, maar de Gestapo viste die in de meeste gevallen al uit de post en wat er doorheen glipte werd vaak door de Olympi sche deelnemers zelf, zo blijkt nu, aan de Duitse politie overhandigd... Een Engelsman, J.M. Loraine uit Southampton, stuurde een brief naar Jesse Owens, de veelvoudige Olympische kam pioen, en riep hem op zijn gouden medail les te weigeren 'om niet als groot sportman maar als groot man in de geschiedenis te worden geboekstaafd'. De brief hangt nu op de tentoonstelling maar heeft hem nimmer bereikt. Zag, merkte de internationale pers, in gro ten getale bijeengekomen, helemaal niets? Er waren er die verder keken dan hun neus lang was, maar hun aantal was klein en hun stem droeg niet ver. De journalisten waren er voor de sport en bovendien werden ze als nooit tevoren in de watten gelegd. Goebbels tracteerde 1200 van hen op een banket dat klonk als een klok. Tja, wat viel er nu eigen lijk op de Duitsers aan te merken? Had men het ooit op een sportfeest zo goed gehad? Belevenissen De tentoonstelling geeft ook tal van docu menten over en belevenissen van sporters die in 1936 een rol hebben gespeeld. Daar is bij voorbeeld het verhaal over Werner See- lenbinder, een der beste Duitse worstelaars. In 1943 werd hij gepakt als lid van een com munistische verzetsgroep en ter dood ver oordeeld. Oostduitse sporthistorici hebben hem in hun geschriften als een held afge schilderd en misschien was hij dat ook wel. In de archieven heeft men nu zijn met de hand geschreven gratieverzoek aangetrof fen. Het is een wat ontluisterend document. Hij wijst daarin op zijn prominente plaats in de sport, dat hij twee keer door Hitler is ontvangen en dat hij zich nooit met politiek heeft ingelaten, mein Leben istganz im Sportaufgegangen. Te sterven als verrader is hem onverdraaglijk, daarom vraagt hij opheffing van de doodstraf en plaatsing op de gevaarlijkste plaats aan het front 'om te mogen bewijzen dat ik een goede Duitser ben'. Dat werpt toch wel een iets ander licht op hem dan tot dusver het geval was. Zijn verzoek was overigens vergeefs, hij werd ge- executeerd. Rudolf Ismayr, een Olympische matador bij het gewichtheffen, legde in 1936 in het sta dion de Olympische eed af. Later vocht hij als militair in de oorlog. Na 1945 distanci- eerde hij zich volledig van zijn vroegere le ven en sloot zich aan bij een vredesbewe ging waarvoor hij zich zeer beijverde. Dat leverde hem bittere kritiek op. Hem werd nu verweten dat hij zich 'door de commu nisten had laten inhuren'. „In deze poseur kunnen wij nog maar moeilijk het idool van de Duitse sportjeugd uit de jaren dertig ont waren", schreef uitgerekend de auteur van een jubileumboek van het Westduits Olym pisch Comité. Tilly Fleischer won in 1936 goud bij het speerwerpen. Er is een veel gepubliceerde foto waarop zij na de zege dicht tegen Hitier aan staat. Na de oorlog werd geschreven dat zij een verhouding met de Führer had gehad en dat hij de vader van haar dochter was. Ze daagde de schrijver voor het ge recht en won de zaak. In haar privé-album staat de bewuste foto ook en daar heeft zij onder geschreven: Adolf ich mit Eiche (de winnaars kregen in Berlijn behalve een gou den medaille ook een klein eikje). Siegfried Eifrig was de estafetteloper die het Olympisch vuur destijds de Duitse hoofd stad binnenbracht. De foto waarop dat ge beurde, gaf hij aan de inrichters van de ten toonstelling. Maar het hakenkruis op zijn shirt had hij onzichtbaar gemaakt.... Van de hiervoor genoemde Helene Mayer, het enige joodse lid van de Duitse Olympi sche ploeg, werd lang aangenomen dat zij wist dat zij als 'alibi' voor de nazi's fungeer de. De invitatie van de Reichssportführer om uit Amerika over te komen en aan de Spelen van Berlijn deel te nemen, zou ze louter hebben aangenomen uit angst dat anders iets met haar nog in Duitsland wo nende familie zou gebeuren. Uit brieven blijkt daar echter niets van. Na de Spelen teruggekeerd in haar woonplaats in Califor- nië toonde ze zich geschokt over de nega tieve wijze waarop de Amerikaanse pers in middels over Duitsland berichtte. Een 'het ze' vond ze het. Ze voelde zich op en top Duitse, zo schreef ze aan een vriendin, en betreurde het diep dat 'mensenkinderen zoals ik het harde lot moeten dragen dat voor hen geen plaats is in het geliefde va derland'. En dan is er het verhaal van de jonge, ta lentvolle Oostenrijkse zwemkampioene Ruth Lange. Ze weigerde als joodse naar de Spelen van Berlijn te gaan. De Oostenrijkse zwembond nam haar later alle records en titels af en schorste haar voor het leven. Diezelfde bond rehabiliteerde haar in1995. Maar voor Ruth hoeft het niet meer. Ze wil nooit meer iets met Olympi sche Spelen te maken hebben en heeft er op tv ook nooit naar willen kijken. Is nu alles gezegd en geschreven over Ber lijn-1936? „Geen sprake van", zegt dr. Helga Woggon die veel research voor de tentoon stelling verrichtte. „In de archieven van de voormalige DDR liggen nog stapels docu menten over de Spelen van 1936. Daar moet nog grondig naar worden gekeken". «SS Leibstantarte Adolf Hitler waakte over de Spelen van Berlijn,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 9