Snakken naar gezelschap in de cel ZATERDAG 27 APRIL 1996 De Geniepoort is op 15 april met vijf andere strafinrichtingen geopend door minister Sorgdrager in Almere. Het huis van bewaring aan de Maatschapslaan op het voormali ge terrein van de Genie in Alphen wordt vanaf maandag 6 mei gefaseerd in gebruik ge nomen. Het complex bestaat uit 288 cellen. De helft wordt bezet door verdachten van misdaden. In de andere helft komen de eerste twee jaar illegale vreemdelingen die wachten op hun uitzetting. Omdat velen van hen uit Afrika komen, zal het personeel de komende maanden een basiscursus Frans volgen. Vanaf 1998 biedt een nieuwe inrichting in Ter Apel plaats aan de illegalen. De Genie poort kan dan volledig worden benut voor het doel waarvoor het complex is neergezet: opsluiting in voorarrest van 288 mannelijke verdachten. De Geniepoort heeft negentig penitentiaire inrichtingswerkers (PlW'ers) in dienst die rechtstreeks contact met de ge detineerden hebben. Voorts zijn er zestig bewakers, die in tegenstelling tot de PlW'ers bewapend zijn. In totaal is er 220 'man' personeel. Een kwart is vrouw. aat u deze cel maar in." Nauwelijks is dat 's morgens om acht uur of de wereld sluit zich met een doffe 5nt chter me. Een kale, kille cel in de peni- ire inrichting De Geniepoort in Alphen jen Rijn is mijn nieuwe leefruimte. Twee ee met kale muren. Het raam is geblin- Verder zijn er alleen maar tegels, wit en blauw. Geen bed, geen stoel, tv, die me was toegezegd. Alleen in de een radio. Zo hoor ik dat het buiten 25 n wordt. Uitgerekend vandaag, terwijl hier met een gevoelstemperatuur van tien graden moet doen. dacht van moord lijk ik als gedetineerde ner 1000017 bij voorbaat veroordeeld troosteloos en vooral uitzichtloos be- Heel anders dan ik me had voorge- Het breekt me op dat de informant die ingeschakeld, me in de steek heeft ge- De man, bewaker in een gevangenis, ie de nodige inlichtingen toespelen. Op 'gesproken tijdstip liet hij het echter af- ,,Ik mag niets zeggen van mijn superi- Gevangenispersoneel heeft al niet zo'n naam. Vandaar." ien mijn kleren en mijn jas heb ik mo- louden. De rest is me afgenomen: m'n iet verschoning, m'n toilettas, m'n por- Innee, maar vooral m'n privacy. Ik voel ispied. Achter elke tegel vermoed ik een ',r is weinig fantasie voor nodig om me (ij de bewakers voor te stellen: 'Hoe zal ;ageren? Zal die meteen tegen de muren gen?' Ik hoor het ze denken, etrap mezelf er op dat ik tegels zit te Op de gang hoor ik sleutelbossen jijrammelen. Deuren klappen open en '0fl. behalve die van mij. Mijn principe twee in één cel' gooi ik overboord. Ik ig naar gezelschap. Sneller dan ver- |t wordt daaraan voldaan. Een mug zich tussen tegel 154 en 155. Even :eg ik haar plat te drukken om te voor in dat zij zich later op me stort. Bij nader vind ik echter de ene moord waarvan Ird verdacht, voorlopig genoeg. Transportcel Jjna drie kwartier zwaait de deur plotse- aH>pen. Dan pas wordt me verteld dat ik in |transportcel zat. Waarom niet eerder? ntwoord kan ik vergeten. Ik ben niet de- die de vragen stelt. Ik moet ze tijdens ïtakegesprek alleen beantwoorden. ,,Zo •er Van Preenen, daar gaan we." Zonder s het. „Zondervan?" Nee, alleen Pree- „Met één of twee e's?" Drie. „Leeftijd? :p? Lengte? Naam advocaat? Bent u ver- 1 aan alcohol? Aan drugs?" Nee. „Helaas andaag geen enkele verslaafde." Ik bied an voor een portie drugs om me nog wat in de situatie in te leven, maar daarop t geen prijs gesteld. ook de afdruk van mijn rechterwijsvin- genomen, krijg ik een deel van mijn en terug. De rest wordt verzegeld, zoals portemonnee, scheerspullen, legitima- wijs en sleutels. Bij wijze van uitzonde- crijg ik een pen. Er zijn op deze dag trou- om 'praktische en humane redenen' uitzonderingen. Sporten in de schitte- fitnessruimte, in de sportzaal of op een le sportvelden is nog niet mogelijk. Nor gesproken zouden we worden gevisi- j I. Nu niet. Wèl volgens de regels verstrekt enitentiaire inrichting zakjes tandpasta, andenborstel, shampoo en zeep. de deur van mijn echte cel, nummer p n vleugel Noord C, wordt nog altijd ge- ceerd me een identiteitscrisis te bezor- J. v. Preenen. Voor het overige kan ik al- 1' maar dankbaar zijn. Als een van de be- vHers in een blok van 24 cellen beschik ik een ruimte die twee zo groot is als de :er' waarmee ik de dag begon. Een bed, vastgeklonken aan de vloer, twee stoe- ic radio in de muur, een tafel met tv, een iiiord, een wasbak met daaraan een wc', koffiezet-apparaat, suiker, koffie en poeder, boter, jammetjes en hagelslag, een klerenkast, een rookmelder en uit- op een sportveld. /lit kan een gevangene zich nog meer ;en? Vrijheid dus. Met de ruimere cel heb 'n vrijheid niet terug. Ik word geleefd, iren bepalen wat ik wèl en niet mag Er wordt voor me gedacht. Vooral ook [{uitgedacht. Ontsnappen of zomaar bin- ;omen, lijkt onmogelijk. Ook zonder in- lant ben ik daar wel achtergekomen, ordraden op de hekken en de muren sig- ren alles en iedereen. De nieuwste elek- ische snufjes treden dan in werking. Vi- amera's draaien meteen in de richting de aangeraakte plek. Degene die toch uitbraakpoging doet, wordt op een heel iale manier gevangen. Het hek klapt ieling naar binnen, zodat een geveltoerist komt te zitten tussen boven- en onder- Op de luchtplaatsen en sportvelden lichtmasten, waardoor een helikopter et kan landen en opstijgen, iver zal ik voorlopig echter niet komen, er het raam zitten tralies. De deur is her- ii sch gesloten. Een penitentiaire inrich- swerker, PlW'er, bepaalt wanneer die ïgaat. „Meneer Van Preenen, hier zijn uw en leefregels. Leest u ze goed door. Als 4 ;ens te laat mee bent, jammer, maar dan u in de cel. We zeggen alles maar één Het alarmbelletje zit hier. U moet niet elk wissewasje bellen. Als dat gebeurt, eren wij niet meer." jeior zover hij al in mij is geïnteresseerd, resseert het hem zeker niet waarvoor ik ,Het gaat mij niet aan. Alleen als u een indelict hebt gepleegd, moeten we dat Gevangenen worden in de watten gelegd. Ze hebben van alles gedaan, maar profiteren van ons belastinggeld. Jan Preenen ging na of dat beeld wel klopt. Hij ging met elf anderen (zes mannen en vijf vrouwen) 24 uur proefzitten in de penitentiaire inrichtingDe Geniepoort in Alphen aan den Rijn. Nog niet alles ging zoals het moet. „Maar in werkelijkheid gaat het allemaal wel volgens deregels." weten. In zo'n geval staat u in de ogen van andere gevangenen helemaal onderaan. U loopt dan de kans dat u in de recreatiezaal of bij de arbeid in elkaar wordt geslagen." Gelukkig word ik alleen maar verdacht van moord en voor zover ik weet heb ik niet aan jongetjes gezeten of iemand verkracht. Ten overvloede maakt de PlW'er me nog duidelijk dat ik niet op de grond of op de muren moet spugen. Alsof het in me op zou komen om het vertrek met een Dali-achtig fluimen-be- hang op te vrolijken. Als ik ergens op zou wil len spugen, is het op het systeem. Op het ge zicht daarvan, die PlW'er. Die mogelijkheid schijnt hij bij voorbaat echter uit te sluiten. „U gaat nu uw bed opmaken. En zorg ervoor dat u de regels kent." Dan klapt de deur weer dicht. Er zijn vriendelijker manieren om af scheid te nemen. 'Werken'. De stem is om half tien terug als ik Uitzicht op een van de binnenplaatsen van De Geniepoort. 'Gedetineerden' maken stekkerdozen tijdens de arbeid. nog verdiept zit in de huis- en leefregels, een eufemisme voor alles wat ik moet en niet mag. Slechts hier en daar staan ook wat rech ten. Zo is arbeid niet verplicht, maar als ik niet ga werken, moet ik in de cel blijven en kan ik de tv wel vergeten. Die kost immers een gulden per dag. Als ik ook nog een koel kast wil, prima, maar ook dan een piek. Per dag kan hooguit 5,45 gulden worden ver diend. In de Geniepoort heeft 'goede, kwalitatie ve' arbeid de voorkeur. Waarom ze mij daar voor inschakelen, is me dan ook niet duide lijk. We gaan naar de afdeling waar stekker dozen worden gemaakt. 'Wie is er handig?' Eén reactie, een vrouw. 'Wie is er minder handig?' Bijna alle anderen melden zich. 'Wie is onhandig?' Mijn twee linker handen schie ten omhoog. Met een andere vrouw mag ik met behulp van een mal bedrading vouwen voor de stekkerdozen. Twee uur lang. Ik ver ras mezelf dat ik dit in de vingers heb. Alleen de toppen protesteren. Die laten al n# een uur blijken dat ze ontzien willen worden. Achteraf gezien had ik ook best voor wat 'intelligenter' werk kunnen kiezen. Degene die na mij in het productieproces komt, heeft de bedrading helemaal verkeerd verwerkt. 'Sluit hem op', denk ik. „Alleen als iemand echt de kantjes eraf loopt of alles verkeerd blijft doen, ook al is het hem vaak uitgelegd, dan sluiten we hem in", krijgen we te horen. Met elkaar praten mag hier. Naar de wc gaan ook, maar dan wel alleen. De deur kan toch niet worden afgesloten. In het vertrek van de bewakers mogen we niet komen. Wie dat wel doet, moet op cel. Mijn lotgenote, de onhandige vrouw, woont in de buurt. Aan vankelijk waren er veel protesten tegen de komst van de inrichting. Niet uit angst voor de gedetineerden. De prijzen van de huizen zouden gaan dalen. Zelf vindt ze het alleen jammer dat haar horizon wat is vervuild. Nu ze toch op de negatieve toer is, wil ze ook wel kwijt dat haar het gebrek aan privacy opvalt: „Zit ik daar net in mijn cel op de wc, komt daar zo'n bewaker binnen. Zonder te kloppen. Wham. Dat is toch niet zo prettig". De wc staat open en bloot met gebruiker in de cel. Van een gordijntje of wandje erom heen is door het ministerie van justitie van wege de extra kosten afgezien. Roomservtce Terug op cel krijgen we om kwart over twaalf een warme maaltijd: sperziebonen, een stuk je kip, aardappelen, jus en een kiwi. Een half bruin brood en twee plakjes kaas voor 's avonds en de volgende morgen worden erbij geleverd. De maaltijd is 'sober, maar voed zaam'. Verantwoorde voeding, volgens de di recteur van de catering. Niet altijd even lek ker, wel gezond. En natuurlijk elke dag room- service. Op cel. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, zijn vork en mes inbegrepen. Van staal. Ik zie meteen kansen om mijn slag te slaan. Mes op de keel van de bewaker en je hebt geen helikopter meer nodig. Dan loop je zo naar buiten. Je wenst iedereen succes met het ultramoderne alarmeringssysteem en je bent weg. Het blijkt te mooi om waar te zijn. Een Pl W'er, die nog wel even zijn rol de rol wil la ten, legt me uit dat iedereen een 'gezonde dosis achterdocht' heeft. „Daarom lopen we altijd met z'n tweeën. Gebeurt er wat dan kan de ander met zijn portofoon alarm slaan." Direct daarna wordt de afdeling hermetisch afgesloten. Uitgangspunt is dat niemand de inrichting verlaat zolang dat niet mag. Dus jullie worden gewoon opgeofferd, pro beer ik voorzichtig. „Dat dacht ik in het begin ook", beaamt hij. „Ik schrok echt toen de procedure bekend werd gemaakt. We hebben daarna een weerbaarheidstraining gehad, waarbij we hebben geoefend om zo rustig mogelijk te blijven. Er zal op zo'n man wor den ingepraat totdat hij het nutteloze van zijn actie inziet. Als hij mijn keel zou door snijden, is hij zijn onderhandelingspositie kwijt. Dat houd ik mezelf maar voor. Ik dacht eerst ook dat het wel handig zou zijn als we een pistool zouden hebben, maar ze hebben me duidelijk gemaakt dat dat een groot risico inhoudt. Als ze ons ontwapenen, wordt dat wapen tegen ons gebruikt." De man hoort bij de twintig procent 'geroutineerden', mensen die meer dan twee jaar in het vak zitten. De overigen hebben ongeveer een jaar ervaring. Luchten De vuilste vaat hoef ik niet af te wassen. Kop jes, lepeltjes en boterhambord wel. Voor het eerst heb ik tijd over. De verveling dreigt toe te slaan. Het militair gescandeerde 'Luchten!' ervaar ik om half twee dan ook als een bevrij Proefzitters op weg naar hun cel. FOTO'S HENK BOUWMAN ding. Drie kwartier worden we op de binnen plaats losgelaten. In ons gezelschap bevindt zich een nieuweling. Hij blijkt enkele uren in de transportcel te hebben gezeten. In een wikkel van een pakje margarine had hij bij wijze van test wat gist verstopt. Zoals hij had gehoopt, werd het aangezien voor drugs. De strafmaatregelen waren echter strenger dan beoogd: cel, geen arbeid en dus geen tv. Met de nieuweling zouden we nu met z'n twaalven moeten zijn. In werkelijkheid tel ik er elf. Een van de gedetineerden is vergeten en zit ten onrechte nog op cel. Er gaat wel meer mis. Op de luchtplaats staan drie Pl W'ers. Als een van hen het verzoek van een gevangene om pillen te mogen krijgen, door geeft en laat blijken dat ze alle drie buiten staan, wordt hij uitgekafferd. „Je mag daar helemaal niet wezen. Je moet achter de deur blijven. Als die andere twee worden gegijzeld, moet jij alarm slaan." De zon brandt intussen lustig verder. Om dat ook de wind niet over de muren weet te komen, verlang ik terug naar de koelcel aan het begin van de dag. De omgeving werkt ook niet erg inspirerend. Iemand stelt voor om rondjes te lopen. Dat heeft hij in Vrouwen- vleugel gezien. Nog zo'n opmerking en ik vlieg nou al tegen de muren op. Kan ik meteen uitproberen of die sensordraden wer ken. Ook om een andere reden ben ik blij als wordt vastgesteld dat we voldoende gelucht zijn. Mijn kale hoofd heeft meer dan genoeg zon gehad. Eigenlijk had ik me met zonne brandcrème moeten insmeren, maar die is in een verzegelde zak achtergebleven. Een petje heb ik niet bij me, als ik dat al had mogen opdoen. Tijdens het bezoek (maximaal drie personen) dat om drie uur volgt en een uur duurt, mag dat in elk geval niet. Ook een overjas, zonnebril, roken en 'aanstootgeven de handelingen' zijn tijdens de enige visite per week uit den boze. Er mag ook niets wor den overhandigd door de bezoekers, die zelf door een detectiepoortje zijn gegaan. Drie Pl W'ers houden daar toezicht op. Toch krijg ik een tissue met twee zakjes poedermelk in handen gestopt. Als ik later word gefouilleerd, heb ik er spijt van. De sanctie kan zijn dat ik naar de 'isoleer' moet of dat mijn tv wordt ingenomen. 'Doet u uw blouse maar uit en de riem van uw broek'. Bijna alles wordt nagekeken: mond, oren, ok sels, broekspijpen, de zakken van mijn broek. Het poeder in een van de zakken wordt niet ontdekt. Toch had het van alles kunnen zijn. Het systeem vertoont toch nog tekortkomin gen. De vrouwen worden helemaal niet gefouil leerd. „Ze worden dus niet serieus genomen, omdat hier toch geen vrouwen komen", con cludeer ik. „U zegt het", reageert een PlW'er. Het onderscheid kan ook te maken hebben met het feit dat crimineel gedrag bij de man 'méér inbegrepen zit' dan bij de vrouw, zoals directeur Van Manen van de Geniepoort eer der opmerkte. Onderscheid Als ik een illegale vreemdeling was geweest, zou ik na het bezoek in èlk geval voor de rest van de dag zijn ingesloten. Uit bezuinigings overwegingen heeft het ministerie van justi tie besloten om de illegalen alleen tussen acht uur 's morgens en vijf uur 's middags uit hun kooi te laten. Ik heb echter het geluk dat ik als verdachte van een moord in het huis van bewaring zit. Na mijn avondeten (brood met koffie en melk) mag ik nog tot half negen naar de recreatieruimte. Veel is er nog niet te beleven. Spelletjes en drank zijn er nog niet. Als straks wel wordt 'geschonken, zal dat al leen frisdrank zijn. Alcoholische dranken ko men het gebouw niet in. „Als wij als perso neel wat pils of zo willen drinken, zuilen we dat buiten moeten doen." Precies om half negen worden we weer af gevoerd. 'Welterusten'. Tegen onze wil gaan we erg ver terug in de tijd. Alsof we kinderen zijn. Half negen! Het licht mag aanblijven. De tv ook. Tot twaalf uur. Dan wordt het signaal onderbroken. De PlW'ers wensen ons sterkte. Als ze om negen uur worden afgelost, klinkt het vrolijk: 'Op naar de gele rakkers'. Voor ons is een gezelliger zaterdagavond denkbaar dan op deze manier te worden drooggelegd. Na de zoveelste kop koffie houd ik het om twaalf uur voor gezien. Mijn buurman heeft al aangekondigd dat hij 'onder deze omstan digheden geen oog dicht zal doen'. Van hem hoor ik de volgende morgen dat de nachtwa ker om de paar uur het luikje voor het kijkgat even heeft weggeschoven. Voor het overige is het stil. Totdat iemand het om zeven uur 's morgens in zijn hoofd haalt, om ons te wekken. Op ouderwéts mili taire wijze. „Zorg dat uw cel straks schoon is. Over een half uur wordt gecontroleerd." Ook goedemorgen. Ontslag Half negen krijgt gedetineerde nummer 1000017 een bewijs van ontslag. 'De directeur verklaart dat Preenen J.P.A. onmiddellijk in vrijheid is gesteld door de officier van justitie te Den Haag wegens plaatsgebrek'. Van Pree nen laat ik zitten. Op het moment dat ik word vrijgelaten, kan ik het niet laten om toch nog even op het binnensmokkelen van de twee poederzakjes te wijzen. Het afdelingshoofd kijkt er niet van op. „U heeft hier een indruk gekregen van de gang van zaken in de Geniepoort. Niet alles is gebeurd volgens de regels. In werkelijkheid zal ons zoiets niet overkomen. Dan wordt u ook gevisiteerd. Helemaal uitkleden en op de hurken zitten. Dan rolt alles er wel uit."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1996 | | pagina 35