De ingebakken afwijking
van Faye Lovsky
Tuttebel
ZATERDAG 27 APRIL 1996
Onze Taal
De naam van haar ensemble is Frans voor stripalbum, Bande Dessinee.
De term omschrijft op treffende wijze de speelse muzikale schetsen die Fay
Lovsky (werkelijke naam: Luyendijk) al zo'n twintig jaar maakt. Met
hetzelfde gemak waarmee ze een oeroud reclamespotje van Brylcream ('A
Little Dab '11 Do Yaj imiteert, vergelijkt ze de rondzingende tonen van een
vibrafoon met waterbellen of haalt ze dierlijke geluiden ('Katzenjammerj
uit een theremin, een vooroorlogse voorloper van de synthesizer. De
tamelijk teruggetrokken levende Lovsky, die op het Stedelijk Gymnasium
in Leiden heeft gezeten en in de schoolband van het Oegstgeester Rijnlands
Lyceum Speelde, treedt met een zeldzame plaat uit haar isolement. Die
aanleiding, gestoken in een hoes van Joost Swarte, levert ook materiaal
voor wat tekstballonnetjes op.
„Tja. Strips zelf gemaakt ooit? Nou, nee, niet
echt. Had ik het geduld niet voor. Maar ik zat
vroeger wel bij Gerrit de Jager ('Familie Door
zon') in de klas en die zat aan een stuk door
te tekenen. Ook Wim Stevenhagen (onze car
toonist -red) zat in ons clubje. Zaten we na
men te bedenken van leraren op de Rietveld
academie, of van bekenden, door daar ana
grammen van te maken. Bizar. Zo heette
Wordt vervolgd: speelse muziekjes, snaakse invallen
n de Amsterdamse buurt vol Grieks-
mythologische helden bewoont Fay
Lovsky een bovenhuis, dat oogt als de
rit de krachten gegroeide ideale meisjeska-
ner. Tussen de knutseltjes, reisboeken,
Teemde instrumenten en potten thee door
nekt hier Miss Paardestaart naar een levens-
loei, haast altijd komt dat neer op het vol
lende liedje, de volgende curieuze inval.
BDan is mijn plaat af en dan zit ik wat te zie-
en. Word ik drie kilo zwaarder in no time en
enk dan: ik kan het niet meer. Tot zich op-
.Eens het volgende liedje aandient."
V Geluk kan wonen in drie minuten muziek,
:ei Elvis Costello ooit eens. En voor Fay Lovs-
cy is dat zeer van toepassing. Op haar eerste
)laat in geruime tijd, bevolken 21 keurige
imourettes de digitaal opgeslagen informa-
ie. Liedjes zoals je ze nooit hoort, zijn het.
De ene keer denk je in het klassieke Britse
'audeville aanbeland te zijn, dan weer meen
e met een zeldzaam chanson van Georges
vloustaki (natuurlijk ook met diens slissende
gezongen) te maken te hebben. Lovsky is
iet vleesgeworden geheim in Nederland Mu-
j dekland. Zo goed zelfs dat uitgever Theo van
ier Schaaf besloot niet alleen haar nieuwe
ilaat uit te brengen maar ook een platen-
naatschappijtje, Basta, op te richten.
•I Een beetje een sprookjesverhaal zoals je
Kdat in stripavonturen tegenkomt. De absurdi
teit als werkelijkheid. „Mijn belangstelling
voor strips heeft natuurlijk een beetje te ma
ten met de vriendschap met Joost Swarte en
nijn interesse voor zijn werk", zegt Faye.
,Op een eerdere plaat, de CD Jopo de Pojo
(naam van een van Swarte's bekendste strip
figuren -red.), heb ik geprobeerd zijn gete-
cende wereld te vertalen in muziek. Dat
werkte ook, dat lukte. Niet alleen omdat zijn
getekende karakters zo duidelijk voor zich
ipraken, maar ook omdat zijn platenkast een
iron van inspiratie was. Hij beschikt over een
enorme collectie, waaruit we ook veel geput
hebben voor het repertoire van The Magnifi
cent Seven (Lovsky's vorige band die vooral
veel filmmuziek speelde - red.)."
„We speelden twee jaar geleden op de
itripdagen Haarlem - mede georganiseerd
loor Joost. Ik had al wel eens met Cok van
Vuuren (gitaar) en Gert-Jan Blom (gitaar) sa
mengewerkt, maar dat was de eerste keer
met Louis Debij (drums) erbij. Joost Belinfan-
te (die bij ons ene heel arsenaal aan instru
menten bespeelt) was nog in geen velden of
wegen te bekennen. Het ging daar in het Pa
tronaat zo lekker, dat ik dacht: wij zijn na
tuurlijk het levende stripalbum, de Bande
Dessinee. En die droom is uitgekomen."
In de woonkamer wijst een boekenplankje
■vol strips de weg. Van alles wat, maar vooral
■Kuifje natuurlijk, want Faye houdt van
i Vlaams. „De avonturen van de razende re
porter ken ik goed; daar kan ik uit het blote
hoofd uit citeren. En de oude Suskes en Wis-
kes - ik betreur het nog steeds dat Suske en
Wiske netjes Nederlands zijn gaan praten.
Die oude Belgische teksten met Schalulleke
waren prachtig. Ik heb de Franse taal geleerd
door Asterix natuurlijk. Dat is me goed van
pas gekomen, want nu heb ik een liedje ge
schreven voor president Chirac ('Champion
des Champignons', kampioen dec padde
stoelen)."
„Ik vind het werk van Joost Swarte behoren
tot de hoge kunst in de strip, net als dat van
Bilal of Moebius Hij maakt er ook zulke
mooie boeken van, met ingewikkelde karton
nen kaften die een kunststukje op zich zijn.
Ik was van ouds her natuurlijk ook groot fan
van het tekenwerk van Franken, de strips van
Guust Flater. Die kan echt smakelijk rotzooi
tekenen. Hij maakt echt geen Klare Lijn-teke-
ningen - heel leuk! Terwijl bij Kuifje zelfs een
drol van Bobby keurig op de stoep ligt. In de
Krab met De Gouden Scharen tekent Herge
bijvoorbeeld een vuilnisbak - een prachtig,
zeer zorgvuldig getekend, beschaafd exem
plaar met slechts een blikje krab, dat verder
ook heel schoon oogt. Dat Bobby dan op zijn
'l neus krijgt."
Faye Lovsky over haar voorliefde voor de stripkunst: „Misschien ben ik Ma Doorzon in de dstrip van Gerrit de Jager wel, want ik zag er vroeger zo
uit.". Foto boven: Faye Lovsky La Bande Dessinée, vlnr.: Joost Belinfante, Louis Debij, Faye Lovsky, Gert Jan Blom en Cok van Vuuren. foto »léx
van rossen
Gerbrand Westveen, ooit nog mijn saxofo
nist, in de Doorzon-strip Dr. Geert Wensver-
band. Ger van Wulften, de uitgever met wie
de jongens veel te stellen hebben gehad,
werd Han W. Gevelfut en is een soort glazen
wasser geworden. Ongetwijfeld kom ik er ook
in voor. Misschien ben ik Ma Doorzon wel,
want ik zag er vroeger zo uit."
„Strips bezitten een soort verstilde werke
lijkheid, die net zo hard gaat als jij als teke
naar wilt. Tegelijkertijd heb je een overzicht
over alle gebeurtenissen. Net als bij een film
het geval is, waarbij je voortdurend en net zo
vaak als je dat wilt van camerastandpunt kan
wisselen. De tekenaar weet precies wat ieder
een denkt. Je bent echt helemaal de baas. Je
kunt als Schepper van Tom en Jerry vreselijke
dingen laten gebeuren, maar na het zoveelste
ongeluk staan ze gewoon weer overeind alsof
er niets is gebeurd."
„Ik heb toch ooit een strip gepubliceerd, in
het blad De Vrije Balloon. Plaatje nr. 1 een
gaf een hele grote tekst weer die door een
zangeres werd gezongen: doobeedoobee.s-
hoowapdoowap. Een onzintekst van een
kwartier. Op pagina 2 zie je de man achter de
knoppen vanuit de controlekamer aan de
zangeres vragen of ze in plaats van 'Doowap'
ook 'Doowah' zou kunnen doen. Op het
laatste plaatje zie je dan ook plaatje nr. 1 te
rug met een kleine verandering. Verder krab
bel ik wat stripjes in schetsboekjes, waaruit
dan nu voor het eerst tekeningetjes zijn ge
haald voor het tekstboekje van de CD. Met
Rotting gemaakt.
„Ik heb wel eens gehoord dat er mensen
zijn die geluiden kunnen zien. Die horen dan
een bepaalde vorm zo duidelijk dat het lijkt
alsof ze die vorm kunnen aanraken. Als mijn
muziek stripbeelden oproept dan is mijn op
zet gelukt. Hoe noem je dat: de ingebakken
afwijking? Mooi, de afwijking om van het
normale weg te dwalen zit in me, ja. Ik heb
wel eens een liedje en dat is dan klaar, en dan
luister ik ernaar en denk: dat c7-akkoord
daar, dat kennen we. Weet je wat? We maken
er een Es van. Dan ligt het hele liedje weer op
z'n gat en moet ik weer van voren af aan be
ginnen, maar dan gebeurt er wel iets. Of je
probeert om een tel in te slikken. Kortom, ka
potmaken wat je eerst gemaakt hebt is een
favoriete bezigheid van me. Het resultaat ziet
er daarna vaak leuker uit; dus dat houden we
Lovsky heeft jarenlang geleefd van het maken
van muziek voor tv-programma's, documen
taires en reclamefilmpjes. Een enkele keer
schrok de buitenwereld op als er rare electro-
nische muziek werd geproduceerd in haar
bovenwoning. „Toen ik de computer ontdek
te, stuitte ik op een oud programma kolom
men met getallen, die allemaal voor een an
dere muzikale verdeelsleutel stonden. Zo was
een enkele maat gelijk aan het getal 192. Als
je opzettelijk een cijferreeks nam die pas vijf
maten later weer terugkwam, en je liet voor
iets anders telkens een sprong van drie ma
ten uitvoeren, dan kwamen alle muzikale
puzzelstukjes na vijftien maten niet alleen sa
men, maar dan waren er ondertussen zulke
vreemde dingen gebeurd... Dan had dat zulke
vreemd muziek opgeleverd, dingen die je zelf
niet kan spelen, dat het op je baldadigheid
werkt. Maar God helpt je de brug over als je
alle muzikale resultaten moet noteren."
„De computer van nu is een heel ander
verhaal. Een apparaat voor analfabeten. Je
zegt iets in de microfoon en het ding spuwt
allerlei noten uit. Met die Q-Baseprogram
ma's zet je een toetsenbord aan je computer
vast en je ziet in beeld wat je speelt, of an
dersom. Op die manier kan je auditief op je
laten inwerken, dat wat je je straks eigen
moet maken. Voor mij een handig hulpmid
del, want ik ga liever op mijn oren af dan op
bladmuziek. Ik heb wel een eigen notatiesys
teem, maar dat ziet er heel raar uit. Ik moe
wel weten om welk liedje het gaat, want an
ders herken ik het niet. Zo geef ik een be
paald basloopje als een trappetje weer, me
een soort van krul bovenop als een akkoord
steeds kleiner wordt. Een soort grafische no
tatie maar niet bruikbaar voor niet-ingewij-
den."
„In Katzenjammer gebruik ik een the
remin, een wel heel zeldzaam instrument dat
qua klank wel wat wegheeft van de zingende
zaag die ik ook veel bespeel. Het is een oer-
electronisch instrument. Met de titel van dat
stuk heb ik me gevrijwaard van eventuele
klachten, omdat ik het instrument nog niet
zo goed beheers. Het is waarschijnlijk een
tweede natuur geworden voor degene die al
les bespeelt maar niks goed. Er komt toch
een leuk muziekje uit, toch...? Veel mensen
die heel bedreven zijn op hun instrument en
daaraan verknocht zijn hebben een andere
makke. Probeer je je te verplaatsen in de rol
van Tori Amos bijvoorbeeld. Die zit zo in die
piano...dan werk je al je expressie uit in dat
instrument dat je zo verschrikkelijk goed
kent. Dat levert dan alle klanken die je nodig
hebt. Daar kun je al je expressie in kwijt.
Prachtig natuurlijk, stijlvast, duidelijk."
„Maar neem nu eens Joni Mitchell, die
heeft gitaar leren spelen in open stemmingen
van Crosby, Stills Nash. En zo heel virtuoos
was ze niet, maar ze had een goede stem, en
goede melodieuze ideeën. Dus begon ze haar
beperkingen in haar voordeel te laten werken
en de andere kant op te werken. Ze paste het
instrument aan haar niveau aan. Daardoor
krijg je een ander geluidskarakteristiek. Een
gitaar klinkt opeens even anders. Het is vol
strekt niet academisch, maar de creativiteit
wordt wel aangesproken. Dat vind ik heel in
teressant."
„Er zit een beetje het kind in mij, ja. Lekker
spelen."
Deze week heb ik mij verdiept in de
tuttebel. Dat kwam eigenlijk door
de truttebel, van wie iemand zei dat
die niet bestond. Truttebel, zo was
de redenering, is geen woord maar
een verhaspeling van trut en tutte
bel. Ik geloof zulke redeneringen
niet, want waarom zou een ver
haspeling niet evengoed toch een
woord kunnen opleveren? Maar
zonder woordenboek laten de
meeste mensen zich niet overtui
gen, en zo bleef de kwestie onbe
slist. Thuis meteen de truttebel op
gezocht. Geen probleem.
Wie in Van Dale gaat kijken naar het
woord truttebel, krijgt niet meteen de
betekenis te horen. Van Dale houdt de
spanning erin. Wel wordt verteld dat er ook
een truttebol bestaat en een truttekop. We
worden eerst doorverwezen naar tuttebel.
Daar vinden we ook weer een tuttebol en
een tuttekop, maar voor de betekenis moe
ten we nog een stap doen: zie bij tut-3.
De tut-3 is een onbetekenende, erotisch
onaantrekkelijke, preutse, suffige, zeur
derige vrouw. Zo staat het er; ik kan er niets
aan doen. Wel lezen we nog: 'ook in toepas
sing op mannen'. Er bestaan zeker ook on
betekenende, erotisch onaantrekkelijke,
preutse, suffige en zeurderige mannen. Vol
gens Van Dale mag men die dus evenzeer
een tut noemen. Tut-3 wel te verstaan, want
tut-1 is een radijsje en tut-2 is een aanma
ning tot kalmte: tut-tut!
Nu geloof ik ook wel dat tut niet positief
bedoeld wordt, tut-3, maar wat ik mis bij al
die ongunstige kwalificaties, is het langza
me, het niet opschieten, het anderen op
zich laten wachten. Kortom: het geteut.
Aha, geteut, dat brengt me op een nieuw
idee: we moeten ook eens gaan kijken bij de
teutebel. Staat er ook in. Zie totebel.
Na totebel-1wat een vierkant visnet is,
vinden we een vuile, slordige vrouw, ook
wel morsebel genaamd, en een onnozele
vrouw. Ook niet positief. En niet van toe
passing op mannen. Evenmin iets over ge
teut. Als Van Dale gelijk heeft dat teutebei
en totebel hetzelfde is, dan staat er bij teu
tebei dus niets over geteut.
Wat hamer! Vuil, slordig, onnozel, onbe
tekenend, erotisch onaantrekkelijk,
preuts, suffig, zeurderig; het zal allemaal
wel waar zijn, maar het meest karakteristie
ke kenmerk wordt niet genoemd. Hoe zit
dat?
Misschien hebben we ons te gehoorzaam
door Van Dale van het één naar het ander
laten sturen. Bij tuttebel stuurde het woor
denboek ons naar tut-3, maar als we nu
eens op eigen gelegenheid gingen zoeken
bij tutten? Dat valt tegen. Bij tutten vinden
we alleen 'tutterig doen', hetgeen mij on
juist lijkt. En onvolledig.
Nog eens geprobeerd. We laten ons van
truttebel nu niet meteen naar de tuttebel
sturen, maar gaan eens kijken bij de trut. Er
blijken dan zes trutten te bestaan, waarvan
ik de eerste drie nu maar even oversla als
niet ter zake doende. Trut-4 en trut-6 zijn
weer de onbenullige en de onbetekenende
en de zeurderige vrouw. Maar trut-5 is dan
toch een vrouw die niet opschiet met haar
werk.
Kijken we voor alle zekerheid nog even bij
teuten, dan vinden we daar eindelijk het
talmen en treuzelen. Maar om de een of an
dere reden heeft dit nooit geleid tot een
treuzelbel of een talmbel.
Hoe ook de geschiedenis van de teutebei
of totebel moge zijn, door het werkwoord
teuten heeft de teutebei er minstens één
betekenis bij gekregen: naast vuil, slordig en
onnozel dus nu ook en vooral: vrouw die
niet opschiet, die goed is in geteut. En via
de teutebei is iets daarvan ook wel overge
gaan op de tuttebel en de truttebel. Niet,
voorzover ik kan zien, op de totebel.
De herkomst van het woord teuten is on
dertussen onduidelijk.'Ik lees hier: 'Vermoe
delijk een jonge klankschilderende vor
ming', maar dat kan niet kloppen. Ik heb al
heel wat geteut en getut meegemaakt, wen
nen doet het nooit, maar je kunt onmoge
lijk zeggen dat teuten een speciaal geluid
met zich meebrengt. Nee, het is erg verve
lend, maar het geeft geen geluid. Dus daar
kan het woord teuten niet op gebaseerd
zijn.
Kortom, het mag allemaal, maar 't is
meestal niet vriendelijk bedoeld: tutte
bel, truttebel, tuttebol, tuttekop, truttebol,
truttekop, totebel, teutebei, desnoods ook
morsebel, verder natuurlijk tut en trut op
zichzelf, maar liever geen talmbel of een
treuzelbel.
Dat er op een gegeven moment ergens
tussen de tuttekop en de kattekop ook een
kuttekop moest komen, dat was voorspel
baar en onvermijdelijk.