ijazzi «FesHkaiJ Total Touch laat zich niet meer in koekjes uitbetalen 'Veel van mijn fans weten niet eens dat ik gitaar speel' nORTH SE a 'Ik speelde tussen de gangsterk Dianne Reeves: diva voor de denkende mens Cultuur en Kunst ENSDAG 10 JULI 1996 Op vrijdag 12 juli barst in het Nederlands Congresgebouw in Den [aag weer het North Sea Jazz Festival s. Het programma van de 21ste editie nvat als altijd weer een aantrekkelijke nengeling van fusion tot funk, soul, jlues en jazzrap. Op deze pagina een intal verhalen over hoogtepunten op :t festival. Een volledig programma is irkrijgbaar bij de grote postkantoren. Franse pianist Jacky Terrasson zoekt het avontuur Wie denkt dat de nieuwe gene ratie jazzmuzikanten voorna melijk bestaat uit braaf en voor spelbaar spelende virtuoze am bachtslieden, heeft de pianist lacky Terrasson nog niet ge hoord. De concerten van het trio van deze 30-jarige Frans man zijn één groot avontuur. Maar ook tijdens de opname van zijn cd's is Terrasson niet bepaald van plan zijn impulsie ve ideeën weg te moffelen. Op zijn jongste cd 'Reach' speelt hij bijvoorbeeld halverwege 'Happy Man' ineens uitgebreid de jaren zestig-klassieker 'Son Of A Prea cher Man'. Hommage aan zijn vader? Welnee, die droeg niet bepaald het geloof uit. „Tijdens de opname moest ik ineens aan de film Pulp Fiction denken. Zat dat liedje in." Jacky Terrasson. Dit jaar staat hij voor de vijfde keer op North Sea. Eerder speelde hij er met bassist Ray Brown, met tenor saxofonist Steve Grossman en als begeleider van zangeres Bet ty Carter. Geen verkeerde noot te bekennen. Jacky Terrasson profileerde zich toen als een be trouwbare begeleider met in ventieve trekjes. Maar wie er vo rig jaar bij was, toen de kleine Fransman met zijn eigen trio in de Carel Willink Zaal speelde, zag een heel andere Terrasson. Zo expressief, zo dynamisch en zo energiek zie je ze zelden ach ter een vleugel zitten. Jacky Terrasson. Dertig jaar ge leden geboren in Berlijn. Opge groeid in Parijs. Franse vader, Amerikaanse moeder. Voelt zich Amerikaan met Franse trekjes. Ik woon zelf al een paar jaar in New York, dus ik voel me Ame rikaan. Maar ja, tot mijn negen tiende woonde ik in Parijs. En die Franse instelling raak je na tuurlijk nooit kwijt. Een piano was er altijd in huis. „Mijn vader speelde veel. Klas siek. Mijn grootmoeder ook. Ook klassiek. Vanaf mijn vijfde had ik pianoles. Klassiek na tuurlijk. Toen ik een jaar of twaalf was, begon ik te improvi seren. Ik had schoon genoeg van die bladmuziek. Ik stopte met lessen. Ik wilde wel verder met piano, maar ik had geen idee op wat voor manier. Toen ik jazz hoorde, draaide er een knop om. Dat was het. Wilde ik ook. Mijn moeder bleek een flinke collectie jazzplaten te hebben. Nat King Cole, Billie Holiday, Ray Charles, Miles Da vis. Ik ben als een gek op zoek gegaan naar iemand die me jazzlessen kon geven. Ik kwam bij Jeff Gardener terecht, een Amerikaanse jazzpianist, die in Parijs woonde. Door zijn lessen groeide het besef dat ik de mu ziek in wilde. Dat ik jazzpianist wilde worden. Ik luisterde uit sluitend naar Thelonious Monk, Bud Powell en Bill Evans. Vier jaar lang niets anders. Van mijn vijftiende tot mijn negentien de." Tien jaar geleden ging Terras son naar Amerika. Met een beurs voor een jazzstudie aan Berkelee vertrok hij richting Boston. „Twintig was ik. Het mooiste van Berkelee vond ik het muzikale klimaat. In Frank rijk kende ik behalve Paudras geen mensen van mijn leeftijd die zich serieus met jazz bezig hielden. Het was heel stimule rend om daar allemaal jonge mensen tegen te komen die zich heel gedreven bogen over het oeuvre van Herbie Hancock, John Coltrane, Charlie Parker. Alleen had ik er na een jaar al weer genoeg van. Ik kreeg een goede schnabbel in een club in Chicago. Elke avond spelen. Het was een louche tent, met een hoop gangsters over de vloer. Maar ik heb daar wel leren spe len." Jacky Terrasson heeft inmiddels naam gemaakt als 'akoestische pianist'. „Toen ik de Monk Award had gewonnen, werd ik direct benaderd door een paar grote platenmaatschappijen. Ik snap ook wel dat het voor een maatschappij een hele investe ring is om een artiest een cd te laten maken. Maar het verve lende is dat ze daarom gelijk ook het nodige te vertellen wil len hebben over het repertoire Jacky Terrasson: „Toen ik een jaar of twaalf was had ik schoon genoeg van die bladmuziek." en over de manier van spelen. Daar had ik geen trek in. Ik had een eigen trio En ik wilde zelf bepalen wat er op mijn cd kwam. Ik wilde vrijheid." Het trio van Jacky Terrasson speelt zondagavond 14 juli twee sets in de Carel Willink Zaal in het Congresgebouw in Den Haag: Jacky Terrasson (piano), UgonnaOkewo (bas) en Clerence Penn (drums). Dianne Reeves is in Amerika al eens 'the thinking men's diva' genoemd. De diva voor de denkende mens. Al vijftien jaar is ze één van Amerika's meest individuele zangstylisten. Bij haar geen avondje met een leuke selectie van songs. Bij haar is het drama, lyrisch drama. Of het nu een song van Joni Mitchell is, Ellingtons 'In a sentimental mood' of een klassieker uit het American songbook als 'My funny Va lentine': ze lijken uit haar eigen gevoels wereld ontstaan. Dianne Reeves vertelt hoe ze Harold Ar- lens 'Sing my heart' op een van haar cd's zette. „Prachtige tekst", zegt ze. Maar ze pompt meteen de nogal kordate originele akkoorden ervan over tafel. Zo dus niet. „Ik heb me alleen op de mooie melodie zelf geconcentreerd, en we zijn er andere akkoorden onder gaan zetten. Het gaat over de lente, maar ik wilde er een herfst- gevoel bij hebben. En het is bijna een an der lied geworden. Een proces dat geldt voor bijna alle songs die ik doe." Zoals ze aan ttïel zit, is ze een en al openheid. Een vrouw die zich kwetsbaar wil opstellen, die uitdagingen aandurft. „In wat ik zing, moet ik kwijt kunnen wat ik voel. Daar moet je naar toe groeien. Ik luister vaak naar Shirley Hom, naar 'Here's to li fe', een van mijn favo rieten. Dan hoor je ie mand die tegen jou praat. Je luistert naar iets dat heel persoonljk is, of je het eigenlijk niet zou mogen horen. Dat raakte me, ik wilde zelf ook zo'n 'storytel ler' zijn. Belangrijker dan een mooie stem is jouw vermogen een verhaal te vertellen. Zoals zangeressen als Mabel Mercer of Car men McRae het mees terlijk kunnen." Maar het begon voor Dianne Reeves bij Sa rah Vaughan. Ze lacht en zingt zachtjes Vaug- hans versie van 'Lullaby of birdland' over tafel. „Ik zong haar precies na. Dat begon op de ju nior high school. We hadden daar klassieke zangles, maar mijn le rares hield ook van Sa rah. Ze hielp me al die kleuren van Sarah in mijn stem te vinden, zonder dat die er door Dianne Reeves: kapot ging. Ik ging net heid." als Sarah Vaughan met mijn stem door de notebalken, zonder dat ik wist dat zingen ook interpreteren van woorden is. Toen ik dat besefte ben ik naar anderen gaan luis teren." Belafonte Het was trompettist Clark Terry die Dian ne Reeves op een muziekcompetitie op haar universiteit hoorde. Hij nam haar mee met zijn band, het begin van een mu zikale reis die haar door allerlei muziek stijlen zou voeren. Ze kwam bij Sergio Mendes terecht, toerde met hem de we reld door, en leerde het Zuidamerikaanse idioom kennen. Ze zong bij het orkest van Harry Belafonte en pikte daar Afrikaanse invloeden op. In Los Angeles zong ze bij de groep Caldera en luisterde er naar an dere stemmen: Flora Purikm, Urszula Dudziak, Chaka Khan. En in de band van pianist Billy Childs begon ze eigen werk te schrijven. „Ik was begin twintig, ik wist nog niet precies wat ik wilde, maar ik deed het wel met heel mijn hart." Ze groeide op in Denver. Haar vader stierf toen ze twee was, haar moeder zorg de voor haar opvoeding. Op school kwam ze in de periode van 'bussing' terecht: zwarte kinderen met de bus, onder politiebegelei ding vaak, naar traditio neel blanke scholen. Inte gratie met het mes op de keel die zorgde voor on rust en rellen op de cam pus tussen de ouders. Geen gelukkige periode, weet ze. Maar wel een die haar al vroeg op weg hielp naar dat eigen huis in de muziek. „Je staat vaak onder grote druk", zegt ze nu. „Men sen die zeggen dat je dit moet doen. Of juist dat. Die zeggen dat je een nieuwe Sarah moet wor den, of een tweede Ella. Of vinden dat ik geen keus kan maken tussen jazz en popmuziek. Ik wil mezelf zijn, een zangeres. Jazz heeft me improvisa tie geleerd en dat is een groot goed. En de traditie van de muziek. Maar er is maar één Sarah. Je moet je eigen stem vinden. Je eigen manier van fra seren. De manier waarop jij je ziel wilt bloot leg gen." Ik wilde vrij- Vrijdag 12 juli, Van Gog- foto gpd hzaal De twee carrières van George Benson Vit Hij is inmiddels een gevierde North Sea-gast. George Benson. Vrijdag 12 juli opent de 53- jarige zanger-gitarist het festival in de PWA- zaal. Een dag eerder is hij hoofdgast op het Midsummer Jazz Gala. De man die als een uiterst moeilijk personage te boek staat, zit een dagje op kantoor voor telefonische interviews. Vijftien stuks, over de hele wereld. Maar zestien of zeventien was ook geen bezwaar geweest. Doodleuk beweert Benson dat hij met plezier zo'n dagje zit te bellen. „Ik heb net een nieuwe plaat uit en dan is het altijd nuttig om daarover te praten. Misverstanden uit de weg ruimen." geen misverstand over kan is hoezeer Benson te is over zijn nieuwe cd. Hij eert in een juichstemming. It's Right' lijkt voort te uren op 'Breezin", de plaat Adntig jaar geleden zorgde Bensons grote doorbraak, at's Right', de 'Breezin" van ren negentig? Ik hoop het. De ucer is in elk geval dezelfde Tommy Lipuma. Van hem ïtik op een manier werken ik dat het liefste doe. ion met muzikanten in de eure io zitten en de songs daar erken. Net zolang tot ik er !den over was. Dat had ik in jaren gedaan. Heerlijk, met itel fantastische muzikanten neheen. torge Benson komt uit burgh, Pennsylvania. Zijn rader Thomas Collier was nd s>; Hij deed er alles aan om de ie George een muzikale eft "eding te geven. Op z'n ste was Little Georgie Benson n beroemdheid in de lokale itclubs. Samen met zijn vader hij er op. Little Georgie zong, ite en speelde ukelele. 'en hij in het begin van de 'zestig werd gecontracteerd organist Jack McDuff, was 'oor het eerst dat hij niet als zanger werd gevraagd maar als gitarist. „Toen kreeg ik de kans om jazz te spelen." Het blijkt dat hij zichzelf eerder beschouwt als een gitarist die ook zingt dan als een gitaarspelende zanger. „Ik heb een hele serie vokale hits gehad, maar ik denk toch dat ik een plek op de wereldkaart heb als gitarist. M'n specialiteit is toch die gitaar. Maar ik verkeer in de situatie dat het grootste gedeelte van mijn fans niet eens weet dat ik gitaar speel..." Lyrisch Waar die typische Benson- gitaarstijl vandaan komt? Hij maakt er geen geheim van. „Kenny Burrell, Wes Montgomery en Grant Green. Dat waren mijn helden. Vooral Grant Green. Zoals die man melodieën speelde. Heel lyrisch en tegelijk ook zo helder. Toen ik gitaarsolo's ging spelen, koos ik zijn richting. Natuurlijk, om Wes Montgomery kon ik ook niet heen. Wes en ik waren goede vrienden. Ik was de enige gitarist die hij wel eens op zijn gitaar liet spelen. Als ik in het publiek zat bij een optreden van hem, dan gaf hij midden in een stuk zijn gitaar aan mij. Hier, speel jij maar, zei hij dan. En zijn speelstijl zal ongetwijfeld in mijn spel te horen George Benson: „Frank Sinatra loves my voice." zijn. Maar ach, ik jatte zoveel als ik kon van dat soort mensen. Ik beschouw hen als mij leraren. En betere kun je niet hebben. In mijn spel hoor je al die gasten wel een keer voorbij komen." De plaat Breezin' uit 1976 beschouwt Benson als het keerpunt in zijn carrière. „Dat zette werkelijk alles op zijn kop. Breezin' veranderde mijn hele leven. Voor die tijd was het sappelen. Veel spelen voor weinig geld. Ineens kreeg ik vorstelijk betaald voor mijn werk. Daarom zette die plaat mijn hele leven op z'n kop. Ik beschouw Breezin' als de grootste zegening van mijn hele leven." Op 'L.A. Is My Lady' van Frank Sinatra is Benson prominent aanwezig. Heeft-ie overigens ook heel goede herinneringen aan. „We hadden ontzettend veel lol toen. Maar meest opmerkelijk vond ik dat Sinatra steeds allemaal aardige dingen over me zei. Ik had helemaal niet gedacht dat hij me kende. Maar hij zei dat hij mijn muziek fantastisch vond. Hij vond me een goede gitarist, maar hij hield ook erg van mijn stem. 'I love your voice', zei hij. Ik stond wel even te kijken. En nu, als iemand wat over mijn stem meent te moeten opmerken, zeg ik altijd gelijk: Frank Sinatra loves my voice." George Benson, vrijdag 12 juli, PWA-zaal; donderdag 11 juli, Mid Summer Jazz Gala. foto gpd 'n we heel klein waren, gingen we op ntie naar Zuid-Frankrijk waar we op [trand shows opvoerden. Mijn broer M speelde drums en ik deed dan een fje. We waren drie, vier jaar oud en lie- 'ns betalen in koekjes. Sommige kinde- icbben onbewust een liefde voor artis- dingen, maar als je nog zo jong bent, niet precies wat dat is. Op een gege- rioment werd het duidelijk dat Tjeerd ist wilde worden en ik zangeres", ver- frijntje Oosterhuis die samen met haar 'Tjeerd de groep Total Touch vormt. Trijntje en Tjeerd Oosterhuis mogen dan zeer Nederlands klinkende namen hebben, ze doen echter in typisch Amerikaanse mu ziek; funk, soul en R&B. Trijntje (23) en Tjeerd (24) zijn onafscheidelijk in hun liefde voor muziek en showbusiness, van kinds af aan. Trijntje vertelt dat ze vroeger filmster en actrice wilde worden en dat haar broer als jochie van tien al in een opera meezong. „Wij zaten op zo'n artistieke lagere school waar we altijd gevraagd werden voor Kinde ren Voor Kinderen-achtige voorstellingen", herinnert Trijntje zich. Tjeerd was als kind helemaal gek van drums en drummers. „Mijn vader kende een drummer waar ik helemaal idolaat van was. Ik wilde precies dezelfde jasjes en schoenen hebben als die .drummer. Later werd ik geobsedeerd door pianisten", weet Tjeerd nog. Trijntje was er snel bij. Ze kreeg zangles en ging commercials voor de radio inzingen, iets dat ze nog steeds doet. Tjeerd studeer de klassieke piano, maar was toch vooral met zijn eigen 'riedeltjes' bezig. Als duo wa ren ze actiefin schoolbandjes, ze schreven altijd hun eigen materiaal. Acht jaar gele den heette hun groep al Total Touch. Eerst als duo en later als achtkoppige band, deed Total Touch ervaring op in het Amsterdam se circuit. Terwijl Tjeerd zich op het com poneren stortte, toerde zijn zusje als achter grondzangeres bij Candy Dulfer de wereld rond. Is het toeval dat de titelloze debuut- cd van Total Touch bij Dulfers platenfirma verscheen? „Voordat ik bij Candy ging zingen, zijn Tjeerd en ik al met een demo bij BMG ge weest. Het bandje vond men daar wel goed, maar ze wilden meer horen. Toen leerde ik Candy kennen en mochten we haar zes- tiensporenrecorder lenen. Terwijl ik met Candy op tournee was, is Tjeerd hard aan het werk gegaan. Vervolgens heb ik mijn partijen ingezongen en heeft ook Candy aan onze demo meegeholpen. Ik denk dat het feit dat ik bij Candy in de band zat in druk heeft gemaakt bij BMG, maar zonder die connectie hadden we het ook wel gered. Candy is wel een voorbeeld voor mij, ik zie haar als m'n grote zus", lacht Trijntje. „Nee, we vinden het niet gek als men onze muziek Amerikaans vindt klinken", zegt Tjeerd. „We houden nu eenmaal erg van Amerikaanse muziek. Motown, Janet Jack son, Alexander O' Neal, Rufus Chaka Khan, Stevie Wonder, Mothers Finest, Ma ze. Voor Maze hebben we vroeger wel in de rij gestaan. Die muzikanten hebben ons erg beïnvloed. Maar op onze plaat hoor je toch ook Europese dansinvloeden". Trijntje: „Van mijn zangles heb ik alleen technische dingen geleerd, maar de manier waarop ik zing heb ik afgekeken van talloze zangers en zangeressen die ik her en der heb zien optreden. Van daaruit heb ik een eigen stijl ontwikkeld. Janet Jackson spreekt me erg aan. Het is de manier waarop ze zingt, sexy en stoer. Ik luister ook graag naar Anita Baker, Oleta Adams, Will Dow ning, Roberta Flack en Brandy". Tjeerd Oosterhuis omschrijft de muziek van Total Touch als een mengeling van heel vrolijk, genietend van het leven enerzijds, en anderzijds wat inhoudelijk serieuzere ballads. „'For this moment only' gaat over de dood en 'Somebody else's lover' over liefdesverdriet. Total Touch-muziek gaat over het leven". Total Touch treedt vrijdag 12 juli op op het North Sea Jazz Festival (Hoofdingang).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 17