Sport
Ballen vliegen af en aan
op sportpark Roodemolen
Programma finaledag Leidsch Dagblad Cup
'Een balletje in je nek leggen, daar kom je er niet mee
m
ZATERDAG 11 MEI 1996
iB ONDERWATER, C
Ter Leede en Teylingen eendrachtig tijdens finaledag LD Cup
Voetballen staan centraal tijdens de fina
ledag van het toernooi om de Leidsch
Dagblad Cup. Met de nadruk op ballen,
want die kunnen op het fonkelnieuwe
maar nog nauwelijks begroeide sport
park Roodemolen in Sassenheim alle
kanten opvliegen. Dus worden de zeven
velden van Ter Leede en Teylingen op
Hemelsvaartsdag (donderdag 16 mei)
omzoomd door tientallen ballen jongens.
Een vrijwiliger rijdt zelfs per fiets om de
velden heen om uit de koers geraakte
ballen snel terug te brengen.
De ballenproblematiek is een uniek pro
bleem van een unieke organisatie. Nooit
eerder in de geschiedenis van de LD-Cup
sloegen twee verenigingen de handen zo
nadrukkelijk ineen als de Sassenheimse
buren, die nog geen jaar het kale maar
verder prachtige sportcomplex bewonen.
„Wie wil zien hoe het er hier gaat uitzien,
moet over tien jaar maar weer terugko
men", grapt Rob Gerrits van de organisa-
Dat hij bezoekers in werkelijkheid liever
vandaag dan morgen welkom heet, blijkt
wel uit de vroege aanvraag van Ter Leede
om de finaledag te mogen organiseren.
Sportpark Roodemolen was nog niet eens
officieel in gebruik genomen, of de ambi
tieuze Sassenheimse zaterdag tweedeklas
ser had al bij de afdeling Leiden van de
KNVB aan de bel getrokken. Secretaris
Gerrits kreeg een tegen verzoek: of zijn ver
eniging mogelijkheden zag voor een geza
menlijke aanvraag met buurman Teylin
gen.
„Dat spontane idee viel in goede aarde",
zegt Gerrits. Ook Teylingen, dat met het
oog op de gezamenlijke opening van
Roodemolen al nauw samenwerkte met
Ter Leede, had geen bedenkingen. Gerrits:
„Door de krachten te bundelen voldeden
we in een klap aan de eisen die de afdeling
Leiden stelt voor het organiseren van de
finaledag. Zo moeten er ten minste zes
velden beschikbaar zijn. Bij elkaar hebben
wij er zelfs zeven: Ter Leede vier, Teylin
gen twee plus het hoofdveld dat wij geza
menlijk bespelen. Door die luxe konden
wij zelfs het aantal finalerondes terug
brengen van vier naar drie."
Met behulp van het draaiboek van de
KNVB en de ervaringen van RCL, dat vorig
jaar gastheer was van zo'n duizend voet
ballers en duizenden belangstellenden,
moet er donderdag vanaf tien uur iets
moois opbloeien in Sassenheim. De voor
delen van dubbele faciliteiten (velden,
kantines, kleedkamers) wegen ongetwij
feld ruimschoots op tegen de nadelen (de
geluidsinstallaties laten zich maar niet
koppelen). Theo van den Nouland, een
van de drie afgevaardigden van Teylingen
in de zeskoppige organisatiecommissie:
„Het moet een uitje worden, een leuke
dag vbor het hele gezin. Daarnaast be
schouw ik de finaledag als promotie voor
de gemeente Sassenheim."
Want Van den Nouland en Gerrits twij
felen er niet aan dat de nieuwe accommo
datie is berekend op de toeloop van naar
schatting 5000 mensen. Extra parkeergele
genheid is er bij mooi weer op een veld
naast het sportpark, bij slecht weer pende
len er busjes tussen het AKZO-terrein en
sportpark Roodemolen. Van de ongeveer
250 vrijwilligers werkt een flink aantal in
ploegendienst in de beide kantines, waar
alleen al 1600 snackbonnen en 3200 ge
wone consumptiebonnen kunnen worden
besteed. De prijzen zijn op elkaar afge
stemd, want doorgaans kost een biertje bij
Ter Leede een kwartje meer dan bij Tey
lingen. Een deel van de opbrengst wordt
aangewend om vrijwilligers en 'bobo's' na
afloop van de laatste finale (aanvang 15.00
uur) een koud buffet aan te bieden.
Want hoewel de Sassenheimse voetbal
clubs een duur jaar achter de rug hebben,
staat financieel gewin op Hemelsvaarts
dag niet voorop. Als de aanwezigen het
naar hun zin hebben, dan is de opzet van
de organisatoren ook geslaagd. Om teleur
stellingen te voorkomen zijn alle kleedka
mers voorzien van kluisjes om waardevol
le bezittingen in op te bergen. Gebeuren
er ongelukken, dan kan een ambulance
worden opgepiept.
Het enige wat Ter Leede en Teylingen,
tot hun spijt slechts mondjesmaat verte
genwoordigd in de diverse finales, niet in
de hand hebben is het weer. En de ballen,
die ongetwijfeld ook op Hemelvaartsdag
weer alle kanten opvliegen. Gerrits: „Ze
komen zelfs op de aangrenzende bollen
velden terecht. Op zich geen ramp, want
die bollen kunnen dat wel hebben. Maar
onze buren zijn als de dood voor ziektes
aan de gewassen. Vandaar dat wij afspra
ken hebben gemaakt over het ordelijk op
halen van ballen uit de bollenvelden. Die
ballenproblematiek heeft ons
weliswaar niet veel geld, maar
tend veel moeite gekost."
De organisatoren van de finaledag van de Leidsch Dagblad Cup: v.l.n.r. Rob Gerrits, Theo v
den Berg. Wil Pauwels ontbreekt op de foto.
Donderdag 16 mei 1996 op de terreinen van Ter Leede
A2: FC Lisse A2-SJZ Al
en Teylingen in Sassenheim
A3: KRVA2 - Koudekerk Al
Vrouwen: Ter Leede - Stedoco
10.00 uur
Vrouwen 3: s-Gravenzande 2 - De Jodan Boys
ClAlkmania Cl - FC Lisse Cl
C2:UVSC3- Katwijk C3
13.00 uur
C3: SJC C2 - Leiden C3
Penaltybokaal C-junioren
C4: Quick Boys C7 - Quick Boys C6
Finale vier tegen vier E-junioren
B2: Voorschoten BI - UVS B3
Junioren A: DZBZevenkamp J1 - Quick Boys J1
14.00 uur
Junioren B: Iduna J1 - Quick Boys J2
Penaltybokaal E-junioren
Finale vier tegen vier D-junioren
11.00 uur
Penaltybokaal meisjes pupillen B
Finale vier tegen vier meisjes pupillen A
15.00 uur
Vrouwen 2: UVS - Tricht
12.00 uur
Mannen: UVS (zo) - ARC
Penaltybokaal meisjes pupillen A
Reserves KNVB: Alphense Boys 2 - Quick Boys 4
Finale vier tegen vier meisjes pupillen B
Reserves 1 en 2: SVLV (za) - ROAC 79 3
Reserves 3: De Sleutels 4 - SJC 6
12.30 uur
Reserves 4: Katwijk 13 - RCL 8
BI: UVS BI - Roodenburg BI
Reserves 5: LFC 4 - Lugdunum (za) 3
B3: Leiden B2-ARC B4
Junioren B: 7-tal Ter Leede J1 - FC Lisse J2
Al: UVS Al - FC Lisse Al
Penaltybokaal D-junioren
Hennie de Romijn, op en top prof bij Dordrecht'90
Hennie de Romijn: „Mark Wotte gaat het bij FC Den Haag met amateurs uit de Bollenstreek
proberen. Daar zullen best goede voetballers tussen zitten, maar je redt het er niet mee."
FOTO LOEK Z
Hij behoorde tot de groep voetballers
die vorig seizoen het zinkende schip
verliet dat FC Den Haag heette. Leide-
naar Hennie de Romijn (28) ging met
topscorer Harry van der Laan en trai
ner Lex Schoenmaker mee naar
Dordrecht '90, de club die de laatste ja
ren meer in het nieuws kwam door het
optreden van de extravagante voorzit
ters John van Dijk, Cees den Braven en
Frans Derks dan door prestaties op het
veld. Inmiddels is 'Dordt' in rustiger
vaarwater gekomen en voert het voet
bal weer de boventoon. De nacompeti-
tie werd afgelopen weekeinde op een
haar na gemist. Maar geloof het of niet,
De Romijn zegt: „Dordrecht is de best
georganiseerde club waar ik ooit heb
gespeeld. Reken maar dat we komend
jaar bovenin meedraaien."
Zo'n uitspraak zegt wel wat als die wordt
opgetekend uit de mond van een erva
ren verdediger die in het verleden uit
kwam voor clubs als Willem II, Excelsior,
NEC en FC Den Haag. „Nogmaals, wei
nig mensen weten het, maar het is een
fantastische club waar ik speel. De orga
nisatie is door Wim den Braven, de zoon
van Cees, flink verbeterd. Een eerste di
visieclub die tijdens de winterstop 'even'
met het elftal naar Barbados gaat, of een
clubadministratie die je helpt met het
terugvorderen van premies, waar maak
je dat mee? Verder is Frans Derks een
geschikte vent. We sluiten als spelers
voor de grap regelmatig weddenschap
pen af in wat voor een auto hij nu weer
komt aanzetten. Allemaal kleine dingen
die tekenend zijn de goede sfeer. Die is
soms misschien zelfs té goed."
Wie onder het spoorviaduct door, de
hobbelige, slecht verlichte en achteraf
gelegen Haarlemmerweg opdraait, ver
moedt geen weelde in het rijtje woon
schepen dat achter de ononderbroken
houten schuttingen verborgen gaat. Uit
gerekend in dat door de gemeente 'ver
geten' wijkje woont De Romijn en hij
heeft het er prima naar zijn zin. Trots
toont hij zijn kleine, gloednieuwe villa
op het water. Een lichte blessure zorgt
ervoor dat hij tijd heeft om zijn voor
tuintje te betegelen.
Eenmaal in de woonkamer, als het ge
spreksonderwerp weer voetbal is, ont
komt De Romijn er niet aan zijn huidige
vereniging te vergelijken met zijn vorige
veelbesproken werkgever, FC Den Haag.
De Leidenaar heeft nauwelijks een goed
woord over voor de geelgroenen uit de
Hofstad. „Je was al blij als je je geld op
tijd had. Nee, zolang Piet de Zoete het
daar voor het zeggen heeft, zal het nooit
wat worden. Onlangs was er even sprake
van dat Martin Jol van Scheveningen
naar Den Haag zou gaan en ik dacht: er
is hoop. Het werd Mark Wotte van Lisse.
Die gaat het met amateurs uit de Bollen
streek proberen. Daar zullen best goede
voetballers tussen zitten, maar je redt
het er niet mee. Bij Dordrecht worden
ook de beste amateurs uit de regio aan
getrokken. Die komen in de regel toch
niet verder dan de bank of het tweede."
Slechts op één punt heeft de Residentie
op de Krommedijk een streepje voor.
„Als bij Den Haag het elftal presteert,
zoals tijdens de nacompetitie van vorig
jaar, zit het stadion gelijk vol. In drie
wedstrijden 29.000 man en wij speelden
deels op recettebasis. Dat is het enige
wat ik bij Dordrecht mis."
De bijna algehele leegloop bij FC Den
Haag, die nu precies twaalf maanden ge
leden nog tijdens de nacompetitie ge
stalte kreeg, verbaasde De Romijn in het
geheel niet. Behalve het vertrek van
Schoenmaker, Van der Laan en De Ro
mijn, kondigden Rick Hoogendorp, An
ton Vriesde en Marco Gentile aan naar
Maastricht te verkassen. Katwijker Jef
frey Talan, nota bene een van de absolu
te uitblinkers, koos voor Heerenveen. „Ik
heb het er nog wel eens met Jeffrey over
gehad. Hij had het best naar zijn zin bij
Den Haag en hoefde ook niet zo nodig
weg. Krijgt-ie een nieuw, maar nauwe
lijks verbeterd contract aangeboden. Dat
bedoel ik nou", betoogt De Romijn. „Dit
seizoen heb ik twee keer tegen Den
Haag gespeeld. De eerste keer wonnen
we op halve kracht met 3-1 en thuis
werd het ook simpel 2-0. Spelers die vo
rig jaar net goed genoeg waren voor het
tweede, stonden er nu in de basis."
Ondanks zijn tirade vindt De Romijn het
oprecht jammer dat het bij de Haagse
profclub zo slecht draaide. „De regio's
Den Haag en Leiden barsten van het ta
lent. Daar zou toch meer uit te halen
zijn. Niet voor niets komen scouts van
bijvoorbeeld Emmen, hier in de buurt
kijken."
De Romijn zelf ontwikkelde zijn talenten
op ouderwetse wijze: met straatvoetbal.
In de Amethisthof, achter de Diamant
laan waar hij als jochie opgroeide, had
de gemeente een basketbalveldje aange
legd dat echter zelden werd gebruikt
waarvoor het was bedoeld. Onder de on
benutte baskets werd naar hartelust
paaltjesvoetbal bedreven. Eenmaal oud
genoeg werd De Romijn door zijn ou
ders lid gemaakt van YTL aan de Vliet en
al snel ontgroeide hij het niveau van zijn
leeftijdsgenootjes. De toen logische
overstap naar Roodenburg volgde. Daar
debuteerde hij later als A-junior in het
Frans Bouwmeester, toen scout van Wil
lem II, nu van Feyenoord, bracht De Ro
mijn in 1988 naar Tilburg. Hij speelde er
anderhalf jaar op diverse posities aan de
linkerkant. Naar later zou blijken, was
dat meteen zijn enige periode in de ere
divisie. De 28-jarige is gezien zijn leeftijd
inmiddels in de herfst van zijn carrière,
al hoopt hij nog zeker een jaar of vijf
mee te kunnen. Spijt dat hij niet op het
hoogste niveau uitkomt, heeft hij niet.
„Het belangrijkste is toch dat je CFK-
potje (spelerspensioen, red.) gevuld is.
Zo was er een jaar geleden ook belang
stelling van Twente, dat financieel onge
veer dezelfde aanbieding deed als
Dordrecht. „Maar op en neer reizen
naar Enschede, dat gaat je tegenstaan.
En mijn vriendin en ik hadden net een
nieuwe woonboot gekocht. Dus werd
het Dordrecht, want dan konden we hier
blijven. Dat soort zaken gaat dan ook
meespelen", bekent De Romijn.
Niet dat het einde van zijn loopbaan
aanstaande is, maar De Romijn, blijkt al
wel zo verstandig plannen voor de toe
komst te smeden. „Als ik stop, blijf ik in
de voetballerij", beweert hij met stellig
heid. „Ik denk dat ik genoeg heb gezien
en meegemaakt om bijvoorbeeld spelers
te begeleiden bij de WCS (spelersvak
bond, red.)."
Behalve een schat aan ervaring heeft De
Romijn het CIOS afgemaakt en beschikt
hij over het trainersdiploma Oefenmees-
ter II. Zijn instelling, die van een prof in
hart en nieren, gecombineerd met de
juiste papieren zouden van de Leidenaar
een geschikte coach kunnen maken.
„Vooral jonge spelers moet ik wel wat
kunnen bijbrengen. Als ik jeugdwedstrij
den bekijk en verdedigers soms aan de
buitenkant zie dekken dan denk ik:
'wordt dat'dan niet aangegeven?' Want
als ze tegenwoordig een balletje hoog
houden of in de nek leggen, denken ze al
dat ze een goede partij hebben gespeeld.
En daar komen ze er toch niet mee."
Waar hij zich ook wel eens over ver
wonderd, is dat veel van zijn collega's in
het betaalde voetbal de neiging hebben
tot overdaad. Dure auto's, zaktelefoons,
de nieuwste mode. „Ze verliezen vaak de
realiteit uit het oog en beseffen niet dat
er ook mensen zijn die van het mini
mum moeten rondkomen. Het geld
komt soms te makkelijk binnen. Daarom
laat ik me na afloop van een wedstrijd
ook altijd zien in het sponsorhome. Om
e houden, eventueel voor na je
Het zijn toch de mensen die
voor een deel voor je salaris zorgen.
Daar mag best wat tegenover staan."
Honkbalhumor
Derek Bell heeft een peperdure
auto. Joe Carter ongetwijfeld
ook. Joe Carter heeft bovendien
gevoel voor humor.
We gaan het vandaag hebben
over honkbalhumor.
Amerikaanse honkbalhumor.
Wij hier zijn vooral vertrouwd
met voetbalhumor. Onmiddel
lijk schieten ons in des trainers
schoen verstopte punten slag
roomtaart te binnen, hahaha, of
leuker nog, een over de binnen
zool leeg geknepen shampoo/les,
waarna de flacon - bij voorkeur
het eigendom van een kalende
medespeler - volgeplast in diens
sporttas weder wordt gelegd.
Nog een fenomenaal staaltje van
voetbalcabaret, de snikkel van
Wim Suurbier die zwemles kreeg
in een on the rocks van een
KNVB-bestuurslid.
De humor in de Major Leagues
overstijgt het niveau van de on
derbroek, maar ook onder 'the
boys of summer' vallen als er een
joke wordt uitgehaald slachtof
fers. Geen beter vermaak dan
leedvermaak.
Jack McDowell bijvoorbeeld.
Maakte als pitcher van Chicago
White Sox furore en kreeg er de
bijnaam Black Jack. Je kon met
McDowell een gokje wagen. Hij
kreeg wel honkslagen tegen, veel
honkslagen zelfs, maar zelden
op cruciale momenten. Wanneer
de situatie erom vroeg, zevende
inning, close game, alle honken
bezet, juist dan smeet Black Jack
zijn azen op tafel.
McDowell verdiende een slordige
vier miljoen dollar, kwam vorig
jaar na zijn overgang naar New
York nog iets beter in de slappe
was en verdient nu, na opnieuw
een transfer, nu naar Cleveland
Indians, echt goed.
Yankees-Indians, onlangs,
bracht Black Jack weer voor
even in Yankee Stadium. Hij zag
er tegenop. Maar het Neuyorks
publiek reageerde chique. Welis
waar geen applaus, ook nauwe
lijks boegeroep. Werd dan in het
geheel niet afgerekend met de
overloper? Jawel. Aan de kassa.
McDowell incasseerde in de vijf
de inning gevoelige klappen (3-1
voor de Yankees) en werd van de
heuvel gehaald. In het stadion
weerklonk du moment de oude
jukeboxkraker 'Hit the road
Jack'en de 30.000 Yankeefans
zongen alsof het afgesproken
werk was de volgende regel mee:
'Ain'tgonna seeya'back no mo-
Wrigley Field van Chicago Cubs
ligt midden in een woonwijk.
Een over de muur op de straat
geslagen homerun is goud
waard voor de verzamelaars,
een eeuwig talisman waarde
liefhebbers een moord voor
doen. Maar de twee homerun-
ballen van de bezoekende Cardi
nals ('shitballs') werden over de
muur teruggegooid. Wie wil er
nu een bdlhebben waar een
vloek op rust? Niemand toch. Al
hoewel? Een homerun blijft een
homerun. De bal werd dan ook
slechts symbolisch teruggewor
pen. De homerunbal, al was-ie
niet van de Cubs, wordt ingelijst,
wat van de straat terugkwam
was een oud, tot op de naad
versleten vod van een bal.
De originaliteitsprijs gaat echter
naar linksvelder Joe Carter van
de Blue Jays. In Toronto was het
die dag 'fan-day'. Meer nog dan
anders viel de klanten in het Sky
Dome een koninklijke behande
ling ten deel.
Er werden de gekst mogelijke
prijzen verloot, van vliegreizen
naar Tokyo tot dure vakanties in
Hawaii en een auto.
Een auto? Nee. niet zo maar een
auto. Halverwege de achtste in
ning kondigde de speaker de ab
solute hoofdprijs aan, de jeep
van Derek Bell.
Bell, rechtsvelder, is in Toronto a
new kid in town, valt goed in de
smaak, ook bij zijn teamgeno
ten, maar heeft één eigenaardig
heid, hij praalt net dat tikkeltje
te opzichtig met zijn auto, waar
van de geluidsinstallatie alleen
al 35.000 dollar waard is, een
détail dat Bell in het clubhouse
geen dag nalaat te vermelden.
'Geëerde fans', zo begon de spea
ker, 'onze vriend Derek Bell heeft
het in Toronto zo naar zijn zin
dat hij op initiatief van Joe Car
ter besloten heeft om zijn kost
bare jeep af te staan aan één van
u... inmiddels stuurde Carter,
terwijl Bell de hysterie nabij was,
metéén hand wuivend naar het
dolgeworden publiek de glim
mende bolide richting thuis
plaat) and the winner is...
Het gel u kstoega ngskaa rtje, va k
123, rij 6, stoeltje I, bleek op
naam te zijn gesteld van ene
Bell, Derek Bell, maar dit ver
nam de eigenaar van de jeep pas
de volgende dag.
Frank Snoeks is verslaggever
van Studio Sport