De Nederlandse beerput in Suriname
Zonder politieke wil geen regeling seizoenarbeii'
Feiten &Meningen
Spinazieverbod
ZATERDAG 27 APRIL 1996152(RD
Op de kop af tien jaar geleden fietste ik, na
dat ik mijn post uit de postbus had gehaald,
op zaterdagmorgen in alle vroegte naar
huis. In één van de volkstuintjes achter de
Roomse kerk leunde een bejaarde man op
zijn schoffel. In het volkstuintje ernaast
sneed een grijsaard spinazie. De man met
de schoffel zei tegen de grijsaard: „Snij jij
spinazie? Ga je dat eten? Maar dat is toch
levensgevaarlijk, nou, met die straling van
Tsjernobyl? Je mag helemaal geen spinazie
meer eten van Lubbers."
„Die stoppelbaard kan me nog veel meer
vertellen", zei de grijsaard, „ik heb in de
krant gelezen dat als je nu van die stralings-
spinazie te veel opsmikkelt, je er over tien
jaar last van krijgt. Nou, ik ben eergisteren
87 geworden, 97 haal ik niet meer, zal ik
dan mijn prachtspinazie laten staan? Nee,
hoor, vanavond eet ik heerlijk glippie!"
„Dus jij denkt dat je 't rustig kunt* eten?"
„Nou en of, snij jij nou ook maar gerust
spinazie, laat je toch niks wijsmaken door
die stoppelbaard."
Mijn spinazie stond er toen ook mooi bij,
maar ik was toen pas 42, dus ik keek er an
ders tegenaan dan de grijsaard. Ik dacht
toen: het probleem met spinazie is dat je er
zo krankzinnig veel van moet snijden om
een bordje vol over te houden als je 't kookt.
Als je 't nu eens als sla zou eten, dan heb je
veel minder nodig, krijg je derhalve ook veel
minder straling binnen. Ik sneed een beetje
spinazie, deed er stukjes sinaasappel door
heen, en ik had een
koningsmaal. Sinds
dien eet ik, dankzij
Tsjernobyl. mijn
spinazie altijd rauw.
Nu, tien jaar later,
ben ik geneigd te
zeggen dat dat toen
door Lubbers, van
wege de ramp in
Tsjernobyl afgekon
digde spinaziever
bod en graasverbod
volstrekte onzin is
geweest. Wie toen
spinazie at, werd
niet aan meer radio
activiteit blootge
steld dan degeen die
een fles Spa dronk. En Spa was en is ge
woon in de winkels verkrijgbaar! De koeien,
toen net vrolijk naar buiten, moesten weer
op stal. Maar in Duitsland, toch dichter bij
Tsjernobyl gelegen dan Nederland, hoefden
de koeien helemaal niet op stal en gold
geen graasverbod. Die twee maatregelen
van de regering, spinazieverbod en graas
verbod, vielen onder het hoofdstuk Drasti
sche Maatregel. Je ziet dat telkens gebeu
ren. Als ze in Den Haag bij God niet weten
wat ze moeten doen, grijpen ze blindelings
naar een Drastische Maatregel. Alleen maar
om toch vooral de indruk te wekken dat de
regering alert is, over ons waakt, en het al
lerbeste met ons voor heeft.
Zo'n totaal waanzinnige, volstrekt absur
de Drastische Maatregel was ook de vernie
tiging van de 64.000 Britse kalveren. Net als
indertijd die spinazie hadden bejaarden,
omdat de gekke koeien ziekte alleen jong
mensen treft, en 't bovendien jaren duurt
voor je er last van krijgt, die kalveren in ie
der geval zonder enig gevaar kunnen eten.
Men had gewoon simpelweg bij elk bejaar
dentehuis een vers geslacht Brits kalfje kun
nen afleveren!
TOM JANSSEN
'Alleen een parlementaire enquête brengt onderste steen boven
„Suriname is ten onder gegaan aan per
soonlijke vetes en machtsspelletjes onder
Nederlandse politici en ambtenaren," aldus
de majoor. De grootste missers zouden zijn
begaan door topambtenaren van de minis
teries van buitenlandse zaken en defensie
die vanaf 1975 samenwerkten in een Suri-
name-commissie. Ook bewindvoerders en
politici moeten volgens Koenders met de
billen bloot.
„De ellende begon beginjaren zeventig,"
zegt hij, „toen Suriname met alle geweld
onafhankelijk moest worden. Premier Den
Uyl stond erachter, Pronk (toen en nu mi
nister vap ontwikkelingssamenwerking)
was de grote uitvoerder. Ik herinner me een
receptie waar topambtenaar R. Meys van
buitenlandse zaken met zijn rug tegen de
Surinaamse minister Frank Essed stond en
schreeuwde: We kópen ze onafhankelijk!"
De vette worst die Pronk de Surinamers
voorhield, was de ontginning van West-Su-
riname. De Canadese onderneming
Reynolds had een concessie om in dat ge
bied bauxiet te winnen. Boringen door olie
maatschappij Total hadden echter allang
uitgewezen dat er helemaal geen alumini
um zat. Koenders: „Ik heb daar uitgebreid
over gerapporteerd. De Nederlandse kop
stukken behoorden te weten dat het hele
plan, ook die spoorweg van niks naar ner
gens, weggegooid geld was. Maar de Suri
namers trapten erin. En daar ging het om,
want Nederland wilde van haar kolonie af."
Een Surinaamse ex-militair zegt daarover:
„Als toen onder de bevolking een referen
dum was gehouden, was die onafhankelijk
heid er nooit gekomen. Ik herinner me Suri
naamse politici, huilend omdat Nederland
hen de rug toekeerde."
Majoor Koenders werd teruggehaald naar
Nederland en buiten de besprekingen ge
houden. Al zijn rapporten met negatieve
adviezen 'Suriname was nog niet aan on
afhankelijkheid toe' zijn spoorloos ver
dwenen.
CORRUPTIE
Op 25 november 1975 vierde Suriname 'het
feestje' en kwam er een regering die corrup
tie en cliëntisme hoog in het vaandel had.
„Nederlandse politici, zakenlui en ontwik
kelingswerkers hebben daar naar hartelust
van geprofiteerd en tal van corruptieschan
dalen op hun naam geschreven," zegt een
Nederlandse zakenman die toen in Para
maribo woonde. „Prominente politici zijn
De leugens, de keiharde competitie en de smerige machtsspelletjes van Nederlanders in Surina
me. Ze staan de gepensioneerde majoor Koen Koenders, jarenlang dé contra-inlichtingenman op
het gebied van Suriname, glashelder voor de geest. Nu dat land meer dan ooit dreigt weg te zak
ken in het zompig moeras van armoede en wetteloosheid licht Koenders het deksel van de Neder
landse beerput in Suriname.
nieuwsagentschap. Hij bezwoer me 4
Bouterse van plan was vijf tot acht m
te vermoorden. Ik heb meteen contal
zocht met de Nederlandse, Braziliaan
Amerikaanse en Franse ambassade. II
mand luisterdeLater die nacht zijl
andere dertien op gruwelijke wijze va
leven beroofd."
Diezelfde zakenman tipte de Nederlar^
ambassade in januari 1983 over de rel
de in Nederland gestationeerde ambA
deur Herrenberg en Guno Chin a Sei^F
Colombia. Daar werd met het Cali-ka
gesproken dat vliegveld Zanderij bij I]
maribo de toekomstige doorvoerhave
drugs zou worden. Een deal die Bout(
miljoenen opleverde. „Toen Bouterse
achter kwam dat ik dat had doorgebr
werd ik met 24 andere Nederlanders,
wie ambassadeur Hoekman, op een a
lijst gezet. Bouterse heeft aan Hoekm*
toegegeven dat het gijzelen van NcdcH
ders een van de opties was om 2,1 rniftü
aan ontwikkelingsgeld alsnog binnen...
krijgen." De Nederlanders wisten Surlll
te ontvluchten.
Het politiebureau in Paramaribo stond op de dag van de staatsgreep, 25 februari 1980, in lichterlaaie.
ook vandaag de dag nog doodsbang voor
Bouterse die veel te veel weet over hun mis
stappen."
Een van de grootste blunders op militair
vlak in die jaren was
volgens Koenders
de benoeming van
kolonel Y. Elstak tot
bevelhebber van de
Surinaamse krijgs
macht. „Ook door
geduwd door Ne
derland. Bingo El-
stak was zijn bij
naam. Dat was het
enige wat hij kon.
Het gevolg was een
broeinest binnen
het leger. Tal van
zaken, zoals bevor
deringen van mili
tairen, waren niet
geregeld."
Tegen de tijd dat
het echt uit de hand
liep binnen het Su
rinaamse leger,
speelde de toenma
lige Nederlandse
ambassadeur Vege-
lin van Claerbergen
volgens Koenders
een uiterst beden
kelijke rol. In de be
ruchte Valk-affaire.
Koenders ontdekte
in 1981 bij toeval
dat de Nederlandse kolonel H. Valk Bouter
se heeft gesteund bij het plegen van de
coup op 25 februari 1980. „Valk zat destijds
bij de Nederlandse militaire missie en was
twee handen op één buik met Vegelin van
Claerbergen. In het kleine dorp Suriname
betekent dat dat de ambassadeur, dus ook
buitenlandse zaken, op de hoogte was van
de plannen van Bouterse."
Een onderzoekscommissie moest de Valk
affaire tot de bodem uitzoeken. Daarbij
werd buitenlandse zaken in Koenders' ogen
aan alle kanten gespaard. „Geen van de be
trokken ambtenaren van dat ministerie is
door de commissie opgeroepen. De men
sen die wel zijn gehoord, hoefden geen eed
af te leggen. Het enige doel van de commis
sie was de zaak in de doofpot stoppen. Toe
geven betekende immers ook toegeven dat
Nederland van de dreigende machtsoverna
me op de hoogte was."
BLUNDER
Na de coup in 1980, werd Valk vervangen
door kolonel G.J. van Maarseveen. Ook
Koenders mocht weer opdraven, omdat ge
vluchte Surinaamse militairen hun verhaal
bij de landmachtinlichtingendienst kwijt
wilden. „De aanstelling van Van Maarse
veen was opnieuw een politieke blunder op
hoog niveau," vervolgt hij. „Het was bekend
dat Van Maarseveen slecht lag bij Bouterse
en zijn militairen. Op dat moment is defen
sie door toedoen van buitenlandse zaken
foto archief
alle greep kwijtgeraakt. Ik'durf te beweren
dat er vijftien mensen minder waren ver
moord, als defensie wél invloed op Bouterse
hadkunnen houden."
De contra-inlichtingenofficier doelt op de
decembermoorden van 1982. „Surinamers
die toen vermoord
zijn waren eerder
benaderd door
Amerikaanse CIA-
agenten in Surina
me, die zagen dat
Bouterse naar het
communistische
Cuba afdreef," zegt
een Surinaamse ex-
militair. Een aantal
van de vijftien vak
bondsleiders, jour
nalisten en advoca- P
ten die later werden
afgeslacht, was kind
aan huis bij de Ne
derlandse ambassa
de. Fatale contac
ten, zo bleek.
„Ze werden opge
pakt in de nacht van
7 op 8 december,"
herinnert een on-
dernemer zich. „De
volgende ochtend
kreeg ik een tip van
Edward Naarendorp
die voor de Natio
nale Militaire Raad
toezicht hield op het
ENQU5TE taa
,vo
De zakenman: „Ik moet nog zien dat i
drugshandel er ooit wordt aangepaktjn
me hoeveelheden chemicaliën, nodig
de fabricatie van cocaïne, kwamen vore
deel via Nederland binnen." Ook Koetste
ziet geen vervolg in het jarenlange, pel8
dure onderzoek naar de Surinaamse gs.
handel door het justitiële opsporingsten
CoPa. „Bouterse speelt alles via stromlei
nen. Zijn betrokkenheid in de cocaïncie
del kan onmogelijk worden bewezen.ha
het ook met de decembermoorden. V
Mierlo heeft pas een brief gestuurd n^.
een van de nabestaanden waarin hij e"
onderzoek belooft. Die brief is alleen iER|
formaliteit."
Een parlementaire enquête naar het ij j-
landse aandeel in de Surinaamse chajg c
volgens de officier de enige oplossing^
nog zoveel meer gebeurd. „Er zijn zox^ v
zaken waarover ik nu niet kan praten^ v
wel voor een parlementaire enquête-<
missie onder ede een boekje wil open
Niet omdat ik me gefrustreerd voel, irfc;
vanuit een soort schaamtegevoel tege
de Surinamers. De gewone Surinamer
heb het gevoel dat ik ze in de steek heiei
laten."
T ie
plicht bij seizoenarbeid. De argumenten die hiervoor
werden aangedragen zijn verschillend. Van zware ad
ministratieve lasten die niet in verhouding zouden
staan tot het verzekerings- en belastingbelang tot aan
de nadelige concurrentiepositie ten opzichte van ande
re landen, die wel een wettelijke regeling voor seizoen
arbeid hebben.
Deze argumenten gelden vandaag de dag nog. Want
hoewel in het Tuinbouwakkoord van 1993 met de over
heid de afspraak is gemaakt dat de seizoenarbeid struc
tureel geregeld gaat worden, is dit tot op heden niet ge
beurd.
Door druk vanuit de tuinbouwsector kwamen in af
wachting van een structurele oplossing in 1994 een
paar tijdelijke regelingen tot stand: de studenten- en
scholierenregeling, de fruitplukregeling en de asperge
regeling.
Al deze regelingen hebben gemeen dat hierin premie
vrijstelling voor seizoenwerk is geregeld. De fruitplukre
geling staat huisvrouwen die korter dan vier weken
plukken premievrijstelling toe. De aspergeregeling kent
een forfaitaire toepassing. De studenten- en scholieren
regeling staat een bedrag van 1.500 gulden toe premie-
vrij te verdienen. Deze regelingen hebben als bezwaar
een omvangrijke administratie en de beperking in tijds
duur van vier weken waardoor met twee ploegen ge
werkt moet worden, wil de regeling zijn werking heb
ben.
In de fruitpluk is de regeling voor uitsluitend huisvrou
wen te beperkt in zijn aanbod. Bovendien waarom wel
voor huisvrouwen en niet voor huismannen? Al met al
bleven de problemen van te weinig arbeidsaanbod en
te hoge loonkosten en werden deze niet opgelost. Een
wetsvoorstel van de toenmalige minister De Vries om
van de tijdelijke studenten- en scholierenregeling een
structurele regeling te maken strandde door een zeer
negatieve kritek van onder andere de Raad van Sti
Kortom, het wordt de hoogste tijd voor een goedcWj
ling. Momenteel ligt een initiatief-wet van de CDyjS
tie in de Tweede Kamer ter behandeling, inhoudell
een voorstel om een ieder, man, vrouw, student,
kende en werkloze, die in de seizoenarbeid werkt11
bedrag van 3.000 gulden nagenoeg belasting- en I
mievrij te laten verdienen. -
Voorwaarde is dat die personen geen structurele a|
in de tuinbouw verrichten. De regeling is bedoeld V
de problemen in piektijden te ondervangen en de
kosten omlaag te brengen. Dit versterkt de intern;
nale concurrentiepositie van onze tuinbouw en di
hard nodig. Voorkomen moet worden dat nog mi
tuinders hun bedrijf over de grens verplaatsen oi
elders de loonkosten voor seizoenarbeid lager zij:
In de fruit-, asperge- en bloembollenteelt is het v<
positief ontvangen. Het woord is nu aan de Tweei
mer. In de schriftelijke ronde hebben de coalitiep|
vele kritische vragen gesteld. Gevraagd is met nai
naar de positie van de seizoenarbeider, de conse<
ties van het al of niet verzekerd zijn en hoe seizoe!
beid in de overige EU-lidstaten is geregeld. ft
Overigens schrijven de coalitiepartijen het initiatift
wetsvoorstel met belangstelling gelezen te hebber y
onderkennen alledrie voluit de problematiek van
seizoenarbeid. Tot nu toe hebben echter de WD.mi
en PvdA geen enkele oplossing aangedragen.
Wat dat betreft mag verwacht worden dat de inze<*»
het CDA om nu eindelijk de seizoenarbeid van ee(£
structurele regeling te voorzien door de regerings^
en ook gesteund wordt.
acnes van ardenne»l 1
lid cda-tweede kamerfractie
Een paal vol kogelgaten vormt de trieste getuigen van de decemb, a
moorden in 1982. foto»)jn
Het rapport van de Algemene Rekenkamer dat kort ge
leden verscheen, is in ieder geval helder in zijn conclu
sies. Ten eerste moet er een structurele regeling voor
seizoenarbeid komen en ten tweede is de inschakeling
van werklozen voor seizoenarbeid zoals aspergesteken,
appels en peren plukken en bloembollen rooien geen
oplossing. Zelfs met premies en sancties zijn uitke
ringsgerechtigden nauwelijks bereid om dit werk te
doen. Ondanks inténsieve bemiddeling van gemeen
ten, arbeidsbureaus en uitkeringsinstanties blijft het
tobben met het arbeidsaanbod voor de seizoenarbeid.
Menigeen zal zich afvragen hoe het komt dat voor dit
jaarlijks terugkerend probleem almaar geen afdoende
oplossing gevonden is. Velen van ons hebben ongetwij
feld in hun jeugd met aardbeien- of kersenplukken ge
spaard voor een pick-up, een brommer of een fietsva
kantie langs jeugdherbergen. Er waren geen proble
men. Dat was voordat het zogenaamde Rariteitenbe-
sluit werd ingesteld.
Het Rariteitenbesluit van 1986 bepaalt dat vrijwel een
ieder die betaald werk verricht voor een werkgever ver-
zekeringsplichtig is. Verzekeringsplichtig zijn betekent
ook premieplichtig zijn. En juist die premieplicht
maakt seizoenarbeid duur en dan blijft er voor de sei
zoenarbeider netto te weinig geld over. Zo zijn de pro
blemen in de seizoenarbeid, zoals te weinig arbeids
aanbod en verhoudingsgewijs te hoge loonkosten, ont
staan. De tijd dat seizoenarbeiders zich nog tevreden
stellen met een kleine bijverdienste is voorbij. De ver
langens zijn groter en kostbaarder geworden. Wie werkt
er in zijn vrije tijd nog voor een pick-up of fietsvakan
tie? Nee, het moet nu minstens een stereotoren of een
vliegreis naar Zuid-Spanje opleveren.
Vanuit de tuinbouwsector is in de afgelopen jaren veel
vuldig politieke aandacht gevraagd voor deze proble
men. Er werd gepleit voor vrijstelling van verzekerings